Met een zekere regelmaat maakt een politicus zich zorgen over de vos. ’t Is weer zover.
Vlaams parlementslid Marino Keulen (VLD) is ongerust: de Truiense schepen van Landbouw en Fruitteelt meldde hem dat Zuidwest-Limburg sinds enkele maanden door een ‘heuse vossenplaag’ geteisterd wordt. In de regio rond Sint-Truiden gaat het zelfs zover dat ‘particulieren geen kleinvee (kippen en konijnen) meer houden of dat jagers geen wild (fazanten en hazen) meer uitzetten omdat ze de spreekwoordelijke vogel voor de kat zijn’.
Om daar iets aan te doen, richtte de geachte vertegenwoordiger van het volk zich op 18 juni tot Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw Vera Dua (Agalev). In een beleefde brief vroeg hij of er al onderzoek naar de vos in Vlaanderen was gebeurd, en of er geen omheiningssubsidie kon worden uitgetrokken voor de ‘getroffen kleinveehouders’. Hij wilde ook weten of er een vergelijkbare subsidieregeling bestond voor andere schadelijke dieren, zoals de das – Keulen woont zelf in een straat die Dassenpad heet.
In zijn brief aan de minister blijft de vos nog wel een ‘geduchte rover’, maar is volledig uitroeien ‘niet meer van deze tijd’. En dat bepaalde wetenschappelijk-ecologische ideeën ondertussen ook tot de politiek zijn doorgedrongen, bewijst zijn stelling dat het bejagen van de vos geen oplossing is, omdat de gedode dieren in geen tijd door nieuwe inwijkelingen vervangen worden.
Keulen gaat zelfs zover te stellen dat ‘samengevat de verhoogde toename van het aantal vossen in Vlaanderen voor onze natuur een verheugend feit is’. Als de vos de passie preekt…
Op 25 juli kreeg de Limburger een antwoord van minister Dua, dat hem ‘zeer ontgoochelde’. Ineens was hij minder beleefd: ‘Klaarblijkelijk is voor Dua de symboolwaarde van de vos belangrijker dan de reële noden van de mensen (gedode kippen en konijnen) en de uitdunning van het wildbestand.’ Dat laatste zijn dus blijkbaar de door jagers uitgezette hazen en fazanten.
Een echte haas zal zich niet gemakkelijk door een vos laten vangen. En als vossen effectief lelijk huis zouden houden in uitgezette fazantenpopulaties is dat eigenlijk een goede zaak. Ook het uitzetten van fazanten is niet meer van deze tijd. De jagers verzetten zich nochtans hardnekkig tegen het verbieden van deze praktijk, hoewel ze zich graag als de ultieme beheerders van de natuur presenteren, en de VLD volgde hen in hun verzuchtingen. Dua zou eindelijk uitvoeringsbesluiten voor het bannen van fazantenuitzettingen in de maak hebben, die ‘binnen enkele weken’ klaar zouden zijn.
OP PAD IN BRUSSEL
Dat kippenhouders niet tevreden zijn met de passage van een vos door hun ren is evident. Ook iedereen die vindt dat natuur kan, zolang ze de mens maar niet voor de voeten loopt, zal weinig enthousiast zijn over de opmars van de vos. Aan de andere kant zijn talloze mensen dagenlang verrukt als ze een vos hebben gezien. Zelfs in hartje Brussel lopen de diertjes tegenwoordig over tuinmuren om hun kostje bijeen te scharrelen. De vos heeft Vlaanderen veroverd. Tot in het West-Vlaamse Tielt worden vossennesten gevonden.
Minister Dua vatte in haar antwoord aan Keulen ruwweg de resultaten van het vossenonderzoek samen dat wordt uitgevoerd door het Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer (IBW). Daaruit blijkt dat er in de beste vossengebieden in Vlaanderen tien succesvolle vossennesten per honderd vierkante kilometer liggen. In het najaar – met op jaarbasis het grootste aantal vossen – loopt er gemiddeld één vos rond per vierkante kilometer Vlaams landschap. Het onderzoek begon in 1997, maar de dichtheid van de vos lijkt in de onderzochte gebieden al te zijn gestabiliseerd.
Een vos per vierkante kilometer lijkt veel, maar naar vossennormen is het bescheiden. In Nederland leven er in de lente – de periode met het kleinste aantal vossen – tot negen dieren per vierkante kilometer. Het is natuurlijk wel mogelijk dat er in Vlaanderen meer conflicten tussen mens en vos zijn dan in Nederland: door de lint- en landelijke bebouwing staan er bij ons bijna overal huizen.
En nee, Dua is niet bereid om subsidies voor omheiningen te geven. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van elke burger om zijn eigendommen degelijk af te schermen. Overigens kunnen bestaande omheiningen blijkbaar zonder veel kosten worden aangepast zodat ze een goede bescherming tegen vossen bieden. Voor dassen wordt er heel uitzonderlijk een schaderegeling met boeren getroffen.
Dirk Draulans