Vorige zaterdag bekrachtigde de partijraad van de VU de beginselverklaring die eerder door het partijbestuur was aangenomen, en verstevigde zo de positie van voorzitter Geert Bourgeois.
Stugweg, zonder ook maar één keer van het uitgestippelde pad af te wijken, dwong de VU-voorzitter zijn partij op één lijn. Moegestreden signeerden zelfs zijn felste tegenstanders afgelopen donderdag de door hem voorgelegde beginselverklaring – een slimme tekst die niet voor verschillende interpretaties vatbaar is. Want geen van de kopstukken in de oppositie tegen Bourgeois waagde zich aan een ultieme confrontatie voor de voltallige partijraad.
En zo werd de felbelaagde voorzitter van de kleinste partij in het parlement in één week tijd plotseling een van de meest gerespecteerde politici in de Wetstraat.
Vreemd genoeg werd Bourgeois tijdens de laatste dagen van zijn conflict met Bert Anciaux en Patrik Vankrunkelsven flink geholpen door de onverwachte demarche van SP-voorzitter Patrick Janssens, die plots de VU’ers uitnodigde om mee te denken over de vernieuwing van zijn partij. Een aanbod dat mensen als Bert Anciaux en Patrik Vankrunkelsven, die aanvankelijk dachten aan een alliantie met de VLD, even van hun stuk bracht. Van die aarzeling heeft Bourgeois, bijgestaan door Hugo Schiltz, handig gebruik kunnen maken. Wellicht heeft Patrick Janssens nooit vermoed welke dienst hij zijn VU-collega bewees.
Geert Bourgeois: Het keerpunt kwam er inderdaad op het partijbestuur van donderdagavond. Men zal van mij niet vernemen wat daar is gebeurd. Een en ander lekte al in de pers, onder meer over de belangrijke rol van Hugo Schiltz tijdens dat gesprek. Schiltz is trouwens altijd erg bekommerd geweest om het voortbestaan van de partij. Vandaar zijn ijver om tot een overeenkomst te komen.
Of het aanbod van Janssens echt een keerpunt betekende, weet ik niet. Wat ik wel weet, is dat de grote zoektocht, die door sommige VU’ers als vitaal voor de partij werd voorgesteld, eigenlijk zeer vaag bleef. Er is nooit publiekelijk gezegd in welke richting werd gezocht. Volgens de enen was samenwerking mogelijk met de VLD, volgens anderen met de SP, met Agalev, en zelfs met het ACW.
Een aantal VU’ers beweerde gecharmeerd te zijn van wat Patrick Janssens voorstelde. Of ze in het SP-project geloven, da’s dan weer wat anders.
Zij die de zoektocht wilden ondernemen, hadden eigenlijk nog geen vastomlijnd project. Ze wisten ook niet welke richting het uit moest. Vandaar de onduidelijkheid, en ook een gebrek aan geloofwaardigheid in de ogen van sommigen.
Volgens de vernieuwers heeft de VU een goed programma, alleen deugt de drager, de partij, niet. Daarom wilden ze dat gedachtegoed onderbrengen in een groter geheel. Als je dan vroeg bij welke van de Vlaamse partijen dat gedachtegoed kon gedijen, bleef het stil. In de huidige politieke constellatie blijkt geen van de partijen een uitkomst te bieden. Met als gevolg dat de hele discussie op de duur zeer surrealistisch werd.
De gebeurtenissen bij de VU hebben alvast voor grote ongerustheid gezorgd bij coalitiepartners SP en VLD. Er werd daar wat afgerekend.
Bourgeois: Ik kan me voorstellen dat op het moment dat Janssens zijn voorstel in De Morgen lanceerde – om het dan wat later alweer te relativeren – vragen rezen binnen de coalitie. Ik denk zelfs dat Janssens wat geschrokken is van de uitwerking van zijn uitspraak. Hij had het over een sociaal-democratisch project, maar vertelde er meteen bij: ik ga niet mikken op mensen uit andere partijen.
Bon, er deed zich een opportuniteit voor – hij zou dus wel gek zijn, mocht hij daarvan niet geprofiteerd hebben.
Waarna u prompt werd opgebeld door VLD-voorzitter Karel De Gucht voor een afspraak?
Bourgeois: ( aarzelend) De voorzitter van de VLD heeft me inderdaad gebeld…
Waarover ging dat gesprek?
Bourgeois: De Gucht wou praten over de meerderheid in het Vlaams parlement. Maar de afspraak kon uiteindelijk niet plaatsvinden omdat ik helemaal in beslag werd genomen door de interne discussie bij de VU. We moeten dus een nieuwe afspraak maken. Hoewel, intussen is zo’n gesprek voor De Gucht wellicht wat minder urgent geworden.
De afgelopen maanden hebt u, vrij discreet, nogal wat vertegenwoordigers van het middenveld opgezocht. Uw voorgangers bij de VU hielden doorgaans een grotere afstand van de zogenaamde belangengroepen.
Bourgeois: Toen ik me als kandidaat-voorzitter aandiende, heb ik uiteengezet wat mijn visie op de toekomst van de partij was. De partij moet niet alleen een politieke factor zijn, maar ook een discussieplatform. Dat is een van de redenen waarom we binnenkort in heel Vlaanderen onze debatten organiseren over de Kleurennota, over economie en ecologie, vrije tijd, arbeid, gezin. Elk van die debatten wordt gevoerd door specialisten en academici die buiten de partij staan.
Om tot dat grote discussieplatform te komen, heb ik niet alleen contacten gelegd met de vertegenwoordigers van het klassieke middenveld zoals Theo Rombouts van het ACW en Kris Peeters van het Unizo, maar ook met Oxfam, met de Bond van Jonge en Grote Gezinnen, met het Vlaams Economisch Verbond, en met tal van onafhankelijke organisaties.
Het ACW zegt: wij zijn een sociale beweging, wij wensen niet te participeren in een politieke herverkaveling, maar wij willen wel dat onze sociale projecten door zoveel mogelijk mensen worden gedragen. Als ik dat hoor, dan voel ik het als mijn opdracht om met die mensen te gaan praten, al was het maar om na te gaan in hoeverre hun projecten te verzoenen zijn met de onze.
Bij elk van die gesprekken merkte ik dat al die organisaties het gedachtegoed van de VU voldoende waardevol achtten om de dialoog met de partij te onderhouden. Ik blijf dus dit soort gesprekken voeren.
Waarom bent u nooit eerder naar buiten gekomen met die contacten en liet u zich afschilderen als een wat verkrampte Vlaams-nationalist?
Bourgeois: Toegegeven, ik heb te lang gezwegen. Tijdens die eerste maanden na de voorzittersverkiezing zijn er een aantal pijnlijke uitspraken geweest aan mijn adres. Ze staan nog altijd op m’n netvlies, de beelden van een aantal VU’ers die voor de tv-camera’s defileerden en die zich afvroegen hoe het nu voort moest met dat maatschappelijk programma van de VU met een voorzitter als Geert Bourgeois.
Men had beter moeten weten. Mijn parlementair mandaat kreeg altijd de voorrang. In deze regeerperiode werden een zestal van mijn wetsvoorstellen over maatschappelijke thema’s goedgekeurd.
Ik ben altijd bijzonder attent geweest voor wat onder de mensen leefde, anders zou ik in Izegem nooit 24 procent van de stemmen hebben behaald. Als het om dit soort openheid gaat, dan denk ik van niemand lessen te moeten krijgen.
Allicht had ik sneller moeten reageren en zeggen waar ik mee bezig was. Maar ik dacht dat de wrevels rond de voorzittersverkiezing gaandeweg zouden wegsmelten. Wat niet is gebeurd. Intussen is het beeld ontstaan van een VU-voorzitter die zich, zoals Vincent van Quickenborne het afgelopen week verwoordde, terugplooit op de traditionele waarden. Tal van partijleden zijn terecht gepikeerd als ze dit soort uitspraken horen.
Heeft ID21 de VU ooit een uitgewerkt maatschappelijk plan voorgelegd?
Bourgeois: Bij mijn weten niet. Zij koesteren het thema van de radicale democratie en vooral een aantal technische aspecten daarvan: de integrale democratie via internet, de informatiemaatschappij. Bovendien wil ID21 veeleer een beweging zijn dan een partij.
Na het partijberaad van afgelopen zaterdag vernam ik dat ID21 zich radicaal democraat en links-liberaal noemt. Maar tegelijk zegt een van hun woordvoerders: aan ons te bewijzen dat we meer zijn dan een vereniging van jointjesrokers. Dat vinden ook de VU’ers: ID21 moet nu eens zeggen waar het voor staat.
Ik hoop dat ze d’r in slagen een welomlijnd profiel uit te tekenen. Maar dat zal niet gemakkelijk blijken. In West-Vlaanderen bijvoorbeeld zie ik in Kortrijk een Vincent Van Quickenborne die zeer liberaal denkt en handelt, terwijl wat verderop in Harelbeke een ander ID-lid Libertus Dejonckere zich profileert als een kajotter die fel dweept met de stichter van de Katholieke Arbeidersjeugd Jozef Cardijn. Ik zie bij die man weinig van het links-liberalisme dat ID21 en Vincent van Quickenborne voorstaan.
Is Bert Anciaux de enige steun en toeverlaat van ID21 binnen de VU?
Bourgeois: Zeker niet. Tal van VU’ers hebben nauwe banden met ID21 en werken daar uitstekend mee samen.
Patrik Vankrunkelsven lijkt toch wat meer afstand te bewaren?
Bourgeois: De houding van Patrik is in de loop van de maanden wat gewijzigd. Hij heeft destijds als VU-voorzitter de constructie met ID21 moeten implementeren. Dat was geen gemakkelijke opdracht. Onder zijn voorzitterschap kwam het alliantiebestuur tot stand. Nu moet er worden gezocht naar een nieuwe formule.
De integratie van ID21 in de VU gaat niet door. ID21 voelt zich te veel bevoogd en wil zich profileren. Anderzijds vinden de VU’ers het niet kwaad dat er wat afstand groeit, wat tot gevolg heeft dat de partij zich politiek en maatschappelijk apart kan opstellen.
In het verleden moesten we al te vaak zoeken naar de grootste gemene deler. Nu moeten we alleen een sokkel optimmeren om de samenwerking tussen VU en ID21 te stutten. En dan is er de strategische opstelling. Er zijn daar afspraken, contracten, en die moeten gerespecteerd worden. ID21 heeft altijd gezegd: ‘Wij zijn geen Vlaams-nationalisten – de VU heeft dat ook nooit geëist – maar vanuit onze radicaal-democratische visie komen we tot de vaststelling dat België geen goed bestuur meer kan opleveren, dus stappen we een eind weegs met de VU.’ Mocht die opstelling wijzigen, dan is er sprake van een probleem.
Op zich is dat al een vreemde lijn voor iemand als Vincent van Quickenborne die destijds werd gesponsord door de belgicistische Coudenberg-groep rond de Brusselse advocaat Jean-Pierre De Bandt?
Bourgeois: Ach, jonge mensen willen wel eens evolueren. Iedereen heeft het recht, zeker als student, om te experimenteren, te zoeken.
Maar als voorbeeld van politieke rekbaarheid is dit toch wel van een olympisch niveau?
Bourgeois: Van de Coudenberg-groep naar de VU is een hele stap. Maar in het alliantiebestuur heb ik altijd vastgesteld – en dat mag ook eens worden gezegd – dat Van Quickenborne altijd heel ver met ons meeging. Maar ik hou van duidelijke afspraken, en dus moeten een aantal sluimerende meningsverschillen eens en voor altijd worden uitgepraat.
Binnen de VU heeft iedereen de beginselverklaring ondertekend. Er is voor niemand een weg terug.
Bourgeois: In de perscommentaren gaat men heel snel voorbij aan het eerste deel van de beginselverklaring dat duidelijk stelt waar de partij voor staat en wat haar maatschappelijk project inhoudt. Hieruit blijkt dat de partij geen gesloten, ouderwetse, traditionalistische, nationalistische club is. Ze was dat trouwens allang niet meer. Het was Hugo Schiltz die van de VU een moderne open partij heeft gemaakt.
De partij heeft altijd opengestaan voor alles wat leeft en beweegt in Vlaanderen, zowel sociaal, economisch, cultureel als academisch.
De VU verzette zich als eerste tegen de politisering, tegen de verzuiling. Wij hebben de mensen duidelijk gemaakt dat ze de vakbond niet nodig hadden om hun pensioen te krijgen, dat zij de burgemeester of de schepen niet nodig hadden om een vergunning te krijgen, dat ze de politiek niet nodig hadden om benoemd te worden. De VU leerde onze mensen rechtop te lopen. Het was daarom des te pijnlijker toen sommigen mij in de verkrampte Vlaams-nationalistische hoek duwden.
Daarom werd het hele VU-project nog eens duidelijk gesteld in mijn beginselverklaring. En de partijraad heeft die met een overweldigende meerderheid onderschreven.
Er wordt verteld dat u er midden vorige week plots de brui aan wilde geven?
Bourgeois: Toch niet. Niemand kan zeggen dat hij zich honderd procent thuis voelt in z’n partij, tenzij hij of zij een eenmanspartij opricht. Maar ik wilde me wel thuis voelen in een project.
Ik hang niet vast aan mijn mandaat. Ik ben een van de weinigen, ook binnen de VU, die dat mogen zeggen. En dat is mijn sterkte. Als ik morgen geen mandaat meer heb, dan kan ik voortleven en mijn gezin geven waar het recht op heeft. Dat geeft mij de nodige vrijheid om te handelen en het partijproject door te voeren.
Rik van Cauwelaert