VRAGENOPSTELLER: professor gynaecologie (VUB) HENDRIK CAMMU – STUDENT: eerstejaars master geneeskunde, in het vak GYNAECOLOGIE
10/20
‘De pil en het spiraal werken totaal anders. Het belangrijkste bij de pil is dat ze met hormonen de eisprong verhindert. Het spiraaltje daarentegen – niet het hormoonspiraal maar het gewone, meest gebruikte – zorgt ervoor dat een eventuele zwangerschap zich niet kan nestelen in de baarmoeder. Niet door hormonen, maar door de ontstekingsreactie die het teweegbrengt. Het spiraaltje is een stukje plastiek met koper eromheen dat als geheel binnenin de baarmoeder zit. Dat koper oxideert, en dat geeft die ontstekingsreactie. Geen infectie met virus of bacterie, voor alle duidelijkheid, maar een reactie vergelijkbaar met wat iemand met artritis een rood gewricht geeft. Die ontsteking doet veel witte bloedcellen ontstaan: soldaten, opruimers. Die maken de omgeving onleefbaar en de innesteling onmogelijk. Maar bij een spiraaltje kan er dus, anders dan bij de pil, in principe wel een bevruchting zijn.
Geen ovulatie door de pil. Geen innesteling door het spiraaltje. Dat is de essentie. Als je dat weet, hoef je niet terug te komen in september.
14/20
‘In een normale cyclus van 28 dagen produceren de eierstokken de eerste weken het vrouwelijke hormoon oestrogeen. Dat gaat naar de binnenkant van de baarmoeder, en spreidt er als het ware het bedje op de wand. Oestrogeen legt daar een matras op, opdat een pas bevrucht eitje zich er kan innestelen. In de tweede helft van de cyclus maken de eierstokken dominant progesteron, wat die matras vervolgens ook aantrekkelijk en mals maakt.
Maar wat doet nu de pil? Elke pil, maar dan ook elke pil, bevat per tabletje zowel oestrogeen als progesteron – in kunstmatige variant. Elke dag werken die twee elkaar systematisch tegen. Ze verstoren het natuurlijke hormonenspel, met als eerste en belangrijkste resultaat: geen eisprong. De natuurlijke hormonen die de eierstok normaal produceert, zijn er nu niet, want de pil legt de activiteit van de eierstok lam.
Wat je, bovenop die uitleg, moet vermelden om een twaalf te verdienen, is een ander gevolg van die elkaar tegenwerkende hormonen: het bedje wordt niet gespreid. Zelfs al zou er een eisprong zijn, dan is de binnenkant van de baarmoeder – de matras – te dun, ontoegankelijk, te slecht om een nieuwe zwangerschap te ontvangen.
Voor een veertien vervolgens, wil ik over het spiraaltje ook horen wat de eerder genoemde ontstekingsreactie met de spermatozoa doet. Om de eicel te kunnen bevruchten, moeten ze tot bij de eileider raken. Daarvoor moeten ze door de baarmoeder. Maar als ze daar passeren bij een vrouw met een spiraaltje, sneuvelen ze bij bosjes. Want de soldaten, die er gekomen zijn door de ontstekingsreactie, hakken die zaadcellen in de pan.’
20/20
‘De derde en laatste werking van het spiraaltje, houdt opnieuw verband met die ontstekingsreactie. Stel dat er toch zaadcellen zijn doorgekomen tot in de eileider, met een bevrucht eitje als gevolg, dan moet die jonge, bevruchte eicel langs de weg die de zaadcel net heeft afgelegd naar beneden, de baarmoeder in. Zich daar innestelen gaat niet, zei ik al. Maar er is meer. Want de toxiciteit die daar zaadcellen vernietigt, doodt ook een bevruchte eicel als die er zou komen.
Als je dat allemaal weet, heb je achttien op twintig. Wil je het maximum halen, dan moet ik tot slot ook horen wat de pil met de slijmproductie doet. Halverwege de cyclus maakt de baarmoederhals – de overgang tussen schede en baarmoeder – door de oestrogenen normaal veel slijm aan. Dat slijm, dat overigens tot witverlies leidt in die periode, helpt zaadcellen naar boven klimmen, als op een touwladder van draden. Maar de pil – de dagelijkse dosis van de combinatie oestrogeen/progesteron – stremt de slijmproductie. Het beetje slijm dat er maar is, is bovendien slecht van kwaliteit. Vergelijk het met neuskeutels: dat slijm is stug, niet rekbaar, waardoor de zaadcellen veel moeilijker binnen raken.
Wil je de maximumscore, dan moet ik over de pil dus horen dat die ten eerste de ovulatie remt, ten tweede de binnenkant van de baarmoeder ongeschikt maakt om een zwangerschap te accepteren, en ten derde de slijmproductie verslechtert. En voor het spiraaltje: dat het de innesteling bemoeilijkt door de ontstekingsreactie. En dat het toxisch is voor zaadcellen én voor een toevallig toch bevruchte eicel.’
De anekdote
‘Mijn vak heeft de reputatie niet moeilijk te zijn. Geen verrassingen, alleen vragen uit de cursus. Het gebeurt gelukkig niet vaak, maar soms antwoorden studenten uitgestreken met één woord: ja of nee, zonder uitleg. Dat houd je toch niet voor mogelijk? Tijdens mijn eerste college zeg ik altijd: “Uit respect wil ik dat niemand buist.” Ik draai voor hen mijn nikkel af, week na week, dus moeten zij mijn cursus leren, vind ik. En ze dóén dat. Ze zitten in hun vierde jaar, ze kennen het klappen van de zweep.
Enkele jaren geleden leverde een student zijn schriftelijk examen al na een halfuur in. “Ik moet dringend mijn vliegtuig halen,” zei hij, “want ik vertrek zo meteen op surfvakantie.”
Hij was geslaagd.’
Jan Jagers
‘Geen ovulatie door de pil. Geen innesteling door het spiraaltje. Als je dat weet, hoef je niet terug te komen in september.’