De schrik zit er weer goed in. Nauwelijks was het proces-Dutroux afgesloten, of daar was de zaak-Fourniret. Hoe kon dit gebeuren? ‘De cynische realiteit is dat dit soort schandalen nodig zijn om politiek zaken in beweging te zetten.’
Vrijdagnamiddag 2 juli. Een déjà vu. Er is bekendgemaakt dat de graafmachines weer uitrukken. Michel Fourniret, ‘de Franse houthakker met het kasteel’, zal lijken aanwijzen. Mr. Jean-Maurice Arnould, advocaat van de vader en moeder van Elisabeth Brichet, reageert uiterst behoedzaam: ‘Wij kunnen nu niets anders dan afwachten. Het is niet omdat Fourniret nu praat, dat hij ook de waarheid spreekt. Het zou niet de eerste keer zijn dat we in dit dossier een teleurstelling moeten verwerken. Onze voorzichtigheid is een kwestie van zelfbescherming. Marie-Noëlle Bouzet zal dus pas uit Canada naar België terugkeren als er relatieve zekerheid is over het lot van haar dochter.’
Zaterdagavond 3 juli. Er zijn overeenkomsten met de zaak-Dutroux. Eén groot verschil is echter de onwaarschijnlijk snelle ontknoping in de zaak-Fourniret. Al de eerste dag van de graafwerken op het Domaine de Sautou, vinden de Belgische en Franse speurders twee stoffelijke overschotten. Slachtoffers van de houthakker. Na vijftien jaar is er eindelijk meer duidelijkheid over het lot van het vermiste meisje Elisabeth Brichet. Haar moeder komt over naar België.
Druk op de politiek
Zondag 4 juli. Vader Brichet wordt samen met minister van Justitie Laurette Onkelinx (PS) ontvangen op het paleis. Hij is opgelucht dat hij eindelijk weet wat er met hun dochter is gebeurd. ‘Het is natuurlijk heel goed en belangrijk dat overheden begrip en respect betonen aan slachtoffers van dit soort zaken’, klinkt het bij Child Focus. Maar als Onkelinx één zaak kan doen, dan is het in Europees verband politieke druk uitoefenen om maatregelen goed te keuren, waardoor het voor recidiverende pedoseksuelen of andere criminelen minder makkelijk wordt hun praktijken in een van de andere Europese lidstaten voort te zetten, als ze in eigen land tegen de lamp lopen. Bij Child Focus – tevens Europees coördinatiecentrum voor 19 organisaties uit 15 lidstaten, die zich bezighouden met seksueel misbruik van kinderen – is men vast van plan de druk op te voeren. ‘België beschikt over enorm veel kennis op dit terrein en daardoor heeft het krediet binnen Europa. Laten we dit nu in godsnaam gebruiken’, verzucht Isabelle De Schrijver, directeur Studie en Preventie bij Child Focus.
Cynisch: hopelijk waait de zaak-Fourniret niet té snel over, zodat de publieke druk op de politiek lang genoeg kan duren. Want wat wél overeenkomt met de zaak-Dutroux, is de vertwijfeling die onvermijdelijk toeslaat bij het aanhoren van dergelijke gruwel: ‘Waarom was het niet mogelijk om dit te voorkomen? Of het aantal slachtoffers te beperken?’
Maandag 5 juli. Het ziet ernaar uit dat de zaak voorlopig nog niet is afgelopen. Justitie in zowel Frankrijk als België vermoedt dat seriemoordenaar Fourniret nog meer doden op zijn geweten heeft. Hij bekende zeven moorden voor 1990 en twee ná de eeuwwisseling. Dat de houthakker met extreem perverse trekken zich een heel decennium kon beheersen, lijkt niet erg waarschijnlijk.
Hoe is het mogelijk dat Frankrijk zijn buurland niet waarschuwde dat er een gevaarlijke gek was gemigreerd? Oud-minister van Justitie Tony Van Parys (CD&V) verweet de zuiderburen: ‘Zij zijn bijzonder lichtzinnig te werk gegaan.’ De Franse autoriteiten hadden Fourniret beter moeten volgen na zijn vervroegde invrijheidsstelling in 1989 (veroordeling 7 jaar cel, waarvan 5 jaar effectief, met een probatietijd van 3 jaar) en een internationaal aanhoudingsbevel moeten uitvaardigen. Hét grote probleem in dit soort grensoverschrijdende zaken ligt bij de internationale uitwisseling van gevoelige gegevens.
Nochtans bestaan er al vele jaren concrete aanbevelingen en dito rapporten om dat te verhelpen, stelt Gert Vermeulen, professor strafrecht aan de Universiteit Gent. ‘Die studies zijn verticaal geklasseerd’, aldus Isabelle De Schrijver. Dit jaar nog publiceerde Child Focus dan weer het rapport Civil society organisations and law enforcement services in the area of missing and sexually exploited children, in opdracht van de Europese Commissie. ‘Al het noodzakelijke studiewerk is gedaan. Gedetailleerd uitgewerkte, concrete voorstellen zijn er al enkele jaren. De woorden zijn er, de politiek moet beseffen dat het nu tijd is voor daden.’
Wat moet er concreet gebeuren? Vermeulen: ‘Het verwijt aan Frankrijk is begrijpelijk, maar niet geheel terecht. Een verdrag van de Raad van Europa uit 1964 bepaalt dat het ene land aan het andere kan vragen om toe te zien op de voorwaarden bij een vervroegde invrijheidsstelling. Als iemand vrij komt en hij verhuist ná zijn proeftijd naar een ander land, kan je daar niets aan doen.’
Europees strafregister
Een Europees strafregister zou al een eerste stap zijn om dubieuze types sneller te detecteren. Onkelinx dringt erop aan dat de Europese Commissie, zoals beloofd, nog dit jaar met een concreet voorstel komt.
Vermeulen: ‘Om het register in te voeren, was een Europese overeenkomst over de erkenning van mekaars gerechtelijke uitspraken nodig. In 1999 bereikten de Europese regeringsleiders hierover een principe-akkoord, wat het Europees aanhoudingsmandaat mede mogelijk maakte. In de toekomst zou bij een juridische procedure in België ook het recidivisme kunnen meetellen, ook al gebeurden de eerdere feiten en veroordeling in een ander land. Maar dan moet de Belgische rechter dat wel weten natuurlijk. Nu kan Justitie ook wel informatie opvragen in de 24 andere lidstaten via rechtshulpverdragen. Maar dat betekent 24 aparte aanvragen, vervolgens wachten en eventueel vertalen. Dat is soms tijdrovend. De in Den Haag gevestigde justitiële versie van Europol – Eurojust – is vooral bedoeld als coördinerende organisatie bij onderzoeken naar grote, grensoverschrijdende criminaliteit en niet bij de behandeling van individuele dossiers.’
Een Europees strafregister zou bestaan uit een ‘eenvoudige index’ waarin naam, geboortedatum en de sfeer van het delict en de veroordeling staan. Volgens Vermeulen is er eigenlijk geen nood aan een nieuwe instantie die dat beheert. Je hebt wat IT-mensen nodig die een systeem maken, waarbij de nationale strafregisters gekoppeld worden. ‘In het belang van de privacy moet dit wel onder toezicht staan van een organisatie als Eurojust.’
Het strafregister had in ieder geval kunnen voorkomen dat Fourniret een baan bij een Belgische school kreeg, dankzij een Belgisch bewijs van goed zedelijk gedrag. Vermeulen: ‘Een Europees strafregister zou ook impliceren dat een straf in een ander Europees land toepasbaar moet zijn. Nu kan een pedofiele leraar die in Gent wordt veroordeeld, niet werken bij een school in Dendermonde, maar steekt hij de grens bij Zeeuws-Vlaanderen over, kan hij een blanco Nederlands strafblad krijgen en daar alsnog in een school werken. Als je in een bepaald land een beroepsverbod krijgt, zou dat ook in een andere lidstaat moeten gelden. Ook de invoering van een Europees certificaat van goed zedelijk gedrag zou nuttig zijn. Een Europees beroepsverbod moet wel beperkt blijven tot specifieke categorieën. We moeten in Europa ook de burgerlijke rechten beschermen en niet louter repressief gaan denken, maar het zou in de preventieve sfeer een belangrijk instrument kunnen zijn.’
In 2002 dienden Vermeulen en zijn vakgroep voorstellen in bij de Europese Commissie voor de instelling van zo’n Europees certificaat en een strafregister. ‘De voorstellen zijn destijds goed onthaald, maar pas twee maanden geleden kwam er weer schot in de zaak.’ Het zal er vooral op aankomen de Europese ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken te overtuigen.
Geduld
Maar zelfs een Europees strafregister had niet voorkomen dat Fourniret naar België kwam om hier huis te houden. Je raadpleegt zo’n strafregister in principe pas als je iemand ergens concreet van verdenkt. Bovendien kan er nog veel misgaan, stelt Martine De Clerck, directrice gerechtelijke operaties bij Child Focus: ‘Door menselijke fouten is het al gebeurd dat een veroordeelde een blanco strafblad kreeg. Bovendien blijkt het technisch onmogelijk in het Belgische strafregister tegelijkertijd op naam én delict te zoeken. Bovendien zal de koppeling van de Europese strafregisters erg moeilijk zijn.’
Daarom pleit Child Focus al jaren voor een specifieke, Europese databank voor veroordeelde pedoseksuelen, om te vermijden dat justitie pas ná de feiten tot de actie kan overgaan. Het ene land kan het andere discreet waarschuwen als een veroordeelde pedoseksueel zou verhuizen. Volgens Vermeulen gaat het hierbij niet om een schandpalen-systeem. Vermeulen: ‘Om het potentiële risico op misbruik – lekken of chantage – van gegevens uit zo’n databank te beperken, zouden we werken met versleuteling. De instantie die zo’n databank beheert, ziet alleen maar een code die bij een bepaald dossier hoort. Als in een bepaalde zaak blijkt dat een code meerdere keren opduikt, kan die instantie justitie in de betrokken landen waarschuwen. Maar je kunt dus achterhalen om wie het gaat.’
‘Het lijkt traag te gaan, maar we moeten ook niet overhaast te werk gaan. Zaken als privacy zijn behoorlijk essentieel.’ Vermeulen schreef al in 1998 een voorstel tot een database, dat hij in 2001 uitwerkte. Sindsdien was er echter weinig politieke dadendrang. De kaderwetgeving is gemaakt, maar concreet gebeurde er nog niet veel. Isabelle De Schrijver: ‘Het komt erop aan dat minister Onkelinx en haar Nederlandse collega (Nederland is momenteel voorzitter van de EU, nvdr) dit nu met nadruk op de Europese Raad voor Justitie bepleiten. Het is delicaat, maar het wordt écht hoog tijd. Helaas heeft de politiek altijd weer dit soort schandalen nodig.’
Hans van Scharen
Hét grote probleem ligt bij de internationale uitwisseling van gevoelige gegevens.