Andere dan bewogen periodes zijn er in de VU zelden geweest. Precies dat stond mij daar aan, die alomtegenwoordige zachte anarchie. Je krijgt er een beetje oppositiegenen van in je hoofd, het onkruid van de antithese die niet tot een synthese wil komen. Hugo Schiltz bracht daar wel verandering in, want die was het al een tijdje moe om zich prettig maar relatief nutteloos bezig te houden in de zich goed amuserende oppositie die zich liet natspuiten bij de ‘Nolsloketten’ in Schaarbeek, of het kabinet van minister Michel ging bezetten en die elk jaar met verheven kiekenborst de weide van Diksmuide ging volzingen. Maar in wezen bleef de VU in hart, buik en nieren een oppositiepartij. Dat kon je merken in Oostende, toen Schiltz in 1991 op de druk bijgewoonde viering van Jaak Vandemeulebroucke het ontslag van de VU-ministers kwam aankondigen. Een staande ovatie. Of toen Vic Anciaux zijn ontslag uit de Brusselse regering kwam melden. Nog een ovatie! Wie afstand neemt van deelname aan de macht is in de VU een held! Altijd geweest, nooit anders gekend.
Na Zwarte Zondag in november 1991, gooide Jaak Gabriëls de handdoek in de ring. Hij trachtte in de VU een meerderheid achter zich te scharen om met de PVV een nieuw verhaal te beginnen. Het is toen dat Bert Anciaux zich kandidaat-voorzitter stelde. Op 13 juni 1992 werd hij door de partijraad verkozen.
Het was de tijd van Guy Verhofstadt zijn eerste Burgermanifest: met diepblauwe inkt geschreven, op de tonen en in de tijd van Reagan-Bush, Thatcher en de neo-liberale Amerikaanse economen. Vandaar Bert zijn eerste boekje, De vergeten vernieuwing, dat hij geschreven heeft op een laptop tijdens zijn vakantierondrit in Turkije, zomer 1992.
Om wat te doen allemaal? Om een progressieve, moderne Vlaamsgezinde partij te maken. En vooral: om jongeren weer aan te spreken. Jongeren, die indertijd nog voor 0,5 procent (!) op de VU stemden. Het imago van Jaak en de VU was te burgerlijk: kostuum prince-de-galles, de jetset van vlotbewegende society-figuren met blinkende brillantinekoppen. Die trend had in de States al afgedaan. Het zoeken naar een nieuw fundament, het postmodernisme voorbij, dat zoeken naar een vers geformuleerd engagement was iets voor Bert. Zijn jeugdig enthousiasme, zijn directe stijl en ontwapenende emotie moesten overslaan op brede lagen van de bevolking, op alle mensen die vragen over de grote trends niet kunnen formuleren maar zeer goed aanvoelen. Bert betrad toen die netjes verborgen gehouden paden, die van de open adem. Hij had bovendien ambitie, een speciale antenne voor nieuwe dingen, was zeer werklustig en durfde gewoon álles. Bovendien, en dat vertelde mij Winnie Ewing, de koningin van Schotland: ‘He has it!’
In ’99 wou hij minister worden in plaats van zijn zetel in het Europees parlement te bezetten. Op zich is daar niets mis mee. Per slot van rekening werd daar voor het eerst in 50 jaar een verhaal geschreven zonder de CVP. Politiek Vlaanderen was voorwaar bevrijd van een eeuwige voogd! Hij had ook mee het Vlaams regeerakkoord geschreven. En hij is dus – weliswaar in twee keer – volledig volgens de regels van de VU-statuten (wie het tegendeel beweert, liegt) minister geworden. We hadden een goed programma, en konden het nu mee uitvoeren!
Maar sinds januari 2000 kunnen we niet meer verder schrijven aan het verhaal, want de partij is onherroepelijk verdeeld. Geert Bourgeois wou al lang voor de verkiezingen van ’99 een andere VU. Hij heeft de lijn die door de congressen van de VU in de jaren ’90 was bepaald nooit aanvaard. Hij stemde er ook niet voor. In een interview zegt hij zelf dat de twist niet om Lambermont gaat. Dat wisten we van het begin af aan. Maar toch gijzelt hij er zes maanden lang zijn partij mee. Voor hem is ‘Vlaams-nationaal’ allereerst ‘staatsvormend’. En daar komt zijn persoonlijke afkeer voor Bert bij. Tja, los in de blouse tegenover strak aan de das.
Dat Bourgeois de strijd om het voorzitterschap zou winnen, kon iedereen weten. Met het Sint-Elooisakkoord dat hij moest goedkeuren en de moeilijke ministergang van Bert in de partijraad kón Patrik Vankrunkelsven niet winnen. Bourgeois misbruikte de dingen: een sneer naar ID dat te libertijns was, een sneer naar een communautair akkoord dat Patrik net had afgesloten waren genoeg. Overgoten met een anti-Bert-saus die hij reduceerde tot een mediafenomeen kon Bourgeois niet mislukken. Dat kon een blinde zien.
Bert heeft in zijn beruchte brief iedereen gewaarschuwd voor wat komen zou. Jammer dat hij sommigen heeft gekwetst. Dat slechts 3 procent van de Vlamingen nog wakker ligt van de Vlaamse kwestie en daarvan zijn eerste stemmotief maakt blijft echter een waarheid. Ook al is die kwetsend.
Bourgeois is voorzitter geworden, en hiermee stond de VU weer in de pre-Egmontperiode van de jaren ’70. Na amper één jaar heeft hij een democratische, moderne, vlaamsgezinde en gezonde partij grondig uit mekaar gekegeld. Dat is zijn historische verdienste.
Daarom erger ik me aan de strategie van Fons Borginon die stukken wil lijmen die niet meer te lijmen vallen. Hij meent het eerlijk, maar hij misleidt iedereen. Ik was na die partijraad niet euforisch zoals Bert, maar razend. De zogenaamde middengroep van Nelly Maes en Johan Sauwens denkt op die manier Bourgeois en de zijnen buiten te krijgen. Maar Bourgeois vertegenwoordigt de helft van de partij, of niet? Geef hem die. Hij wil dat zelf ook wel, want op een zaterdag nodigde hij Bert en Patrik uit om in een chic Brussels hotel te praten over een voorstel van verdeling van de VU-inboedel. Een dergelijk voorstel was trouwens al gedaan op de partijraad en het werd in een vrije tribune in kranten verdedigd.. Men moet nu niet doen alsof een boedelscheiding groot nieuws is.
Ik kan de middengroep echt niet begrijpen. Ze willen van Bourgeois niet meer weten, maar in naam van welk evenwicht daarom ook van Patrik en Bert – en Paul Van Grembergen mag ik nu wel zeggen – niet? Wat een ondraaglijke lichtheid. Ze willen ‘de Volksunie voortzetten’, maar de oude VU bestáát niet meer! Dat weigeren te erkennen en dus weigeren de noodzakelijke keuzes te maken, is de echte oorzaak van de ambras.
En nu? De vergeten vernieuwing bis! Er zal wel iets nieuws groeien zeker? In 1993 behaalden we 3 procent in de opiniepeilingen van La Libre Belgique. Met Bert en daarna Patrik als voorzitters brachten VU&ID het tot 12 procent in Europa. Het programma dat zij nu voorstellen gaat verder op dat elan. Het is het enige dat overlevingskansen heeft, omdat daarin het verleden als basis dient om de toekomst mee te bouwen, en niet als een zonnecrème – factor 20 – om het oude vel tegen het nieuwe licht te beschermen.
Herman Verheirstraeten