Zal de Vlaams-Brabantse kiezer CD&V afrekenen op het uitblijven van de beloofde splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde? Of zullen de christendemocraten er profiteren van het no-nonsensebeleid van gouwgenoot premier Herman Van Rompuy? En kan Frank Vandenbroucke zich ontpoppen tot stemmenkanon en zo zichzelf en de SP.A terug in de Vlaamse regering hijsen? Een competitieve campagne kondigt zich aan.

Alles rustig aan het front. Ex-miss België en televisiedeerne Anne De Baetzelier, tweede bij Lijst Dedecker en kanshebber op een zitje in het Vlaams Parlement, kan bij BoBo in Tremelo nog rustig de juiste jurkjes uitzoeken waarmee ze binnenkort aan de verkiezingsdebatten zal deelnemen. De SP.A start met haar campagne pas op 1 mei – natúúrlijk pas op 1 mei. Dan wordt in de voormiddag met gebalde vuist in Leuven de Internationale gezongen, terwijl in de namiddag uit de bol wordt gegaan bij een optreden van Patrick Riguelle & the Fake Band in Londerzeel. De levensgrote uitgezaagde verkiezingsborden van Open VLD-minister Patricia Ceysens moeten ook nog in het straatsbeeld verschijnen. Hier en daar staat in een voortuin al wel een bord met kortweg ‘Vlaams Belang’ – meer moet dat soms niet zijn. Op 20 vierkantemeteraffiches predikt Bart De Wever van N-VA nog steeds: ‘Afrit Vlaanderen – Uitrit crisis’. Eric Van Rompuy is een van de schaarse politici die als oefening met de eerste pamfletten al eens de markt van Zaventem afdweilt (zie deze Knack blz. 31).

Deze stilte contrasteert met de heisa over wat voorafging: de vorming van de kieslijsten. Vooral bij CD&V, de grootste partij in Vlaams-Brabant, verliep dat met het nodige duw- en trekwerk. Tussen Tom Dehaene, zoon ván, en Eric Van Rompuy, broer ván, was er een armworsteling om het lijsttrekkerschap. Als het aan huidig premier Herman Van Rompuy had gelegen, dan was het dezelfde lijsttrekker geworden als in 2004: ‘Als je mij vraagt wie mijn kandidaat is om de lijst in Vlaams-Brabant te trekken voor de Vlaamse verkiezingen, dan is dat Eric Van Rompuy, mijn broer’, aldus de premier in een uitzending van Knack TV in het begin van het jaar.

Maar het werd dus Tom Dehaene, volgens iedereen dankzij zijn vader. Ex-premier Jean-Luc Dehaene maakte immers pas een week nadat definitief vaststond dat zijn zoon de Vlaamse lijst mocht trekken bekend dat hij echt kopman wou zijn voor de Europese verkiezingen. Het heet dat CD&V-partijvoorzitster Marianne Thyssen niet anders kon dan bezwijken voor de druk van de ex-premier om zijn zoon op nummer één te plaatsen. Jean-Luc Dehaene reageerde ontstemd op die berichten: ‘Het ene heeft niks met het andere te maken, ook al schreven de gazetten het omgekeerde.’ En zoon Tom verklaarde: ‘Zulke insinuaties kwetsen mij. Die journalisten hebben duidelijk niet gekeken welk werk ik in het Vlaams Parlement heb verzet.’ In ieder geval is duidelijk dat de lijsttrekker tijdens de kiesstrijd volledig kan rekenen op zijn vader: op de campagnefoto’s meet zoonlief met een lintmeter de buik van de ex-premier. Wat kan – behalve plaatsvervangende schaamte – de bedoeling hiervan zijn, tenzij: vader gooit voor zoonlief zijn volle gewicht in de strijd?

Maar het gevecht om het CD&V-lijsttrekkerschap ging niet alleen om personen. Het draaide ook niet zozeer over jong versus oud, vernieuwing versus ervaring. Met de keuze voor Tom Dehaene maken de christendemocraten ook duidelijk dat ze bij deze verkiezingen niet langer de communautaire kaart trekken. Anders was Eric Van Rompuy als lijsttrekker een veel logischer keuze geweest: de foto uit 2006 waarop hij samen met toenmalig minister-president Yves Leterme klaarstaat om deel te nemen aan de Gordel met het T-shirt ‘Splits Brussel-Halle-Vilvoorde nu!!!’ is alom bekend. En hij pakt er graag mee uit dat ze hem in de Franstalige pers omschrijven als ‘le méchant Van Rompuy’.

De hamvraag voor CD&V is: hoe zwaar zullen het mislukken van de staatshervorming en het niet splitsen van Brussel-Halle-Vilvoorde doorwegen bij de stembusgang? Want iedereen herinnert het zich nog: tijdens de campagne voor de federale verkiezingen in 2007 oreerde de partij dat ‘vijf minuten politieke moed’ zouden volstaan om B-H-V te splitsen. Toen puntje bij paaltje kwam, wist ze hier geen doorbraak te bereiken – noch op federaal vlak met premier Leterme, noch met de dialoog van gemeenschap tot gemeenschap onder leiding van minister-president Kris Peeters (beiden CD&V). En als er één kieskring is waar die mislukking electoraal kan doorwegen, dan is het wel Vlaams-Brabant, waar Halle-Vilvoorde deel van uitmaakt. Het kan de christendemocraten stemmen kosten, misschien ten voordele van Vlaams Belang maar vooral van N-VA, dat bij de vorige stembusgang nog een kartel vormde met CD&V.

De START-afrekening

De provincie Vlaams-Brabant bestaat nog maar sinds 1995 en er is geen provinciaal eenheidsgevoel, zoals dat bijvoorbeeld in Limburg en andere provincies wel bestaat. Het is meteen ook de minst homogene kieskring, er is geen provinciale reflex, de politici trekken er over de partijgrenzen heen niet aan één zeel. Er is een groot verschil tussen het arrondissement Leuven en het arrondissement Halle-Vilvoorde. Het communautaire thema speelt bijvoorbeeld sterker in de Brusselse Rand dan in het Leuvense achterland – en dat is natuurlijk vanzelfsprekend. De samenstelling van de kieslijsten is dan een extra evenwichtsoefening: er zijn maar weinig politici uit het Hageland bekend in het Pajottenland en omgekeerd.

Jarenlang was er wel één thema dat in grote delen van Vlaams-Brabant speelde: de problematiek van de nachtvluchten en lawaaihinder rond de luchthaven van Zaventem. Maar sinds de regering-Leterme op de laatste dag van haar bestaan een plan van staatssecretaris van Mobiliteit Etienne Schouppe (CD&V) goedkeurde, waarbij vliegtuigen tegen de wind in landen en opstijgen, wordt hierover nog nauwelijks gerept. De meeste pressiegroepen lijken tevreden en de politici zijn wat blij dat aan de schier uitzichtloze spelletjes van rechtszaken en dwangsommen een einde is gekomen. Al ben je nooit zeker of iemand die een van de volgende nachten door een oorverdovend vliegtuig uit zijn slaap wordt gegierd niet prompt opnieuw een zaak aanspant tegen wie weet wie of wat.

Toch is en blijft Zaventem en alles wat daarrond gebeurt van groot belang voor de hele provincie en dus de regionale politiek. Want naast de hightech- en biotechbedrijven die zich ontwikkelen in de schaduw van de K.U. Leuven speelt de luchthaven een zeer grote rol als economische ontwikkelingspool. Wat de haven van Antwerpen is voor de provincie Antwerpen, is de nationale luchthaven voor Vlaams-Brabant. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat de Vlaamse regering enkele jaren geleden een toekomstvisie wou ontwikkelen voor Zaventem. Meer nog: toenmalig minister-president Leterme verklaarde in 2004 dat het beleid voor Zaventem en omgeving een speerpunt van zijn regering zou zijn. En we mochten hem en zijn regering afrekenen op het slagen van dat project, zo zwoer hij.

Dan breekt nu stilaan het moment daarvoor aan. Het hele project met de toekomstvisie voor Zaventem begon alvast met een ronkende naam: Strategisch Actieplan voor de Reconversie en Tewerkstelling, kortweg START. Het moest Zaventem en omgeving een nieuwe boost geven na de zware klappen die de regio had moeten incasseren na de faillissementen van onder meer Sabena en Renault. Later was ook nog snelkoerier DHL weggetrokken.

De Vlaamse regering maakte zich sterk dat ze met START de werkgelegenheid rond Zaventem zou opdrijven. Op dat vlak werd geen resultaat geboekt, het jobaanbod is in de regio niet gestegen. Van een hele reeks beloofde investeringen die op en rond Zaventem op korte en middellange termijn meer dan 20.000 jobs moesten opleveren, is nog niets in huis gekomen. Op de luchthaven werken vandaag 20.000 mensen, eromheen 40.000, en dat zijn er ongeveer evenveel als ten tijde van Sabena.

Het grootste geplande project was Airport Village, waarbij heel wat kantoren zouden worden opgetrokken. Om conjuncturele redenen besliste Brussels Airport daar voorlopig nog geen werk van te maken. Het had 9800 jobs moeten opleveren. En dan is er nog de lagekostenterminal, die er ook nog niet is. Het plan was nochtans dat die tegen Pasen 2009 had moeten opengaan en dat daar 3000 mensen aan de slag zouden kunnen. Daarbovenop komt nog dat de ontwikkeling van een aantal bedrijventerreinen in de omgeving op z’n minst vertraging heeft opgelopen, zodat van de verwachte investeringen op die plekken ook al geen sprake is.

Het met veel klaroengeschal aangekondigde START-project is op dit moment dan ook niet veel meer dan wat infrastructuurwerken: een betere toegang tot Brucargo, meer buslijnen en de spoorontsluiting van de luchthaven. Maar dus zonder extra jobs, het hoofddoel van START. De kern van het probleem is dat het de Vlaamse regering nog altijd ontbreekt aan een langetermijnvisie op wat de Zaventemse regio precies moet worden. Als de Vlaamse regering beoordeeld moet worden op het voor Vlaams-Brabant uiterst belangrijke START-project, zoals toenmalig minister-president Leterme zelf voorstelde, dan ziet het er niet goed uit voor de meerderheidspartijen CD&V, Open VLD en SP.A.

Uit de belangstelling

Maar er spelen ongetwijfeld nog andere thema’s mee in de verkiezingsstrijd. Mobiliteit van en naar de hoofdstad Brussel is een vaak terugkerend onderwerp, waarop de partijen zich nog wel extra zullen profileren: hoe kunnen de files op de Brusselse Ring verminderd worden? Is het aangewezen om meer rijstroken aan te leggen? Moet er een snelheidsbeperking komen tot 100 kilometer per uur? En wat met het Gewestelijke Expresnet, dat Brussel vlot met de trein bereikbaar moet maken, maar waartegen zowat elke Brusselse gemeente ondertussen bezwaarschriften indiende, terwijl om de zoveel tijd de discussie over de financiering ervan oplaait.

Een ander moeilijk punt in Vlaams-Brabant is wat er eventueel moet gebeuren tegen de hoge vastgoedprijzen. Steeds vaker klagen plaatselijke inwoners dat hun zonen en dochters geen betaalbare woningen of bouwpercelen in de omgeving meer kunnen vinden – maar de mensen die zo’n huis of grond tegen een hoge prijs kunnen verkopen, zeuren natuurlijk niet. En niet zelden komt daar nog de taalcomponent bij: hoe moet voorkomen worden dat de wijde streek rond Brussel verfranst – of moeten we zeggen ontnederlandst, gezien het oprukkende Engels? Het is een twistpunt waarover plaatselijke politici zich ongetwijfeld nog zullen uitspreken.

Toch is de verwachting dat het allerbelangrijkste verkiezingsthema in Vlaams-Brabant nog iets heel anders zal zijn. Het laat zich nog het best omschrijven als ‘het algemene klimaat’. Wellicht gaan heel wat kiezers in deze hoogst onzekere sociaaleconomische tijden op zoek naar wie zijn/haar vertrouwen (nog) waard is. Als er zware herstructureringen aangekondigd worden, zoals onlangs bij Bosch in Tienen waar meer dan 400 jobs verloren gaan, kan dat plaatselijk belangrijke electorale schokken tot gevolg hebben.

Daarbij zijn de regionale verkiezingen – of je dat nu wilt of niet – ook meteen een beoordeling van de federale regering. Als die evaluatie gunstig uitvalt, moet dat in Vlaams-Brabant vooral CD&V goed uitkomen. Bovendien staat op de CD&V-lijst niet alleen broer Eric Van Rompuy, maar ook Peter Van Rompuy, zoon van huidig premier Herman Van Rompuy. Die is voor zijn eerste campagne wat weggestopt op de tweede plaats bij de opvolgers, maar misschien kan hij profiteren van het premierschap van zijn vader. Is de evaluatie van de federale regering echter negatief, bijvoorbeeld omdat ze communautair haar beloften niet nakwam, dan ziet het er niet zo goed uit voor CD&V en zijn er winstkansen voor vooral N-VA.

Open VLD en SP.A, die samen met CD&V in de Vlaamse regering zitten, dreigen bij dit alles een beetje uit het centrum van de belangstelling weggedrukt te worden. Daarbij rijst de vraag of Patricia Ceysens, Vlaams minister van Economie en Innovatie, zwaar genoeg weegt om Open VLD in Vlaams-Brabant naar een verkiezingsoverwinning te leiden, en hoeveel stemmen de partij zal verliezen aan bijvoorbeeld Lijst Dedecker, dat zich profileert als de partij van de échte liberalen.

Zo mogelijk nog moeilijker ligt het voor de SP.A en haar lijsttrekker Frank Vandenbroucke, de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming. Dat de Vlaamse socialisten deel uitmaken van de Vlaamse regering, terwijl ze federaal in de oppositie zitten, maakt hun verhaal er niet makkelijker op. En er zal erg uitgekeken worden naar het resultaat van de SP.A in Vlaams-Brabant en vooral naar de persoonlijke score van Vandenbroucke, die absoluut opnieuw wil meeregeren. Een sterke stemmenmagneet was hij tot nu toe niet. Als de SP.A electoraal in Vlaams-Brabant geen succes boekt, zal dat niet alleen de positie van Vandenbroucke binnen zijn partij ondermijnen, maar dan wordt het voor de SP.A ook moeilijker om nog een belangrijke rol in de Vlaamse regering te spelen.

Ondanks de huidige stilte belooft het een harde campagne te worden in het gespleten Vlaams-Brabant.

DOOR EWALD PIRONET

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content