De maand augustus, donker, kil en vochtig als een kerker, staat uiteindelijk toch nog in het teken van de uitstap. Die van de 28 van Dendermonde en van Mariusz O., verdacht van de moord op Joe Van Holsbeeck. De 28 van Dendermonde zorgden voor peripatetisch onderricht. Zij vestigden de aandacht op de gevangenisarchitectuur. Aurélie Autenne schreef daarover een boeiend stuk in De Morgen van 30 augustus. De strafuitvoering steunt op theorieën over hoe de misdadiger moet worden aangepakt. Die theorieën worden vertaald in de praktijken van cipiers, maar ook in een welbepaalde gevangenisarchitectuur. Toen men geloofde dat de samenleving en de veroordeelde er baat bij hadden dat de laatste geïsoleerd en voortdurend bewaakt werd, bouwde men gevangenissen die dat mogelijk maakten. Inmiddels is de theorie veranderd, maar zijn veel van onze gevangenissen nog van dat oude type. België was vroeger dus doortastend genoeg om de gangbare theorie- en over strafuitvoering in baksteen en smeedwerk te vertalen, terwijl het vandaag, inmiddels een veel rijkere samenleving, niet eens meer in staat is de sloten en deuren van die oude gevangenissen te herstellen. Wij beperken ons tot het opvoeren van een paar nummertjes waarin oppositie en regering en regeringspartijen onderling, elkaar het leven zuur maken met leugens en halve waarheden.
Mariusz O. zorgde dan weer voor een andere peripatetische les. Minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael (VLD) en van Justitie Laurette Onkelinx (PS) vonden dat zijn uitstap niet kon. Eigenlijk hebben ze daar niets van te vinden. Zij kunnen voorstellen doen om het jeugdsanctierecht of de wet op de jeugdbescherming te veranderen, maar wij leven gelukkig niet in een land waar ministers zich mogen moeien met de concrete beslissingen die mensen nemen in de uit- oefening van hun taak als leraar, cipier, jeugdwerker, bedrijfsleider, loodgieter of wat dan ook. De uitstap van Mariusz O. is uiteraard pijnlijk. De vader van Joe Van Holsbeeck verwoordde perfect waarom: voor ons de pijn, voor hem het plezier. Vele mensen, misschien wel de meesten, willen in de strafuitvoering drie principes verwezenlijkt zien: vergelding, veiligheid, wederopname. De moderne rechtsstaat en de criminologische theo- rieën erkennen maar twee van die principes. Voor hen is strafuitvoering een kwestie van evenwicht tussen de veiligheid van de burgers en de wederopname van de misdadiger. Talrijke criminologen en andere specialisten van de strafuitvoering hebben die visie tijdens de afgelopen maand publiek verdedigd. Drie dingen vielen daarbij op. (1) Hun tussenkomsten waren nobel, maar volkomen ontdaan van een wetenschappelijk onderbouwde argumentatie die aantoont dat de huidige aanpak van integratie en wederopname doeltreffend is. (2) Over vergelding werd gezwegen, als over een vies gevoel. Het gevolg daarvan was dat politici met dat vieze, maar reële gevoel rekening dienden te houden en zich moeiden met het werk van mensen waarmee ze zich op die manier niet te moeien hebben. (3) Er werd voluit gesproken over de wederopname van misdadigers in de samenleving, van wie velen – denken we aan de 28 van Dendermonde – nooit in deze samenleving opgenomen zijn geweest en niet de minste ambitie hebben om er ooit in opgenomen te worden. Blijkbaar is niet alleen onze gevangenisarchitectuur oubollig. Onze theorieën zijn ook niet meer van deze tijd: ze sluiten niet aan bij de gevoelens van de mensen, bij de vraag naar een wetenschappelijke onderbouwing en bij het gegeven van een globaliserende wereld. Het was een kille, donkere, vochtige, maar leerrijke maand.
mark elchardus is hoogleraar sociologie aan de vrije universiteit brussel.
column Mark Elchardus