‘De Rode Duivels hebben hun limieten nog niet bereikt’

'Tot het WK van 2018 zitten we met deze generatie safe.' © Jimmy Bolcina/Photo News

De FIFA-wereldranglijst, de barometer van het interlandvoetbal, staat voor België op stralend weer: de Rode Duivels zijn momenteel het vierde beste voetballand ter wereld. Uiteraard zijn daar kanttekeningen bij te plaatsen, maar onzin is de ranking zeker niet. ‘De spelers hebben de juiste carrièrekeuzes gemaakt en kietelen nu de absolute top.’

De Belgische voetbalbond stuurt euforische persberichten de wereld in en de kranten jubelen als ware het een trofee op zichzelf: de Rode Duivels zijn officieel het vierde beste landenteam van de hele wereld. Als de matchen tegen IJsland en Wales meevallen, kan België volgende week zelfs derde staan op de FIFA/Coca-Colaranking – de Wereldvoetbalbond laat zelden een kans onbenut om ergens sponsorgeld uit te slaan. Nooit deed de Belgische nationale ploeg beter. De ranglijst bestaat pas sinds eind 1992, vergelijken met de gouden Belgische jaren 1980 is dus lastig, ook al omdat er vroeger veel minder interlands werden georganiseerd. Maar een korte inspectie van de resultaten toont dat de huidige generatie alle vorige hoe dan ook vlot overtreft.

Moeilijk is de formule voor de FIFA-ranglijst niet. Het resultaat van elke interland wordt gewogen. Hoe hoger de tegenstander op de ranglijst staat, hoe meer punten een winstmatch oplevert. Die punten worden vervolgens vermenigvuldigd naargelang het belang van de wedstrijd: een WK-treffen telt bijvoorbeeld vier keer zwaarder mee dan een vriendenmatch. Uiteraard kent de FIFA-ranking dezelfde problemen als elke ranglijst: het wil prestaties vergelijken die onder verschillende omstandigheden tegen verschillende tegenstanders werden behaald, en die dus in principe niet te vergelijken zijn. Maar over het algemeen biedt het klassement wel een betrouwbaar beeld van hoe een nationaal elftal ervoor staat. Goed scoren op de FIFA-ranking is bovendien zeker niet zonder belang: de Rode Duivels dankten hun gunstige loting op het WK in Brazilië aan hun topnotering op de ranking. En dankzij die riante loting hebben de Belgen er ook weer flink wat FIFA-punten bij; het systeem heeft de neiging de positie van de betere teams te consolideren. Het maakt de klim die België realiseerde sinds het aantreden van de generatie Kompany, des te opmerkelijker. Al zou je evengoed kunnen stellen dat geen enkel voetballand ooit zo wisselvallig presteerde.

1. DE NEERGANG Anthuenis (2002-2005)

Met Robert Waseige, de trainer met de konijnenpoot, hadden de Rode Duivels in 2002 een degelijk WK gespeeld. Het was vooral een erg ‘Belgisch’ toernooi: zelden sprankelend voetbal, maar met wilskracht en discipline toch maar mooi wereldmacht Brazilië aan het wankelen gebracht. Een naar Belgische normen kloeke zeventiende plek op de FIFA-ranking was het gevolg. Na het toernooi haken basisspelers als Marc Wilmots, Nico Van Kerckhoven en Gert Verheyen af, en komt het rot in de ploeg. België slaagt er niet meer in om zich te plaatsen voor de grote toernooien. Vooral de kwalificatiecampagne voor het WK van 2006 blijkt één groot echec: de Rode Duivels eindigen vierde in een poule van zes en spelen onder meer twee keer gelijk tegen voetbaldwerg Litouwen. De ploeg tuimelt op de FIFA-ranking naar de 55e plek.

‘En toch zie ik mijn periode als bondscoach nog steeds als een succes’, verrast Aimé Anthuenis, bondscoach in minder voorspoedige jaren. ‘Scheidsrechter Pierluigi Collina fluit in de laatste minuut van de uitmatch in Bulgarije een overduidelijke penalty niet, waardoor we het EK op één punt na missen. Voor de groep van toen, die zeker minder talent had dan de generatie van de jaren 1980 of die van nu, was dat eigenlijk een degelijk tot goed resultaat. Een Ceulemans of een Gerets hadden we niet, laat staan een Courtois of een Hazard. Voetbal is zoals de beurs, en toen was het voor België een tijd van minder hoog scorende aandelen. Mijn spelers voetbalden bijna allemaal in de Belgische competitie, hoewel het voetbal al sterk geïnternationaliseerd was. De weinige Belgen die toch gewild waren in het buitenland, zaten meestal op de bank. Uitzondering was Daniel Van Buyten, toen al een grote man bij Olympique Marseille, maar bij de nationale ploeg altijd een beetje minder, om redenen die ik nooit begreep. Die kerel is in de laatste jaren van zijn carrière nog erg gegroeid als speler.’

‘Mijn ploeg draaide rond wat de pers de Gouden Driehoek noemde: Thomas Buffel, Wesley Sonck en Emile Mpenza’, gaat Anthuenis verder. ‘In mijn tweede campagne, voor het WK 2006, heeft jammer genoeg geen van die drie veel gespeeld, wegens bijna altijd geblesseerd of bij hun club op de bank. Het team van toen kon dat verlies onmogelijk opvangen. De grote Belgische clubs speelden toen ook allemaal met buitenlandse aanvallers, er waren dus geen alternatieven. En wij hebben ferm pech gehad met loodzware lotingen, ook geen onbelangrijk gegeven.’

‘België staat nu vierde op de FIFA-ranking, maar dat vind ik persoonlijk te hoog, want er bestaan echt wel meer dan drie nationale teams die sterker zijn’, besluit Anthuenis. ‘Maar destijds was 55e voor ons zeker ook te laag. Vergeet niet dat wij toen Nederland in eigen huis met 0-1 zijn gaan kloppen. En oververdiend.’

2. DE BODEMKOERS Vandereycken (2006-2009)

Na Anthuenis gaat het van kwaad naar veel erger voor de Belgische nationale ploeg. Tijdens de soms chaotische periode onder René Vandereycken zakken de Rode Duivels naar de 71e plek in de boeken van de FIFA. ‘De risee van Europa’, kopt De Morgen en ‘Dit België kun je niet meer serieus nemen’. Het historische dieptepunt is een 2-0-nederlaag in Finland (6 juni 2007). Diezelfde campagne blameert België zich met 4-0 tegen Portugal en speelt het moeizaam 2-2 gelijk tegen Kazachstan. Verrassend genoeg verlengt de voetbalbond het contract van de bondscoach, maar Vandereyckens tweede kwalificatiepoging brengt allerminst beterschap. Ontslag kan niet uitblijven. René Vandereycken is sindsdien niet meer in het voetbal actief en weigert nog een woord te zeggen in de pers.

Anthony Vanden Borre, Thomas Vermaelen, Jan Vertonghen en Vincent Kompany waren in die magere jaren piepjong maar desondanks al basisspeler. Opvallend is hoeveel van hun collega-Duivels van toen vroeg op een lager niveau aan de slag gingen (Mark De Man, Christophe Grégoire, Faris Haroun) of in elk geval niet de carrière maakten die ze was voorspeld (Stijn Stijnen, Stein Huysegems, Luigi Pieroni). Ook Koen Daerden, samen met Tom De Mul het grote verloren voetbaltalent van de jaren 2000, hoort in dat rijtje thuis. Daerdens miljoenentransfer uit 2006 is nog altijd een binnenlands transferrecord, hoewel de prijzen sindsdien explodeerden. Chronische blessures maakten een vroegtijdig einde aan zijn carrière. De nog steeds maar 32-jarige Daerden is nu jeugdtrainer bij Racing Genk en hulpcoach bij het Nederlandse MVV.

‘In die jaren lag de nationale ploeg voortdurend onder vuur. Begrijpelijk, de resultaten gaven de critici gelijk’, vertelt Daerden. ‘Omdat het niet liep, ontstond er geen stabiliteit en routine, wat alles nog een stuk lastiger maakte.’t Was bij elke interland afwachten wie erbij zou zijn en in welke rol. Het was voortdurend zoeken en tasten, en gefrustreerd zijn omdat we de oplossing niet vonden.’

‘Die periode leed onder een te lang aanslepende aflossing van de wacht, maar ook en vooral onder de groeipijnen van een nieuwe voetbalfilosofie’, vindt Daerden. ‘De Belgische nationale ploeg teerde traditioneel op eendracht, wilskracht en keihard werken voor elkaar. Ik was iemand die helemaal in die filosofie was grootgebracht. Maar toen doken bij de nationale ploeg ook frivole, mondige kerels als Kompany en Vertonghen op, die heel anders over voetbal dachten. Zij barstten van het talent maar waren af en toe ook wat nonchalant, wat helemaal vloekte met de instelling van de oudere garde. Natuurlijk botste dat. Op lange termijn was de weg van Kompany en Vertonghen de juiste, dat blijkt nu wel.’

‘Mijn generatie heeft zeker veel pech gehad met blessures, maar uiteindelijk moet je nuchter zijn en erkennen dat die lichting gewoon niet sterk genoeg was’, zegt Daerden. ‘Op Belgisch niveau waren wij talenten maar internationaal wogen we te licht. Klinkt hard, maar zo was het.’

3. DE TUSSENPAUS Vercauteren (2009)

De voetbalbond wil na het debacle met Vandereycken uitpakken met een grote naam. Dick Advocaat tekent, maar kan zich niet meteen vrijmaken. Frank Vercauteren promoveert daardoor van assistent tot interim-bondscoach. Zijn rijk duurt vijf matchen, waarvan twee met inzet: een 5-0-opdoffer in Spanje en een pijnlijke uitnederlaag bij het nietige Armenië (2-1), toen 125e op de FIFA-ranglijst. In de Armeense catacomben kondigt de 63-voudige Rode Duivel zijn ontslag aan. Hij haalt daarbij snoeihard uit naar de spelers, die hij een gebrek aan professionalisme verwijt. Krantenkoppen als ‘Duivels maken zich belachelijk’, ‘Gênant’ en ‘Totale afgang’ geven de tijdgeest weer.

4. DE WEGBEREIDER Advocaat (2009-2010)

Advocaat kan vervroegd onder zijn contract bij Zenit Sint-Petersburg uit – al noemen kwatongen het: hij wordt op een voor België gelukkig moment ontslagen. De Nederlander scherpt de discipline aan en kapittelt de jonge Duivels die ‘in België te snel als sterren worden behandeld’. Een zeer belangrijke stap op weg naar het herstel, al toont de 2-0-uitnederlaag bij Estland dat de weg nog lang is. Getrouw zijn reputatie kiest Advocaat al snel voor een lucratievere opdracht, nog voor de volgende kwalificatiecampagne zelfs maar begonnen is.

5. DE HERSTELWERKEN Leekens (2010-2012)

Daardoor komt Georges Leekens voor de tweede keer in zijn carrière aan het roer bij de nationale ploeg. Leekens bezit de gave om telkens net op tijd dé Belgische trainer van het moment te zijn. Zijn aanstelling ligt midden 2010 bijna voor de hand. Achteraf vragen veel waarnemers zich af hoe het kan dat Leekens zich niet plaatste voor het EK van 2012, met nochtans in wezen dezelfde spelersgroep die nu het mooie weer maakt. Het publiek is al blij dat er af en toe een mooie overwinning inzit. Dat uit zich ook in de FIFA-ranking: België klimt naar de 21e plek, ongeveer de plek die ons land had in de jaren onder Robert Waseige.

‘Mijn Rode Duivels waren een team in een groeiproces’, zegt Leekens. ‘Concentratiefoutjes, typisch aan een bepaalde leeftijd, kostten ons te veel punten. Maar wie op zijn bek ging, leerde daaruit.’ De verhalen over de verwende ‘Vuittongeneratie’ sloegen volgens hem nergens op. ‘Mentaal stond die groep ijzersterk, ook al was ze nog jong’, zegt hij. ‘Het was een team dat knokte, in alles enthousiast was, maar af en toe moeite had om de emoties te kanaliseren. Zoals tijdens dat fameuze 4-4-gelijkspel tegen Oostenrijk. Door jeugdzonden verspeelden we daar de kans om ons te kwalificeren. Maar dat het potentieel gigantisch was, en dat we gauw de beste landen de duvel konden aandoen, dat zag het kleinste kind.’

‘Het verschil tussen toen en nu is dat de Rode Duivels ondertussen rijp genoeg zijn om een match tot het laatste fluitsignaal uit te spelen’, gaat Leekens verder. ‘Ze hebben de juiste carrièrekeuzes gemaakt en kietelen nu de absolute top. De Eden Hazard van bij Lille was de beste voetballer van Frankrijk, ondertussen is hij de beste voetballer van de Premier League: dat scheelt een slok op een borrel.’

Leekens ruilde de nationale ploeg voortijdig in voor Club Brugge. Niet lang daarna volgde zijn beruchte ’90 procent van het werk was gedaan’-quote, die hem tot op de dag van vandaag achtervolgt. ‘Dat zinnetje werd uit zijn context gerukt en ging een eigen leven leiden’, blikt hij terug. ‘Wat ik eigenlijk bedoelde, is dat de Rode Duivels onder mijn leiding hun zelfvertrouwen herwonnen, en dat ik het professionalisme waarover Dick Advocaat al sprak, ook echt heb waargemaakt. Maar een trainer is nooit verantwoordelijk voor 90 procent. Als we dan toch in percentages spreken, geef ik hem hoogstens 3 tot 4 procent, en dan nog enkel voor wat de ploeg op dat moment presteert, niet voor wat nadien komt. Marc Wilmots deed de osmose ontstaan waarop wij allen hoopten, en tilde de ploeg naar een hoger niveau.’

6. HOOGCONJUNCTUUR Wilmots (2012-)

Vraag een Rode Duivel wanneer de nieuwe nationale ploeg opstond en je krijgt steevast als antwoord: op 15 augustus 2012. België klopt Nederland overtuigend met 4-2 in het Koning Boudewijnstadion. Niet toevallig de eerste interland van Marc Wilmots als hoofdcoach. Het flitsende, zelfbewuste voetbal van die avond legt de basis voor de hoogconjunctuur. Niet alleen op het veld herleeft het nationale elftal: de sfeer in het stadion is zinderend. Een supportershype is geboren. In minder dan geen tijd dringen de Rode Duivels de top twintig van de FIFA-wereldranglijst binnen. Een spectaculaire kwalificatiecampagne zonder nederlaag gevolgd door een verdiende kwartfinale op het WK brengen België nu zelfs naar een ongeziene vierde plaats. Een fabuleuze piek, luttele jaren na het diepste dal uit de Belgische voetbalgeschiedenis.

Uiteraard kon het toen alleen maar beter, maar toch valt op hoe snel het ook echt spectaculair beter werd. De fans hopen dat de kwartfinale op het WK niet meer dan een eerste succesje was. Zelfs kapitein Vincent Kompany weet niet waar het zal eindigen, vertelde hij vorige week aan het Britse voetbalmaandblad FourFourTwo in een van zijn weinige voldragen interviews. ‘De Belgische nationale ploeg kent geen limieten’, meent de kapitein van de Rode Duivels. ‘Momenteel zijn we zeker nog niet het beste team van Europa, maar geef het tijd, want we hebben absoluut het potentieel om dat wel te worden. Neem de kwartfinale op het WK tegen Argentinië. België was duidelijk niet de mindere, het kwam neer op details waaraan je kunt werken. We missen nog ervaring, maar leren uit onze fouten. Je mag van Romelu Lukaku niet verwachten dat hij nu al het verschil kan maken zoals Robin van Persie en Arjen Robben, beiden dertigers, dat doen. Ik ben erg benieuwd waar die jonge Belgen, wanneer ze hun niveau optrekken, over pakweg tien jaar staan. Tot de wereldbeker van 2018 zitten we sowieso safe met deze generatie. Nadien zullen een zestal jongens aan stoppen denken. De rest kan nog zeker een decennium mee.’

DOOR JEF VAN BAELEN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content