Enkele van de speurdiensten die verondersteld worden om korruptie en fraude te bestrijden, hebben deze dagen vooral last met zichzelf en met hun eigen hiërarchie.

NIEMANDBETWIST NOG dat korruptie, grootscheepse fraude en misdaadorganizaties zowel het politiek als sociaal-ekonomisch weefsel van vele landen aanvreten. Over de omvang van de schade kan diskussie bestaan, al zijn er voldoende aanwijzingen dat ook in België het alarmpeil is bereikt. Wie daar jarenlang voor waarschuwde, kreeg vaak te horen dat hij zich blind staarde op uitzonderingen. Intussen werd echter bewezen dat het wegnemen van de spreekwoordelijke rotte appels maar weinig helpt. Want, zoals een Nederlands professor al eerder in Knack opmerkte, wordt de vraag ontweken ?waarom toch steeds de appels, die op een bepaalde plek liggen, rot worden en de rot-makende plekken niet worden aangepakt.” De ambtenaren-werkgroep, die de vorige rooms-rode regering in 1994 opstartte om, onder auspiciën van premier Jean-Luc Dehaene (CVP), een strategie tegen de korruptie te ontwikkelen, is al even diskreet ontbonden als hij in de steigers gezet werd. Toch zag het jongste regeerakkoord dit tema niet helemaal over het hoofd. Vandaar de wetsvoorstellen om korruptie strafrechtelijk harder (ook in de privé-sektor) aan te pakken en het Hoog Komitee van Toezicht (HKT) te reorganizeren. Sinds vorige zomer ressorteert dit niet langer onder de premier maar onder de minister van Ambtenarenzaken en sinds 1 januari 1996 is het komitee zelfs effektief overgeheveld naar het ministerie van Ambtenarenzaken.

Precies deze heroriëntering en het aanhoudend geruzie aan de top van het Hoog Komitee van Toezicht tastten het gezag en de slagkracht ervan aan, al noemt het zich nog graag ?het hoogste gespecializeerde toezichtsorgaan en de gespecializeerde beteugelende politiedienst.”

Hoe dan ook werden de regeringspartijen nog herhaalde keren opgeschrikt door het speurwerk van enkele van de honderd enquêteurs van het Hoog Komitee. Zo keken de socialisten verrast op bij bepaalde huiszoekingen in het Agusta-onderzoek en in dat naar de malversaties van het Universitair Instituut voor Opiniepeilingen ( Uniop) van de Université Libre de Bruxelles. De kristen-demokraten moesten op hun beurt even slikken toen enkele speurders de al te dure rattenverdelgingskontrakten voor rekening van Openbare Werken doorlichtten of toen zij geldstromen van de Kempense Steenkolen naar Super Club blootlegden. Om maar enkele onderzoeken te noemen, waarvan de strafrechtelijke afhandeling trouwens niet altijd even duidelijk is.

De bewering dat de regering de aktiviteiten van het Hoog Komitee precies omwille van enkele politiek geladen enquêtes wil intomen, is echter te simpel. Al dreigt de geleidelijk doorgevoerde reorganizatie het komitee inderdaad te kortwieken.

SCHOONMAAK.

Bij het Hoog Komitee van Toezicht stinkt de vis echter ook aan de kop. De weldra vier jaar oude machtsstrijd tussen de voorzitter, de intussen op rust gestelde eerste-voorzitter van het Gentse hof van beroep Willy De Smet, en administrateur-generaal Alain Canneel heeft zelfs minder met hun respektieve CVP- en PS-signatuur te maken dan wel met prioriteiten. Zolang het komitee onder Dehaene viel en de voorzitter ook op de steun van de toenmalige prokureurs-generaal kon rekenen, mocht De Smet het kollege leiden (een soort in onbruik geraakte arbitragekommissie voor overheidsopdrachten). Maar hij kon ook de effektieve leiding opeisen van het bestuur van het Hoog Komitee en vooral van de daaronder ressorterende enquêtedienst, die de meest delikate dossiers in opdracht van het gerecht behandelt. Toen Dehaene vorige zomer zijn voogdij overdroeg aan minister van Ambtenarenzaken André Flahaut (PS), lag het in de lijn van de verwachtingen dat de PS de macht van haar zetbaas, Canneel, zou herstellen.

Het dienstorder van 15 december 1995 wijst erop dat het koninklijk besluit van 29 juli 1970 ter regeling van de werking van het Hoog Komitee van Toezicht de dienst enquêtes wel degelijk ?onder leiding van het hoofd van het bestuur plaatst, namelijk zijn leidend ambtenaar, zonder onderscheid te maken tussen de funktionele aktiviteiten van de dienst (de enquêtes) en de institutionele aktiviteiten (zijn organizatie en zijn interne werking)… Bijgevolg zal elke onderzoeksopdracht die aan de dienst enquêtes wordt gevraagd (…) zich voortaan slechts enquêteurs en aktiemiddelen zien toegewezen krijgen op uitdrukkelijke beslissing van de leidend ambtenaar, genomen in naam van de minister…” Canneel had het zelf niet beter kunnen uitdrukken.

Inmiddels rekende de administrateur-generaal eind 1995 ook af met zijn taaladjunkt, ?administrateur in overtal” Willy Vermeulen, destijds socialist maar nog altijd Saint-Just en judex tegelijk, en een man die overal corrompus ziet, ostentatief zijn eigen pistool draagt en zelfs in eigen rangen wordt gevreesd. In een bericht aan het personeel herinnert Canneel eraan dat ?Vermeulen Willy persoonlijk met geen enkele bevoegdheid inzake bevelvoering of leidinggeven is belast. Er moet dus geen enkel gevolg worden gegeven aan om het even welke opdracht die dit personeelslid meent te moeten geven. Bovendien mag slechts aan zijn verzoeken worden voldaan voor zover zij schriftelijk zijn en mijn visum voor akkoord dragen.” Was getekend : de administrateur-generaal. Dat hij het bureau van zijn taaladjunkt liet overbrengen naar een gang verderop waar ook De Smet in afzondering zit , is maar de zoveelste episode in deze nogal zielige machtsstrijd. Geen wonder dat het personeel luidop droomt van een Belgacom-operatie waarbij zowel de voorzitter, de administrateur-generaal en zijn taaladjunkt als de twee hoofdkommissarissen van de dienst enquêtes wandelen gestuurd worden. Want ook hun goede bedoelingen en kapaciteiten worden nu in twijfel getrokken.

VERHUIS.

Zoals hier al in januari 1994 uiteengezet, willen de speurders van het Hoog Komitee van Toezicht bij hun verhuis naar het departement van Ambtenarenzaken vooral hun hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie bewaren en niet uitsluitend gerechtelijke opdrachten uitvoeren die slechts in het verlengde liggen van hun administratieve onderzoeken. Het lag namelijk van meet af aan in de bedoeling van de rooms-rode regering en vooral van toenmalig minister van Binnenlandse Zaken en Ambtenarenzaken Louis Tobback (SP) om het nieuwe federale departement voor Ambtenarenzaken aan een streng administratief toezicht te onderwerpen en daarvoor het Hoog Komitee van Toezicht in te schakelen : een heroriëntering dus van het gerechtelijk repressieve naar het administratief preventieve.

Dat horen de speurneuzen van het Hoog Komitee niet graag. Deels omdat hun kracht in hun dubbele hoedanigheid schuilt : de kennis die zij opdoen bij louter administratieve kontroles is immers onmisbaar bij fraude- en korruptie-onderzoeken. Deels omdat aan de doeltreffendheid van een louter administratief onderzoek kan getwijfeld worden als de verantwoordelijke minister soeverein zou mogen beslissen welk gevolg aan een onderzoek van het Hoog Komitee wordt gegeven. Temeer omdat het komitee dan, volgens sommigen, niet langer over de dwangmiddelen zou beschikken die eigen zijn aan een officier van gerechtelijke politie en misschien zelfs de mogelijkheid zou verliezen om zijn onderzoeksresultaten op eigen initiatief met het oog op vervolging voor te leggen aan het gerecht. De enquêteurs van het Hoog Komitee van Toezicht zouden dan hetzelfde lot ondergaan als de al even lastige speurders van de fiskus, die niet langer artikel 29 van het wetboek van strafvordering kunnen inroepen om met hun fraudedossier rechtstreeks naar het parket te stappen. Dit artikel verplicht nochtans elke ambtenaar ?die in de uitoefening van zijn ambt kennis krijgt van een misdaad of van een wanbedrijf” de bevoegde prokureur des konings te informeren.

Aandachtige lektuur van enkele teksten leert hoe vooral SP-en PS-politici de gerechtelijke opdrachten van het Hoog Komitee van Toezicht willen beperken. In zijn beleidsnota van september 1995 stelt Flahaut dat het Hoog Komitee van Toezicht voortaan ?de rol zal vervullen van een autentieke federale inspektie van de administratie, buitengewoon gespecializeerd in de kontrole op de regelmatigheid van de overheidsopdrachten en subsidies, zijn traditioneel werkingsterrein. Hiervoor krijgt hij de bevoegdheden van de gerechtelijke politie.” De minister stelt voorts een reeks maatregelen voorop waaruit blijkt dat de grote schoonmaak en de heroriëntering van het komitee nakend zijn. In het ontwerp van algemene uitgavenbegroting van 20 november kondigt hij niet alleen ?een herdefiniëring aan van de rol van het Hoog Komitee van Toezicht.” Hij acht het ook nodig ?de administratieve kontrole duidelijk te onderscheiden van de gerechtelijke. Het komitee moet zich beperken tot eerstgenoemde kontrole.”

In hun wetsvoorstel van 22 november willen de SP-kamerleden Peter Roose, Renaat Landuyt en Patrick Van Gheluwe op hun beurt de speurders van het komitee bij hun overheidsopdrachten een meer preventieve waakhondfunktie toebedelen. Zij het met behoud van hun hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie en onder de leiding van een federaal bevoegd magistraat.

Tijdens een onderhoud met de vakbonden bevestigde Flahaut zijn hervormingsplannen. Hij voegde er evenwel aan toe dat de enquêteurs van het komitee desgewenst naar de gerechtelijke politie bij de parketten (GPP) mogen overstappen. Daarmee wordt duidelijk aan welke administratieve en politieke turbulenties de korruptie- en fraudebestrijders momenteel bloot staan.

VERRUIMING.

De gerechtelijke politie bij de parketten, die sinds kort een nieuw kommissariaat-generaal en zelfs een inspekteur-generaal heeft, wil zich vooral ten overstaan van de rijkswacht beter profileren, meer bepaald in de strijd tegen de witte-boordkriminaliteit. Een overheveling van de enquêtedienst van het Hoog Komitee zou dus de gerechtelijke politie kunnen versterken. Als dan ook de Centrale Dienst voor de Bestrijding van de georganizeerde Ekonomische en Financiële Delinkwentie, beter bekend als de Gefid of (in het Frans) Defo, zou verhuizen van de Algemene Politiesteundienst (APSD) naar de gerechtelijke politie, dan zou deze pas echt een nieuw profiel krijgen.

De kersverse Gefid, die met amper acht enquêteurs nu zijn eerste indrukwekkende resultaten kan voorleggen, vraagt daarentegen niet alleen meer middelen maar ook een grote autonomie. De dienst wil los van de APSD maar ook los van het kommissariaat-generaal voor de gerechtelijke politie : precies omwille van de gemengde samenstelling van de Gefid-enquêteteams en de beoogde uitbreiding ervan. Hoewel onder meer bijkomende speurders van het Hoog Komitee welkom zijn, specializeert de Gefid zich niet in de korruptiebestrijding maar in de beteugeling van zware ekonomische, financiële of fiskale misdrijven, waarvan korruptie slechts een komponent vormt. Het team zou dus beter af zijn met de twaalf ambtenaren van de fiskus, die de regering begin van dit jaar met veel poeha eindelijk naar de parketten versluisde, maar die daar bij gebrek aan bevoegdheden verkommeren of ontslagnemend zijn.

De korruptiebestrijders van het Hoog Komitee stuurden van hun kant alvast een eigen wetsontwerp naar tal van politici. Daarin wordt geopteerd voor een zeer duidelijke bevoegdheidsomschrijving in de publieke en semi-publieke sektor en voor het behoud van volwaardige administratieve en gerechtelijke onderzoeksbevoegdheden. Ook de enquêteurs van het Hoog Komitee van Toezicht zien hun opdracht dus breder en onafhankelijker dan deze rooms-rode koalitie blijkbaar wil.

Frank De Moor

In de ambtenarenbetoging van 13 december stapte zelfs een delegatie van het Hoog Komitee van Toezicht op om ervoor te waarschuwen dat de regering het wil versmachten.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content