De RVA haalt weer mooie schorsingscijfers. In tien jaar werden ruim 400.000 werklozen geschorst. ?Big Brother houdt je in het oog.?
De RVA-controleurs van het Werkloosheidsbureau van Vilvoorde deden een gouden slag : zij vroegen én kregen de namenlijst van zo’n vijfhonderd krantenbezorgers van de VUM-groep, die De Standaard en Het Nieuwsblad uitgeeft. Die vaak ongeschoolde mensen, niet zelden uit een kansarm milieu, moeten de dagbladen contractueel voor halfacht ’s morgens in de bus van de abonnees stoppen en worden daarvoor om en bij de vijf frank per exemplaar betaald. Voor velen, die voor dag en dauw hun kleine ronde doen, is het maar een bijverdienste van luttele duizenden frank per maand. Onderaan hun contract staat dat zij voor de VUM-dochter Districom werken ?in een zelfstandig statuut waarvoor men een vergoeding ontvangt die geen loon uitmaakt.? Toen de Vilvoordse RVA-directeur de namen te pakken had, werden die prompt doorgestuurd naar alle werkloosheidsbureaus in het land, met de dringende bede om de lijst te screenen op mogelijke werklozen én op personen die met werklozen samenwonen.
Alleen al in de streek van Dendermonde kent ACV-afgevaardigde Eric Maes een twintigtal mensen die op basis van die controle door de RVA werden aangepakt. Binnenkort, op 13 mei, pleit hij voor vijf personen, voor wie hij bij de arbeidsrechtbank beroep heeft aangetekend. Eén van hen is Wim, werkloos geworden na twintig jaar arbeid en door de RVA-arts voor 33 procent arbeidsongeschikt verklaard. Hij hoorde het in Keulen donderen toen hij vorig jaar in een aangetekende brief te lezen kreeg dat hij niet alleen voor acht weken geschorst werd, maar ook zijn ?onrechtmatig ontvangen? uitkering van 150 dagen moest terugbetalen. Welke zware overtreding kon hij begaan hebben om een half jaar zonder inkomen gezet te worden ? Niets, behalve dat zijn zus, die onder hetzelfde dak woont, met een kleine krantenronde begonnen was, en dat niet eens in het zwart. Wim had er geen benul van dat hij die klus van zijn zus aan de RVA moest aangeven.
In het vakbondshuis van Dendermonde ontfermt Eric Maes zich nu over Wim en enkele duizenden andere geschorste werklozen. In de hal hangt een bord van arbeidsminister Miet Smet (CVP), waarop zij aankondigt dat zij hier driemaal per maand zitdagen houdt. De minister is uit het ACV-nest én uit de streek afkomstig. ?Ik neem het onze vakbond kwalijk dat ze te weinig tegen de minister durft ingaan,? zegt Eric Maes die vindt dat het beleid onder Miet Smet in de jaren negentig meer en meer naar een jacht op werklozen is geëvolueerd. Net zoals men de kandidaat-vluchtelingen steeds strenger ging opdelen in ?echte? en ?valse? asielzoekers, werd er van lieverlede ook meer en meer gesproken over ?echte? en ?oneigenlijke? werklozen en wie niet meer als een ?echte? aanvaard werd, moest dan maar uitgewezen, respectievelijk uitgesloten worden. Bovendien speelde in beide dossiers dezelfde politieke druk om de statistieken op te smukken, op welke manier dan ook.
?Daarom werd het schorsingsbeleid van de RVA spectaculair verstrengd en uitgebreid,? zegt Eric Maes. ?Maar het zou toch niet blind maar menselijk moeten worden toegepast. Neem nu Wim : zijn zus wist zelf niet eens dat zij zelfstandige was, ook al is dat onderaan het contract vermeld ; laat staan dat Wim wist dat hij daarvan aangifte moest doen. Het zijn laaggeschoolde mensen. In feite zijn die krantenbezorgers nepzelfstandigen, want ze werken met een contract, voor een vaste vergoeding en in opdracht. Mensen zoals Wim zijn volkomen te goeder trouw, maar de starre reglementering zegt nu eenmaal dat een werkloze geschorst wordt als hij niet aangeeft dat hij met een zelfstandige samenwoont. Anders wordt hij beschouwd als iemand die in het zwart een handje toesteekt. De terugbetaling van honderdduizend frank is voor Wim een echt drama. Terwijl andere, identieke dossiers zonder gevolg worden geklasseerd. Het is pure willekeur.?
IN HET ZWEET UWS AANSCHIJNS
Zelfs in een Oeso-rapport, dat in zijn definitieve versie de volgende maanden moet uitkomen, wordt nu gesteld dat België wel erg strenge sancties hanteert : ?In het geval van weigering van een passende dienstbetrekking, bijvoorbeeld, variëren de sancties enorm van land tot land. Van de negen onderzochte landen is de strafmaat het strengst in België. De strengheid van de sancties in België kan verklaard worden door het in principe onbeperkte karakter van de toekenning van uitkeringen.? Ter illustratie wordt een vergelijkende tabel toegevoegd : werkweigering leidt in België tot een schorsing van een half jaar tot een jaar (en definitieve uitsluiting bij kwaad opzet). In Zweden is dat maar twintig dagen, in Zwitserland maximum veertig dagen, in Duitsland vier tot acht weken, in Canada zes tot twaalf weken, in de Verenigde Staten drie tot twintig weken, en in Nederland een tijdelijke mindering van de uitkering met vijf procent.
Een week geleden reageerde ook het ACV vertoornd ?dat de strijd tegen de werkloosheid te veel een strijd tegen de werklozen is.? Het ACV eist dringend ?een socialer en menselijker sanctiebeleid, gebaseerd op menselijke motieven, een redelijke verhouding tussen fout en straf en recht op eerlijke verdediging.? Zegt Johan Quintelier van de Werkzoekendenwerking : ?Opnieuw pakt de RVA uit met recordcijfers. Tegelijk neemt de zwaarte van de sancties alsmaar toe. In vergelijking met misdrijven zoals fiscale delicten, verkeersovertredingen en zelfs straffen voor misdaden, is de verhouding tussen fout en straf hier helemaal zoek. Op een administratieve fout, zoals het verkeerd invullen van een stempelkaart, of het niet doorgeven van een adresverandering, kan nu het verlies van een uitkering gedurende een half jaar volgen ! Voor heel wat gezinnen is dat een financiële catastrofe.?
Het ABVV ontvangt eveneens steeds meer klachten en gaat die in een zwartboek bundelen. Voorzitter Julien Van Geertsom van VZW De Brug : ?De RVA-reglementering en het beleid ademen nu een geest van wantrouwen uit : elke werkloze is een potentiële fraudeur. Pas op, want Big Brother RVA kijkt toe ! Men gaat zelfs zo ver om elementaire principes van de rechtsstaat te overtreden. Iedereen is onschuldig tot zijn schuld bewezen is. Niet zo in de werkloosheid. Als een werkloze uitgesloten wordt omdat hij volgens de RVA onbeschikbaar is, moet hijzelf bewijzen dat hij genoeg gesolliciteerd heeft. Zelfs het vermoeden van een fout of van zwartwerk is voldoende om iemand te sanctioneren. Wij willen dat de strafmaat tot redelijke proporties wordt teruggebracht, en dat de bewijslast bij de RVA gelegd wordt. Misschien moet men de notie ?opzettelijke fout? zoals in andere sectoren van de sociale zekerheid invoeren.?
Volgens Van Geertsom zouden lokale RVA-directeurs ?objectieven? opgelegd krijgen : ?Ze moeten een bepaald aantal schorsingen halen. Dat weten wij van hoge RVA-beambten die bij het ABVV aangesloten zijn. Maar officieel wordt dat ontkend. Vroeger zei men : Gij zult uw brood in het zweet uws aanschijns verdienen. Als het niet zweten door te werken is, dan maar zweten uit schrik voor de sancties ! Zelfs het begeleidingsplan van minister Smet moest worden ingeschakeld in die repressieve aanpak. Want de Vlaamse VDAB, bevoegd voor de arbeidsbemiddeling, moet de dossiers aan de RVA overmaken. Stopzetting of mislukking van het begeleidingsplan kan de werkloze een jaar schorsing kosten ! Het gaat zo ver dat bemiddelaars bepaalde zaken niet meer in het dossier noteren omdat de RVA-controleurs die tégen de werkloze zouden kunnen gebruiken.? Overigens heeft de VDAB die van het zogenaamde transmissie-akkoord nooit veel moest weten in 1996 maar tweeduizend gevallen aan de RVA gesignaleerd.
ANDERHALF IS ABNORMAAL
Volgens het kersverse jaarverslag van de RVA werden in 1996 in totaal 63.825 werklozen geschorst, waarvan zo’n zestig procent definitief uitgesloten en de anderen tijdelijk. De helft werd geschorst wegens langdurige werkloosheid en de andere helft wegens ?sancties?. De voorbije tien jaar (waarin de nieuwe reglementering van kracht werd) zijn al 417.101 mensen geschorst. Het is duidelijk dat de regering in de jaren tachtig het werkloosheidsbudget in de klauw wou houden door de werklozen te doen inleveren, en in de jaren negentig door werklozen gewoon te schorsen. Na haast elke begrotingsronde werden de voor schorsing in aanmerking komende categorieën uitgebreid. Het Antwerpse Centrum voor Sociaal Beleid noemt dat een volumebeleid : het volume van de uitkeringsgerechtigde volledige werklozen moest koste wat kost omlaag, en aangezien dat niet lukte door jobs te scheppen, gebeurde dat dan maar door stelselmatig meer mensen uit te sluiten.
Alleen al het omstreden artikel 80 over de langdurige werkloosheid was goed voor 158.000 definitieve schorsingen in tien jaar. Onder de roomsblauwe regeringen in de jaren tachtig heette het nog artikel 143 en hadden RVA-inspecteurs een grote discretionaire bevoegdheid om ?abnormaal langdurige werklozen? uit te sluiten. Hoewel de aantallen toen lang nog niet zo hoog lagen (acht à negenduizend), kwam daar zo’n geweldige campagne van de vakbonden tegen, dat het in de tweede helft van de jaren tachtig nog nauwelijks werd toegepast. Wel werd in 1987 de basis voor de huidige reglementering gelegd en citeerde toenmalig minister Guy Verhofstadt (VLD) het objectief van 12.000 schorsingen per jaar. Toch zou pas in de jaren negentig onder roomsrode regeringen, en met een minister uit de arbeidersbeweging het aantal schorsingen op basis van dat artikel vervéélvoudigen, en dat zonder laaiende protesten van de vakbonden.
?We hebben daar een nederlaag moeten slikken,? meent Julien Van Geertsom. Maar Eric Maes denkt meer aan ?een soort koehandel de vakbonden zitten mee in het RVA-beheerscomité, en daar is het geven en nemen.? Vorig jaar werden 32.044 langdurige werklozen gestraft, nadat de reglementering weer verstrengd werd. Iemand krijgt nu als abnormaal langdurige werkloze een schorsing (altijd een definitieve uitsluiting) als hij anderhalf keer langer werkloos is dan het gemiddelde in zijn streek (vroeger twéé keer). Dat varieert, voor jonge vrouwen bijvoorbeeld, van dertig maanden in Oostende tot 74 maanden in Hasselt. Het geldt alleen voor samenwonende werklozen van wie de partner minstens 612.000 frank verdient. Geen wonder dat het voor het leeuwendeel om vrouwen gaat. Tegen die automatische schorsing die een feitelijke beperking in de tijd is van de werkloosheidsrechten kan men in beroep gaan als men kan aantonen ?onafgebroken? gesolliciteerd te hebben.
HET ONDERZOEK VAN HET ONDERGOED
Maar ook de tweede groep schorsingen, de zogenaamde echte sancties, is de voorbije tien jaar erg toegenomen (vorig jaar 31.781). Bovendien werd de strafmaat voor een aantal inbreuken, zoals werkweigering en onbeschikbaarheid, gewoon verdubbeld tot 26 à 52 weken. De belangrijkste overtreding is de onrechtmatige invulling van de controlekaart (?met onuitwisbare inkt?), wat op sluikwerk wijst. Eric Maes : ?Omdat het vaak slechts om een vermoeden van zwartwerk gaat, gebeuren er wel eens vergissingen. Ik heb hier het dossier van een bouwfirma uit Steendorp, die in de winter de werknemers soms op tijdelijke werkloosheid moest zetten. Bij een controle bleken die mensen hun documenten niet te kunnen tonen, want de werkgever hield die in zijn kantoor bij zich. Werd die werkgever aangepakt ? Neen, maar alle werknemers kregen wel vier weken schorsing en zes maanden terugvordering !?
Andere sancties gaan naar werklozen die zich bezondigd hebben aan werkverlating, werkweigering, ontslag uit eigen keuze of door eigen schuld, of wie geen gevolg geeft aan een oproep. Johan Quintelier : ?Ook hier is er te weinig soepelheid. Ik heb het geval van iemand die als poetsvrouw naar een ziekenhuis gestuurd werd om de kamers te doen, maar die in de operatiezaal werd ingezet. Zij moest het werk staken omdat zij echt niet tegen bloed kon. Gevolg : schorsing wegens werkverlating. Een gelijkaardig dossier is dat van een man die naar een rusthuis gezonden werd als bordenwasser, maar al snel opgedragen werd om bejaarden te wassen en bedpannen te legen. Hij weigerde omdat hij daarvoor niet opgeleid was. Gevolg : zes maanden uitsluiting.? Een werkloze kan overigens maar een half jaar een ?passende dienstbetrekking? weigeren omdat die niet overeenstemt met zijn kwalificaties ; daarna moet hij alles aannemen. Weigeren mag dan wel nog als men voor de job langer dan 12 uur of meer dan 25 kilometer van huis moet.
Ook een aanzienlijk aantal werklozen wordt gestraft omdat ze een onjuiste, onvolledige of laattijdige verklaring indienen vooral de gezinstoestand wordt wel eens verkeerd aangegeven, omdat een kostwinner of alleenstaande nu eenmaal meer krijgt dan een samenwonende. Johan Quintelier : ?Er moet toch begrip zijn voor bureaucratische fouten, want voor laaggeschoolden zijn de normen erg ingewikkeld en de RVA-brieven meestal onverstaanbaar. Neem nu het geval van een werkloze vrouw wier zoon, die nog bij haar inwoont, ineens een zelfstandig bijberoep begint : die kan soms meer dan één miljoen frank moeten terugbetalen omdat ze niet wist dat ze dat moest aangeven. Dergelijke gevallen worden door onze propagandisten nu bijna dagelijks gemeld ! En is het echt nog nodig dat RVA-controleurs in het ondergoed van de werklozen gaan neuzen om te bewijzen dat ze met iemand samenwonen ? De controles zijn soms bijzonder vernederend.?
DE WERKLOZE RIJDT IN EEN TAXI
Toegegeven, de RVA-beambten onderzoeken wel eens het wasgoed, maar dat is volgens hen nodig door de plaag van de nepadressen. ?Als samenwonende partners elk een ander domicilie nemen om een hogere uitkering te krijgen, is dat pure fraude. Ik herinner mij het geval van zeventien alleenstaanden in één huis met drie kamers ! Wij willen de misbruiken niet overroepen, maar ze bestààn wel,? zegt de Brusselse RVA-directeur Walter Ceuppens. En die 63.000 schorsingen moet je ook relativeren ?want dat is op een totaal van 2,5 miljoen werkloosheidsaanvragen in 1996 dus kan je moeilijk van een heksenjacht spreken,? voegt RVA-adviseur Richard Van der Auwera er aan toe. Dat neemt niet weg dat zeker achter een definitieve uitsluiting vaak een persoonlijk drama schuilgaat, want dan kan men het sanctum sanctorum van de RVA maar opnieuw betreden door één tot twee jaar arbeidsdagen te bewijzen en dat is voor een structurele werkloze schier onmogelijk. Voor hen is die sanctie zoiets als levenslang.
Op vragen over het schorsingsbeleid reageert de RVA al snel vanuit de egelstelling. ?De christelijke vakbeweging is boos, maar het is hun eigen minister die de regels bepaalt. Wij voeren maar uit wat de regering ons oplegt,? zegt Ceuppens. Wel is niet alleen de reglementering verstrengd, maar werden ook de controles opgedreven. De inspecteurs gaan nu meer op pad vaak na tips door verklikkers. Zij hebben een politiebevoegdheid en maken processenverbaal op. Omdat nogal wat pv’s geseponeerd worden omdat ze zo slecht opgesteld zijn, hebben ze nu ook een cursus moeten volgen. Veel overtredingen worden aan het auditoriaat overgemaakt. Dat leidt vaak tot een cumul van straffen : voor een foutieve verklaring kan je een schorsing krijgen, een terugvordering én een boete van de rechtbank. ?Maar de RVA heeft maar 265 inspecteurs. En dat voor zowat een miljoen klanten als je alle categorieën samentelt. De controle is nog veel te laks,? vindt Ceuppens.
De pakkans zou nog niet groot genoeg zijn om echt een afschrikkend effect te hebben. De meest specifieke actie tegen werklozen werd in 1994, na een ideetje van een RVA-beambte, gelanceerd : het controleren van invals- of uitvalswegen, om werklozen op weg naar hun werk te betrappen. ?Bij die controles vinden we soms tien à vijftien procent inbreuken op de werkloosheidsreglementering. Bovendien hebben ze een preventief effect door hun zichtbaarheid.? In samenwerking met andere inspectiediensten worden ook meer gerichte controles gehouden in de om zwartwerk bekend staande sectoren. ?Het is zoals met de hormonenacties,? zegt directeur Ceuppens. ?Bij toevallige controles betrap je maar een paar procent werklozen. Maar bij gerichte controles is dat soms zeventig procent of meer. Bij een controle van Brusselse taxichauffeurs vonden wij dertig procent werklozen achter het stuur. Vergeet niet dat België, na Italië, het hoogst scoort voor zwartwerk.?
DE HANGMAT EN DE PRIKKEL
Een delicaat onderwerp is dat van de gewestelijke verschillen in het sanctiebeleid. In de periode 1991-95 werden, zo bleek uit een studie van het Leuvense Hoger Instituut voor de Arbeid (Hiva), ongeveer dubbel zoveel Vlamingen als Walen geschorst wegens langdurige werkloosheid. De reden heette toen dat er in Wallonië meer kostwinners werkloos zijn, die aan artikel 80 ontsnappen. Maar volgens het nieuwe jaarverslag van de RVA werden in 1996 ineens méér Walen geschorst dan hun aandeel in de werkloosheid : het aantal verdubbelde liefst van 7.237 tot 14.665. In Vlaanderen steeg het lichtjes tot 15.581 schorsingen. Volgens de RVA komen door de verscherping van de anderhalf-berekening nu veel meer Walen in aanmerking voor schorsing. Maar er zijn nog andere regionale verschillen : volgens het Hiva worden meer werklozen uitgesloten door de West-Vlaamse RVA-bureaus dan in Hasselt, Aalst of Gent.
Nog een gevoelige vraag is of de geschorste werklozen niet gewoon verhuizen van het RVA- naar het OCMW-loket. Volgens een enquête van de Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten is het schorsingsbeleid inderdaad de eerste oorzaak van de stijging van het aantal OCMW-steuntrekkers. Volgens een administratieve studie van de RVA hebben de schorsingen echter slechts een kleine invloed op de toename van de bestaansminima. De waarheid ligt in het midden, concludeert het Hiva, dat nu zelf een enquête bij de OCMW’s uitvoert : tussen tweeduizend en zevenduizend geschorste werklozen komen elk jaar een bestaansminimum aanvragen. Bovendien worden ook andere OCMW-diensten, zoals verwarmingstoelagen en overbruggingskredieten, aangesproken. Tenslotte wil het feit dat de andere geschorsten niet bij het OCMW terechtkomen, zeker niet zeggen dat ze de armoede niet doen toenemen : voor veel gezinnen is de uitkering als neveninkomen net dàt verschil dat hen al dan niet tot de groep van ?bestaansonzekeren? doet behoren.
Als er achter de massale schorsingen al een filosofie zit, naast het uitzuiveren van het zogenaamde profitariaat, is het die van de hangmat en de prikkel : in het stelsel genestelde werklozen, die niet echt werkwillig meer zouden zijn, worden zo wel verplicht om een job te gaan zoeken. Maar zelfs volgens de omstreden RVA-studie heeft, negen maanden na de schorsing, maar twintig à dertig procent een nieuwe job gevonden, en dan nog meestal in precaire statuten. Het voornaamste effect is uiteraard dat een aantal werklozen onzichtbaar worden gemaakt, wat de statistieken wat ontlast. De fictieve daling van het aantal werklozen in het recente verleden is haast volledig te wijten aan de overheveling naar de (vergeten) groep van vijftigplussers én de stijging van de schorsingen. Op een treurende arbeidsmarkt zorgt dus ook een schorsingsbeleid voor geen wonderen, tenzij het wonder van de communicerende vaten.
Chris De Stoop
Het beleid ademt een sfeer van wantrouwen uit : werklozen worden gezien als potentiële fraudeurs.
Volgens een Oeso-rapport, dat de sancties in negen landen vergelijkt, is de strafmaat het strengst in België.