De toestand van de Vlaamse Beweging is bedroevend, vindt uitgever Karl Drabbe. Over zijn turbulente vertrek bij Pelckmans mag hij niet praten, maar over de Vlaamse zaak weigert hij te zwijgen. ‘Iedereen die kan lezen en schrijven, zit bij de N-VA, en op communautair vlak doet die niets.’

Ja, 2015 was een heftig jaar voor Karl Drabbe. Samen met Thom Pelckmans had hij in de lente Harold Polis aangetrokken om onder de paraplu van uitgeverij Pelckmans een prestigefonds op te richten: Uitgeverij Polis. Lang duurde de samenwerking niet, tijdens de zomermaanden werd Drabbe ontslagen.

Pelckmans weet de beslissing aan het functioneren van zijn werknemer. Maar het gerucht dat Drabbe buiten de deur zou zijn gezet wegens imagoschade voor het bedrijf, was hardnekkig. Behalve uitgever is Karl Drabbe sinds jaren actief in de Vlaamse Beweging. Zijn bijdragen aan de Vlaams-nationalistische en conservatieve opiniesite Doorbraak gaven hem een felgekleurd profiel dat mogelijk op de uitgeverij afstraalde.

Enkele dagen geleden ging Drabbe weer aan de slag als non-fictie-uitgever. Niet bij Pelckmans, maar bij Vrijdag, de uitgeverij van Rudy Vanschoonbeek. Vandaag mag Drabbe contractueel niet praten over de affaire. En mochten we hem toch hebben kunnen verleiden tot een uitspraak over zijn ex-werkgever, dan zou zijn advocaat ze eruit halen.

KARL DRABBE: Ik heb die bladzijde omgeslagen. Soms is het nodig om een streep te trekken onder het verleden, en eens goed rond te kijken om te zien waar je naartoe wilt. Dat heb ik de voorbije vier maanden gedaan. Ik ben heel blij dat Rudy Vanschoonbeek en ik elkaar zo snel hebben gevonden.

Uitgeverij Vrijdag geeft weinig non-fictie uit. Gaat u proberen uw oude fonds weer op te bouwen?

DRABBE: Dat klopt niet helemaal: Vrijdag gaf al boeken van Ivan De Vadder en Kris Peeters (CD&V) uit. Verscheidene auteurs zullen mij natuurlijk volgen naar Vrijdag. Als N-VA-voorzitter Bart De Wever en CD&V-voorzitter Wouter Beke nog een idee voor een boek hebben, zullen wij eerst samen rond de tafel zitten.

Mag u van Vrijdag zeggen en schrijven wat u wilt?

DRABBE: Ja. Daar zijn duidelijke afspraken over gemaakt. Het kan de uitgeverij alleen maar meer zichtbaarheid geven in Vlaanderen, en het is ook complementair aan wat ik doe. Iemand die non-fictie uitgeeft, hoeft dat niet als een geslachtloos wezen te doen.

Het laatste boek dat onder uw begeleiding bij Pelckmans had moeten verschijnen, was Waarover men niet spreekt van islamcriticus Wim van Rooy. Pelckmans besloot het niet uit te geven, uiteindelijk verscheen het bij de kleine Nederlandse uitgeverij De Blauwe Tijger. Bent u blij dat het er alsnog ligt?

DRABBE: Natuurlijk. Van Rooy wilde het maatschappelijke debat voeden. Dat is wat auteurs moeten doen, en op zijn manier is het hem ook gelukt. Waarover men niet spreekt is trouwens een bestseller: hij zit aan zijn vierde druk en er zijn bijna 7000 exemplaren van verkocht.

Ik ben het niet eens met de stellingen van Van Rooy. In zijn ogen bestaat er geen verlichte islam. Ik zie dat wel degelijk bij mijn moslimvrienden: zij belijden hun geloof allemaal binnen de Vlaamse realiteit. Dat neemt niet weg dat een letterlijke interpretatie van de Koran helemaal haaks staat op onze verlichtingswaarden. In Bloedboek toont Dimitri Verhulst trouwens aan dat de Bijbel daarin niet anders is.

Denkt u eraan om een pamflet van uzelf uit te geven?

DRABBE: Ik zie mezelf niet meteen een ideologisch traktaat schrijven. Ik zou wel graag biografieën schrijven.

Van wie, zoal?

DRABBE: Ik zou het leven van Lode Claes graag uitwerken in een boek – ik heb hem op het eind van zijn leven goed gekend en vaak gesproken. Eind de jaren zeventig stapte hij uit de Volksunie, om samen met Karel Dillen een kartel te vormen. Toen heeft hij de Vlaamse Volkspartij opgericht, maar die was geen lang leven beschoren. Eigenlijk moest Claes in 1991 een van de oprichters van de VLD van Guy Verhofstadt worden, maar dat is niet doorgegaan. Claes vond dat de Vlamingen de macht van het getal moesten inzetten. Daar zag hij meer in dan in oeverloze discussies.

Is het vandaag opwindend of net frustrerend om Vlaams-nationalist te zijn?

DRABBE: De Vlaamse Beweging is er heel slecht aan toe. Wie kan lezen en schrijven, zit bij de N-VA. En om strategische redenen heeft die partij haar eigen communautaire programma naast zich neergelegd. Dat was begrijpelijk: anders was ze nooit in een regering geraakt, en ze wilde ook geen verrottingsstrategie toepassen door voor de oppositie te kiezen. In dat geval waren de traditionele partijen verder gegaan met Di Rupo II, en waren we er nog slechter aan toe dan vandaag. Er is momenteel ook geen echte communautaire urgentie. Een staatshervorming is minder dwingend. Hoewel: het gekibbel over het klimaatakkoord toont aan dat die bevoegdheden beter naar de autonome gemeenschapen gaan dan overal verspreid te blijven zitten.

Lokt minister-president Geert Bourgeois (N-VA) niet met opzet zo’n conflict uit om precies dat in de verf te zetten?

DRABBE: Ik denk het niet.Geert Bourgeois is een van de meest integere politici in Vlaanderen. Het minister-presidentschap is het hoogtepunt van zijn politieke carrière, tenzij hij de onafhankelijkheid van Vlaanderen zou uitroepen en zichzelf tot president zou kronen. Maar dat is sciencefiction.

Ik grinnik ook weleens als België in de internationale pers als een failed state wordt afgeschilderd, maar echt leedvermaak beleef ik daar niet aan. Het heeft geen zin om naar aanleiding van terreurdreiging te roepen dat het land ontmanteld moet worden. Er moet in de eerste plaats degelijk beleid worden gevoerd. Aan de andere kant hoor ik nu helaas pleidooien om veiligheidsbevoegdheden weer federaal te maken. Dat moet de N-VA natuurlijk zien tegen te houden.

Hebt u er vertrouwen in dat de N-VA blijft inzetten op haar communautaire programma en geen nieuwe machtspartij zonder grote ambities wordt?

DRABBE: Voorlopig wel. Politiek is voor Bart De Wever veel meer dan – zoals Herman De Croo (Open VLD) het ooit samenvatte – geld, macht en korte rokjes. De Wever beseft dat hij een afspraak met de geschiedenis heeft. Op voorhand hebben N-VA’ers mij gevraagd wat ik ervan vond dat ze genoegen zouden nemen met een sociaaleconomische regering. Mijn antwoord was: dat kunnen jullie alleen als De Wever het verdedigt op een congres. Zolang hij de touwtjes in handen heeft, kan hij de partij plooien zoals hij maar wil.

Is de figuur van Bart De Wever ook zo belangrijk voor u?

DRABBE: Ja. Ik ken hem al meer dan twintig jaar. Ik leerde hem kennen tijdens mijn universiteitsjaren in Leuven: hij was lid van het KVHV, en ik cirkelde daar als atheïstische maar toch Vlaamsgezinde student rond. Vandaag wonen we op 250 meter van elkaar in Deurne, en we spreken elkaar af en toe. Je merkt ook dat sommigen van zijn generaals minder oog hebben voor het communautaire. Johan Van Overtveldt en Zuhal Demir zijn in de eerste plaats meer met economische hervormingen bezig.

Wanneer komt het moment dat nationalisten teleurgesteld zullen zijn in de N-VA?

DRABBE: Als in een volgende regering met de N-VA de communautaire thema’s weer worden opzijgeschoven en er geen homogenere bevoegdheidspakketten komen, zal ik teleurgesteld zijn. Er zijn genoeg knopen die moeten worden ontward. Om opnieuw het klimaatakkoord als voorbeeld te nemen: Wallonië heeft meer zuivere lucht dan wij. Ik heb er geen enkel probleem mee om dat bij hen aan te kopen, zoals we dat ook in Rusland doen. Dat is een kwestie van betaalde solidariteit. Alleen zou ik het dan graag ook hebben over die andere solidariteitsstromen in de sociale zekerheid. Daarvan weten we nog altijd niet hoe ze exact lopen en bij wie ze terechtkomen. In eender welke andere transparante democratie is dat ondenkbaar.

Kunnen de transfers weer een populair thema worden voor de Vlaamse Beweging?

DRABBE: Daar vallen zeker nog zieltjes mee te winnen. Ik heb niet per se iets tegen solidariteit, die is er binnen Vlaanderen ook. Maar ze moet op z’n minst helder zijn, en we moeten ook eens kijken of we er onszelf niet tekort mee doen. In Antwerpen neemt de kinderarmoede ook ontzettend toe.

Ook uw goede vriend Peter De Roover, erevoorzitter van de Vlaamse Volksbeweging en nu N-VA-Kamerlid, zwijgt nu over communautaire onderwerpen. Is hij een opportunist?

DRABBE: Elk zoogdier is een opportunist. (lacht)

Wist hij dat hij zou moeten zwijgen over de thema’s waarmee hij bekend werd toen hij zich bij de N-VA aansloot?

DRABBE: Die vraag heb ik hem nooit gesteld. We hebben het natuurlijk wel uitgebreid gehad over zijn overstap. De reden waarom hij de politiek is ingegaan kon hij maar moeilijk hard maken. Het ene argument na het andere dat hij me gaf, kon ik met zijn eigen woorden weerleggen want het was niet de eerste keer dat hij gevraagd werd voor de partijpolitiek. Als opiniemaker had hij veel meer invloed: hij was een van de laatste Vlaams-nationalisten die buiten de N-VA om toegang hadden tot de media en eloquent een punt konden maken. Nu houdt hij zich bezig met de pensioenen en zelfs met de Armeense genocide. Niet bepaald zijn corebusiness, denk ik dan. Met zijn verkiezing als parlementslid is een kritische stem buiten de N-VA geëlimineerd.

Was dat de reden waarom de partij hem heeft gevraagd?

DRABBE: Ik denk het wel. Dat was een hele ontgoocheling voor mij. Hetzelfde geldt voor Hendrik Vuye (professor staatsrecht aan de Universiteit van Namen, nvdr.). Al voelt hij zich als fractieleider met zijn juridische achtergrond als een vis in het water.

Weet u wat het probleem is van de N-VA? Er is geen enkel tendensrecht binnen die partij. De parlementsleden mogen er geen andere mening dan die van de partij opna houden. Ik begrijp dat in een jonge en groeiende partij de top de teugels strak in handen probeert te houden, niemand wil terug naar de laatste jaren van de Volksunie. Maar nu heb je geen enkele vleugel of strekking. Alleen iemand als Zuhal Demir kleurt af en toe wat buiten de lijntjes, en bij de jongeren is er ook iets of wat discussie tussen een groep van conservatieve liberalen en meer progressieve volksnationalisten. Verder is er geen debat.

N-VA’ers horen ook te zeggen dat ze alleen bevoegdheden willen splitsen omdat de staat daardoor efficiënter werkt. Belijdt u nog altijd de romantiek van de Vlaamse strijd?

DRABBE: Ik vrees dat ik u moet teleurstellen. Ik word ook niet warm van het zingen van de Vlaamse Leeuw. De rationalisering van het Vlaamse discours is aangekondigd op een congres van de Vlaamse Volksbeweging in 1991. Peter De Roover en Jan Jambon waren toen de twee voormannen. Ze maakten een objectieve analyse van de Belgische staatsstructuren en kwamen tot de conclusie dat een volledige splitsing van de bevoegdheden het land beter zou doen functioneren. Anders zijn de taken nooit goed verdeeld, of werkt iedereen elkaar tegen. Ze hebben de romantische gewaden niet zozeer afgelegd om meer volk aan te trekken, maar het bleek wel eenvoudiger om daarna mensen te overtuigen. Precies vanwege de redenering die zij toen maakten, ben ik een jaar later lid geworden. Ik wil graag tekenen voor een onafhankelijk Vlaanderen, maar ik zal er mijn bloed niet voor geven.

De Vlaamse Volksbeweging heeft ondertussen zowat al haar betekenis verloren.

DRABBE: Dat klopt helaas. In 2006 heb ik naar aanleiding van haar vijftigjarige bestaan een boek uitgegeven. Als uitgever mocht ik speechen bij de boekvoorstelling. Daar heb ik opgeroepen om eindelijk werk te maken van een stappenplan voor de Vlaamse onafhankelijkheid. Er moet worden nagedacht over hoe het land wordt gesplitst, maar ook over hoe Vlaanderen daarna moet worden bestuurd. We zijn volgend jaar een decennium verder, en dat plan is er nog altijd niet. Remi Vermeiren (ex-topman KBC en voorzitter van de Vlaamse denkgroep In de Warande, nvdr.) heeft vorig jaar in België, een onmogelijke opdracht een aanzet gegeven. Verder is er niets. Over de vraag wat we precies met Vlaanderen willen, wordt zelfs niet nagedacht. Filosoof Ludo Abicht heeft mij in een Brussels café ooit gezegd: ‘Het wordt tijd dat Vlaanderen onafhankelijk is. Dan kunnen we eindelijk met elkaar van mening verschillen.’ Dat is tekenend voor de ziekelijke verlamming van de Vlaamse Beweging. Er wordt enkel en alleen over de onafhankelijkheid gesproken. Dat is niet logisch. Waarom is de Schotse SNP populair? Niet alleen omdat die partij voor onafhankelijkheid pleit. Ze verbindt daar ook een verhaal aan over duurzame energie, ontwapening en sociale uitgaven.

De N-VA heeft ook een rechts en liberaal verhaal gemaakt van haar communautaire agenda.

DRABBE: Maar ze doet er nu niets communautairs mee. Is de N-VA zo groot geworden omdat ze zwijgt over haar communautaire agenda, of zwijgt ze omdat ze zo groot is geworden? Ik weet het niet.

Hebt u al nagedacht over een stappenplan? U hebt ook tien jaar de tijd gehad.

DRABBE: Ik ben altijd een aanhanger geweest van het idee van Kris Peeters om een dialoog van gemeenschap tot gemeenschap te organiseren. Helaas hoor ik hem daar niet meer over. Maar ik heb er verder niet veel over nagedacht, ik had mijn handen vol als uitgever.

Moeten jullie eerst de Vlamingen niet zien te overtuigen van de onafhankelijkheid? Het interesseert nog altijd maar weinig mensen.

DRABBE: De Vlaamse Beweging is daar vandaag absoluut niet toe in staat. Als de grootste nationalistische partij de federale regering leidt, is het ook moeilijk om enthousiasme op te wekken, zoals je dat wel in Catalonië ziet. Maar misschien zijn we daar ook te rijk voor, en we missen de jonge, republikeinse traditie die daar het vuur aanjaagt.

Bent u teleurgesteld in het Vlaamse volk?

DRABBE: Ik citeer graag Hugo Schiltz: ‘Het is mijn volk, ik heb er geen ander.’

Een referendum over een splitsing zou slecht uitpakken voor de Vlaamse Beweging, niet?

DRABBE: Ik ben daar niet bang van. Zelfs als het een flagrante nederlaag zou worden, zou er wel een ernstig debat aan voorafgaan, waarbij iedereen moet nadenken over wat hij wil met dit land. En dan zijn we ook voor tien jaar van de discussie over dat referendum verlost. (lacht)

DOOR PETER CASTEELS, FOTO’S SASKIA VANDERSTICHELE

‘Zolang Bart De Wever de touwtjes in handen heeft, kan hij de N-VA plooien zoals hij maar wil. Er is geen tegenspraak.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content