Op het Brusselse Barricadenplein wapperden ooit de gele vlaggen van de Volksunie. Begin mei begon Vlaams Belang er provocerend aan zijn verkiezingscampagne. Nog niet eens zo lang geleden verzamelde zich alles wat Vlaamsgezind, progressief en minder progressief was in het hoofdkwartier van de Volksunie. Na het verdwijnen van de partij bleven haar nazaten een prominente rol spelen in de corridors van de macht. De verkiezingen van 10 juni dreigen daaraan een einde te maken.
Het uiteenvallen van de Volksunie werd bezegeld met een rumoerige ledenraadpleging in augustus-september 2001. De kopstukken van de partij verspreidden zich als lemmingen over het politieke landschap. Ze richtten nieuwe partijen op (Spirit en N-VA) of belandden op prominente plaatsen op de verkiezingslijsten van VLD, Agalev en CD&V. De afrekening volgt op 10 juni, en het ziet er niet goed uit voor de beheerders van de nalatenschap van Hugo Schiltz. De oude vossen worden voor hun diensten bedankt, prominenten opzijgeschoven omdat hun nieuwe partij meer vertrouwen heeft in ‘eigen’ personeel.
Bij Spirit wordt met vrees uitgekeken naar de uitslagen en is stemmentrekker Bert Anciaux in stelling gebracht als lijstduwer. Ook de N-VA bevindt zich in een weinig benijdenswaardige positie. Ze belooft staatsvorming, maar loopt kans een halfslachtige staatshervorming te moeten gaan uitleggen aan haar achterban en zo de Volksunie achterna te gaan: wel mandaten, maar geen resultaten. Na 10 juni kunnen we ons opmaken voor een communautaire ronde zonder onafhankelijke Vlaams-nationalistische ‘zweeppartij’. Is het erfgoed van Hugo Schiltz verkwanseld in ruil voor parlementszetels en ministersposten? Bij de oprichters van de Volksunie vonden ze dat Hugo Schiltz dat zelf al had gedaan, getuige de uitspraak van wijlen Herman Wagemans in het boekje Het zal je kind maar wezen… , waarin de oprichters de VU van einde jaren negentig tegen het licht houden: ‘De laatste jaren is de VU eigenlijk gerund door managers. Mensen voor wie, volgens mij, niet het Vlaams-nationalisme het hoofddoel was, maar voor wie het belangrijk was een partij te besturen die er kwam en die dus de middelen had om bepaalde postjes te kunnen bezetten. Hugo Schiltz is voor mij een van de verstandigste mensen die de VU binnen haar rangen heeft, maar hij is wel de doodgraver van de VU.’ Mensen van de strekking Wagemans zijn van de strekking die in hun hart voor het Vlaams Belang kozen, maar met het verstand bij de VU bleven.
Bij de federale verkiezingen van 2003 en die voor het Vlaams Parlement van 2004, de eerste verkiezingen zonder de Volksunie, slaagden de erfgenamen van Hugo Schiltz erin zichzelf op prominente plaatsen in parlementen en regeringen te parachuteren. Nog nooit werden er zoveel politici met VU-bloed parlementariër of minister. De laatste voorzitter van de Volksunie, Fons Borginon, schopte het via Spirit en de VLD zelfs tot fractievoorzitter van die partij. Oud VU’er Patrik Vankrunkelsven werd VLD-senator, en Vincent Van Quickenborne voor diezelfde partij staatssecretaris in de federale regering.
De partijen van de oud-VU’ers deden het niet veel slechter. Spiritkopman Bert Anciaux werd na de verkiezingen van 2003 eerst minister van Mobiliteit in de federale regering van Guy Verhofstadt, en stapte na de verkiezingen van 2004 over naar de Vlaamse regering, waar hij minister van Cultuur werd, en tevens de bevoegdheid kreeg voor Brusselse Aangelegenheden. Mede Spiritoprichtster Els Van Weert werd federaal staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie. ‘We zijn inderdaad zeer goed bedeeld geweest’, zegt Bert Anciaux. ‘Ik zie 10 juni dan ook in het teken staan van de normalisering. Je gaat nu zien wat we echt waard zijn. In een kartel kun je onderhandelen over zoveel mogelijk plaatsen op de lijsten, maar dan ondergraaf je ook je eigen positie als het na de verkiezingen om de inhoud gaat. We hebben toen veel gekregen. De 10e juni is wat dat betreft een testcase. Spirit zal het nu op eigen kracht moeten doen. Zekerheid hebben we misschien over drie zetels, in de andere kieskringen zijn het vechtplaatsen. Ook in 2009 bij de Vlaamse verkiezingen zullen we ons moeten bewijzen.’
Wie optelt wat er na het verdwijnen van de Volksunie door oud-VU’ers werd binnengehaald, moet vaststellen dat de partij zelden over zoveel mandaten heeft beschikt. Het moet de grote drie wat waard zijn geweest om van de Volksunie af te komen. Er was de hofmakerij van CD&V in de jaren tachtig en negentig, de met VU’ers uitgevoerde verruimingsoperaties in de VLD, het inpalmen van de rechts-conservatieve vleugel van de VU door CD&V (hoewel Geert Bourgeois een kartel met zijn N-VA verontwaardigd afwees na het ontploffen van de Volksunie) en het ontstaan van Spirit. Zelfs de groenen mochten met Bart Staes een VU’er verwelkomen. Op 10 juni verdwijnen veel oud-VU’ers uit de politiek: ze voelden zich niet thuis bij hun nieuwe partij, of werden bedankt voor bewezen diensten.
HINK-STAP-SPRONG
Om de erven van de Volksunie werd een goed deel van 2001 een bitse strijd gevoerd. Bij de in augustus-september 2001 gehouden ledenraadpleging kwam de rechtervleugel 3 procent te kort om met de boedel én de naam van de Volksunie verder te mogen.
De progressieven zetten hun ID21-initiatief voort in Spirit, met Bert Anciaux als enige sterke kracht. De Vlaams-nationalistisch gekleurde rechtervleugel, de zogenaamde Oranjehofgroep, met Geert Bourgeois als aanvoerder, richtte de N-VA op. De middengroep, de zogenaamde Niet-Splitsers, was nog het langst zoekende; haar aanhangers verdwenen uiteindelijk naar CD&V, VLD, zelfs Groen!. Sommigen maakten een hink-stap-sprong en belanden nu buiten de politiek. Fons Borginon moest in 2001 als laatste voorzitter van de Volksunie neutraal blijven in de strijd om de boedel, koos dan voor Spirit, belandde vervolgens bij de VLD, waar hij zelfs het voorzitterschap van de Kamerfractie kreeg toebedeeld. Voor de verkiezingen van 10 juni is er voor hem geen plaats meer op de lijst. ‘Dat is een treurige zaak’, zegt oud-VU-voorzitter Vic Anciaux. ‘En een eigenaardige beslissing van de VLD. Het heeft alles te maken met de mediatisering van de politiek. Binnen de Volksunie liepen wel meer van die mensen rond: inhoudelijk zeer sterk, degelijk, maar niet de grote stemmentrekkers. Ik zie dat er voor dat type politici in de politiek steeds minder plaats is.’
Ook Annemie Van de Casteele, korte tijd nog voorzitter van Spirit, maar tegenstander van een kartel met de SP.A, stapte over naar de VLD. Ze komt voor de verkiezingen niet meer voor op de senaatslijst van de Open VLD. Vic Anciaux: ‘Ik denk dat ze zich niet thuis voelde bij de VLD, ze heeft daar haar weg niet gevonden. Niet iedereen maakt ongestraft de overstap naar een andere partij.’
ANTI-BELGISCH SENTIMENT
Anciaux senior vermoedt dat het politieke afscheid van Spiritsenator en oud-voorzitter van het IJzerbedevaartcomité Lionel Vandenberghe – rechtstreeks verkozen voor het kartel SP.A/Spirit – het resultaat is van onderhandelingen over de lijstvorming. ‘Lionel had zeker nog een legislatuur verdiend. Ik denk niet dat men hem bewust wilde uitrangeren.’
De Volksunie was een partij waarover de commentatoren in 2001 bijna eensgezind schreven dat er voor haar geen plaats meer was in het Belgische politieke landschap. ‘De Volksunie had als confederalistische partij een groot deel van haar doelstellingen gerealiseerd. Ze deed aan verwezenlijkings politiek, ze probeerde in te breken op het terrein van de staatshervorming’, zegt Bruno De Wever, onderzoeker en historicus aan de universiteit van Gent. ‘En die rol had ze uitgespeeld. Ze heeft ook de onderstroom die vanaf het begin van de jaren zeventig opgang maakte, onderschat: geen confederalisme of regionalisme, maar een anti-Belgisch sentiment. Er wordt wel altijd gezegd dat de Vlaming niet geïnteresseerd is in een onafhankelijk Vlaanderen, maar dat leeft veel sterker dan de opiniemakers ons willen doen geloven.’ De Wever gelooft niet dat Hugo Schiltz, die na het uiteenspatten van de Volksunie voor Spirit koos, met zijn keuze ook zijn erfenis daar gelegd heeft. ‘Zo links-liberaal was Schiltz niet, hij was vooral een Realpolitiker. De Volksunie heeft vooral de middenklasse bewust gemaakt van de noodzaak van een grotere Vlaamse zelfstandigheid. De neergang is ingezet toen ze over andere thema’s linkse standpunten ontwikkelde, en de Vlaamse zaak in de ogen van velen ontrouw werd, zeker na het Egmontpact in 1977.
‘Over de zelfstandigheid van Vlaanderen is nu een veel grotere algemene consensus en dat heeft de N-VA heel goed begrepen. Al maakt het kartel met CD&V het er niet gemakkelijker op. De marges zijn klein omdat een staatshervorming minder pamflettistisch is geworden: het zijn technische en zeer gecompliceerde dossiers. De sociale zekerheid splitsen, dat kun je niet zomaar roepen, want een splitsing van de sociale zekerheid is een splitsing van België.’
AFFAIRE-DEDECKER
De N-VA is de zelf uitgeroepen voortzetting van het gedachtegoed van de Volksunie. De partij behaalde in 2003 met de West-Vlaming Geert Bourgeois slechts één zetel in het parlement. Ze vormt een kartel met CD&V, maar had na de demarche met Jean-Marie Dedecker in december 2006 bijna alleen naar de stembus gemoeten. Voorzitter Bart De Wever koos eieren voor zijn geld, dumpte Dedecker en onderhandelde over het wisselgeld met CD&V-kopmannen Jo Vandeurzen en Yves Leterme. Een paar goede plaatsen op de Kamer- en Senaatslijsten leverde dat op. Maar of de N-VA daadwerkelijk op de komende staatshervorming kan gaan wegen, zo ongeveer het enige campagnepunt van de partij dat er toe doet, is maar de vraag. De grote bonus van de N-VA is dat ze politiek nog maagdelijk is, maar dat was de Volksunie ooit ook.
De N-VA verwacht zelf ook moeilijke tijden na de federale verkiezingen. ‘Het wordt geen triomftocht’, weet N-VA-voorzitter Bart De Wever. Als CD&V en N-VA bij de regeringsformatie betrokken worden, zal de N-VA een harde staatshervorming moeten binnenhalen. De Wever zei hierover in oktober 2006 in Knack dat de partij niet dezelfde fouten mag maken als de Volksunie. De beslissende momenten van de Volksunie zijn altijd staatshervormingen geweest, van het Egmontpact tot de Lambermontakkoorden: het waren splijtzwammen voor de partij.
Bert Anciaux ziet N-VA precies dezelfde fouten maken als de Volksunie. ‘De N-VA heeft de splijtzwam al ingebouwd: de met CD&V bereikte akkoorden leveren dan wel zitjes in het parlement op, ze garanderen allerminst de verregaande staatshervorming die de partij belooft. Maar alleen, dat gaat niet meer. Ze hebben stevig moeten slikken toen ze na het binnenhalen van Jean-Marie Dedecker op hun schreden terug moesten keren.’
Bruno De Wever: ‘Je hebt het gezien bij Groen!, goochelen met de kiesdrempel is gevaarlijk. De N-VA zou op eigen kracht rond de vijf procent schommelen, nu drukken ze nog op de agenda van CD&V.’ De Wever benijdt zijn broer en N-VA-voorzitter Bart De Wever zijn positie niet: ‘De achterban van de N-VA zal zeer kritisch kijken naar wat het kartel met CD&V na de verkiezingen oplevert. Voor de N-VA wordt het rijden en omzien.’
DOOR BART WILLEMS