Rik Van Cauwelaert
Rik Van Cauwelaert Rik Van Cauwelaert is directeur van Knack.

Minister van Leefmilieu Theo Kelchtermans gaf Compobel graag de toestemming om in Ronse een composteringsinstallatie neer te poten. In Aalst kunnen ze er niet om lachen.

Begin 1995 keurde de Vlaamse regering het Uitvoeringsplan GFT- en groenafval goed. GFT staat voor Groenten-, Fruit- en Tuin- (afval). In die tekst, uitgewerkt door de Openbare Afvalstoffenmaatschappij (Ovam), staat het duidelijk. Tot twee keer toe. ?De installaties die in het Masterplan GFT- en groenafval van 1991 waren voorzien dienen verder te worden uitgebouwd en optimaal benut.? En wat verderop : ?De composterings- en vergistingsinrichtingen voor GFT-afval dienen te worden uitgebouwd binnen de bestaande doelstellingen, zijnde de maximale benutting van potentiële verwerkingscapaciteit van de bestaande en reeds voorziene installaties, en in functie van het aanbod aan ander organisch afval.?

Die teksten zijn klaar als een beekje, en bovendien erg belangrijk voor wat volgt. Want in augustus 1996 vroeg het bedrijf Compobel een milieuvergunning voor de inplanting van een composteringsinstallatie in Ronse. Een vraag die zowel door Ovam, op 5 november 1996, als door de Oost-Vlaamse Bestendige Deputatie, op 4 januari 1997, werd afgewezen.

In haar ongunstig advies voor de toekenning van de milieuvergunning aan Compobel verwijst Ovam duidelijk naar het Uitvoeringsplan GFT- en groenafval en naar wat daarin staat over de bestaande installaties die moeten worden ?uitgebouwd? en ?optimaal benut?. Ovam vertelde er voor alle duidelijkheid bij dat ?het Uitvoeringsplan GFT- en groenafval bepaalt dat de benodigde verwerkingscapaciteit voor GFT-afval voor Oost-Vlaanderen (70.000 ton) dient te worden ingevuld door de bouw en uitbreiding van de GFT-composteringsinstallaties van de ILVA (Intercommunale Land Van Aalst) en DDS-IDM (Dendermonde) en dat de bouw van een dergelijke installatie voor de IVLA (Intercommunale Vlaamse Ardennen) niet in de planning is opgenomen.?

Bij Ovam argumenteerden ze terecht : ?De installatie van de ILVA beschikt, buiten de verwerking van het ingezamelde GFT-afval in het eigen werkingsgebied, over een beschikbare capaciteit van circa 20.000 ton. Die restcapaciteit moet volgens het Uitvoeringsplan worden aangewend om selectief ingezameld GFT van de omliggende regio’s (waaronder die van IVLA) te verwerken.?

Ovam ging in haar advies nog verder : ?Door het niet benutten van de beschikbare capaciteit bij de ILVA komt de optimale benutting van die installatie in het gedrang.?

Die argumentatie werd door het Oost-Vlaamse provinciebestuur volkomen onderschreven.

LOKAAL PARTIJPOLITIEK GEWORSTEL

Een argument dat Ovam noch Oost-Vlaanderen aanwendden tegen het Compobel-project, is de vaststelling dat de Vlaamse overheid destijds onder milieuminister Norbert De Batselier (SP) iets meer dan 148 miljoen frank uittrok voor de subsidiëring van de ILVA-installatie die in totaal bijna 600 miljoen frank kostte. Voor de terugbetaling van de lening die de betrokken gemeenten indertijd afsloten, staat de Oost-Vlaamse provincie garant.

Die van IVLA (Vlaamse Ardennen) kwamen evenwel nooit tot een overeenkomst met de ILVA (Land Van Aalst). Het partijpolitieke geworstel onder lokale mandatarissen is daar zeker niet vreemd aan. Officieel heette het dat de composteringsinstallatie van de Vlaamse Maatschappij voor Afvalrecuperatie (Vlar) in Grimbergen een voordeliger prijs aanbiedt. ?Geen wonder,? menen ze in Aalst bij de ILVA te weten. ?Indien de Vlar dat nodig heeft, past de Vlaamse Milieuholding toch bij.? Hoe dan ook, de afvaltransporten vanuit Ronse en Oudenaarde stuiven intussen de ILVA-installatie in Schendelbeke voorbij, in de richting van de nu al verzadigde Brusselse ring.

Maar al deze argumenten, inclusief die van zijn eigen Uitvoeringslan GFT- en groenafval, werden door de Vlaamse milieuminister Theo Kelchtermans (CVP) zonder meer van tafel geveegd. Bladzijdenlang wrong hij zich in allerlei bochten om toch maar die milieuvergunning aan Compobel te kunnen afleveren. De minister nam zelfs de verzekering van Compobel over dat met het project vijf man aan het werk worden gezet.

Opmerkelijk is dan weer de manier waarop de minister er in zijn besluit in slaagt zelfs zijn eigen Uitvoeringsplan aan te wenden om de toewijzing van de milieuvergunning te staven. De minister kan niet ontkennen dat zijn Uitvoeringsplan bestaat en dat daarin wordt voorgehouden dat de al bestaande capaciteit moet worden uitgebouwd en optimaal benut. Hij kan al evenmin ontkennen dat ze bij de ILVA nog een bijkomende capaciteit van 20.000 ton hebben en dat die van Compobel zich richten op een capaciteit van amper 9.000 ton per jaar.

EN NU IN MENSENTAAL

Maar de passage waarin dit alles op een hoop wordt geveegd en waarin Kelchtermans hij de versie van Compobel onderschrijft, verdient integraal te worden geciteerd : ?Overwegende dat de composteringsinstallatie van de ILVA, buiten de verwerking van het ingezamelde GFT-afval in haar eigen verwerkingsgebied, nog beschikt over een beschikbare werkingscapaciteit van circa 20.000 ton ; dat deze restcapaciteit volgens de bepalingen van het Uitvoeringsplan GFT- en groenafval kan worden aangewend om selectief ingezameld GFT van de omliggende regio’s, waaronder de regio van de IVLA, te verwerken, dat dit echter niet als een verplichting kan opgelegd worden…?

En nu in mensentaal. Ja, er is een Uitvoeringsplan, verschenen in het Staatsblad. Ja, de ILVA zit nog met een restcapaciteit van 20.000 ton per jaar. Alleen : ik, minister van Milieu, kan die van IVLA niet verplichten mijn uitvoeringsplan na te leven.

Nochtans beseffen alle betrokkenen dat de minister het Uitvoeringsplan perfect kan opleggen. Gewoon, door de milieuvergunning aan Compobel niet toe te kennen en dus geen composteringsinstallatie in Ronse te laten optrekken.

Toen het ministerieel besluit bekend werd, wisten ze bij de ILVA in Aalst niet meer waar ze het hadden. Er werd meteen alarm geslagen. Eind juli stuurde de ILVA-voorzitter en gewezen minister Marc Galle (SP) een brief naar Kelchtermans om hem op zijn inconsequenties te wijzen. Bij de ILVA wachten ze nog steeds op een antwoord. Tot nog toe kreeg Galle alleen een bericht, zij het opvallend laconiek, van Frank Parent, administrateur-generaal van de Ovam. Parent liet weten dat de kwestieuze vergunning bij ministerieel besluit is verleend. De administrateur-generaal vertrok daarop met vakantie, maar wil begin september over een en ander wel een overleg organiseren met het kabinet en de minister.

Bij de ILVA willen ze zolang niet lijdzaam blijven toezien. Als rechtstreeks benadeelde partij heeft de intercommunale de nodige schikkingen getroffen om de zaak voor de rechtbank aan te vechten. Want, schrijft Marc Galle, ?een dergelijke handelswijze stemt niet overeen met de beginselen van een behoorlijk beleid. Er wordt ook flagrant afgeweken van het door de Vlaamse regering goedgekeurd Uitvoeringsplan.?

BIZARRE EN GENANTE SITUATIES

Volgens ingewijden heeft dit hele avontuur alles te maken met de manier waarop het Vlaamse milieubeleid door een aantal groepen wordt genoyauteerd sommigen gewagen zelfs van een ?milieu-racket?. Wat soms tot hoogst bizarre, om niet te zeggen gênante situaties leidt. Zo vinden we de administrateur-generaal van de Ovam, Frank Parent, plots terug als beheerder van de Vlar. En dat terwijl algemeen directeur van de Vlar, Kamiel Janssens destijds in Trends (april, 1995) met de hand op het hart beweerde dat zijn bedrijf ?gelijk onze tegenstanders een privé-onderneming is, onderworpen aan rendabiliteitscriteria.?

?De meeste opdrachten in de afvalsector lopen via openbare aanbesteding,? zei Janssens destijds. ?Iedereen strijdt dus met gelijke wapens.? In zo’n geval is het een niet-onbelangrijk voordeel als de administrateur-generaal van de Ovam in het bestuur van de milieu-onderneming zetelt en als de algemene directeur, zoals Kamiel Janssens, op het kabinet-Kelchtermans een ferme vinger in de pap heeft.

Nog beter is het een bestuurder te hebben die ooit kabinetschef is geweest van de minister van Leefmilieu. Zo iemand is Johny Cornillie die destijds zijn kabinetscarrière begon bij de voorzitter van de Vlaamse Executieve Gaston Geens (CVP), en daarna verhuisde naar het kabinet van toen ook al leefmilieuminister Theo Kelchtermans, om finaal te eindigen bij minister-president Luc Van den Brande (CVP).

Als kabinetsmedewerker van Kelchtermans werkte Cornillie mee aan de oprichting van onder meer de Vlaamse Milieuholding, de Vlar en Aquafin. Tot hij in 1995 de politiek verliet om de leiding te nemen van de Nederlandse milieugroep Van Gansewinkel. Is Van Gansewinkel toch wel gelinkt met Compobel zeker ! Al getuigt het dan weer van een verregaande vooringenomenheid om te denken dat dit de beslissing van de minister over de composteringsinstallatie van Compobel in Ronse zou hebben beïnvloed.

Rik Van Cauwelaert

Johny Cornillie (uiterst links), hier nog als kabinetschef naast Theo Kelchtermans : inmiddels liepen hun wegen uit elkaar, maar misschien toch niet helemaal.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content