Zowel Bernie Sanders als Donald Trump gebruikt zijn muziek tijdens hun verkiezingscampagne. Zelf heeft hij last van nostalgie. Onze reporter ging naar een concert van Bruce Springsteen in New York en dwaalde rond in het land van de zanger en zijn fans. ‘Ik ken geen enkele zanger in Europa die iets soortgelijks doet.’
Madison Square Garden ligt in de buik van New York, aan Penn Station. De zaal is een luxeversie van het Sportpaleis. In de catacomben hangen beelden van alle legendarische veldslagen die hier ooit uitgevochten zijn. Veel foto’s van de boksmatch Mohammed Ali – Joe Frazier. Fight of the Century, 8 mei 1971. Frazier won, na 15 ronden.
Geen veldslag in The Garden vanavond. Wel een man die worstelt met nostalgie: Bruce Springsteen speelt The River, de plaat die hem in 1980 wereldfaam bezorgde. Hij was toen net dertig geworden. Bijna jongen-af, bijna man. Later noemde hij The River zijn coming of age-plaat. Hij wou gaan schrijven ‘voor zijn generatie’.
Iets over achten stapt de nu 66-jarige zanger het podium op.
‘The River gaat over tijd’, zegt hij. ‘Zodra je volwassen wordt, begint de klok te tikken. Veel tijd is er niet om het juiste te doen.’
Hij omgordt zijn gitaar en speelt in een verschroeiend tempo de nummers van The River. Na een halfuur vertraagt hij. Voor Independence Day, een mooi nummer over zijn vader. ‘Deze song is een gesprek tussen twee mensen, laat op de avond.’
Hij zag zijn vader vooral compromissen sluiten met zijn dromen. Springsteen wou vertrekken, het anders doen, zaken vinden ‘die hem impact, een plek en betekenis in de wereld gaven’.
Hij lacht even, om die jeugdige overmoed. ‘Dit soort nummers schrijf je als je jong bent.’
In de portrettengalerij van deze zaal, niet ver van Ali en Frazier, hangt een foto van die jongen. ‘Bruce Springsteen. Madison Square Garden, 21 september 1979′ staat eronder. Springsteen zelf heeft het beeld wellicht uit zijn hoofd gewist. Die avond trad hij op tegen kernenergie. Zijn ex-vriendin Lynn Goldstein nam foto’s aan de rand van het podium. Springsteen sleurde haar het podium op en riep ‘Dit is mijn ex-vriendin’. Om haar vervolgens door de security van The Garden uit het gebouw te laten zetten. Dat soort avond was het, dat soort overmoed.
De No Nukes-concerten kregen om een andere reden eeuwigheidswaarde. Op YouTube slingeren nog altijd filmbeelden van twintigers rond die in extase en met hun vuist omhoog door de gangen van The Garden lopen en SPRINGSTEEN! roepen (check: ‘No Nukes encore’).
Springsteen riep terug: ‘I’m thirty years old. We can’t go on like this.’
Na drie nummers nam hij zijn mondharmonica. Om voor de eerste keer een nieuw lied over een koppel te zingen, zijn zus en schoonbroer eigenlijk.
‘Ik kom uit de vallei, waar ze je leren als je jong bent, om later net zo te worden als je vader. Ik leerde Mary kennen op school. Ze was zeventien, we reden weg uit de vallei, naar waar de velden groen zijn. We gingen naar de rivier en we doken erin. Ik maakte Mary zwanger, en meer schreef ze niet. Op mijn negentiende verjaardag kreeg ik een vakbondskaart en een trouwpak. We gingen naar de rechtbank en de rechter regelde de zaak. Geen lachende gezichten, geen intocht in de kerk. Geen bloemen en geen trouwjurk. Ik vond een baan als bouwvakker bij de Johnstown Company. Maar veel werk is er niet, vanwege de economie. Al die dingen die zo belangrijk leken, zijn in rook opgegaan. Ik doe alsof ik het vergeten ben, Mary doet alsof het haar niks kan schelen.’
Dan dacht hij terug aan de dagen dat ze in de rivier doken. ‘Is a dream a lie if it don’t come true. Or is it something worse?’
Het publiek in The Garden werd stil. Die overmoedige jongen was die 21e september de stem van een generatie: die van jongeren aan het begin van de jaren tachtig en de recessie. Zijn zus en schoonbroer waren die avond ook in The Garden. ‘Ik wist niet dat hij een song over ons geschreven had’, zei Ginny later in een interview. ‘Maar het nummer klopte woord voor woord. Ik voelde me zo kwetsbaar tussen die duizenden mensen.’
Vanavond, 37 jaar later, zegt Springsteen: ‘This is for my sister Ginny and Mickey. They are here tonight.’ Zoveel ouder en grijzer, maar nog altijd een koppel. En ook voor de rest is er weinig veranderd. Veel werk is er niet, vanwege de economie. De zanger zingt The River nog altijd even mooi en The Garden wordt weer stil als hij die ene zin debiteert: ‘Is a dream a lie if it don’t come true. Or is it something worse?’
Een paar uur na het concert. In mijn hotelkamer zap ik wat.
Op ABC belooft Bernie Sanders een politieke revolutie. Iemand draait Springsteens We take care of our own. Een paar weken eerder beloofde Donald Trump hetzelfde, op de tonen van Born in the USA. Om zijn concurrent Ted Cruz, born in Canada, wat te jennen.
Ik zap.
In de taxi, twee uur voor het concert. Ik vertel de chauffeur dat ik naar Springsteen ga. ‘I don’t like him’, zegt hij. ‘He is a liberal, a limousine socialist. Hij spreekt in naam van de arbeiders, maar is zelf multimiljonair. Hij heeft wel een mooi liedje geschreven.’ En dan begint hij het refrein van Born in the USA te zingen.
Ik zap.
In de lange gangen van The Garden lopen vrijwilligers met collectebussen rond. ‘Help Bruce Springsteen Fight Hunger’ roepen ze. ‘Donate.‘ Wat verderop bedelt een vereniging van Vietnamveteranen om geld.
De volgende dag praat ik met fotograaf Bob Bronshoff. Drie jaar geleden maakte hij, samen met een vriend, voor een boek een roadtrip langs alle steden waar Springsteen over zingt: van Rochester tot de straten van Philadelphia. Het vergeten Amerika van de Johnstown Company, van de mislukte dromen. ‘Atlantic City bijvoorbeeld: dat is een lelijk Las Vegas. Of Youngstown: een failliete spookstad. Maar wie je er ook aanspreekt, iedereen vertelt direct zijn levensverhaal. Typisch Amerikaans. Eigenlijk doet Springsteen dat ook in zijn songs.
‘Ze kennen hem ook allemaal. In zijn geboortestaat New Jersey is hij een lokale held. Elders loopt niet iedereen even hoog met hem op. In Youngstown ontmoetten we een zwarte man, die een talkshow had. Hij dacht er nog niet aan om Springsteen te spelen. Dat geldt voor alle zwarten die we ontmoet hebben. Springsteen zelf zou willen dat het anders was, maar dat soort rock-‘n-roll zit niet in de zwarte cultuur.’
Toch vervult Springsteen een speciale rol in dat blanke Amerika, zegt Bronshoff. ‘Er doet zo’n mooi verhaal over hem de ronde. Kort na 9/11 stond hij op de Rumson-Sea Bright Bridge naar Manhattan te kijken, dat in puin lag. Naast hem stopte een auto. Iemand deed het raam open en riep: ‘Hey man, we need you.’ In sommige overlijdensberichten van slachtoffers van 9/11 stond: ‘Fan of the Boss’ of een regel uit The River. Toen Springsteen dat las, belde hij een aantal weduwen op om hen te condoleren. Ik ken geen enkele zanger in Europa die iets soortgelijks zou doen.’
In de nieuwe Springsteenbiografie van Peter Ames Carlin zegt de historicus Eric Alterman: ‘Hij staat voor een ander soort patriottisme. Hij is de president van een alternatief Amerika. Het land dat we graag hebben en bewonderen. Een dat niet Ronald Reagan of George Bush als spreekbuis heeft.’
De jonge Springsteen van The River wou niets met politiek te maken hebben. Hij zei er nooit iets over. Behalve op 5 november 1980 op een concert in Tampa, Arizona: ‘Ik weet niet wat jullie hierover denken, maar ik vind het enorm beangstigend wat gisterenavond gebeurd is.’ Ronald Reagan had de verkiezingen gewonnen.
Vier jaar later gebruikte dezelfde Reagan Born in the USA in zijn verkiezingscampagne. Een song over de economische crisis en de erfenis van de Vietnamoorlog, maar dat had de president verkeerd begrepen. De dag na het concert zei Springsteen in Pittsburgh: ‘De president heeft gisteren over me gesproken, Ik vroeg me af wat zijn favoriete plaat is van mij. Ik denk niet dat het Nebraska is (…)’ Waarna hij Johnny 99 inzette: een song over een werkloze fabrieksarbeider die een aantal moorden pleegt.
De optredens van de Amerikaanse zanger kregen ongewild soms een politieke betekenis, ook buiten de States. Twee jaar geleden schreef de Duitse journalist Erik Kirschbaum het boek Rocking the Wall: over een optreden dat Springsteen op 19 juli 1988 gaf in Oost-Berlijn.
Kirschbaum beweert dat het concert ‘een belangrijke rol heeft gespeeld in de val van de Muur, een jaar later’. Dat Springsteen in Oost-Berlijn mocht optreden, was al verrassend. Rock was een verderfelijke uitvinding uit het Westen, waar alleen in het verborgene naar geluisterd werd. The River was er clandestien.
Uiteindelijk mocht Springsteen toch komen, na aandringen van de jongerenafdeling van de Communistische Partij. Al hadden die daar wel wat overredingskracht voor nodig, bleek uit de verslagen van de Stasi die Kirschbaum inkeek. Ze probeerden het concert te verkopen als een liefdadigheidsconcert voor Nicaragua. En die Springsteen, dat ‘was een working class hero’. Vrij vertaald naar het Oost-Duits: een zanger van het proletariaat, die vooral zong over de schaduwzijden van de American Dream.
De autoriteiten gaven toestemming, niet zonder bijbedoeling. Veel jongeren verlangden in die dagen naar meer vrijheid, het concert van Springsteen moest hen koest houden.
Het draaide anders uit. Hoewel het concert op televisie uitgezonden werd, daagden er 300.000 mensen op. Honderdduizend meer dan er kaarten verkocht waren. De organisatoren konden niet anders dan de omheining openzetten.
Springsteen zelf hield een korte speech in onbehouwen Duits, een tekst die hij door zijn Berlijnse taxichauffeur had laten vertalen. ‘Ik ben niet voor of tegen een regering, maar ben gekomen om rock-‘n-roll te spelen voor Oost-Berlijn. In de hoop dat op een dag alle barrières zullen verdwijnen.’
Waarna hij Chimes of Freedom van Bob Dylan inzette. En Born in the USA, die song over mislukte Amerikaanse dromen. Honderdduizenden Berlijners zongen mee, alsof het een vrijheidsstatement was. Hun roep werd almaar luider. Het werd de ondertitel van Kirschbaums boek: ‘The Berlin concert that changed the world’.
‘Ik geloof niet dat mensen naar concerten gaan voor politieke adviezen’, zei Springsteen ooit. ‘Ze willen ontroerd en geïnspireerd worden. Ik voelde me tot Dylan aangetrokken omdat hij klonk alsof hij de waarheid vertelde, maar ik luisterde niet met zijn teksten in de hand naar zijn muziek. Het ging om hoe hij klonk. (…)’
Alles veranderde na de inval in Irak. Springsteen onderbrak zijn Amerikaanse concerten, om ‘de leugen van de oorlog’ aan te klagen. In 2004 trok hij mee de Vote for Change– karavaan, tegen de regering-Bush. Hij voerde campagne met John Kerry en zong later op de inauguratie van Obama.
‘Dat heeft hem in Europa fans opgeleverd, maar in Amerika veel fans gekost’, zegt Springsteenfan en amerikaniste Kari-Anne Fygi. ‘Mensen scheurden zijn platen kapot. In 2004 was ik op zo’n Vote for change-concert. Een aantal Republikeinse fans waren echt woest. Onder welke steen hebben jullie al die jaren geleefd, vroeg ik me af. Als je Springsteens teksten las, was het wel duidelijk aan welke kant hij stond. Toch is zijn muziek nog altijd op twee manieren uit te leggen. Als die van een linkse artiest. Of je kunt, zoals heel wat Republikeinse fans, zeggen: “it’s only rock-‘n-roll. Shut up and sing.”‘
Springsteens teksten worden vaak verkeerd begrepen, zegt Fygi. ‘Een frappant voorbeeld is American Skin (41 shots). Dat nummer gaat over de 22-jarige Guineese migrant Amadou Diallo, die doodgeschoten werd door vier politieagenten. Die waren op zoek naar een verdachte van een groepsverkrachting. Ze zagen Diallo, die er wat op leek en riepen dat hij moest stilstaan. Toen Diallo naar zijn binnenzak greep, schoten de agenten hem dood met 41 kogels. Later bleek dat Diallo ongewapend was en niets te maken had met de verkrachting. Hij wou alleen zijn identiteitskaart tonen.
‘Springsteen kiest in American Skin (41 shots) de kant van het slachtoffer, maar heeft ook mededogen voor de politie. ‘Is it a gun, is it a knife, is it a wallet, this is your life.’
Het haalt niet veel uit: de New Yorkse politie is woest en boycot zijn concert in Madison Square Garden. ‘Terwijl dat een heel genuanceerde tekst is, zoals altijd bij Springsteen’, zegt Fygi. ‘Ik denk dat zijn teksten te genuanceerd zijn voor de gepolariseerde Amerikaanse samenleving.’
Toch fronst ook Fygi weleens de wenkbrauwen. ‘Ik begrijp niet dat hij nu op tournee gaat met The River. Ik heb altijd van Springsteen gehouden omdat hij iets over vandaag vertelt. Zelf zegt hij vaak dat zijn concerten “een voortdurende conversatie zijn met zijn publiek.” Heerlijke plaat hoor, die The River, maar hij maakte ze toen hij dertig was. Zijn die concerten meer dan een nostalgietrip? Hij schreef toen nog redelijk conservatief over vrouwen. Op The River zijn het ofwel girls of wezens die beschermd en verzorgd moeten worden. Zo werd er in het milieu waar hij opgegroeid is over vrouwen gedacht. Later is hij veel gaan toeren, ook in Europa. Daarna is hij ook tekstueel opengebloeid. Hij ging veel volwassener over vrouwen schrijven.’
Een dag later. Ik neem in Penn Station de NJ Transit naar Springsteenland: Asbury Park. ‘My city’ noemde de zanger die kuststad in New Jersey weleens. Hij oogstte er zijn eerste successen. Later werd de stad wereldberoemd dankzij de titel van zijn eerste lp: Greetings from Asbury Park.
De trein ernaartoe lijkt een exemplaar uit de boeken van Johan Daisne. Iedereen zit op lange banken, achter elkaar. Het voertuig schokt en toet de hele tijd, af en toe valt het licht uit.
Na anderhalf uur rijden door trieste suburbia houdt de NJ Transit halte in Asbury Park. Ik ben de enige die uitstapt.
Een eenzame kuststad, er is bijna niemand op straat. Op een bank aan de boardwalk, bekend uit Born to Run, zit Stacy Bishop. Als ik haar aanspreek over Springsteen, begint ze te lachen. Ze woont hier al lang, zegt ze. Heeft Springsteen in de vroege jaren zeventig nog zien optreden in de Student Prince. ‘Het waren harde tijden, met veel rassenrellen. Asbury Park had in die dagen een heel slechte naam.’
Ze vertelt hoe trots ze was toen hij doorbrak. Een muzikant uit hun Asbury Park die zijn Amerikaanse Droom waarmaakte. Niemand lachte nog met deze stad. ‘De laatste tijd gaan de zaken beter in Asbury Park, maar er zijn nog altijd veel spanningen en armoede. En de zanger rijdt hier nog af en toe door de straten, zegt Stacy. ‘Iedereen in de stad heeft zijn Springsteen-anekdote.’ Ook dat is een deel van Asbury Park en de mythe-Springsteen.
Maar vanavond dus niet. Geen muziek, geen Springsteen. Alleen in het waarzeggershuisje van Madam Marie, dat Springsteen ooit zo mooi bezong in 4th of July, Asbury Park (Sandy), brandt licht.
Madam Marie is allang dood, maar haar dochter zet de zaak voort.
Ze kijkt in haar kaarten en voorspelt dat ik drie kinderen ga krijgen.
‘Ik ben bijna veertig’, zeg ik verbaasd.
Ze kijkt opnieuw in de kaarten en zegt: ‘Ik heb verkeerd gekeken: het zijn er twee. Dat is twintig dollar.’
Ik denk terug aan het concert in The Garden van eergisteren. Als laatste nummer voor de bissen zong hij het stokoude Thunder Road, dat ook een beetje gaat over deze stad. ‘It’s a town full of losers, I’m pulling out of here to win.’
Met de Greyhound bus of de NJ Transit toen nog, naar het grote New York. Waar hij zijn eerste platencontract kreeg, op voorwaarde ‘dat hij wat meer bewoog op het podium’. Het New York waar hij op een septemberavond in 1979 riep ‘I’m thirty years old. We can’t go on like this’ en dat ene nummer zong. En waar hij, 37 jaar later, nostalgie kreeg naar de dagen van de rivier. Zoals in het liedje.
Vandaag woont de zanger allang weer in de valleien van New Jersey. ‘They bring you up to do like your daddy done’. Alleen over die muzikantendroom en die plek in de wereld, daar heeft zoon Springsteen geen compromis over gesloten. En ook zijn huis en bankrekening, die zijn oneindig veel groter.
Deze zomer komt Springsteen naar Europa. Meer info op de uitstekende Nederlandse Springsteensite: www.betrue.nl
DOOR STIJN TORMANS
‘Zijn muziek is nog altijd op twee manieren uit te leggen. Als die van een linkse artiest. Of je kunt, zoals Republikeinse fans, zeggen: “It’s only rock-‘n-roll. Shut up and sing.”‘