De strateeg
Zoals Napoleon niet de bedenker maar wel verspreider van de ideeën van de Franse Revolutie was, zo was hij ook niet de uitvinder van de nieuwe militaire strategieën die in zijn tijd opgang maakten. Wel had hij als man van de praktijk het onmiskenbare talent om alle vernieuwende ideeën op het slagveld in klinkende overwinningen om te zetten.
Nog voor de Franse Revolutie uitbrak, trad in Frankrijk een ‘verlichte’ generatie militairen naar voren. Net zoals in de rest van de Franse maatschappij was er in het leger een pijlsnelle, radicale modernisering aan de gang. De jonge garde gooide alles om, in weerwil van de verkalkte maarschalken aan het hof in Versailles. Jonge officieren gingen buiten de lijntjes kleuren, anders denken en nieuwe auteurs te bestuderen.
Een van hen was chevalier Jean du Teil, die over de artillerie het baanbrekende werk De l’usage de l’artillerie nouvelle schreef. Een andere vernieuwer, ingenieur de Gribeauval, lanceerde een complete revisie van de manier waarop met de artillerie werd omgegaan. Zijn inzichten zouden enkele jaren later leiden tot een absolute dominantie van het Franse vuurgeschut in de eerste veldslagen van de revolutie. Generaal Bourcet publiceerde de Principes de la guerre de montagnes en generaal Guibert kwam met Essai général de tactique. Het waren stuk voor stuk vernieuwende meesterwerken.
Onder impuls van generaal Du Teil heeft Bonaparte de nieuwe militaire principes uiterst grondig bestudeerd. Wat Du Teil, Bourcet en Guibert hem leerden, was hoe snelle legerverplaatsingen een oorlog kunnen beslechten, hoe numerieke superioriteit op een specifiek punt in de slag de beslissing kan forceren, hoe verbindingen tussen de legeronderdelen een numeriek zwakkere strijdmacht toch de bovenhand kunnen doen krijgen.
Theorie was één zaak, uitvoering iets heel anders. Daarvoor was het wachten op de eerste grote veldslagen van Napoleon, bijna tien jaar later. Toen de generaals Du Teil en Guibert hun nieuwe militaire theorieën opstelden, beseften ze dat er iemand met heel bijzondere talenten nodig zou zijn om zoiets voor elkaar te krijgen. Generaal Guibert had in zijn Essai général de tactique zelfs geschreven dat er ‘een man zou opstaan die faam zou verwerven niet dankzij woorden of boeken, een man die had nagedacht in stilte, die zich misschien niet bewust was geweest van zijn talent, en die daar pas achter kwam op het moment dat hij de kans had om ze toe te passen en die weinig had gestudeerd. Deze man zal een grote invloed uitoefenen, zal de omstandigheden weten te benutten en het momentum aanwenden.’ Merkwaardig profetische woorden. Guibert kon toen niet vermoeden dat de man over wie hij droomde niet alleen een leger, maar een heel continent zou aanvoeren. Napoleon heeft de grote principes van zijn krijgskundig denken aan de vooravond van de Franse Revolutie geleerd en ze daarna op meesterlijke wijze geperfectioneerd en in de praktijk toegepast.
Onverdraaglijke methodes
Napoleons militaire genie kwam voor het eerst onder de aandacht van Europa naar aanleiding van zijn optreden in Noord-Italië in 1796. Op bevel van de republikeinse regering diende hij in de grensstreek met Piemonte een inval van Oostenrijk af te slaan. Hij deed veel meer dan dat.
Op 11 april 1796 trok hij met zijn leger de Povlakte in via de Cadibonapas, die precies tussen de Alpen en de Apennijnen ligt. Meteen kwam het tot zware gevechten. Hoewel Napoleons leger numeriek niet veel voorstelde, boekte hij drie overwinningen op rij: op 12 april in Montenotte, op 13 april in Millesimo en op 14 april in Dego. Zo raakten de Sardijnse troepen gescheiden van hun Oostenrijkse bondgenoten. Elke tactische stap die Napoleon had gepland, bleek de juiste te zijn. Elk gevecht had hij beter voorbereid dan de tegenstander. Niemand kon de troepen zo snel naar de juiste plekken laten marcheren. Op de stafkaarten wist hij hinderlagen en opportuniteiten te ontdekken, zowel voor zichzelf als voor de tegenstander.
Nog eens twee weken later hadden de Fransen opnieuw zes gevechten gewonnen, vier Oostenrijkse forten ingenomen, 50.000 krijgsgevangenen gemaakt en bijna heel Piemonte veroverd. Kortom, in Noord-Italië vond Napoleons militaire genie het juiste terrein om zich te openbaren. ‘We begrijpen er helemaal niets meer van’, had een gevangengenomen Hongaarse officier tijdens zijn ondervraging na de slag van Lodi gezegd. ‘We hebben te maken met een generaal die zich soms voor ons bevindt, soms achter ons, en dan weer op onze flank; men weet nooit hoe hij zich gaat opstellen. Dit soort oorlogvoering is onverdraaglijk en gaat tegen alle regels in.’
In Italië liet Napoleon alle grote principes zien die zijn latere grote veldslagen zouden kenmerken: de oorspronkelijke verdeling van de troepen in drie groepen of kampen, elk op ongeveer dertig kilometer van elkaar; hun snelle concentratie na een opmars die voor zonsopgang begon; het veroveren van een centrale positie om van daaruit de gescheiden delen van de vijand aan te vallen; het aantasten van de vijandelijke communicatielijnen; het als een net uitspreiden van de divisies om de flanken van de vijand in te sluiten; het combineren van een frontale aanval met een verrassingsaanval op de flanken; het gebruik van een rivier om een aanval op de achterhoede van de vijand te maskeren; het concentreren van een numeriek overwicht op één specifiek punt op het slagveld; en vooral de nooit eerder geziene snelheid waarmee de Franse troepen zich verplaatsten en hun voortdurende, niet aflatende energie tijdens de actie.