Ontvoeringen. Protectie. Hinderlijke getuigen. X-dossiers. “The X-Files” en de queeste naar de waarheid.

Wat zit er verborgen achter alle doofpotaffaires en samenzweringen in “The X-Files”? Wat voert Cancer Man precies in het schild? Wanneer gaan Special Agents Fox Mulder en Dana Scully nu eindelijk in elkaars armen vallen? Okay, The Truth is out there, maar waar is daarbuiten precies?

In de televisiereeks over het paranormale en het buitenaardse worden voortdurend vragen gesteld die telkens met een andere onzekerheid worden beantwoord. De serie graaft diep in de angsten van een wereld waarin niemand of niets te betrouwen is. En waarin alles draait rond de duistere cover-up-operatie van de overheid die moet verhullen dat mensonvriendelijke aliens op een heimelijke manier Amerika aan het veroveren zijn.

De toegewijde fans weten er alles van af, organiseren in het weekend samenkomsten of zitten online weetjes en trivia uit te wisselen. Je moet ze niets leren van hun favoriete show: noch het feit dat Mulder in vijf seizoenen maar één keer seks had, noch de betekenis van het letterwoord FOMAS ( Friends of Mulder en Scully). Deze X-Philes hebben op Internet hun eigen parallelle wereld geschapen met meer dan duizend websites, waaronder een die de geluidsband achterstevoren laat horen om de geheime boodschappen te kunnen ontcijferen.

Elke aficionado weet waarom de productiemaatschappij van Chris Carter, de bedenker van “The X-Files”, TEN THIRTEEN heet; waarom dit uur vaak op horloges in de serie te zien is; waarom het telefoonnummer 555-1013 vaak voorkomt en veel gebeurtenissen zich afspelen op 13 oktober, de geboortedatum van Carter.

Schrijver en executive producer Carter, in de jaren zeventig een verwoede surfer en later ook hoofdredacteur van een tijdschrift over deze oceaansport, begon zijn televisieloopbaan bij onnozele tv-sitcoms. Voor “The X-Files” haalde hij de mosterd uit de series uit zijn kinderjaren: “The Twilight Zone”, “Alfred Hitchcock Presents” maar vooral “Kolchak: The Night Stalker”, een geflopte serie uit de seventies, van ongelijke kwaliteit en dubieuze charme waarin een politiespeurder jacht maakt op zombies en bloedzuigers.

MONSTERS EN MYTHOLOGIE

Aanvankelijk werd slechts een hardnekkige cultaanhang genoteerd, maar in vijf jaar tijd groeide “The X-Files” uit tot een mainstream succes, niet alleen in Amerika maar ook in de rest van de wereld. De serie maakte ook supersterren van de twee hoofdrolspelers: David Duchovny, wiens meest bekende rol tot dan toe de travestiet FBI-agent was in “Twin Peaks”, de cultserie van David Lynch; en Gillian Anderson, die in de serie min of meer debuteerde en ondanks haar niet klassieke schoonheid (volgens de “Baywatch”-norm tenminste) dankzij “The X-Files” uitgroeide tot een Internet-sekssymbool. Na enkele seizoenen was de invloedrijke serie rijp voor een parodie in “Spitting Image”, dat lustig de draak stak met het alsmaar terugkerend beeld van Mulder en Scully die met hun zaklampen lichtbundels werpen op de duistere decors, jarenlang voor de goedkoop gedraaid in Vancouver. Pas voor het zesde seizoen, verhuisde 20th Century FoxTelevision de productie naar Los Angeles (zodat Duchovny dichter bij zijn vrouw kan zijn, de actrice Téa Leoni). En natuurlijk kon een uitvergroting voor debioscoop niet uitblijven. Met “The X-Files: Fight the Future” verschijnt voor de eerste keer een film in de bioscoop, die zich baseert op een feuilleton waarvan de tv-carrière verre van afgelopen is.

Ruw geschetst bestaat de serie, die nu wereldwijd dertig miljoen kijkers trekt in zestig landen, uit twee types afleveringen: monster- en mythologie-episodes. In de monsterepisodes, die een afgerond geheel vormen, draait alles rond een of ander gedrocht. Carter probeert altijd een seizoen met een cliffhanger te besluiten, maar voor hij op het eind van het parcours is aanbeland, permitteert hij zich allerlei zijsprongen en grillige uitweidingen. Zoals twee weken geleden nog “Post-Modern Prometheus”, een half grappige, half ernstige hommage aan de Frankensteinmythe, verteld als een tot leven gewekte comic-strip. Zoals vaker in televisieland worden sommige “vondsten” vaak ingegeven door praktische vereisten. Zo diende Scully in het tweede seizoen een tijdlang uit de serie geschreven te worden omwille van Andersons zwangerschapsverlof – vandaar de subplot van haar ontvoering.

Hoe leuk die geïsoleerde verhalen ook kunnen zijn, de ware fan kickt vooral op de mythologie-episodes: afleveringen die deel uitmaken van een groter geheel, dat Carter nog altijd aan het kneden, bijsturen en transformeren is.

Het totaalbeeld wordt niet meteen duidelijker als je de verschillende afleveringen naast elkaar legt. Soms krijg je zelfs de indruk dat elke nieuwe aflevering in de mythologiereeks de vorige onduidelijk maakt, verwarring schept in de plaats van klaarheid te brengen.

De leek die vreest dat hij de bioscoopversie niet zal begrijpen, hoeft niet te panikeren: zelfs de door de wol geverfde X-Philes zijn soms stomverbaasd over sommige paranormale plotlijnen en weten ook lang niet altijd hoe ze nu al die rare incidenten en personages aan elkaar moeten knopen.

Hierbij daarom, bij wijze van reisroute, een beknopt profiel van de bestrijders en architecten van de samenzwering.

HOERENJONG MET ZWARTE LONGEN

Fox Mulder en Dana Scully zijn de stijlvolle bij voorkeur in donkere overjassen gestoken overheidsagenten die de X-Files onderzoeken, de naam die het FBI geeft aan onverklaarbare en onopgeloste zaken. Het eindbeeld van de pilootaflevering maakt meteen duidelijk wat we ons daarbij allemaal moeten voorstellen: een sinistere ambtenaar stopt de bewijzen voor een alien invasie in een doos, naast duizenden andere van die dozen vol bewijsstukken, opgestapeld in een zwaar beveiligd kelderarchief van het Pentagon.

Mulder is de believer van het duo; Scully de scepticus.

De briljante criminele psycholoog Mulder heeft een goede reden om overal samenzweringen te ontwaren: zijn zusje Samantha werd op achtjarige leeftijd ontvoerd, kennelijk door aliens. Mulder moest lijdzaam toezien, die herinnering is hem blijven kwellen.

Scully daarentegen heeft gerechtsgeneeskunde gestudeerd en gelooft alleen in tastbare bewijzen van de natuurwetenschap. Aanvankelijk was ze belast om de paranoia van haar partner een beetje in toom te houden maar een paar nare ervaringen – close encounters met buitenaardse wezens – hebben haar zekerheden danig ondermijnd. Mulder en Scully zouden voor elkaar door het vuur gaan en vertrouwen niemand.

Echte hulp krijgen ze alleen van The Lone Gunmen, een trio dat een ondergrondse newsletter over samenzweringen publiceert, “Magic Bullet” (verwijzing naar de moord op John F. Kennedy), en ons onversaagd duo helpt bij het omzeilen van de gebruikelijke FBI-kanalen.

Het zijn ook echte mafkezen: Langly met het lange haar, Byers die altijd een net maatpak draagt en Frohike die op Scully geilt. Zodoende zorgen ze ook voor de komische noot in een serie die zichzelf zeer au sérieux neemt. The Lone Gunmen zijn dol op Mulder omdat “his theories are even crazier than ours”.

Assistent directeur van het FBI Walter S.Skinner ( Mitch Pileggi) hoort zeker niet tot de schurken; wanneer hij maar kan, zal hij het hachje redden van zijn belaagd team, maar hij staat vrij machteloos. Hij heeft ook een hartsgrondige hekel aan Cigarette-Smoking Man, of kortweg CSM ( William B.Davis), “that black-lunged son of a bitch”.

Alleen al het feit dat CSM (later ook Cancer Man genoemd) honderd sigaretten per dag rookt, maakt hem in het tabakonvriendelijke Amerika een schurk van formaat. Maar toch houdt hij Mulder en Scully een door de nicotine vergeelde hand boven het hoofd. Waarom die protectie? Deze kettingrokende engerd heeft Mulders ouders gekend. CSM en de inmiddels overleden Bill Mulder waren in de jaren vijftig militaire officieren en werden toen door een duistere inlichtingendienst gerekruteerd. Ze werkten samen aan een top-secretproject: Purity Control (zie verder). CSM had ook iets met Mulders moeder Teena. Niet alleen suggereert hij dat hij de echte vader is van Samantha, de scenaristen spelen ook met het postulaat dat hij misschien de vader is van Mulder – een freudiaanse wending die natuurlijk naar “Star Wars” verwijst, naar de onthulling dat de aartsschurk Darth Vader de vader is van de held Luke Skywalker. CSM is de spreekwoordelijke man achter de schermen en een sleutelfiguur in het samenspannen van overheid en aliens. Hij lijkt ook te werken voor een clandestiene internationale organisatie, machtiger dan eender welke regering, die bekendstaat als Het Syndicaat.

De filmversie voegt een belangrijke figuur toe aan de mythologie, die nooit eerder in de serie aantrad: Conrad Strughold ( Armin Mueller-Stahl). In de Tweede Wereldoorlog was hij een Duits industrieel, nu woont hij in Noord-Afrika. In 1948 kwamen hij en zijn handlanger The Well-Manicured Man ( John Neville) in aanraking met een alien ras dat zinnens was de aarde te koloniseren.

De leiders van het Syndicaat – onder wie vele eugeneticapioniers onder het Hitler-bewind – boden hun hulp aan bij het creëren van een populatie van een hybride levensvorm, half menselijk, half buitenaards. In ruil voor hun bewezen diensten wordt ze een belangrijke rol beloofd in deze nieuwe wereldorde. Het klonen (codenaam Purity Control) bestaat uit het versmelten van buitenaards biomateriaal met eicellen van ontvoerde vrouwen (zoals Scully in de film moet ook Samantha een vroeg kloonmodel geweest zijn).

Natuurlijk vertrouwt het Syndicaat de aliens niet helemaal. Daarom werken ze in het geniep ook aan de ontwikkeling van een vaccin tegen De Zwarte Olie, een virale substantie waar de buitenaardse wezens hun levenskracht aan danken maar die fataal blijkt voor de mens.

HET GAT IN HET NOORDPOOLIJS

De film “The X-Files: Fight the Future” onthult ook dat de aliens de oorspronkelijke bewoners van de aarde waren en dat ze nu hun planeet willen heroveren door de mens tot slaaf te maken – dit is de toekomst waartegen Mulder en Scully moeten vechten. Die toekomst begint in het verre verleden: 35.000 jaar voor Christus. In de proloog van de film “The X-Files” wordt het creatuur geïntroduceerd met het olieachtig zwart bloed, de oer- invader die later de wereld zal besmetten met een populatie van een buitenaardse hybrids.

De rest van de film spint “X-Files”-veteraan Rob Lowman variaties op hetzelfde huiverstramien. En hij doet dit met dezelfde feeling voor onderkoelde designerperfectie als in de ongeveer 25 episodes die hij inblikte. Scully en/of Mulder komen keer op keer een dreigende en gesloten ruimte binnengestapt – een kantoorgebouw waar een tijdbom zal ontploffen, steegjes, kelders, laboratoria, pakhuizen -, worden door iets of iemand bedreigd en weten ternauwernood te ontkomen.

Zelfs nieuwkomer in “The X-Files”-wereld Martin Landau speelt een variatie op de vertrouwde stand-by in de serie: de Deep Throat-achtige informant. En natuurlijk is ook Mark Snow van de partij voor het leveren van de ijle futuristische score.

Het grote verschil met de serie is dat het budget van 63 miljoen dollar meer special effects en spectaculaire decors mogelijk maakte. Zo reizen we van Dallas (waar het opblazen van een overheidsgebouw refereert aan de explosie in Oklahoma City van 1995 maar dan in de stad van de moord op JFK in 1963) over Londen (bolwerk van de oude samenzweerders) en een korenveld in Texas (echo’s naar “North By Northwest”) naar Antarctica.

De ironie is natuurlijk ook dat een van de grote kwaliteiten van de televisiereeks, met name dat elke aflevering op een minifilm geleek, nergens meer op slaat als je er ook écht een bioscoopfilm van maakt. Vandaar de nogal krasse uitspraak van een Amerikaanse recensent dat “The X-Files”-film er straks op video geweldig zal uitzien!

De film werd gelanceerd met de belofte eindelijk de sluier te zullen oplichten van over enkele grote geheimen. Maar wat gebeurt er als een serie gebaseerd op onverklaarbare verschijnselen, zichzelf begint te verklaren? Verhullend beeldgebruik is de essentie van de serie. Het dilemma van de film is dat de toeschouwer verwacht antwoorden te vinden op alle vragen die in de serie rijzen, maar dat Carter daar niet mag op ingaan, zonder de voortzetting van de reeks in het gedrang te brengen. Dat zorgt soms voor absurde toestanden. Zo zou het gat in de vorm van een vliegende schotel in het noordpoolijs toch Mulders beweringen officieel moeten bekrachtigen, terwijl het scenario daar verder niet op ingaat.

Een ander dilemma voor de filmmakers is dat ze een verhaal moesten vertellen dat constant op twee publieken mikt: de trouwe fan en de novice zonder enige voorkennis. Met andere woorden: hoe lok je een nieuw publiek naar de bioscoop zonder de hard core-liefhebbers voor het hoofd te stoten? Voor wie meteen alle cryptische referenties wil snappen, is de laatste aflevering van het vijfde seizoen, “The End”, waar de bioscoopfilm meteen op aansluit, al beschikbaar op video – aflevering die pas over enkele maanden op een Nederlandstalige zender te zien zal zijn.

EEN BIJTJE VERHINDERT DE KUS

“The X-Files” is nu voor Fox een kleine industrie, ofschoon nog altijd niet van het kaliber van “Star Trek”, dat in dertig jaar tijd vier prime time-series heeft opgeleverd, acht speelfilms en meer dan twee miljard dollar in het laadje bracht voor producerende studio Paramount. Het is best mogelijk dat als de eerste bioscoopfilm ook buiten de VS aanslaat, productiemaatschappij 20th Century Fox er een langlopende serie van maakt. Aan sequel-potentieel geen gebrek.

Want volgens observators is de tv-reeks nu toch aan het slabakken ondanks pogingen van Carter om er de pit in te houden door bijvoorbeeld eminente schrijvers aan te trekken die de mythologie van de “X-Files” met hun eigen fantastisch universum kunnen verrijken. Zo schreef koning van de huiver Stephen King de episode “Chinga” over een onschuldig kind verknocht aan een moordlustige pop. En William Gibson, de peetvader van de cyberpunk, schreef “Kill Switch” over een door het Internet geobsedeerde man, episode die volgens een recensent toont wat er was gebeurd indien Bill Gates een verbitterde loser was geworden in de plaats van de Microsoft-gigant.

“The X-Files” is ongetwijfeld slim en spannend tv-voer, maar dat alleen verklaart natuurlijk het fenomeen niet. Wat heeft de queeste van Mulder en Scully te bieden dat in andere series ontbreekt? Lang niet alles is echt nieuw of zelfs maar anders. In een aantal opzichten verkoopt Chris Carter oude wijn in nieuwe vaten. Zo is de nooit geconsumeerde romance tussen Mulder en Scully – een van de plagende ingrediënten van de serie – een beproefde formule in tv-series, ook te vinden in “Moonlighting”, “Lois & Clark: The New Adventures of Superman” en “The Nanny”. Al wordt het principe van de delayed-sexual-gratification hier wel ten top gedreven. De kijker zit smachtend te wachten tot de twee vonken zullen slaan, maar altijd is er iets dat de romantische verbintenis verhindert. In de filmversie lijkt na vijf jaar het verlossende moment dan eindelijk toch gekomen, maar net als Scully en Mulder elkaar gaan kussen, gooit een bijtje roet in het eten.

HUN ECHTE PROOI IS GOD

Wel nieuw en verrassend voor tv is dat “The X-Files” bijzonder duistere en donkere gebieden verkent: samenzweringen die kanker verspreiden, genetische manipulaties die SF-versies zijn van de medische experimenten van de nazi-dokters, de dreiging van nieuwe virale epidemies, allerlei incidenten en kwalen die gevoed zijn door de krantenactualiteit: van het Golfoorlogsyndroom tot de terreuraanslagen van militante extremisten.

“The X-Files” geeft gestalte aan de angsten en fobieën aan de vooravond van een nieuw millennium. Het valt niet te loochenen dat de serie speculeert op de meer morbide appetijt van de kijker. Week na week krijgen we, meestal wel in een vrij speelse toon, allerlei viezigheden opgediend: de menselijke hersens uitzuigende shape shifters met groen bloed, mensen met chips ingeplant, autopsieën waarbij ons geen enkel detail wordt bespaard over afstervende weefsels of uitzettende organen; gezichtsloze buitenaardse rebellen die kennelijk hun zintuigen verminkt hebben om zich te beschermen tegen de Zwarte Olie. Of de gruwelijke inteelt in “Home” wat nog altijd de meest schokkende episode blijft. En ofschoon Glen Morgan en James Wong, de bedenkers van de meest krankzinnige personages (zoals de hibernerende serial killer uit “Squeeze” en “Tooms”), niet langer voor de serie schrijven, slagen de makers er nog altijd in om ons met hun bizarre fantasieën te blijven verbazen, zoals in die aflevering met bloedende bomen.

Terwijl de modale kijker maar blijft huiveren, lijkt dit nooit echt Mulder en Scully’s koude kleren te raken: hun stoïcijns aanvaarden van de wereld als een bizar rariteitenkabinet is samen met het acteren-onder-narcose en het onverstoorbaar debiteren van dialogen vol ondoorgrondelijk wetenschappelijk jargon een handelsmerk van de serie geworden.

Een televisiedrama over een wereldomspannend supercomplot kon natuurlijk alleen gedijen in een Amerika dat geen vertrouwen meer heeft in zijn regering, de media en zelfs niet in de buurman. Lang niet iedereen gelooft in marsmannetjes, maar samenzweringen vallen veel moeilijker te ontkennen. “The X-Files” vertolkt de overal om zich heen grijpende achterdocht in een land dat volledig is ondermijnd door een vertrouwenscrisis. De quasi documentaire stijl van de serie, compleet met door documenten gestaafde waar gebeurde verteltrant en beelden volgestouwd met computerdata, verandert de fictie in een dossier over wat “zij” voor ons verborgen willen houden. Helemaal nieuw is dit overigens ook weer niet: het is de paranoia van post-Vietnam, post-Watergate Amerika in een ongedefinieerd futuristisch jasje. Carter citeert niet toevallig “The Parallax View” – een van de beste conspiratieve thrillers van de jaren zeventig – als een van zijn inspiratiebronnen.

Vergeleken met het meeste tv-voer waarin je krijgt wat je ziet, punt uit, is “The X-Files” een labyrint dat weergalmt als een echokamer, aanzet tot allerhande interpretaties en speculaties. Eén grote rorschachtest, zeg maar, waarin iedereen zijn eigen voorstelling ziet.

Desnoods zelfs een religieuze trip als we de Amerikaanse dokter en schrijver Deepak Chopra mogen geloven. Volgens diens theorie zijn de UFO’s en weerwolven slechts voorwendsels voor een spirituele queeste. Mulder en Scully zijn niet op zoek naar de waarheid maar naar hét Antwoord. Hun echte prooi is God. Vandaar de poster in hun kantoor met het credo “I want to believe”. Vandaar misschien ook Scully’s halsketting met een fijn gouden kruisje.

“The X-Files: Fight the Future” vanaf 14 oktober in de bioscoop. De nieuwe reeks is op zaterdagavond te zien op BBC 1 en op dinsdagavond op Kanaal 2. “Millennium” is op woensdagavond te zien op Kanaal 2. Van beide series zijn alle afleveringen van vorige seizoenen ook op video te koop en te huur.

PATRICK DUYNSLAEGHER

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content