‘CD&V heeft tegen het Vlaams Belang nooit haar sterkste argument aangewend: wij kunnen niet samenwerken met die partij omdat ze antichristelijk is.’ Aan het woord is oud-premier Mark Eyskens.
Een politicus, zou de Britse Conservatieve premier Harold Macmillan ooit hebben gezegd, kan af en toe maar beter een goed boek lezen in plaats van de kranten. Gewezen premier Mark Eyskens geniet het voordeel dat hij die boeken zelf schrijft.
Eind vorig jaar gaf Eyskens De oude prof en de zee in het licht, een kloeke jongen van 375 bladzijden, die intussen, in alle stilte, aan de tweede druk toe is.
Het boek is een lange dialoog tussen ‘een emeritus professor in de fysica’ en een ‘ontoelaatbaar mooie academica’ die slaaft aan haar doctoraalscriptie over ‘kosmologie en theologie’.
Elke gelijkenis met levende personen mag dan louter toevallig zijn, de lezer herkent in de oude prof moeiteloos een oud-premier en gewezen minister van Buitenlandse Zaken.
MARK EYSKENS: Het boek is zeker geen geestelijk testament. Maar weet u, het probleem waar veel gelovigen of ex-gelovigen mee worstelen, is het kwaad en het lijden in de wereld. Al dat leed, elke avond breed uitgesmeerd op tv, is vreselijk en onrechtvaardig. De manier waarop sommige mensen in de wereld worden behandeld, is afschuwelijk.
Wij zijn opgegroeid met het beeld van een almachtige God – wat nu door de wetenschap volkomen wordt tegengesproken – maar ook van een liefdevolle God. En dat is een kolossale paradox. Veel mensen die het goed menen, hebben het hier moeilijk mee.
We spreken vaak over de crisis van de Kerk. En dan hebben we het meestal over het celibaat en de rol van de vrouw in de Kerk. Maar dat is niet essentieel. Wel essentieel is de crisis van het geloof. Daarover gaat dit boek: het mensbeeld, het wereldbeeld en het godsbeeld. En dat godsbeeld heeft alleen nog te maken met waarden.
En hier heeft de moderne wetenschap me fel geholpen. Voor de moderne wetenschap is er geen schepping, maar zijn er wel scheppingen. De big bang is wellicht een schot uit een repetitiegeweer.
Wetenschap is ook neutraal, stelt geen vragen over goed en kwaad. Goed en kwaad hebben met iets anders te maken. Dat kun je dan religie noemen, liefde, rechtvaardigheid, waarheid. Dat is het goddelijke.
De natuur kan van een onvoorstelbare wreedaardigheid zijn. De groenen hebben de natuur vergoddelijkt. Ze hebben voor een stukje gelijk. Maar de natuur heeft ook iets gruwelijks. De mens is daar een deel van. Mensen zijn gewezen dieren en dat is ons nog aan te zien.
Onbaatzuchtige liefde, rechtvaardigheid, erbarmen, schoonheidservaring: die vind je niet in de natuur. Die zitten in de mens. En dan komt de grote vraag: hoe zijn die in de mens gekomen?
U schrijft in het boek: de mens zorgt voor de voortzetting van de schepping. Hebt u die gedachte nodig om als gelovige overeind te blijven?
EYSKENS: Nee, want dat zou wel eens een ketterse gedachte kunnen zijn. Denk aan de biogenetica, de mens die voor een deel God is geworden.
Wij handelen alsof de evolutie van de mens is afgerond. Fysiologisch evolueren we nog. Hoe zal de mens eruitzien over tien miljoen jaar?
Maar, en dat is een cesuur in de geschiedenis, de mens is nu in staat om de eigen evolutie te beïnvloeden. In die zin is de mens zelf schepper geworden.
Is het niet een van de grote problemen in de samenleving dat de politici te weinig begrijpen van wat er wetenschappelijk allemaal mogelijk is?
EYSKENS: Parlement en regering zitten vol specialisten. De generalisten zijn schaars geworden. Terwijl je als regeerder net het overzicht moet bewaren, zeker in een land als België dat van compromissen aan elkaar hangt.
Mijn hele carrière heb ik me geërgerd aan het gebrek aan economisch inzicht bij collega’s. Er waren er die geen inzicht hadden in de economie, maar er waren er ook die tégen de economie waren. Dat is nog erger. Ze begrijpen het niet en bijgevolg zijn ze tegen. En dan wordt de grootste nonsens verkocht.
Die mensen hebben geen flauw benul van hoe de markt werkt, van wat de gevolgen zijn van prijszetting, van protectionisme. En die willen dan plots overnames gaan verbieden. Je zag het onlangs weer gebeuren met de overnamepoging van Arcelor door het Indiase Mittal.
Zou het anders zijn geweest mocht een Amerikaans bedrijf Arcelor hebben willen overnemen?
EYSKENS: Vanuit een zeker antiamerikanisme zou de weerstand wellicht nog groter zijn geweest. Dat speelt. Ofschoon ik een groot voorstander ben van trans-Atlantische samenwerking, zullen er met de Verenigde Staten altijd wrijvingen zijn. Amerika is een hypermogendheid en voert een eigengereid politiek beleid. Maar economisch moeten we met de Verenigde Staten doen wat we in Europa deden met Duitsland en Frankrijk: de eenmaking door middel van belangrijke hefbomen – in ons geval indertijd staal en steenkool – het geniale idee van Jean Monnet.
Staat hier het wederzijdse protectionisme niet in de weg?
EYSKENS: Het moeilijkste dossier blijft de landbouw. Maar we moeten George W. Bush op zijn woord nemen. Hij pleit altijd voor een vrijhandelszone. Waarom zeggen de Europese leiders niet: ‘Oké, laten we ermee beginnen’?
Men neme drie sectoren, ik zeg maar iets: de petrochemie, de farmaceutische industrie en de verzekeringssector. Voor die drie maken we een vrijhandelszone. Als we daarin slagen, moeten we voor die sectoren ook een douane-unie maken. En daarna werken we een economische unie uit. Zo groeit dat. Met uiteindelijk een trans-Atlantische economische gemeenschap tot gevolg.
Maar als ik zie hoe er vandaag stokken in de wielen worden gestoken! Hoezeer het maar niet lukt om via de Wereldhandelsorganisatie de protectionistische mechanismen af te breken.
Neem nu de herrie over de dienstenrichtlijn van Frits Bolkestein. Bon, dat was nu niet meteen een toppunt van handigheid. En ik ken Bolkestein een beetje: een koppige, nogal vierkante man. Maar hij heeft wel gelijk: als je de goederenmarkt liberaliseert, dan moet de dienstenmarkt volgen, liefst op ordentelijke wijze.
Waarom proberen we dat niet in samenwerking met de Amerikanen, om te komen tot een trans-Atlantische gemeenschap? Wat is de toekomst van de automobielnijverheid, in Europa, in de Verenigde Staten? Wat blijft daar binnen tien jaar nog van over? Kijk naar wat er momenteel in Detroit aan de gang is. Dat beangstigt de mensen.
Brengt u geen begrip op voor die angst?
EYSKENS: De toekomst is als een spin. Mensen zijn vaak bang voor grote harige spinnen. Hoe komt dat? Een spin heeft niet zes, maar acht poten. Wat maakt dat ze in alle richtingen kan bewegen, bliksemsnel. De reactie van een spin is dus onvoorspelbaar. Vandaar de angst.
De toekomst is een onvoorspelbaar dier. Wat is er de afgelopen jaren allemaal niet gebeurd? De opkomst van de gsm, de GPS. Wat is er allemaal gaande in de computersector? Je kunt daar zelfs geen tendensen meer uit halen. We raken de tel kwijt. Vandaar die angst.
Verklaart die angst niet voor een deel de hernieuwde aandacht voor zingeving, voor religie?
EYSKENS: Religie bood ooit een houvast. Vandaar ook de heftige fundamentalistische reacties. De islam voelt zich door al die evoluties en nieuwe technologieën bedreigd. Die halen ook hun waardesysteem overhoop.
Als we dan kijken naar onze Kerk, dan is er minstens behoefte aan een grondige hertaling van de boodschap. De tekst van het Credo, om maar dat voorbeeld te noemen, dateert van het Concilie van Nicea, 325 na Christus, het voorwetenschappelijke tijdperk. Ja, ga dat maar eens uitleggen aan jongeren.
We moeten naar de kern van de boodschap, die ingaat tegen de struggle for life. Naastenliefde in plaats van egoïsme, dat is een revolutionair ethisch denken, dat heel onze sociale leer heeft geïnspireerd. De rechten van de zwakste zijn de plichten van de sterkste.
Vandaar ook dat een christen nooit een vreemdelingenhater kan zijn. Ik gruw van de xenofobie die latent aanwezig is in onze samenleving. Daarom zijn al die pleidooien voor het doorbreken van het cordon sanitaire niet aan mij besteed.
Jean-Marie Dedecker pleit voor de opheffing van dat cordon sanitaire en vindt steeds meer medestanders.
EYSKENS: Ik heb al die voorpublicaties uit het boek van Jean-Marie Dedecker gelezen. Waar wil hij dat cordon doorbreken? In de federale regering? Onmogelijk. In de Vlaamse regering? Tot 2009 onbespreekbaar. Dan blijven alleen de gemeenten over.
Welnu, de integratieproblemen doen zich uitgerekend voor op het gemeentelijk niveau. Als je dan xenofoben mee het gemeentelijk beleid laat bepalen, dan maak je de integratie onmogelijk.
Maar Dedecker wordt door zijn partij niet meer teruggefloten. Hij kan nu ongehinderd bijdragen tot het dedouaneren van het Vlaams Belang, voor wie hij een belangrijke propagandist is geworden.
Hierdoor is hij vooral gevaarlijk voor zijn eigen partij. Het cordon sanitaire doorbreken is fataal voor de VLD. Ik ken tal van liberalen – Herman De Croo, Patrick Dewael en Guy Verhofstadt – die zeggen: dit nooit. Als ze bij de VLD niet uitkijken, dan leidt dit tot een breuk in de partij. Bij ons overigens ook. CD&V’ers die banden hebben met de arbeidersbeweging zullen dat nooit aanvaarden.
U kunt geen lid zijn van een partij die samenwerkt met het Vlaams Belang?
EYSKENS: Ik kan vanuit een bepaald ethisch bewustzijn nooit akkoord gaan met samenwerking met het Vlaams Belang. Eigen volk eerst? Alle mensen eerst, ja, dat is de echte christelijke en humanistische houding.
De christendemocraten hebben tegen het Vlaams Belang nooit hun sterkste argument gebruikt: wij kunnen niet samenwerken met die partij omdat ze antichristelijk is.
Bovendien is het ook een anti-Vlaamse partij. Stel je voor: Antwerpen opgezadeld met een VB-burgemeester. Ik zie het al in de Financial Times: ‘ Antwerp turns fascist!’ Overdreven? Ja, maar wat een schade voor Vlaanderen.
Hebt u zich, zoals uw partijgenoten, geërgerd aan de toespraak van de koning waarin hij zich afzette tegen het ‘omfloerste separatisme’?
EYSKENS: De bevolking beseft onvoldoende dat elk woord van de koning een regeringsverklaring is. Zelfs als de koning op het eind van het jaar de bevolking een vrolijk – want zalig mag hij niet zeggen – kerstfeest en gelukkig Nieuwjaar wenst, dan is dat een regeringsverklaring.
Hoe komt het dan dat Verhofstadt die passage in de tekst liet?
EYSKENS: Omdat Verhofstadt geen staatshervorming wil. Daarvoor heb je een tweederdemeerderheid en dus een grote coalitie met de christendemocraten nodig. En dat laatste wil Verhofstadt beslist niet. Want in een grote coalitie gaat Paars ten onder.
Er moet hoe dan ook een nieuwe staatshervorming volgen. Frank Vandenbroucke heeft er al voor gewaarschuwd: het geld is op, de federale staat kan zijn verplichtingen niet meer nakomen.
EYSKENS: Dat klopt, alleen zijn de geesten er niet rijp voor. Eigenlijk moeten we tegelijk defederaliseren en herfederaliseren. De waarheid is dat Wallonië zijn marshallplan niet alleen aankan. Als de auteurs van het Warande-rapport zeggen: we gaan elk onze weg en dat is ook goed voor Wallonië, dan is dat nonsens. De verschillen zijn zo groot, de inzakking van Wallonië zo diep, dat de regio daar nooit alleen uit raakt. De Walen hebben de Vlamingen nodig.
De transfers zijn dan wel aanzienlijk. Maar die vloeien voor een deel terug, want Wallonië is de belangrijkste klant van Vlaanderen. Die transfers hebben overigens niet belet dat Vlaanderen een van de welvarendste regio’s op aarde is.
Naderen we niet stilaan dat snijpunt waarop de problemen van Wallonië, de begrotingstoestand en de gevolgen van de globalisering samenkomen?
EYSKENS: Dat is een gevaarlijk moment. Want dan krijg je dat buikgevoel van: laten we toch maar de handel splitsen. Bovendien liggen er als gevolg van de in elkaar geflanste begrotingen tal van tijdbommen te tikken. Ik beklaag de minister van Begroting die binnen vijf jaar de boel moet opruimen.
Toch blijft de vraag of het land opsplitsen de goede oplossing is. Naar mijn gevoel niet, want we moeten ook eens kijken naar de gevolgen. Trouwens, wat splitsen we? En hoe doen we dat? Het is een dooddoener, maar wat met Brussel? Brussel is belangrijker dan België. Brussel is wereldwijd bekend. Het is een doorgeefluik voor de twee gemeenschappen. Als Vlaanderen de onafhankelijkheid uitroept, dan is het Brussel kwijt.
Is dat laatste zo zeker? Die regio, met zijn kolossale problemen, is helemaal op Vlaanderen aangewezen.
EYSKENS: Ik zie de Brusselaars nog niet akkoord gaan met een aanhechting bij Vlaanderen. Bovendien leeft in Franstalige denktanks volgend scenario: als Vlaanderen zich afscheidt, behouden we België, weliswaar een romp-België met Brussel en Wallonië, waarvan we een groot Europees district maken. Vlaanderen is dan de breakaway state.
Op termijn krijg je dan toch een aanhechting van Wallonië bij Frankrijk. Wat voor de Fransen het bijkomende voordeel heeft dat het probleem van de Europese hoofdstad is opgelost, want dan hebben ze zowel Straatsburg als Brussel binnen hun grenzen. Zullen we, zoals Wilfried Martens onlangs zei, na Frans-Vlaanderen ook nog eens Brussel kwijtspelen, met een Franse staatsgrens ergens ter hoogte van Meise en Halle?
Dus een defederalisering en herfederalisering?
EYSKENS: Ik sta achter het CD&V-programma. Maar ik zou er ook iets heiligschennends aan toe willen voegen. Wij moeten af van de collectieve arbeidsovereenkomsten. Dat zijn immers loonkartels. Wij zijn tegen prijzenkartels. Maar loonkartels, met in heel de sector dezelfde lonen voor bedrijven in verschillende posities, dat laten we wel toe.
We moeten komen tot een systeem van bedrijfsovereenkomsten. Dat vergt moed van de werkgevers en veel bescheidenheid van de werknemers. Op die manier is Wallonië aanzienlijk geholpen. Want het is evident dat de lonen daar moeten achterblijven bij die in Vlaanderen. Wat onmogelijk is met een collectieve arbeidsovereenkomst.
Er zijn er die zeggen: laten we die collectieve arbeidsovereenkomsten splitsen in een Vlaamse en een Waalse cao. Mij goed, maar je behoudt dan wel binnen één regio het loonkartel dat we vroeg of laat moeten openbreken.
Maar ja, begin er maar aan. Want we moeten ook ingrijpen in de sociale zekerheid. Welvarende mensen zullen meer moeten betalen voor de gezondheidszorg. Het wordt onbetaalbaar als de staat voor alles moet opdraaien. Daarom ben ik voorstander van een franchise.
Maar bij dit alles moet je één zaak vermijden: de Thatcheriaanse gevolgen. Want door het beleid van Thatcher is in het Verenigd Koninkrijk de armoede toegenomen.
Wij hebben in Vlaanderen een armoedepercentage van om en bij 5 procent, in Wallonië bijna 10 procent en in Brussel zelfs 16 tot 17 procent. Ze hebben het hier in Leuven bestudeerd: als je de sociale zekerheid regionaal doorknipt, dan verdubbelt het armoedepercentage in Wallonië. Dat moet je toch ethisch inschatten.
Daarom stel ik voor om voor België – het zou een primeur zijn – een armoede-index te berekenen. De academici hier in Leuven staan klaar om die oefening om de zes maanden te maken. Als blijkt dat de armoede stijgt – in Wallonië, Brussel of Vlaanderen – moet je meteen bijsturen.
Zo’n beleid van armoedebestrijding zal in Vlaanderen wellicht onpopulair zijn, want de grootste armoede zit in Wallonië en in Brussel. Toch moeten we dat doen: de sociale zekerheid hervormen, gecombineerd met een zeer gedurfd sociaal beleid voor de mensen die aan de onderkant leven, de echte sukkelaars.
Verontrust het u niet dat de top van de Belgische politiek niet meer in staat is om daarover een groot vergelijk uit te werken?
EYSKENS: Vlamingen en Walen moeten een aantal zaken objectiveren en een beroep doen op experts om een dashboard te ontwerpen, zodat we het land kunnen besturen zonder brokken te maken.
Daarom had de koning de premier en de ministers-presidenten van de deelregeringen bij zich moeten roepen, om samen de tekst van zijn toespraak uit te werken. Want dan werd zijn verklaring gedragen door de federale premier en de drie ministers-presidenten -die heus geen separatisten zijn. Nu zitten we weer met die wederzijdse verdachtmakingen. Het hof heeft hier een enorme kans laten liggen.
RIK VAN CAUWELAERT