Toen de publieke opinie vorige week wat minnetjes deed over de bevoegdheden die Marianne Thyssen toebedeeld kreeg als nieuwe eurocommissaris, kwam er onverwacht steun vanuit de socialistische oppositie. Europarlementslid Kathleen Van Brempt juichte de Belgische ‘sociale commissaris’ toe, en rekent erop dat Thyssen ‘sociale dumping de wereld uit helpt’. Van Brempt is het enige Europarlementslid van de SP.A. Tegenwoordig verdeelt ze haar aandacht over Europa en Antwerpen, en haar eigen partij natuurlijk. ‘We missen de moed van onze overtuiging.’
Kathleen Van Brempt is een tijdje uit de belangstelling geweest. Ze is 44 jaar, zowat de leeftijd waarop politici als Elio Di Rupo of Yves Leterme voor het eerst een regeringspost bemachtigden. Van Brempt is inmiddels al vijf jaar minister af. Het was een afscheid in mineur van de Vlaamse regering. In de pers ging alle aandacht toen naar het ontslag van Frank Vandenbroucke en de verrassende keuze voor Ingrid Lieten in plaats van de ‘gebuisde’ Peter Vanvelthoven. Aan de exit van Van Brempt werden weinig woorden verspild. Haar lot wekte weinig compassie en al helemaal geen empathie.
KATHLEEN VAN BREMPT: ‘Ik heb toen één avond gehuild. En ik ben lang boos geweest. Maar ik herinner me nog precies de dag dat ik die negatieve periode afsloot. Dat was bij mijn eerste zitting van het Europees Parlement (EP) in Straatsburg. Dat voelde als thuiskomen. Het Europees Parlement blijft bijzonder boeiend en interessant. Samen met het Amerikaanse Congres zijn we het machtigste parlement ter wereld. Toen ik in 2000 voor het eerst in het EP kwam, voelde ik me als Alice in Wonderland.’(lacht)
‘Eind goed, al goed’ lijkt het. Maar zo’n ontslag snijdt toch in je ziel?
VAN BREMPT: Ik heb uit mijn ‘demotie’ veel geleerd. Ik zie nu scherper dan vroeger dat wij, socialisten, slecht omspringen met onze mensen. We verspillen te veel politiek talent en ervaring. En dan heb ik het niet over mezelf. Ik vind het erg dat Bart Martens en Saïd El Khadraoui uit het Vlaams, respectievelijk Europees Parlement zijn verdwenen. Dat is een groot verlies voor de SP.A. Maar we realiseren ons dat onvoldoende. We gaan te achteloos met elkaar om. We doen voortdurend ons eigen ding. Dat individualisme is stilaan in het DNA van onze partij geslopen. Het was de voorbije jaren te veel ‘ieder voor zich’. De toekomstige voorzitter zal vooral een teamspeler moeten zijn.
En hij mag John heten? U hoort bij het anti-Tobbackkamp: uw naam stond onder de beruchte ‘open brief’ met kritiek op de voorzitter wegens zijn slappe optreden tijdens de zigeuneraffaire in Landen.
VAN BREMPT: Dat was geen open brief, maar een interne mail.
Het was een interne mail tot de inhoud ervan in de pers verscheen.
VAN BREMPT: Dat heb ik betreurd. Onze kritiek had intern moeten blijven.
Is dat niet wat flauw? Eerst kritiek leveren en zo de oorlog in de SP.A nog wat oppoken, en dan sussen.
VAN BREMPT: U zou eens moeten weten hoe vaak ik al kritiek op mijn partij heb geleverd die ik voor geen geld in de krant had willen zien staan.
John Crombez heeft zich ook niet als ploegspeler opgesteld door zich te profileren als kandidaat-voorzitter.
VAN BREMPT: Zijn kandidatuur heeft het voordeel van de duidelijkheid: iedereen weet nu dat er minstens één kandidaat-voorzitter is.
Mag er meer dan één kandidaat-voorzitter zijn?
VAN BREMPT: Het is aan Bruno Tobback om dat uit te maken. Ik heb me voorgenomen om de nieuwe voorzitter loyaal te steunen, wie het ook wordt. Ik zeg u dus niet op wie ik zal stemmen. En ik was niet aanwezig op recente partijbureaus: ik kan u dus geen smeuïge details vertellen.
Zowel voor Crombez als voor Tobback blijft u vriendelijk. U looft Marianne Thyssen. Voelt u zich wel goed?
VAN BREMPT: Waarom is het zo ongewoon om positieve dingen te zeggen over een collega, zelfs van een andere partij? Marianne en ik hebben ook grote politieke meningsverschillen. Ze was zelfs een paar keer behoorlijk boos op me. Zij verdedigde met de Europese Volkspartij (EVP, de Europese christendemocraten en conservatieven, nvdr) de harde besparingen en het strikte begrotingsbeleid van de Europese Commissie. Ik vind dat een fundamenteel onrechtvaardig beleid omdat het gewone mensen zwaar treft. De bevolking heeft de crisis niet veroorzaakt, dat hebben de banken gedaan. Dat strakke EU-beleid blijft economische en sociale onzin.
Thyssen heeft die harde lijn altijd gesteund. Toch applaudisseert u voor haar.
VAN BREMPT: Niet om die reden. Maar Marianne wil graag de PES (de Europese sociaaldemocraten, nvdr) mee verantwoordelijk stellen voor het besparingsbeleid. Dat klopt niet. Ook al hebben we compromissen gesloten, we zaten mentaal in de oppositie in de EU. Alle sociaaldemocraten hebben er spijt van dat we ooit de aanstelling van EU-Commissievoorzitter José Manuel Barroso hebben goedgekeurd.
Jean-Claude Juncker heeft Thyssen in zijn Commissie gehesen, als allerlaatste commissaris, omdat hij nu eenmaal negen vrouwen erbij moest hebben. Is zij geen excuustruus?
VAN BREMPT: Jullie journalisten zoeken altijd naar negatieve kantjes. CD&V kon intern niet om Marianne heen. Een eurocommissaris is vandaag belangrijker dan een federale premier. Ik hoop dat Juncker erin slaagt om van de EU weer een positief project te maken. Ook daarom was ik blij met Sociale Zaken voor Marianne. Ik snap gewoon niet waarom al die experts en commentatoren gokten op Concurrentiebeleid. Wat is daar nu zo belangrijk aan?
De collega’s van De Tijd twitterden nog tijdens de persconferentie waarop Juncker de bevoegdheden van de nieuwe commissarissen voorstelde, dat de portefeuille van Thyssen niet zo zwaar weegt.
VAN BREMPT: Met alle respect voor De Tijd, maar die krant schrijft graag over megafusiesen de vraag of dat allemaal wel volgens de regeltjes verloopt. De man en de vrouw in de straat zijn daar niet mee bezig. Hun prioriteiten zijn werk, sociale bescherming, leefmilieu en klimaat. Dat blijkt uit alle eurobarometers. Je helpt het sociale en economische weefsel van Europa niet vooruit door multinationals te beboeten. Ik doe niet aan politiek om politieagent te spelen, maar om de samenleving te veranderen en dat kun je met werk en sociale zaken.
De EU is er nooit in geslaagd om de lidstaten een minimumloon te laten invoeren. Met Marianne Thyssen zal dat allemaal veranderen?
VAN BREMPT: Ik voel gewoon dat deze EU-commissie anders in elkaar zit dan de commissie-Barroso. Ik denk dat het Juncker menens is om de EU opnieuw met visie te besturen vanuit de Commissie – dat is van Jacques Delors geleden. En dus ben ik blij met een Belgische politica op Sociale Zaken. Marianne Thyssen behoort inderdaad niet tot de linkervleugel van CD&V, maar met haar verleden bij Unizo weet ze perfect dat de kmo’s niet de grote winnaars zijn van het Europese liberaliseringsbeleid. Ze hebben als eerste last van sociale dumping. Thyssen weet goed dat 15.000 banen verloren gingen in onze bouw- en transportsector aan werknemers uit Oost-Europese landen. Die werken hier, maar betalen lage socialezekerheidsbijdragen in hun herkomstland. Dat is pas oneerlijke concurrentie.
U bent als enige SP.A’er verkozen. Europees heeft uw partij de ondergrens bereikt.
VAN BREMPT: Ik zou ook liever met vier SP.A’ers verkozen zijn. Eén verkozene is niet voor herhaling vatbaar. En toch is de macht van mijn partij toegenomen, want ik ben vicevoorzitter van de PES en als een soort fractieleider bevoegd voor klimaat en energie.
U bent fractieleider van uzelf?
VAN BREMPT:(verontwaardigd) Néé! Ik ben lid van het tienkoppige bureau dat onze fractie van 191 parlementsleden aanstuurt. Welke macht hebben de vier N-VA-verkozenen? Ze zitten bij de ECH (Europese Conservatieven en Hervormers, nvdr). Hun fractie is iets groter dan de liberale, maar als eurosceptici zitten ze volledig in de marge.
Voelt u zich mee verantwoordelijk voor de belabberde verkiezingsuitslag van de SP.A?
VAN BREMPT: Ja. Als Europees lijsttrekker ben ik verantwoordelijk, samen met de Vlaamse en federale lijsttrekkers en partijkopstukken.
De generatie die na de Teletubbies kwam, heeft het niet waargemaakt.
VAN BREMPT: Dat klopt. We hebben niet echt een goed team gevormd. De negatieve spiraal omkeren, wordt een werk van lange adem.
Uw partij probeert al tien jaar het tij te keren. Al sinds de paarse verkiezingsoverwinning van Steve Stevaert in 2003 gaat het bergaf met de SP.A. Jullie zijn al tevreden als het electorale verlies meevalt. ‘We stagneren’, jubelen jullie dan.
VAN BREMPT: Reken maar dat we vandaag helemaal niet meer vinden dat het meevalt. Vandaar dat we nu in woelig vaarwater zitten.
U bedoelt de perikelen rond voorzitter Bruno Tobback?
VAN BREMPT: Ik wil wat vandaag fout gaat niet alleen toespitsen op de voorzitter. Onze grootste fout is dat we bij voorgaande slechte verkiezingen onvoldoende erkend hebben dat het helemaal niet goed ging met de SP.A. We stagneerden wel, maar we gingen toch telkens zo snel mogelijk over tot de orde van de dag. We wilden zo graag erbij zijn in de regering. Nu zijn we in de oppositie beland. Misschien is dat net goed voor de SP.A. We móéten ons nu wel bezinnen. Dus vind ik de crisis die de SP.A nu doormaakt niet eens zo slecht. Eindelijk verplichten de omstandigheden ons om eerlijk naar onszelf te kijken. En zo’n periode gaat altijd samen met wantrouwen, met eens roepen en tieren. Op zich is dat niet zo slecht, maar ik wil dat wel niet in de krant lezen.
Ook u wilde voortregeren toen u Vlaams minister was. U zag toen ook niet in dat de partij al vierkant draaide?
VAN BREMPT: Als jong minister besefte ik dat inderdaad niet. Ik zou het vandaag zeker anders aanpakken.
Zijn er zaken waarvan u spijt hebt?
VAN BREMPT: (zonder aarzeling) Het dossier van het rekeningrijden. Als minister van Mobiliteit besefte ik dat we daar vroeg of laat over moesten beslissen, maar we deden het niet. Bart Martens wilde als nieuwbakken parlementslid dat debat stevig aanzwengelen, maar ik heb hem als minister toen het zwijgen opgelegd. Waarom? Omdat dat thema electoraal te gevoelig lag bij de doorsnee-Vlaming. Nu zou ik Martens steunen en het rekeningrijden proberen door te drukken.
N-VA-minister Ben Weyts durft vandaag het rijbewijs met punten wél op tafel te leggen. Ondanks de kritiek erop, ook vanuit zijn eigen electoraat: ‘Een belasting voor automobilisten’.
VAN BREMPT: Maar vroeger durfden wij dat soort dingen ook! Ik heb als minister massaal veel flitspalen gezet. Ik heb een verbod ingevoerd voor roken op het werk. Dat waren allemaal onpopulaire maatregelen. En wie herinnert zich vandaag nog dat de SP.A ooit de partij was met ministers die illegaal gebouwde huizen durfden te laten afbreken?
Dat was het sluitstuk van het beleid van Eddy Baldewijns en Steve Stevaert. Nogmaals: vijftien jaar geleden.
VAN BREMPT: De SP.A moet het duurzaamheidsthema – want dat is het – volop in het publieke debat brengen, of we nu in de regering zitten of niet. (schraapt de keel) We zijn een waardenpartij. We staan voor vrijheid, gelijkheid en sociale rechtvaardigheid. Die zijn onlosmakelijk verbonden met duurzaamheid. Duurzaamheid zou voor mijn partij de ultieme toetssteen moeten zijn. Net zoals gelijkheid en sociale bescherming dat nu al zijn. Als we geen duurzame oplossingen bedenken, zullen de laagste inkomens het gelag betalen. Als we niet zorgen voor voldoende toevoer van alternatieve energie, zullen straks de energiecrisissen de kleine man het hardst treffen.
Terwijl ‘links’ toch de kop van Jut zal zijn als het licht uitgaat. Dat zal dan niet in de schoenen van Electrabel of Elia geschoven worden, maar in die van SP.A en Groen, die per se de kerncentrales wilden sluiten.
VAN BREMPT: (zucht) Ik weet het. Het bizarre is dat het allemaal in onze congresteksten staat, maar dat we die bekommernis niet uitdragen. Ik heb in Europa aan de kar getrokken voor maatregelen voor duurzame energie, tegen lawaaihinder en tegen CO2-uitstoot. Dan kom ik terug in België en zie ik lage dieselprijzen en een enorm bedrijfswagenpark. Waarom zegt de SP.A niet: ‘Dat moet helemaal anders’? Steve (Stevaert, nvdr) zette als Vlaams minister van Mobiliteit uitdrukkelijk in op duurzame mobiliteit en openbaar vervoer. Dat vind ik nog altijd een van zijn grote verdiensten.
U bent de eerste SP.A’er in jaren die zo uitgebreid de lof van Stevaert durft te zingen. Dat steekt af tegen het doorsneebeeld van hem: de paarse potverteerder met zijn gratisverhaal.
VAN BREMPT: We kunnen een scheut ‘Stevaert’ weer goed gebruiken. Niet de man zelf, wel zijn manier van aan politiek te doen. Hij zette de sterke punten van de eigen boodschap op een creatieve manier in de verf. Hij zorgde ervoor dat de SP.A een warme partij werd, waarmee veel progressieven zich graag associeerden. Helaas is die periode afgesloten toen de Teletubbies onderling ruzie kregen. Daarna bleek er nog weinig achter de politieke boodschap te zitten, behalve een goede directeur communicatie en een directeur marketing. Maar dat werkt niet, hè. We hebben al te veel jaren te weinig de moed van onze overtuiging getoond. We hebben nog altijd een mooi verhaal, maar we zijn vergeten hoe onze boodschap op een authentieke manier te brengen.
Dat laatste klinkt als een weinig authentiek cliché.
VAN BREMPT: Waarom is de N-VA in staat om verkiezingen te winnen? Omdat hun boodschap – die de mijne niet is – een aantal mensen recht naar het hart gaat. Omdat ze duidelijk zijn in wat ze zelf willen. Natuurlijk zullen we met de SP.A echt hard oppositie voeren, ook al omdat dat onze democratische plicht is. Maar we zullen niet meer mensen voor ons doen stemmen door alleen maar heel hard tégen deze regering te zijn. We moeten onze kiezers ook een perspectief bieden.
Door die voortdurende afkalving van uw partij behoort u na twintig jaar nog altijd tot ‘de jonge generatie’.
VAN BREMPT: (lachje) Ik behoor tot de generatie die in de schaduw van Patrick Janssens veel heeft mogen leren. Het is nu mijn verantwoordelijkheid om de kennis en ervaring van die tijd door te geven aan de échte jonge generatie.
Patrick Janssens heeft zijn historische verdiensten. Hij heeft in 2006 Filip Dewinter geklopt in de strijd om de Antwerpse sjerp en zo in het hele land de neergang van het VB veroorzaakt. Maar zijn verdienste voor zijn eigen partij?
VAN BREMPT: Komaan, Patrick was veel belangrijker dan dat. Hij is vooral een ontzettend goede burgemeester geweest.
En een partijleider die de Antwerpse SP.A in een weinig florissante staat heeft achtergelaten.
VAN BREMPT: Dat klopt, en hij weet dat zelf ook.
De SP.A was in Antwerpen electoraal wellicht minder ver weggezakt indien Janssens bij de jongste verkiezingen nog eenmaal op de lijst had willen staan.
VAN BREMPT: Ik weet dat ik mij populair kan maken door nu iets onvriendelijks over Janssens of Stevaert te zeggen, want dat hoort nu blijkbaar zo. Maar dat doe ik dus niet. Ik herinner me hen vooral als twee socialisten van wie ik veel heb geleerd, en met wie ik nog uitbundig verkiezingsoverwinningen heb gevierd. Maar misschien dat zij juist daarom een slechte pers krijgen.
U reikt nu plots Groen de hand voor ‘progressieve samenwerking’. Voor een partij in gestage afkalving komt dat erg opportunistisch over.
VAN BREMPT: Daarvan mag u mij toch niet verdenken? Ik was nog lid van de SP-Jongeren toen ik al interviews gaf over progressieve frontvorming. Ik ben nog met Bart Staes en Luckas Vander Taelen naar Rome gereisd voor een bezoek aan de Regenboogpartij. Met Staes vorm ik in het Europees Parlement al jaren een feitelijk kartel. Helaas stonden we bij de verkiezingen op afzonderlijke lijsten.
Dus ook voor socialisten is Groen de toekomst. Groen is tenslotte toch de partij van de duurzaamheid?
VAN BREMPT: Onzin. Recht op schone lucht en gezondheid is een sociaal recht. Duurzaamheid is dus een integraal deel van elk progressief verhaal. Maar het gaat natuurlijk ook om concrete politieke actie. Zeker in Antwerpen is het vandaag toch duidelijk dat SP.A en Groen móéten samenwerken. Je moet toch stekeblind zijn om niet te zien dat we Bart De Wever alleen maar weg kunnen krijgen als Groen en SP.A samenwerken? Er is geen alternatief voor een centrumlinks kartel in Antwerpen. Lijst de voornaamste kritieken van SP.A en Groen tegen dit stadsbestuur maar op: er zijn amper verschillen.
O ja? Is de SP.A nu voor of tegen Oosterweel? In de Vlaamse regering heeft de SP.A het bestaande Oosterweeltracé altijd gesteund.
VAN BREMPT: Er is geen enkele partij die in dat dossier bij al haar oorspronkelijke uitgangspunten is gebleven. Toen wij het Oosterweeltracé steunden, hadden wij bijvoorbeeld nog geen studies over de luchtvervuiling die dat zou meebrengen. En zo hebben wij de risico’s op de volksgezondheid inderdaad onderschat. De overkapping is dus een bijzonder goed idee. Ze dringt het lawaai terug en de extra ruimte die ‘Ringland’ zal opleveren, geeft ons extra kansen voor stadsontwikkeling. Ik denk dat Oosterweel inmiddels achterhaald is.
Het definitieve einde van Oosterweel: is dat echt de mening van een voormalig Vlaams minister die dat mammoetproject ooit heeft goedgekeurd?
VAN BREMPT: Méér dan een mening: het lijkt mij de onweerlegbare logica der dingen. Na het Europese bevel dat Vlaanderen er ook financieel voor moet opdraaien, is Oosterweel compleet onbetaalbaar geworden. En nog belangrijker: er is voor Oosterweel absoluut geen maatschappelijk draagvlak. En dus heeft Oosterweel geen toekomst meer.
DOOR WALTER PAULI EN JAN LIPPENS, FOTO’S FILIP VAN ROE
‘Ik zie nu scherper dan vroeger dat wij, socialisten, slecht omspringen met onze mensen. We verspillen te veel politiek talent en ervaring.’
‘Ik vind de crisis die de SP.A nu doormaakt niet eens zo slecht. Eindelijk verplichten de omstandigheden ons om eerlijk naar onszelf te kijken.’
‘Je moet toch stekeblind zijn om niet te zien dat we Bart De Wever alleen maar weg kunnen krijgen als Groen en SP.A samenwerken?’