There’s no success like failure, wist Dylan al. Peter Santino over de kunst van de mislukking en de hoop op een betere toekomst.
MET engelengeduld strooit hij witte, grijze en zwarte zandkegeltjes op de vloer uit, tot ze zoiets als zijn ?Zelfportret? vormen. Het is een extraatje. De grootste bijdrage van de Amerikaanse kunstenaar Peter Santino (48) voor De Rode Poort in het Gentse Museum van Hedendaagse Kunst-in-aanbouw is een drieluik, een kleurrijk zandtapijt. In zijn helderheid en eenvoud contrasteert het met de wild woekerende installaties in de hall of sufferings op de eerste verdieping van het depot. Santino liet zich inspireren door de zandtapijten van de oude Tibettaanse monniken.
PETER SANTINO : Het eerste deel, de cirkel, is de mislukking. Het tweede deel is de verontschuldiging, en het derde is de verlossing. Maar het is ook : verleden, heden en toekomst. En de toekomst wordt als een wig die het verleden en het heden uiteenduwt. In elk van de bolletjes van de toekomst zit een datum geperst. Het is als een mooie, natuurlijke spiraal.
Dat zijn de stapstenen naar de verlossing ?
SANTINO : Ja, helemaal van maart 1997 tot december 1999. Dit hele project stopt op het laatste ogenblik van het millenium. De hoop is dat het zal aanslaan. Het hele project startte in 1990, een negenjarenproject verdeeld in delen van drie jaar. In de eerste drie jaren werd de mislukking behandeld, in de volgende drie de verontschuldiging, en in het laatste – wat volgend jaar begint – zal de verlossing komen. Maar ik weet nog altijd niet wat de verlossing zal zijn.
De mislukking, zoals ze hier voorgesteld is in het zand, lijkt die van de Europese Gemeenschap te zijn tegenover een land dat met zijn nationale vlag en de beginletter R is voorgesteld. Roemenië misschien ?
SANTINO : Rwanda. Dit werk begon in 1994, toen ik voor het eerst dergelijke beelden maakte over de situatie aldaar. Wat de verontschuldiging betreft : het is als een officieel, ritueel excuus. Ik deed er verscheidene in het verleden. Er was er ook één in Tokio, op de vijftigste verjaardag van het gooien van de atoombom, de overgave, het einde van de oorlog. Het excuus was voldoende open bedoeld. Zo kon de kijker het lezen als een excuus waaraan hij zelf kon deelnemen. Tegelijk was het een meer universele kunstenaar die zich excuseerde, een kunstenaar die wellicht stond voor de hele westerse beschaving. Wat wij beschouwen als de dominerende cultuur is vijfhonderd jaar blijmoedig in de wereld geweest als een kunstenaar, de wereld schilderend, gewoon de wereld in trekkend om te maken dat die er een beetje aardiger uitzag.
Een beetje aardiger ?
SANTINO : Wel, kolonialisme kan gezien worden als een vorm van kunst. Denk aan een koloniale macht als aan een kunstenaar, een individu dat bij zichzelf zegt : ha, ik maak van de wereld een leukere, betere plek door van enig ander land mijn kunstwerk te maken, en ik verander het om aan mijn verlangens als kunstenaar te voldoen. De hoeveelheid ego en arrogantie die daarin zit, lijkt op het soort ego en arrogantie dat vervat is in het maken van persoonlijke kunst : te geloven dat je het recht hebt om dat soort visie op te dringen aan de wereld. Daar gaat de verontschuldiging over. En we hopen dat de mensen dat kunnen lezen.
En wat is het alternatief ?
SANTINO : Het eerste alternatief is te beseffen dat er een probleem is, al vijfhonderd jaar. Ik heb heel wat werk gemaakt dat onder meer die periode behandelt, van de Renaissance tot vandaag. Dat is de tijd waarin er volgens mij de grootste buitenwaartse druk was van de dominerende cultuur, bepalend hoe de rest van de wereld er hoorde uit te zien. Nu beginnen we te zien dat er misschien enkele fouten gemaakt zijn, dat er misschien enkele mislukkingen waren, dat het hele ding misschien gewoon uit elkaar aan het vallen is, de hele visie op de wereld die vijfhonderd jaar geleden begon. En nu, bij het naderen van het millenium, precies wegens de schoonheid van die tweeduizend, dacht ik dat het een geschikte tijd was om over onze daden na te denken…
… en uit te kijken naar alternatieven die misschien geworteld zijn in culturele patronen, mythes en werkwijzen die veel verder in het verleden liggen ?
SANTINO : Zeker, dat ook. Maar belangrijker voor mij, en simpeler, en meer met het oog op het idee van de mislukking : dingen die opzij gezet zijn en genegeerd door de jaren als zijnde onsuccesvol, dingen die als fiasco’s beschouwd zijn waardoor de mensen er niet naar kijken. Daaronder zijn zelfs grote kunstwerken die, omdat ze niet verkochten, als mislukkingen bekeken werden…
Denkt u aan aboriginal art ?
SANTINO : Je moet niet eens op het vlak van de kunst blijven. Ik denk aan complete manieren van leven, van de wereld te bekijken. Weet je, toen de Europeanen voor het eerst naar Amerika kwamen, dachten ze dat daar niets was, terwijl er mensen waren die een complete beschaving hadden. Maar de Europeanen konden dat zelfs niet zien, dus dachten ze dat het een fiasco was. Daarom dacht ik dat er nog iets te leren viel van die dingen die als mislukkingen afgewezen werden. Naar al dat soort spul moet nu echt gekeken worden, zorgvuldig. Maar de eerste stap is tenminste erkennen dat er zoiets als een probleem is. En ik denk dat dit meer en meer duidelijk wordt, elk jaar dat voorbijgaat.
Zijn de kansen op verlossing niet vrij klein ?
SANTINO : Er is altijd een kans op verlossing. Verlossing die na het ergste komt, is altijd de waarachtigste verlossing. We hebben hoop, anders is er geen reden om kinderen te hebben.
U drukt die hoop uit met een rode wig, bezet met parels : een sterk maar utopisch ding ?
SANTINO : Het moest het mooiste element in het hele schilderij zijn, het meest fysiek aantrekkelijke, op het puur vormelijke vlak. Gewoon omdat het de mooiste mogelijkheid voorstelt. Want we moèten hopen dat het een mooier ding kan zijn, een meer gelijk ding, een aardiger ding.
Uw tekst op het tapijt is zeer helder. In wat u vroeger maakte, ontbraken soms de klinkers.
SANTINO : De reden om de klinkers weg te laten was een oude uitspraak van Spinoza denk ik. Die zei dat in de taal de medeklinker het vlees van het woord is, en de klinker de ziel.
U liet de ziel weg ?
SANTINO : Ik liet de ziel weg omdat het makkelijk is voor de kijker om de ziel van het werk te vinden en de ziel in het werk te zetten. Op die manier ademt hij het werk leven in.
Was uw werk altijd politiek geëngageerd ? In 1968 was u dienstweigeraar voor Vietnam.
SANTINO : Ik heb altijd gedacht dat je ofwel decoratie maakt ofwel werk over politiek. Ook over de politiek van de kunstwereld : welke kwaliteiten beschouwt zij als de belangrijkste in een kunstwerk ? Ik oordeelde dat de prioritaire kwaliteit de naam was. Dus begon ik werk over namen te maken, namen van beroemde kunstenaars.
Een ander werk over namen betrof de Tawana Brawley-zaak (1988).
SANTINO : Tawana Brawley was een zwart meisje dat verkracht was door blanke mannen. De zaak veroorzaakte grote beroering, er kwam een enorm proces van. En dit werd als een toetssteen voor racisme, tenminste in New York. Het werk bestond uit panelen, bedoeld voor op de grond. Daarop stonden de 33 namen van al degenen die in de zaak betrokken waren, met de klinkers weggelaten natuurlijk. Ik heb die schilderijen nog in depot, wat fortuinen kost… ook al weer een reden waarom ik nu dingen in zand maak.
Voor Tokio (1994) maakte u een Verontschuldiging in braille, wat zelfs de blinden niet konden lezen omdat het op zo’n enorme oppervlakte gemaakt was. Het was ook niet in zand.
SANTINO : Het was in cement.
Natuurlijk, op het plein waar het stond zou het weggewaaid zijn.
SANTINO : Maar ik heb er veel in zand gemaakt, gewoon zoals aan zee, met een bekertje, rond. Ze vormen bollen, die zijn zeer mooi. Voor Tokio wou ik er duizend maken, in cement. Het maken van die bollen was me beginnen boeien. Ik vond dat ze waren als iets wat ooit een groot schilderij was dat misgelopen was, in mekaar gevallen en samengedrukt. Iets wat helemaal in mekaar stuikt, wordt als een bol. Ik hield van dat idee, het is de hele kosmologische kant van de mislukking : als een ster aan het eind van zijn termijn is, valt hij in mekaar, verdicht tot absolute volmaaktheid, een volmaakte kleine bol. Dat vond ik fascinerend.
Een bol is dus een teken van mislukking ?
SANTINO : Van perfectie door mislukking. Misschien moet de mislukking intreden om de compressie en de perfectie te vinden. Dus, ik was aan het werken met die bollen en om de ene of andere reden wilde ik een manier uitknobbelen om messages te blijven maken. Ik kon toch het maken van tekst niet opgeven ! Twintig jaar lang moest niemand er iets van weten, dus wou ik ermee doorgaan en tegelijk een manier vinden om dat met de bollen te doen in plaats van met letters. Ik begon de bollen in verschillende soorten bedekkingen te maken. En op een dag ging ik naar de bankmachine en zag de braille in de bankmachine, weet je. Als je je kaart in de bankmachine stopt, in Amerika althans, is het allemaal in braille.
Waarom dan ?
SANTINO : Voor de blinden om te gebruiken. Dat is zo mooi dat ik het in mijn schilderijen begon te gebruiken. Ik maakte van die enorme schilderijen, zo groot als dit hier, helemaal in braille. En ik was gefascineerd door de gedachte dat de enige manier waarop ze gelezen konden worden, door een blinde persoon zou zijn, die ze al lezend zou vernietigen.
Waarom ?
SANTINO : Omdat het allemaal van zand is, en hij over het zand zou moeten kruipen. Daar houd ik erg van. Ik werkte er vele jaren mee, en doe die schilderijen nog altijd. Het maakt allemaal deel uit van het repertoire, ( lacht), van het oeuvre of wat ook.
Jan Braet
De Rode Poort, tot 2.2.97 in het Museum van Hedendaagse Kunst, Citadelpark, Gent.
Peter Santino, Up comes Chuck (zelfportret) : zand in de ogen.