De vlerk van Brugge

© BENOÎT VAN INNIS, 'ROGGEVLERK', ONTWERP, FOTO: HUGO MAERTENS.
Jan Braet
Jan Braet Jan Braet is redacteur cultuur bij Knack.

De nieuwe vlaggen in Brugges handelsstraten zijn van Benoît van Innis.

Bisschoppen, misdienaars en priesters mogen weer meelopen in de Heilig Bloedprocessie op Hemelvaartsdag. Vorig jaar waren zij uit de processie geweerd, uit vrees dat ze door de menigte zouden worden uitgejouwd in de nasleep van het veelbesproken zedenschandaal. Is de volkswoede dan tot bedaren gekomen? Wie straks op Brugges Schoonste Dag in de belangrijkste handelsstraten – Steenstraat, Noordzandstraat, Zuidzandstraat en Geldmuntstraat – enkele meters boven de processiegangers heen kijkt, zal alvast de lust tot jouwen vergaan. Zijn oog zal verrukt en gezuiverd zijn door de aanblik van Brugges dierbaarste iconen. Ze prijken in adorabele kleuren op twintig grote nieuwe vlaggen die de hele breedte van de straat overspannen. Ze vervangen de oude van Roger Raveel, die tot op de draad versleten waren, hoewel ze amper tien jaar geleden zelf in de plaats kwamen van de verlepte historische vlaggen van de stad.

De nieuwe zijn ontworpen door Benoît van Innis, die plaatselijke gemeenplaatsen als reien, kasseien, kant en toeristen zo abstraheert dat we ze als wonderlijke verschijningen bekijken, (hé, een kassei! ho een vers gebakken friet!), ontdaan van hun ballast van rimpelige clichés. Het geva-rieerde, rijke coloriet op Benoîts ontwerptekeningen (tentoongesteld in het Arentshuis) is zonder verlies door de vlaggenmakers op stof overgebracht. De tekenaar en schilder, geboren in Brugge, heeft niet alleen zijn palet maar ook zijn taal tot volle rijpheid gebracht. Zijn passionele verhouding met het zuiders klare modernisme van Cézanne en Matisse blijft zonneklaar. Gaandeweg ontwikkelde hij ook een roosterpatroon waarop parallelle, elkaar kruisende strepen of kleurlichaampjes hele lichte beelden opleveren, met een delicaat uitgebalanceerde ritmiek. De blauwwitte vlag van de reitjes, zijn lievelingsvlag, of de aan de chaos ontrukte structuur in de vlag van de Brugse kant, zijn eminente voorbeelden.

Er is een heviger kant aan Benoît, die in het vlees kan snijden. Zijn chocoladevlag, een fondantkleurige brei op groen veld, is een kaakslag voor de industrie. En niet voor niets noemt hij ook Courbet en Soutine tot zijn lievelingsschilders, wanneer hij – ter herinnering aan wat hij als kind op de vismarkt zag – de vlerken van de rog, die vreemde vis, ‘spookachtig en teder’, al schilderend in stukken rijt. Er zit bloedkleur op de Roggevlerk, zoals op het vaandel Schild en Vriend, in beide gevallen verzacht door een warm Benoîtgeel. Alomtegenwoordig geel, dat ook voor reliëf zorgt in de verschillende lettervlaggen (Bruges-la morte, Cercle en Club Brugge, Jacques Brel). En de kasseien, hij kon niet anders dan ze plomp de ene naast de andere te schilderen, als moest hij ze zelf leggen.

Jan Braet

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content