Gent herleeft! Twaalf jaar geleden was het een lachwekkende slogan, nu is het realiteit. Maar alles kan beter. VLD en SP gaan voor paars III. ‘Het werk is nog lang niet klaar’, zegt burgervader Frank Beke (SP). En om dat werk af te maken, wordt er meer naar Agalev gelonkt dan naar de CVP van Tony Van Parys.
‘Te veel investeringen in de kuip van Gent en te weinig in de rand? Ach, dat is nonsens. Vergelijk het met een appel. De schil kan er nog mooi groen uitzien, maar als er vanbinnen een rotte plek woekert, zal die schil uiteindelijk ook verkleuren. De rand heeft dus alle baat bij een goed werkende kernstad.’
Frank Beke zit aan de voet van het stadhuis, letterlijk in de schaduw van de mega-bloemenmand – een soort hangende tuin – die al maanden de kernstad siert. Of ontsiert, want stroppendragers hebben over alles een uitgesproken mening. Ze zullen bijvoorbeeld kankeren over het mobiliteitsplan van eerste schepen Sas van Rouveroij (VLD), maar ze doen dat dan wel op een zomers terrasje in het autoluwe centrum. Eens je niet meer van je sokken wordt gereden door auto’s, vergeet je al snel dat het ooit anders is geweest. Ze noemen Jan Hoet stekezot, maar ze hebben zich kostelijk geamuseerd tijdens Over the Edges. En een eenzaat blijft erbij dat hij liever schellen huufdflakke – geperste kop – rond de zuilen van de aula had gezien dan gerookte hesp.
Dat Gent leeft, is een feit. De culturele en architecturale uitstraling van de Oost-Vlaamse hoofdstad is daar maar één, zij het het meest manifeste, gezicht van. De relaties tussen de stad en het Festival van Vlaanderen zijn hersteld, het Internationaal Filmfestival komt eraan, kunstencentrum Vooruit is na tien jaar restauratie uit de steigers, de Gentse Feesten zijn weer gezellig wegens minder pensenkermis, en Hoet blijft op post. En er is het vooruitzicht van nog meer cultureel geweld, met de renovatie van de oude bioscoop Capitol op het Zuid (waar Geert – Les Misérables – Allaert straks neerstrijkt).
Nog meer goed nieuws. Er komen jobs bij, al daalt de werkloosheid onder allochtonen niet met dezelfde tred. De gaten in de stadskas zijn gedicht, de investeringen zijn tussen 1988 en 1999 meer dan verdubbeld (van 5,5 miljard onder de laatste CVP-burgemeester Jacques Monsaert naar 13,6 miljard onder Beke). Halverwege de jaren tachtig had Gent nog de naam de zieke man van Vlaanderen te zijn. ‘Nu zijn we ontegensprekelijk de sterkste Vlaamse stad’, zegt Sas van Rouveroij.
Kortom, het is goed vertoeven tussen de torens. Dat optimisme tekent ook Frank Beke, die stilaan over zijn schok van 13 juni 1999 heen is – het Vlaams Blok werd toen in het kanton Gent de tweede grootste partij na VLD: ‘Ik heb het stellige gevoel dat de verkiezingen van 8 oktober voor de SP beter zullen uitvallen dan die van 13 juni. En slechter voor het Vlaams Blok. Er heerst over het algemeen een goed gevoel in Gent. Er is minder gekanker. Dat merk ik aan mijn briefwisseling en ook onze ombudsvrouw merkt dat. Er hangt een sfeer van ambiance over Gent. Dat komt door de levende cultuur, maar ook door de successen inzake economie en tewerkstelling.’
Het is een boodschap die CVP en Agalev niet zullen, kunnen of willen ontkennen. Omgekeerd valt het op dat VLD en SP bijzonder toeschietelijk zijn voor de punten van kritiek die de oppositie naar voren brengt. Nuance: ze hebben vooral opvallend veel oor voor de groene kritiek.
Dat er te weinig groen is, heel zeker – al weet niemand echt waar er nog ruimte voor méér moet worden gevonden. De Kastelensite van Zwijnaarde biedt nog ruimte en over de Groene Vallei aan de Nieuwe Wandeling is het laatste woord nog niet gezegd. Dat behalve de geslaagde voorbeelden van sociale huisvesting, er nog altijd veel nood is en dat sommige projecten te grootschalig zijn of te lang aanslepen, wordt evenmin door paars ontkend. ‘6000 gezinnen zijn nog altijd op zoek naar een sociale woning’, zegt Beke. ‘Maar die nood lenig je niet met kleinschalige projecten van invulbouw. Dat er af en toe te grootschalig is gewerkt, klopt wel. Dat kwam door Domus Flandria.’ Al gaat de groene kritiek veel verder. Marc Heughebaert, lijsttrekker van Agalev: ‘Er zit een gat van een paar jaar in de sociale woningbouw en de sociale stadsvernieuwing. Domus Flandria heeft over de hoofden van de buurtbewoners heen blokken neergezet. Je kunt er gif op innemen dat dit de probleemwijken van morgen worden.’
Maakt Agalev van de verpauperde en vervallen negentiende-eeuwse stadsgordel een prioriteit, VLD en SP beamen volmondig dat ze daar nog veel werk op de plank liggen hebben. Beke: ‘Ik deel die zorg van Agalev. De situatie is in die gordel decennialang slechter geworden. En het evolueert ook nu nog te traag. We hebben vier miljard geïnvesteerd in de gordel, die slechts vier procent van onze totale oppervlakte inneemt, maar waar wel een kwart van de Gentse bevolking leeft.’
En Van Rouveroij: ‘Je ziet na tien jaar dat er wel degelijk iets gedaan is voor de herwaardering van de negentiende-eeuwse gordel, maar we zijn daar effectief nog helemaal niet mee klaar. Weet u, twaalf jaar is maar een zucht als je een stedelijk weefsel wilt bijsturen. Twaalf jaar paars heeft niet tot sclerose geleid. Er is veel voorbereiding nodig voor je op het terrein resultaten ziet. We komen nu na tien jaar eindelijk op dat punt, en daarom willen we ook voortdoen met deze ploeg.’
Van Rouveroij en Marc Heughebaert stonden tijdens het lang aanslepende debat over het omstreden mobiliteitsplan vaak tegenover elkaar, en Agalev splitste de liberale schepen een vooral nationaal niet verteerd referendum over een ondergrondse parking in de maag. De groenen lagen indirect ook aan de basis van het ontslag van VLD-schepen Guy Serraes, die stilletjes de politieke scène verliet, een tijd na zijn al dan niet bewuste onderschatting van de dioxine-uitstoot van de verbrandingsoven.
Toch lijkt dat alles geen vat te hebben gehad op de blauwe wil om met de groenen samen te werken. Toch niet op die van Van Rouveroij, kandidaat-burgemeester. ‘Hoe anders de CVP’, zegt Van Rouveroij in een opvallend open bui. ‘Die partij heeft in de jongste zes jaar niet één keer constructieve oppositie gevoerd. Zes jaar lang heeft de CVP afgebroken om af te breken. Ik kan mij geen enkele uitzondering op die trend voor de geest halen. Aan de oppositie van Agalev daarentegen bewaar ik de beste herinneringen. Zij kwamen wél met argumenten en alternatieven, en ze luisterden ook naar de onze.’
‘Als we na 8 oktober de ploeg moeten uitbreiden, dan zal ik met het volste vertrouwen gesprekken beginnen met Agalev. Ik sluit de CVP vanzelfsprekend niet uit, maar ze zullen toch wel van ver moeten komen om mij te verbazen.’
DAVID EN GOLIATH
Voor wie eraan zou twijfelen: SP en VLD zijn vast van plan om na 8 oktober door te gaan. Als het kan verder met de Volksunie die de afgelopen zes jaar in de persoon van Lieven Decaluwé één schepen (milieu) leverde. En die heeft zowel volgens SP als VLD het spel altijd heel correct gespeeld. ‘Hij kon gemakkelijk op de wip gaan zitten als het moeilijk werd, dat heeft hij nooit gedaan.’ En van Agalev verwachten SP en VLD dezelfde constructieve houding. De groenen lijken daartoe ook bereid.
Nochtans hebben de relaties van het paarse bestuur met Agalev op zes jaar tijd merkwaardige bokkensprongen gemaakt. In 1994 viel Agalev uit de boot. Officieel omdat de groenen, en met name Heughebaert, te fundi werden bevonden. ‘Een stok om de hond te slaan’, zegt Heughebaert. ‘Er is nooit onderhandeld. Wij hadden gewoon een lijstje overhandigd met de thema’s waarover wij het tijdens onderhandelingen wilden hebben. Maar dat is nooit nodig geweest. Anders dan in Hasselt heeft de SP er Agalev in 1994 niet willen bijnemen omdat er dan een stukje macht moest worden ingeleverd.’ De portefeuille van milieu vonden de groenen overigens een ‘lege doos’, omdat het afvalbeleid er werd uitgelicht.
Dat Heughebaert een fundi was, keerde ook vorig jaar nog eens terug als een gemakkelijke uitleg nadat een poging van de SP om met Agalev een kartel uit de grond te stampen strandde in ‘Brussel’. De vraag kwam er na de zomer van 1999 van Gentenaar en federaal minister Luc Van den Bossche (SP). In de Arteveldestad zelf heeft Agalev dat aanbod toen ernstig overwogen, maar in de Brusselse Wetstraat beleefde de roodgroene relatie toen net momenten van hoogspanning. Bovendien kreeg een verruimingsgebaar van rood naar groen een heel andere betekenis omdat de SP op 13 juni als verliezer uit de bus kwam, en Agalev als winnaar. Met enig gevoel voor overdrijving: het leek plots alsof David Goliath grootmoedig uitnodigde om de krachten te bundelen.
Agalev vreesde ook dat de Gentse SP, met Beke op kop, de groenen wilde ‘gebruiken’ om vooral de vernieuwing in eigen stal te forceren. De Gentse SP heeft met de Antwerpse SP gemeen dat ze te lang is blijven stilstaan bij een ooit rijk en machtig rood verleden. En dat de weerstand tegen vernieuwing in de baronnie daardoor zeer taai was.
Of er een verband is of niet, feit is dat na de mislukte kartelpoging met Agalev de SP er toch nog in geslaagd is om op enkele maanden tijd een vernieuwende, jonge lijst samen te fietsen. Dat zegt niet alleen Beke zelf, ook Heughebaert stelt het tevreden vast: ‘De vernieuwing die er nu bij de SP is, juichen wij toe. Het maakt de SP nog meer tot onze preferentiële partner.’
En ook Beke is niet rancuneus. ‘Mijn hart maakte een sprongetje toen Van den Bossche het initiatief nam om Agalev uit te nodigen voor een kartel. Eindelijk, dacht ik. Maar ik was wellicht iets te ongeduldig om het nog voor 8 oktober te realiseren. Dat het er niet van is gekomen, maakt mij evenwel niet mismoedig. Het kan nog de goede richting uitgaan. Dat de hergroepering er komt, is voor mij nog altijd zonneklaar.’
Dat alles verklaart ook waarom Heughebaert maanden geleden al met zoveel aplomb durfde te stellen dat Agalev bedankt voor deelname aan een oranjeblauwe coalitie. Het is met de SP of niet.
Alleen blijft het ook voor de groenen koffiedik kijken over de precieze verhoudingen binnen het blauwe huishouden in Gent. Van Rouveroij is door zijn partij gedesavoueerd omdat hij al te hardnekkig vasthield aan essentiële punten van zijn mobiliteitsplan. De VLD meende dat ze de kritiek van de middenstand, grotendeels vertolkt door CVP en de eeuwige Gentse rebel Edmond Cocquyt, duur zou betalen. Cocquyt, die tot nu toe met een eigen lokale partij (WIT) naar de stembus trok, werd binnengehaald en staat nu op de lijst van de VLD.
Cocquyt daarover in zijn eigen verkiezingsdrukwerk: ‘Enkele maanden geleden kreeg ik van premier Guy Verhofstadt het toch wel verrassende aanbod om op de VLD-lijst te staan. Ik heb dat genereus aanbod uiteindelijk maar kunnen en willen aanvaarden na te hebben onderhandeld en verregaande afzwakkingen aan het mobiliteitsplan te hebben bekomen.’ Getekend: Cocquyt, voor ‘de belangen van de middenstand en de automobilisten’.
‘Ik zou hem niet spontaan op mijn lijst hebben gezet’, knarsetandt Van Rouveroij. ‘Maar goed, ik heb samen met Guy Verhofstadt gezocht naar de sterkst mogelijke VLD-lijst. Guy overtuigde mij ervan dat het altijd verstandiger is om je tegenstander tot bondgenoot te maken, zonder op je principes in te leveren. En zo geschiedde met Cocquyt.’ Samen met Cocquyt kwam er een tiental aanpassingen van het mobiliteitsplan en Cocquyt kreeg van Verhofstadt zelfs de eer om die als kersverse VLD’er wereldkundig te maken (zeer tot ongenoegen van de Gentse VLD-voorzitter Geert Versnick). ‘Die aanpassingen waren al verworven binnen de VLD voor Cocquyt op onze lijst kwam staan’, zegt Van Rouveroij afgemeten. ‘En verder blijft het mobiliteitsplan overeind.’
Ook Heughebaert heeft er vertrouwen in: ‘Van Rouveroij is vernieuwingsgezind, en ik wil hem wel geloven. Cocquyt is niet mijn probleem, maar dat van de VLD.’
GEROMMEL IN DE ONDERBUIK
De CVP krijgt het dus niet gemakkelijk om de voortzetting van paars te keren. Voor de VLD en Agalev samen blijft het vooral gissen naar de prijs die de SP zal vragen om de burgemeesterssjerp eventueel te laten varen in een derde paarse coalitie. ‘Stel dat de CVP Beke wil laten voorgaan’, zegt een bron. ‘In de veronderstelling dat de CVP sterk genoeg uit de stembus komt natuurlijk. Hoe politiek Gent er na 8 oktober zal uitzien, heeft met veel meer te maken dan met de sjerp. De vraag is: welke drie middelgrote partijen zullen een coalitie sluiten.’ In het begin van het jaar liet Frank Beke verstaan dat het voorzitterschap van het OCMW hem wel iets zou zeggen. Maar naar verluidt is zijn zin om burgervader te blijven de jongste maanden weer aangescherpt, terwijl ook Van Rouveroij op zijn strepen blijft staan.
Met gewezen minister van Justitie Tony Van Parys hoopt de CVP paars te treffen op enkele zwakke flanken in het goed-nieuwsverhaal van het stadsbestuur. Het mobiliteitsplan was daar één flank van, maar dat is nu met de overstap van Cocquyt – die volgens Van Parys overigens ook met de CVP gepraat heeft – grotendeels ‘onbruikbaar’ geworden als voer voor de oppositie.
De andere zwakke flanken van paars zijn delicater omdat de CVP er automatisch mee op het terrein van het Vlaams Blok komt. Iets wat zowel door het huidig bestuur als door Agalev met afgrijzen wordt gevolgd. Als er onrust heerst achter de frisse façades, heeft dat ook in Gent heel veel met het thema van (on)veiligheid te maken. En zoals in Antwerpen kan of wil de CVP daar niet over zwijgen.
Van Parys is de meest volkse van de drie kandidaat-burgemeesters: Beke is en blijft een intellectueel, heet het dan, en Van Rouveroij wordt door de Gentenaars wel eens den Hollander genoemd door zijn tongval. De CVP hoort en ziet in parochiezaaltjes en wijkkringen veel meer dan de paarse ploeg die vorig jaar begonnen is met zogenaamde samenspraak- of contactdagen. Bovendien heeft Van Parys als gewezen minister behoorlijk wat entrées in kringen van politie en parket en ook daar hoort hij verontrustende zaken.
Gent is jarenlang een pilootstad geweest op het vlak van politiehervorming, en Beke heeft zich altijd een voorstander getoond van een sterke basispolitiezorg, maar op het terrein kwakkelt het. ‘De wijkpolitie zit volledig aan de grond’, zegt Van Parys. ‘Ik ben in wijkcommissariaten geweest waar welgeteld één agent was om alle klachten en vragen te verwerken. De politie heeft de eigen werking doorgelicht en berekend dat ze 250 voltijdse agenten extra nodig heeft om normaal te kunnen functioneren. Ik was het eens met Beke en Brice De Ruyver (de man die de Gentse politiehervorming gepatroneerd heeft, nvdr) dat de basispolitiezorg primordiaal is. Maar uit de cijfers blijkt vandaag dat het beleid naar het tegendeel is geëvolueerd. Alles werd geconcentreerd op enkele wijken waardoor er in andere wijken geen basispolitiezorg meer is. Dat vertaalt zich in de criminaliteitscijfers. Vooral het aantal diefstallen, in winkels en auto’s, van fietsen en handtassen, is gevoelig gestegen.’
Cijfers die Beke met gemak weerlegt: door het actief fietsbeleid van de afgelopen jaren zijn er meer fietsen in de stad en neemt dus ook de diefstal ervan toe en – fundamenteler – omdat er meer antennes zijn, worden er ook meer delicten aangegeven. Wel onderkent de burgemeester het probleem van onderbemanning. ‘We hebben de capaciteit een klein beetje onderschat. We dachten dat elke agent allround zou zijn, maar dat stond haaks op de traditie in het Gentse politiekorps. Er is zeker een overbevraging. Dat er meer politiemensen moeten komen, betwist ik niet. Maar je moet het ook kunnen betalen. In 1988 ging er 1,2 miljard naar werkingskosten en lonen, dit jaar is dat 2 miljard.’
Zorgwekkender en nog delicater in tijden van verkiezingen is evenwel de aanpak van de georganiseerde criminaliteit. Of liever, het ontbreken van zo’n aanpak. Gent is en blijft nog altijd een plek voor mensenhandel. In bepaalde wijken gebeurt dat achter de façades van horecazaken en allerhande VZW’s. Ze zijn niet in orde met de fiscale en economische wetgeving en worden desondanks door politie en parket quasi ongemoeid gelaten. Van Parys: ‘Taksen worden niet betaald en processen-verbaal worden aan de lopende band geseponeerd. Deze VZW’s zijn een dekmantel voor illegale activiteiten: drugs, mensenhandel, prostitutie, witwaspraktijken.’
Het probleem wordt in bestuurskringen officieus erkend. De reactie erop is eerder schichtig. ‘Ik zal die wantoestanden niet ontkennen, maar je moet ze ook niet overdrijven’, zegt Beke. ‘Het overstijgt de bevoegdheid van de lokale politie. En ik vraag me af waarom de gewezen minister van Justitie daaromtrent geen initiatieven heeft genomen?’ Hetzelfde verweer in VLD-kringen: ‘We krijgen onvoldoende medewerking van de federale instanties. Een reden te meer waarom Gent zwaarder moet kunnen wegen in Brussel dan tot nu toe het geval was.’
Dat laatste gaat niet alleen over politie en justitie. Geert Versnick: ‘Van Parys maakt in zijn verkiezingscampagne schone sier met de CVP-plannen voor een groots voetbalstadion voor KAA Gent. Sorry, maar het is wel Jean-Luc Dehaene die beslist heeft om 200 miljoen aan Brugge te geven en niet aan Gent. Zo is Gent uit de boot gevallen voor Euro 2000.’
DE MONDIGE GENTENAAR
Niet alleen Brussel luistert te weinig naar Gent, Gent luistert ook te weinig naar de bevolking. Vooral dan de bevolking van de deelgemeenten. Willens nillens is de Arteveldestad een laboratorium voor directe democratie geworden. Er is veel leergeld betaald met de volksraadpleging over het mobiliteitsplan. Veel meer dan over mobiliteit, heeft het maanden later geleid tot een zeer levendig politiek debat over inspraak en betrokkenheid.
Ook op dit punt valt op dat VLD, SP en Agalev fundamenteel van mening verschillen met de CVP. Van Parys wil het democratische deficit met districtsraden oplossen. De drie andere partijen zien daarin vooral een verkapte defusie en verdenken er de CVP van dat ze via die weg de iets rijkere en minder verstedelijkte deelgemeenten een proportioneel zwaardere stem willen geven in het kapittel. In die gemeenten (van Zwijnaarde tot Sint-Denijs-Westrem) heeft de CVP historisch altijd sterker gestaan dan in de stad zelf en in de verstedelijkte gordel.
Dat neemt niet weg dat ook Agalev met de CVP de mening deelt dat Beke en zijn ploeg te exclusief aandacht voor de kuip van Gent hebben gehad. Heughebaert: ‘Van Rouveroij heeft alles op het mobiliteitsplan gezet, waardoor de lade voor andere projecten nagenoeg leeg was. Er zijn geen wijkstructuurplannen die met de bewoners in de buurten zelf zijn uitgediscussieerd. Meer en meer werden en worden grote projecten van bovenaf opgelegd: het nieuwe gerechtshof aan het Rabot, het project voor de Groene Vallei (waar 240 appartementen, kantoren en 750 ondergrondse parkeerplaatsen gepland zijn, nvdr). Qua inspraak en communicatie met de bevolking zit deze ploeg aan het eind van zijn Latijn.’
Er is natuurlijk nog altijd 8 oktober.
Foto’s: Patrick De Spiegelaere
Filip Rogiers