Een gesprek met minister van Staat Herman De Croo, in de rol van verzoener in de VLD. “Van jonge krokodillen maken ze sacochen.”
“Het is in de politiek zoals met biljarten”, weet Herman De Croo. “Bal A op bal B mikken is geen probleem. Een klein kind kan dat. Maar bal A op bal B mikken en vooraf weten waar A en B zullen belanden, dat is geen kleinigheid. Ik heb zo de indruk dat met het Humo-interview van Marc Verwilghen keihard op bal B is geschoten maar dat niemand weet waar al die ballen naartoe zullen vliegen. Als er maar geen over de rand schieten…”
Minister van Staat en gewezen VLD-voorzitter Herman De Croo was de enige die de afgelopen dagen tot commentaar bereid was, nadat VLD-kamerlid Marc Verwilghen in een interview een emmer vitriool over zijn partijgenoten, en over Karel De Gucht en voorzitter Guy Verhofstadt in het bijzonder, uitgoot. Dat het bij de Vlaamse liberalen niet meer boterde, was al enige tijd zichtbaar. Voorzitter Verhofstadt wist duidelijk geen raad met Verwilghen, die zich krampachtig bleef vastklampen aan het steeds minder vlot zittende imago dat anderen hem hadden aangepast. Met zijn zelfgeorganiseerde interview – “Ik had geen andere uitweg dan mij tot de pers te richten”, sprak Verwilghen plechtig – lijkt de voorzitter van de commissie- Dutroux een ferme deuk in het VLD-koetswerk te hebben geschopt. En dat op een jaar, van wat nu al als “de moeder van alle verkiezingen” wordt bestempeld.
Daarom voelde Herman De Croo zich de afgelopen week geroepen om op te treden als de grote verzoener. Een houding die des te opmerkelijker is als men zich herinnert dat uitgerekend Verwilghen destijds mee het vroegtijdig vertrek van De Croo als VLD-voorzitter forceerde door openlijk zijn steun te verlenen aan uitdager Guy Verhofstadt. Bij de VLD, waar volgens sommmigen nog een machtsstrijd tussen Verhofstadt en Patrick Dewael moet volgen, kan het soms heel snel verkeren.
HERMAN DE CROO: Ach, er zijn overal al eens spanningen, dus ook in het arrondissement Dendermonde, met twee prima donna’s als Verwilghen en De Gucht die zich beiden graag profileren. Verwilghen is versterkt uit die Dutroux-commissie gekomen. Dat voorzitterschap dankt hij trouwens aan mij. Toen het schandaal in augustus ’96 losbrak was ik nogal geschokt, vandaar mijn aanwezigheid op de begrafenissen in Luik en in Hasselt. Ook PRL-voorzitter Louis Michel was zwaar onder de indruk van de gebeurtenissen. Hij liet de justitiecommissie bijeenroepen en hield daar veruit de beste interventie. Waarop de liberalen de oprichting van een onderzoekscommissie voorstelden. Louis Michel zei me: “Ik wil die commissie graag voorzitten.” Hij was zelfs bereid daarvoor gedurende een periode van zes maanden terug te treden als PRL-voorzitter. Ik heb hem dat afgeraden, omdat hij als partijvoorzitter onmogelijk – ook al deed hij nog zo zijn best – de indruk van onpartijdigheid kon handhaven. Na veel omhaal heb ik hem ervan overtuigd de voorzitterszetel aan Marc Verwilghen te laten. Sindsdien werken Verwilghen en De Gucht elkaar op de zenuwen, zo begrijp ik uit alle commotie.
Guy Verhofstadt is een handige campaigner. In de ren naar het VLD-voorzitterschap heeft hij me geklopt en hij kreeg daarbij de hulp van zijn vriend Verwilghen. Al wordt me nu verteld dat ze Marc moesten aanporren om die steun te verlenen. Toch heeft Verwilghen tegenover sommigen laten verstaan dat hij zich verantwoordelijk voelt voor ettelijke percentages van de voorsprong die Verhofstadt op mij nam, en dat hij in ruil voor zijn steun een geste verwacht van Verhofstadt.
Alleszins iets meer dan wat hem totnogtoe is voorgesteld.
DE CROO: Verwilghen mag zichzelf ook niet in de rol van underdog duwen. Toegegeven: ik ben niet erg voor de oplossing waarbij Verhofstadt en Verwilghen op de senaatslijst staan. Als Guy en Marc toch op die lijst staan, dan moet Guy die leiden. De partijvoorzitter krijgt altijd voorrang. Dat zijn de geplogenheden.
Ik ben dus niet erg voor de senaatsoplossing die onze reclamespecialist Noël Slangen uitdokterde. A propos, die Slangen moet toch een knappe jongen zijn, hij heeft in het verleden al alle partijen mogen adviseren…
Telkens één keer…
DE CROO: (lacht besmuikt) …Hoe dan ook, met twee op de senaatslijst is geen goeie oplossing. Finaal zullen we een regeling moeten uitwerken waarbij de leden zich kunnen vinden en die Verhofstadt toelaat de tv-debatten te leiden, of tenminste de mensen aan te wijzen die de partij daar moeten vertegenwoordigen. Ik zie Verwilghen nog niet in debat treden met premier Jean-Luc Dehaene of met vice-premier Louis Tobback over tewerkstelling of over sociale zekerheid…
Ook niet over justitie, mag worden gevreesd.
DE CROO: Ik weet dat zo niet. Maar het justitiedebat is eigenlijk al gevoerd, nu eisen andere problemen – sociale zekerheid, werkgelegenheid – onze volle aandacht.
Er is Verwilghen ook voorgesteld om in Brussel-Halle-Vilvoorde op te komen. Dat is het ruimst mogelijke electorale gebied, waar bovendien de nood het hoogst is. Verwilghen geniet heel wat aanzien en krediet bij de Franstaligen. Maar wellicht denkt hij aan de avonturen van Wilfried Martens, die ooit door de CVP naar Brussel werd gehaald. We hebben gezien hoe dat is afgelopen.
Toch meen ik dat Verwilghen als kopman op de VLD-lijst in Brussel-Halle-Vilvoorde efficiënt zou zijn. Al was het maar om het Vlaams Blok en die commissaris Johan Demol op hun latten te geven. Maar hij moeten willen hé.
Een rel als deze kan toch niet uitsluitend een gevolg zijn van een lokale aanrijding tussen Verwilghen en De Gucht?
DE CROO: Verwilghen is een verstandig man, maar hij heeft met dit interview een fout begaan. Zoiets doe je niet. Verhofstadt van zijn kant weet dat Verwilghen voor de VLD een populaire voorloper is. Maar Verwilghen is dan weer niet zinnens om zich, zoals een Philippe Maystadt, te laten over en weer duwen op het grote bord. Maystadt wordt nu door Dehaene naar het vagevuur van de PSC gestuurd. En wij beiden, met de katholieke vorming die ons siert, weten dat je van het vagevuur alleen naar de hemel kan. In het geval van Maystadt is die hemel een Europees commissariaat. Hij krijgt dat mandaat van de CVP, van Dehaene die dan de grote communautaire verzoener – en dus premier – kan blijven. Ik kan begrijpen dat een Verwilghen weigert met zich te laten sollen.
Het heet dat u eigenlijk geen goed oog heeft in de hervormingen van politie en justitie, waaraan de VLD nochtans heeft meegewerkt.
DE CROO: Ik ben nooit overdreven enthousiast geweest over die hervormingsmanoeuvres. Mijn partij heeft het goed gedaan, daar niet van. Maar dit alles past uitstekend voor premier Dehaene. Hoe langer dit alles duurt, hoe beter voor hem. Let op mijn woorden: ze zullen iedereen raadplegen voor die hervormingen, alle vakbonden, alle belangengroepen bij de politie, de rijkswacht, zelfs de magistraten. Allemaal in naam van de democratie. We zijn vertrokken tot Pasen ’99.
Dat manoeuvre moet u, als oude krokodil, toch hebben zien aankomen?
DE CROO: Ik heb daarvoor gewaarschuwd in het partijbureau. Ik zei: “Vrienden, we moeten omwille van het staatsbelang deelnemen aan die besprekingen. Maar let op, want ze gaan ons als een chewing gum uitrekken, tot het uiterste, tot het einde van de legislatuur.” Dehaene heeft ons, en de hele Belgische politiek, geoctopuseerd.
Louter politiek heeft Dehaene een handige zet gedaan. Want er bleef hem nog weinig over om z’n vel te redden. De euro? Die ballon heb ik niet zien stijgen.
Hoort Dehaene dan niet in de galerij van de groten, zoals Marc Verwilghen beweerde?
DE CROO: Hij past alleszins in de galerij van de allerhandigsten – wat in de politiek al heel wat betekent. En je moet het de premier nageven. Hij heeft zich met heel zijn ziel en heel zijn lichaam ingezet voor het gerecht. Justitieminister Tony Van Parys kreeg amper de rol van griffier. De wijze waarop Dehaene zichzelf in de cockpit van die onderhandelingen installeerde, wees erop dat hij begreep welke vitale belangen op het spel stonden – vitaal voor het land, maar ook vitaal voor de CVP en voor hemzelf. Daar tegenover staan wij, een verdeelde VLD.
Vroeger was het van: we willen met die brave liberalen wel praten, maar vertegenwoordigt De Croo wel de hele VLD? Nu klinkt de variant: we willen wel praten met Verhofstadt, maar controleert die wel de hele VLD, want er is nog Verwilghen?
Een indruk die nog eens wordt bevestigd door het interview van Verwilghen. Hoe groot is de schade na die uitschuiver?
DE CROO: Indien het hier om een dérapage non contrôlé gaat, en we kunnen de wagen snel opnieuw uit de gracht takelen, blijft de schade beperkt. Maar het is een waarschuwing.
U moet, met uw ervaring, toch hebben gezien dat er geen valkuil was waar Verwilghen als voorzitter van de commissie-Dutroux niet in trapte?
DE CROO: Ik krijg de indruk dat met heel die toestand rond de Dutroux-commissie de politie, de rijkswacht, in mindere mate de magistratuur, de politiek een fameuze les hebben gespeld. Vanuit de wetenschap: zij – de politici – gaan, wij – politie, rijkswacht, gerecht – wij blijven. Al iets gezien van die sancties?
De media!? Die hebben een groot gezicht op het scherm geplakt, dat van Verwilghen, met daarrond een gewemel van figuranten. In het parlement viel toch niks te beleven. Alles was geblokkeerd met de bijzondere wetten. En het spektakel kostte niks. Koen Wauters, Axelle Red, de Rode Duivels, daar moet je voor betalen. Heel dat spektakel van de Dutroux-commissie, de politici, al die gendarmes, de ouders van verdwenen kinderen – wat een cinéma vérité! Alles gratis! En al die politici zijn daarin gelopen. Ze zijn beginnen zweven. Maar er is niets dat sneller slijt dan het media-effect. De media vergroten het beeld en verkleinen de inhoud. Oudere krokodillen weten dat. ’t Is niet toevallig dat ze van jonge krokodillen sacochen maken.
Rik Van Cauwelaert