De schuld, niet de seks

SILVIO BERLUSCONI had meer aandacht voor vrouwelijk schoon dan voor staatszaken. © AGF/REX FEATURES/ISOPIX

Onder druk van de financiële markten kwam er een eind aan het bewind van de Italiaanse premier Silvio Berlusconi. Ook in andere Europese landen moesten regeringen als gevolg van de schuldencrisis opstappen. Alleen in België gebeurde het tegenovergestelde: hier kwam onder druk van de financiële markten juist een regering tot stand.

Het mooie liedje voor Silvio Berlusconi is uit. Dat de voormalige Italiaanse premier helemaal uit de gratie van de Italianen ligt, bewijst de flop van zijn jongste cd vol sentimentele liefdesliedjes. Zijn vierde album, dat hij onder de titel Il Vero Amore (‘De Echte Liefde’) eind dit jaar uitbracht, verkoopt voor geen meter. De Italianen hebben geen oren meer naar de slijmerige teksten van de ex-crooner op cruiseschepen. Ze hebben andere zorgen aan hun hoofd. De pijnlijke gevolgen van de schuldencrisis voor Italië, bijvoorbeeld.

Berlusconi was niet de enige politicus die de rekening van een hoge staatsschuld gepresenteerd kreeg, want ook in Portugal, Ierland, Griekenland en Spanje had de eurocrisis grote politieke gevolgen. Maar Berlusconi woog wel het zwaarst in het rijtje, want hij stond aan het hoofd van de op twee na grootste economie van de eurozone en hij domineerde de voorbije zeventien jaar de Italiaanse politiek. In 1994 kwam Il Cavaliere (‘De Ridder’) voor het eerst kortstondig aan de macht. Tussen 2001 en 2006 was hij een tweede maal premier en zijn derde ambtstermijn begon in 2008. Op 16 november moest hij als premier opstappen. Tijdens zijn bewind werden talloze rechtszaken tegen hem aangespannen, maar die konden hem niet tot aftreden dwingen. De financiële markten wel.

De verdachtmakingen tegen Berlusconi begonnen al meteen nadat hij begin jaren zestig een bouwbedrijf uit de grond had gestampt. Zo realiseerde hij zijn droom: ondernemer worden – politicus werd hij maar ‘uit noodzaak’, verklaarde hij later. Berlusconi bouwde aan de rand van Milaan een stad in de stad: Milano 2, met 4000 appartementen, een park en eigen winkels. Daarbij zijn vaak vragen gesteld: hoe kwam de jonge Berlusconi aan voldoende geld om zo’n megaproject uit te voeren? Maffiageld, zo werd al snel gefluisterd.

Daarna stortte Berlusconi zich op de mediasector. Hij begon met een zender voor de inwoners van Milano 2, kocht vervolgens over heel Italië lokale televisiestations op en smeedde die verzameling om tot een nationaal tv-netwerk. Daarbij kwam hij in conflict met de Italiaanse wet, want alleen de staatsomroep RAI mocht nationaal in de ether gaan. Toen enkele rechters Berlusconi daarvoor ter verantwoording wilden roepen, begon hij in politieke kringen te lobbyen. De socialistische premier Bettino Craxi ging in op zijn wensen en maakte midden jaren tachtig een einde aan het monopolie van de RAI. Dat was meteen het begin van de uitbouw van Berlusconi’s media-imperium Mediaset. Met Craxi bleef hij overigens beste maatjes, de socialist was getuige bij Berlusconi’s tweede huwelijk en de peter van twee van zijn vijf kinderen.

In 1992 maakte operatie Schone Handen, een grootscheepse gerechtelijke actie tegen corruptie, een einde aan de lucratieve samenwerking tussen de zakenman en de politicus. Craxi vluchtte naar Tunesië en zo was Berlusconi in één klap zijn politieke beschermheer kwijt. Hij kreeg het gerecht achter zich aan en zijn holding Fininvest stond plots aan de rand van de afgrond. Berlusconi koos voor de vlucht naar voren en ging zelf in de politiek. Begin 1994 lanceerde hij Forza Italia (‘Hup, Italië’), dat zich tot een rechts-populistische partij zou ontpoppen. Amper twee maanden na de oprichting van zijn partij verkozen de Italianen hem tot premier.

Premier Berlusconi werd daarna aangeklaagd voor belastingfraude, boekhoudkundig gesjoemel, illegale partijfinanciering en omkoping. Vaak wankelde zijn positie, maar steeds bleef hij overeind. Toen het hem echt te warm onder zijn voeten werd, zorgde hij ervoor dat de misdrijven die hem ten laste werden gelegd niet langer strafbaar waren. En in 2003 stemden de parlementsleden zelfs in met een wet die Berlusconi en vijf andere bij naam genoemde regeringsleden onschendbaar maakten zolang ze aan de macht waren.

Berlusconi lokte meermaals verontwaardiging uit met wansmakelijke grappen en kwetsende uitspraken. Investeerders op Wall Street riep hij op geld te pompen in zijn land ‘omdat de secretaresses daar erg knap zijn’. En ooit gaf hij een jonge Italiaanse goede raad om uit de armoede te raken: ‘Je moet met een miljonair trouwen, zoals mijn zoon. Met jouw glimlach moet dat zeker lukken.’

In echt nauwe schoentjes kwam Berlusconi pas in de zomer van 2010, toen ‘Rubygate’ losbarstte. Het begon met de arrestatie van de zeventienjarige Ruby, een nachtclubdanseres van Marokkaanse afkomst, op verdenking van diefstal. Kort na de arrestatie kwam op het politiekantoor een telefoontje binnen: of Ruby zo snel mogelijk vrijgelaten kon worden. Het parket in Milaan beweert nu over bewijzen te beschikken dat Berlusconi zeker negen meisjes met geld en sieraden overlaadde in ruil voor seks op ‘bunga-bungafeestjes’, die breed in de pers werden uitgesmeerd. Ook de minderjarige Ruby was daarbij aanwezig. Als Berlusconi ook seks met haar had, riskeert hij een celstraf.

Uiteindelijk zouden de financiële markten Berlusconi op de knieën dwingen. Hij was niet de eerste premier die moest boeten voor de torenhoge overheidsschulden. De Ierse premier Brian Cowen bijvoorbeeld had al veel eerder in 2011 besloten om niet meer deel te nemen aan de verkiezingen, nadat Ierland op het randje van het bankroet had gestaan. Daarna moest de Griekse premier George Papandreou onder druk van de financiële markten en de hoog oplopende rentes plaats ruimen voor de voormalige gouverneur van de Griekse nationale bank, Lucas Papademos. De Portugese premier Jose Socrates nam ontslag nadat hij een stemming in het parlement had verloren over een drastisch besparingsplan. En in Spanje stelde premier Jose Luis Rodriguez Zapatero zich niet herverkiesbaar, terwijl ook zijn land kreunde onder de schulden.

Het Italië van Berlusconi kampte met een staatsschuld van 120 procent van het bbp, de economie trappelde ter plaatse, de fiscale inefficiëntie en de hardnekkige bureaucratie eisten hun tol. In het najaar 2011 klom de Italiaanse rente snel boven de 7 procent, een wurgtarief om schulden te financieren. Italië moest dan ook aankloppen bij het noodfonds van de Europese Unie, de Europese Centrale Bank en het Internationaal Monetair Fonds. Berlusconi vond ondertussen geen parlementaire meerderheid meer om een begroting goed te keuren. Bovendien was hij al het vertrouwen van de buitenlandse investeerders en internationale geldschieters kwijt. Op 16 november werd hij gedwongen om op te stappen. Hij werd opgevolgd door voormalig eurocommissaris Mario Monti, die een technocratisch kabinet leidt dat de noodzakelijke hervormingen en saneringen moet doorvoeren.

Na Italië kwam België al snel in het vizier van de financiële markten. Ratingagentschap Standard & Poor’s verlaagde de kredietwaardigheid van België en de rente op Belgisch staatspapier steeg al snel boven de 5 procent. Dat was voor de politieke partijen die onder leiding van Elio Di Rupo (PS) al meer dan 530 dagen onderhandelden over een nieuw regeringsprogramma het sein om er wat vaart achter te zetten. Op 31 november hakten de onderhandelaars de laatste knopen door, zodat niets nog de vorming van de regering-Di Rupo I in de weg stond. Of hoe de financiële markten niet alleen regeringsleiders kraken, maar ook maken.

DOOR EWALD PIRONET

Berlusconi werd aangeklaagd voor belastingfraude, illegale partijfinanciering en omkoping. Vaak wankelde zijn positie, maar steeds bleef hij overeind.

SILVIO Een casanova uit de Dolomieten Viel niet op het type Ingrid Lieten Een onneukbare kont En een te franke mond En er was ook nog iets met haar knieën.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content