De SP.A gaat ten onder aan haar eigen arrogantie. Terwijl voorzitster Caroline Gennez wil dat haar partij meer smoel krijgt, pleiten steeds meer socialisten voor een grotere bescheidenheid. Vooral bij de partijtop dan.

Het wordt nu echt gênant. Twee jaar na de desastreuze federale verkiezingen zwalpt de SP.A nog altijd van het ene pijnlijke incident naar het andere. Zo langzamerhand dreigt de partij zelfs te kapseizen. Dag na dag neemt de muiterij toe naar aanleiding van de degradatie van Frank Vandenbroucke en het ontluisterende mailverkeer van de partijtop dat vorige week werd gepubliceerd. Ondanks recente pogingen om de rangen te sluiten, ventileren zowel vooraanstaande partijleden als coryfeeën uit de socialistische zuilorganisaties in de wandelgangen steeds luider hun woede over de gang van zaken in de partij. Erik De Bruyn van SP.A Rood en Kamerlid Hans Bonte hebben er zelfs zó genoeg van dat ze eerder deze week het ontslag van de partijleiding vroegen. ‘Wij weten al langer dat de SP.A op een autoritaire en ondoorzichtige manier wordt geleid’, zegt De Bruyn. ‘Maar nu worden de details op de straatstenen gegooid, en dat heeft de ogen van een heleboel leden geopend.’

En wat doet partijvoorzitster Caroline Gennez ondertussen? Tegen beter weten in probeert ze de stop op de fles te houden. Tevergeefs. ‘Binnen de SP.A zijn er krachten aan het werk die er alles aan doen om de partij en haar voorzitster te beschadigen’, zegt Gennez zelf. ‘Het is een guerrilla van binnenuit.’

Op 7 juni behaalde de SP.A bij de Vlaamse verkiezingen goed 15 procent van de stemmen. ‘Een afschuwelijk slecht resultaat’, zegt Bruno Tobback, de nieuwe leider van de Kamerfractie. ‘Ik begrijp echt niet dat sommige van mijn partijgenoten nu durven te beweren dat we het goed hebben gedaan.’ Toch zat de sfeer bij het begin van de zomer relatief goed. Caroline Gennez kreeg van het partijbureau carte blanche om de regeringsonderhandelingen te leiden en deed dat ook naar behoren. Heel even zag het ernaar uit dat de SP.A eindelijk een nieuwe start zou nemen. Tot Gennez de namen van de nieuwe Vlaamse ministers bekendmaakte. Geen Frank Vandenbroucke, en ook geen Peter Vanvelthoven of Kathleen Van Brempt. Vooral de militanten vielen uit de lucht. Was Peter Vanvelthoven niet van de Kamer, waar hij de fractie leidde, naar het Vlaamse niveau gehaald om er minister te worden? Plaatselijke socialisten die zich maandenlang voor zijn campagne hadden ingezet, waren daar in elk geval van overtuigd. En hijzelf ook. Voormalig viceminister-president Frank Vandenbroucke, die de Vlaams-Brabantse lijst trok, was in de aanloop naar de verkiezingen dan weer als opperboegbeeld naar voren geschoven en speelde achteraf zelfs een belangrijke rol bij de regeringsonderhandelingen. Toch werd ook hij door Gennez wandelen gestuurd. En dat tot grote ontsteltenis van veel militanten.

Die hadden het ook bijzonder moeilijk met de nogal onverwachte keuze van de partijleiding. Want wie stuurde Gennez dan wel naar de Vlaamse regering? De uit de Brusselse regering afgevoerde Pascal Smet als verplichte Brusselaar, de dezer dagen wat apathisch ogende Freya Van den Bossche, en als viceminister-president Ingrid Lieten, cheffin van De Lijn en poulain van voormalig partijvoorzitter Steve Stevaert. Zowel vanwege Lietens zelfbewuste stijl als vanwege het feit dat ze voor de verkiezingen heeft geweigerd om de Limburgse lijst te trekken, is bijlange niet iedereen in de partij opgezet met haar komst naar de regering. Zo zou Van den Bossche het bijzonder moeilijk hebben om het gezag van haar viceminister-president te aanvaarden. Hoe dan ook, de nieuwe Vlaamse ministers zijn niet meteen indrukwekkend uit de startblokken geschoten en zullen nog heel hard hun best moeten doen om respect af te dwingen in de regering.

In de gordijnen

Het smeulende ongenoegen in de SP.A werd vorige maand nog aangewakkerd door het bericht dat de partijleiding een studie zou achterhouden waaruit blijkt dat Frank Vandenbroucke zowat de enige troef van de SP.A was tijdens de verkiezingscampagne. Vorige week zorgde de publicatie van een e-mail in De Standaard dan weer voor afschuw en ongeloof in alle rangen van de partij. In die mail geeft Barteld Schutyser, een persoonlijke vriend van Gennez die geen enkele officiële functie heeft bij de SP.A, de partijvoorzitster en haar naaste medewerkers op een wel erg schampere toon raad in verband met de aanduiding van de Vlaamse ministers. Vooral Vandenbroucke moet het ontgelden, maar ook over Van den Bossche, Vanvelthoven en Van Brempt wordt met dedain geschreven. Zelfs partijkrokodillen als Freddy Willockx en Louis Tobback, die zich al een paar maanden lang trouw achter hun voorzitster schaarden, vonden dat toch een paar bruggen te ver gaan.

Aanvankelijk waren het vooral socialisten uit Vlaams-Brabant die tegen de gang van zaken protesteerden. Op een partijvergadering in Leuven werd eind vorige maand een brief uitgedeeld met de vraag om het voorzitterschap van Gennez te evalueren, en uit onvrede met de werking van de partij stapte vorige week de voorzitter van SP.A Herne op. Sommige afdelingen kampen er ondertussen zelfs met een echte leegloop.

Ook de Vlaams-Brabantse parlements-leden Hans Bonte en Mia De Vits konden hun woede amper de baas. Eind vorige maand klaagde De Vits voor de camera van Villa Politica het ‘democratisch deficit’ van haar partij aan, en kreeg vervolgens een publieke reprimande van haar nijdige partijvoorzitster. Nochtans heeft De Vits, die in 2004 zelf zonder enig overleg boven aan de lijst voor de Europese verkiezingen werd gedropt, reden genoeg om verbolgen te zijn. Eerst werd ze tot haar eigen verbazing van de Europese lijst geweerd. Aanvankelijk was het de bedoeling dat Vandenbroucke die lijst zou trekken, maar die wou het Gennez niet al te gemakkelijk maken en weigerde halsstarrig naar het Europese niveau over te stappen. Uiteindelijk werd Van Brempt, die sommigen in de partijtop ook liever niet naar de Vlaamse regering zagen terugkeren, als lijsttrekster aangeduid. ‘Ze hebben de Europese verkiezingen dus gebruikt om een intern personeelsprobleem op te lossen’, zegt een Antwerpse socialist. ‘Dat Van Brempt overduidelijk geen partij was voor Guy Verhofstadt en Jean-Luc Dehaene kon hen niet deren. En wat was het gevolg? Een barslecht resultaat bij de Europese verkiezingen. Dat moet De Vits echt pijn hebben gedaan.’ En amper had ze haar eigen desavouering verteerd of streekgenoot Frank Vandenbroucke vloog eruit, en De Vits hing in de gordijnen.

Heel wat andere parlementsleden waren daarentegen opgelucht dat ze van Vandenbroucke af waren. ‘Hoewel haast iedereen in de partij respect heeft voor zijn intelligentie en dossierkennis, werkte hij ons ook danig op de zenuwen’, zegt een Kamerlid. ‘Veel van onze mensen hadden het er moeilijk mee dat hij anderen zo weinig ruimte liet.’ Sommigen verwijten Vandenbroucke ook dat hij nooit moeite heeft gedaan om nieuw politiek talent te scouten of ook maar na te denken over wat er na hem zou komen. ‘Frank was meer en meer geisoleerd geraakt in de partij’, zegt Europees Parlementslid Saïd El Khadraoui, die ook tot de Vlaams-Brabantse afdeling behoort. ‘Hij was zodanig op zijn eigen beleid gefocust dat hij veel te weinig energie investeerde in zijn netwerk binnen onze partij. Dat heeft hem uiteindelijk de das omgedaan.’

Hoe het ook zij, Frank Vandenbroucke is dezer dagen een Vlaams Parlementslid, en daar helpt geen lievemoederen meer aan. El Khadraoui: ‘We moeten die bladzijde nu omslaan. Want wat is het alternatief? Dat Ingrid Lieten alsnog wordt vervangen door Vandenbroucke? Dat gelooft toch niemand. Wel zou de partijtop er goed aan doen om Frank een nieuwe rol te geven binnen de partij. Zijn talent kan ook op een andere manier worden ingezet.’ Met andere woorden: Gennez moet Vandenbroucke op de een of andere manier eerherstel geven door hem met een prestigieuze maar onschadelijke opdracht te belasten. Zelf heeft Vandenbroucke met zijn hand al even over het hart gestreken: afgelopen weekend maande hij zijn partijgenoten tot kalmte aan. ‘Ik zeg dus aan iederéén in mijn partij: we kunnen ons geen oorlog veroorloven, ook niet over het voorzitterschap’, schreef hij in een persmededeling. Maar hij voegde er ook een niet mis te verstane waarschuwing aan toe: de Vlaamse sociaaldemocratie is in gevaar.

Wonden likken

‘Mensen die ontevreden zijn of jarenlang frustraties hebben opgebouwd, treden nu in groep naar buiten’, zegt Caroline Gennez. ‘Sommigen omdat ze oprecht bekommerd zijn om het lot van Frank Vandenbroucke, anderen omdat ze zelf om de een of andere reden misnoegd zijn.’ En blijkbaar is dat dezer dagen bij wel erg veel socialisten het geval. De kiemen voor hun onvrede werden vaak al tijdens de hoogdagen van de paarse regeringen gelegd. Toen werd de SP.A de facto door vier heel verschillende mannen geleid: Steve Stevaert, Johan Vande Lanotte, Patrick Janssens en Frank Vandenbroucke. De zogenaamde Teletubbies. Zij waren het die tegen 2003 zelf begonnen te geloven dat de SP.A de grootste partij van Vlaanderen kon worden, en dat de socialistische ministers veruit de beste waren van het land. Tegenspraak duldden ze niet. Vooral niet van hun partijgenoten. Het waren ook de Teletubbies die hun partij opzadelden met een arrogantie die tot op vandaag een grote handicap vormt. Omdat de electorale wind meezat, pikten zowel de mandatarissen als de plaatselijke afdelingen de aanpak van de partijtop zonder al te veel protest.

Maar ondertussen is het tij gekeerd en zijn de Teletubbies één voor één van het toneel verdwenen. Anno 2009 pikken de socialisten de pedante stijl van de partijleiding niet langer. Want de SP.A scoort niet goed, en heeft dan ook weinig bekoorlijke postjes te geef. Resultaat: heel wat mandatarissen voelen zich tekortgedaan. ‘In de partij heb je nu eenmaal telkens dezelfde usual suspects, die altijd wel iets vinden om over te kla-gen’, zegt oud-partijvoorzitter Johan Vande Lanotte. ‘Na 7 juni heeft iedereen even aan hetzelfde zeel getrokken. Maar zodra de posten werden uitgedeeld, waren er weer een paar ongelukkig. Die frustraties worden nog versterkt doordat er over twee jaar alweer verkiezingen zijn. Mensen zijn nu al aan het speculeren over de rol die ze in 2011 kunnen spelen.’

De rivaliteit in de fracties is dan ook groot. ‘Twee jaar lang is er tussen de Kamerleden strijd geleverd voor de postjes’, zegt een parlementslid. ‘En eens de Vlaamse verkiezingen voorbij waren, bleken nogal wat mensen ontgoocheld te zijn omdat ze geen minister waren geworden. Daarna werden de troostprijzen uitgedeeld: het fractievoorzitterschap en het voorzitterschap van de commissies. En natuurlijk leverde dat wéér een paar desillusies op. Daar wordt de sfeer echt niet beter van.’ Veel backbenchers klagen ook dat de partij amper naar hen luistert en altijd weer dezelfde mensen naar voren schuift. ‘Of we dat nu graag hebben of niet, vandaag zijn personen in de politiek veel belangrijker dan de concrete inhoud’, zegt Vande Lanotte. ‘Dus hebben we mensen nodig die op die manier aan politiek willen doen. Natuurlijk is er niets oneerbaars aan als iemand op basis van zijn dossiers beoordeeld wil worden, maar dan moet hij wel beseffen dat hij geen front runner kan zijn.’

Ondertussen komt het oppositiewerk in de Kamer nog altijd niet van de grond. ‘Mensen die al op jonge leeftijd minister zijn geworden en nu in het parlement moeten functioneren, blijken niet in staat om zelf hun dossiers voor te bereiden en langzaam expertise op te bouwen’, zegt een vooraanstaande socialist. ‘Het ontbreekt hen aan inzet, en ik ben vaak echt geschokt door hun luiheid.’ Sinds Peter Vanvelthoven naar het Vlaams Parlement werd verscheept, is Bruno Tobback de nieuwe fractieleider, en ook daar is niet iedereen even blij mee. Zo vrezen nogal wat Kamerleden dat hij zelf te veel zal willen scoren ten koste van zijn fractiegenoten. ‘Voor een fractieleider mag het belangrijkste niet zijn om elke donderdag een vraag te stellen in het parlement met de bedoeling in het nieuws te komen’, zegt een Kamerlid. ‘Eigenlijk hebben wij veeleer een oude coach met ervaring en autoriteit nodig, die de kennis van alle fractieleden in een overkoepelend kader kan inpassen. Want vandaag missen ook ervaren parlementsleden met een gedegen dossierkennis, zoals Dirk Van der Maelen, Maya Detiège of Renaat Landuyt, een duidelijke marsrichting.’

De verkiezingsanalyse heeft de socia-listen ook geleerd dat ze het zich niet kunnen veroorloven om belangrijke thema’s zoals sociale zekerheid, werkgelegenheid en volksgezondheid te verwaarlozen. Doordat de socialisten zich twee jaar lang vooral op de bevoegdheden van hun Vlaamse ministers concentreerden, verloren ze hun federale kerntaken vaak helemaal uit het oog. ‘De SP.A moet haar waarden nu weer scherpstellen’, zegt Bruno Tobback. ‘We moeten weer duidelijk maken wat er in onze buik zit. De afgelopen jaren zijn we te veel een partij van concrete voorstellen geworden, en hebben we het grote, achterliggende verhaal te weinig benadrukt. Dat moeten we nu meer gaan doen.’

Het Visie09-congres, dat komend weekend in Brussel plaatsvindt, had het uitgelezen moment kunnen zijn om het grote socialistische verhaal bij te schaven. Maar de socialisten hebben hun hoofd dezer dagen allesbehalve bij de inhoud. De meesten snakken ook niet zozeer naar een nieuwe portee maar wel naar een hoopgevend gebaar van hun kapitein. ‘Caroline heeft de sleutel in handen’, zegt een voormalig boegbeeld. ‘Als ze zaterdag op haar eigen onwrikbare manier het podium opstapt om dan minutenlang tegen de afvalligen te fulmineren, vrees ik het ergste. Maar als ze zich voor één keer van haar zwakkere kant laat zien en publiekelijk een paar fouten toegeeft, zal ze veel mensen terug naar de stal kunnen lokken. Want het liefst van al willen de socialisten hun partij terug.’

DOOR ANN PEUTEMAN

‘Twee jaar lang is er tussen de Kamerleden strijd gevoerd voor de postjes.’

Het ging mis toen de Teletubbies zelf begonnen te geloven dat de SP.A de grootste partij van Vlaanderen kon worden.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content