Omdat kunst te weinig opbrengt in de vermarkte wereld schaffen we de subsidies beter af. Tenzij we kunst beschouwen als de beste reclame voor het geplaagde merk België.
Ze is even voorspelbaar en vervelend als muggen in de zomer, de kritiek op de cultuursubsidies. Even onbeduidend ook. Dit keer deed Andreas Tirez, econoom en voorzitter van denktank Liberales, een duit in het overvolle zakje. Waarom wordt cultuur gesubsidieerd, maar mijn citytrip naar New York en mijn restaurantbezoek niet, jeremieerde hij in De Morgen. Met open ogen trapten Peter de Caluwe van De Munt en SP.A-politica Yamila Idrissi in de val. Door hem van antwoord te dienen met cijfermateriaal erkenden ze impliciet dat cultuur de marktlogica moet gehoorzamen. Dus volgde er een steekspel met statistieken en economische studies over de waarde van kunst in de maatschappij. Tirez rekende ruim en telde de cultuurambtenaren mee in de ondraaglijke last die kunst op de schouders van de bevolking legt. Inderdaad, als je het ministerie van Cultuur afschaft, kun je de schuldenput alvast een beetje dempen.
Het is maar hoever je het drijft: Tirez’ restaurantbezoek wordt wel degelijk gesponsord door de verlaagde btw-tarieven in de horeca, en ook zijn vliegtuigticket naar New York is verkapt gesubsidieerd: nul procent btw betaalt hij daarop, en als we ooit de klimaatdoelstellingen willen halen, zullen we dringend accijnzen op kerosine moeten heffen. Dat soort gunstmaatregelen wordt verkocht als steun aan noodlijdende sectoren. Je zou het ook gewoon ‘subsidie’ kunnen noemen.
In zijn betoog verwijst hij ook naar een opiniestuk van Tom Naegels, die op jammerlijke toon vaststelt dat de maatschappelijke impact van kunstenaars zo goed als nihil is. Dus zijn kunstenaars overbodig. Raar, ik zou me eerder zorgen maken over een maatschappij die niet geïnteresseerd is in kunst. Een bevolking die nooit een boek leest, nooit een theaterstuk bezoekt, nooit een museum binnenstapt, nooit schoonheid ervaart – dát is pas onrustwekkend. Willen de Belgen de nieuwe Beotiërs worden? Waartoe dient al die opgebouwde welvaart dan? Toch om aan een handvol hardwerkende kunstenaars de kans te geven de wereld net iets mooier te maken zodat we er in een vrij weekend van kunnen genieten? Nee, volgens Tirez moet dat gewoon nog méér geld opbrengen. Sta me toe dat intriest te vinden.
Aan de kwaliteit ligt het overigens niet: onze kunstenaars hebben werelduitstraling. Meer nog, het is zowat de enige sector die de naam ‘België’ nog hooghoudt. Want pronken met ons doordachte veiligheidsbeleid, onze kordate aanpak van belastingontduiking, onze nuchtere ministers, ons bosbeheer, onze verkeersinfrastructuur, onze korte wachtlijsten in de zorgsector, onze armoedebestrijding of onze veilige kerncentrales is niet echt een optie.
Roderik Six
Onze kunstenaars zijn zowat de enigen die de naam ‘België’ nog hooghouden.