Jan Bernheim, arts, emeritus hoogleraar VUB: ‘Piet De Moors verslag van een nieuwe Duitse studie over de Jodenvervolging in België in Knack van 25 mei maakt een paar sterke punten, maar gaat straal voorbij aan andere. Het is waar dat de regie van de deportatie vrijwel helemaal bij de nazi’s lag. En het klopt dat de Antwerpse politie veel minder mensen heeft opgepakt dan de Parijse, respectievelijk 2700 en 13.000. Maar waarom wordt er geen gewag gemaakt van de meest merkwaardige specificiteit van de gebeurtenissen in België: dat de deportatie van Antwerpse Joden bijna tweemaal vollediger was dan van Brusselse?
De Antwerpse ‘specificiteit’ bestaat uit twee grote onderdelen: de politierazzia’s en de overmaat van anders opgepakte Joden.
Als de deportatie van Antwerpse Joden (65 procent van hen werd weggevoerd) ‘maar’ even erg was geweest als die van Brusselse Joden (37 procent), dan zouden 6000 mensen niet omgebracht zijn, zo heb ik in het septembernummer 2007 van het tijdschrift Streven berekend.
Waarom is een overmaat van 6000 mensen uit Antwerpen omgekomen? Voor 2700 van hen omdat – anders dan in Brussel, waar de burgemeesters dat weigerden – het Antwerpse stadsbestuur toeliet dat de politie opgevorderd werd voor drie grote klopjachten op Joden. Maar dan blijft nog een overmaat van 3300 slachtoffers te verklaren.
Er zijn meerdere hypotheses om de overmaat van niet door politieklopjachten gedeporteerden te verklaren. De meesten van die mensen werden later op hun onderduikadressen verklikt en opgepakt bij individuele acties. In mijn artikel in Streven heb ik een aantal bijzondere risicofactoren voor deportatie uit Antwerpen kunnen uitsluiten, minimaliseren of hoogst onwaarschijnlijk maken. De van Mechelen tot New York en Buenos Aires meest gangbare interpretatie is dat Antwerpen ‘rot’ was, verziekt door decennialange xenofobie en anti-Joodse intoxicatie. Die hypothese wordt gesterkt door het monumentale boek Vreemdelingen in een Wereldstad van Lieven Saerens. Joden werden generatieslang weerzinwekkend voorgesteld, ongeacht of ze kapitalist of socialist, intellectueel of diamantslijper, atheïst of Christusverwerper waren. Was de dodelijkheid van het Joods-zijn in Antwerpen een schande of noodlot? (…)
Hoe dan ook, de schrijnende Antwerpse overmaat is een ‘inconvenient truth’. Dat burgemeester Patrick Janssens in 2007 de diepe spijt van het stadsbestuur voor het politieoptreden uitsprak, was volkomen terecht. Het was helemaal niet ‘gratuit en misplaatst’, zoals Bart De Wever toen met zijn pet van ‘goede Antwerpenaar’ stelde, met spierballen rollend ten behoeve van het uiterst-rechtse deel van zijn achterban. Ik verdenk hem er geen ogenblik van zelf een racist te zijn, en al verfoei ik die politieke uitspraak, hij had het recht ze te doen. Waar hij grondig fout zat, was met zijn pretentieuze bewering dat er niets speciaals was aan de Shoah aan de stroom, en dat zijn stad zoals alle andere de oorlog alleen maar had ondergaan.
Door het ontkennen van de Antwerpse overmaat, onvergeeflijk voor een politicus-historicus, heeft hij de omvang van de Shoah aan de stroom geminimaliseerd. Op de keper beschouwd valt dit onder negationisme, en de klacht van de schrijver Pierre Mertens is gegrond. De Wever moet die uitlatingen herroepen, of zich verantwoorden.’
Op Knack.be verschijnen elke dag vrije tribunes. U kunt ze integraal lezen op //www.knack.be/vrije-tribunes