Met veel genoegen heeft de Britse misdaadauteur Andrew Taylor de scène geschreven waarin de kat opengesneden, onthoofd en gekruisigd op de kerkdeur wordt aangetroffen.

‘Vlak voor me bevond zich de zware deur naar het schip van de kerk; de deur was gemaakt van grote, zware eikenhouten planken die met het verstrijken van de tijd waren verbleekt. Links ervan hing het bord dat we voor kerkelijke mededelingen gebruikten. Iemand had er een nieuwe functie aan gegeven. Voor het bord bungelde een pluizige, zwarte vacht. Ik staarde ernaar en voelde dat mijn maag zich vol walging omdraaide. Ik zag rode en witte vlekken tussen het zwart. Toen dacht ik aan Joanna. Ze stond nog steeds te staren naar de obsceniteit in het portaal. Ik sloeg mijn arm over haar schouder. Ze trilde. Waarom doet iemand zoiets? Ze duwde haar hoofd tegen mijn borst. Onbewust boog ik mijn hoofd om aan haar haren te ruiken. Goede God, ik voelde zelfs, tot op zekere hoogte, een opwelling van seksuele opwinding. Joanna’s vraag bleef onbeantwoord, en de implicaties ervan waren vreselijk. Waarom zou iemand Lord Peter willen afslachten en zijn lichaam open en bloot bij de deur van mijn kerk willen ophangen?’

Pas op: hij houdt van katten en heeft er zelf een paar. Deze moest alleen geofferd worden in een misdaadroman, die hij een cosy noir zou willen noemen. Knus zwart, met een knipoog naar Engelse misdaadromans uit vroeger tijden, waarin misdaden in vredige dorpen door een oude vrijster werden opgelost. Waarna de status-quo was hersteld. Een misleidend aspect van zijn werk, want zijn voornaamste doel is te herleiden. Waarom wordt iemand een moordenaar? Wat heeft hem of haar beïnvloed? Waar liggen de wortels van het kwaad?

OMGEKEERDE TIJD

Andrew Taylor lijkt op en top Brits. Vriendelijk, beschaafd, met een uitgesproken belangstelling voor menselijke zwakten en duistere kanten. Bijna dertig boeken heeft hij inmiddels geschreven, misdaadromans voor volwassenen, en ook een paar voor jongeren. Series en trilogieën hebben hem faam en erkenning gebracht. Moraliteit en amoraliteit komen aan bod in verhalen die misdaad en ellende in de jaren vijftig beschrijven (de Lydmouth-trilogie); in boeken met een hoofdpersoon die zowel moorden pleegt als ze oplost (de Dougal-serie); en in de Roth-trilogie. Van die laatste zijn tot nu toe twee delen in het Nederlands vertaald: Het kwaad ontkiemd ( The Four Last Things) en Omringd door het kwaad ( The Judgement of Strangers). Voor het laatste deel, The Office of the Dead, kreeg hij eind vorig jaar een prijs van de Britse Crime Writers Association: de Ellis Peters Historical Dagger.

Een trilogie begint in het verleden en eindigt in het heden, zou je denken. Taylor heeft de zaken omgedraaid. Het eerste boek speelt zich af in de jaren negentig van de twintigste eeuw, het tweede in de jaren zeventig, het derde in de jaren vijftig. Taylor: ‘Het lijkt excentriek, voor zover ik weet is het technisch uniek. En wat vooral belangrijk is: het wérkt.’ De trilogie vertelt de geschiedenis van twee families, hun vrienden, bekenden en nazaten. Een van hen ontpopt zich tot een psychopatische moordenaar.

‘Achteruit, naar het verleden schrijven, is niet zo moeilijk als het lijkt’, zegt Taylor. ‘Vreemd is het evenmin. In echte misdaadonderzoeken gaan ze ook vaak terug naar het verleden. Toen ik eind jaren zeventig, begin jaren tachtig, serieus begon te schrijven, was ik niet van plan voornamelijk series te schrijven. Maar commercieel bleek het aantrekkelijk om een serie aan te bieden. Uitgevers houden daarvan. En lezers vinden het eveneens prettig als dezelfde vertrouwde hoofdpersonen steeds weer terugkeren. Veel misdaadlezers zijn in het geheim heel sentimenteel.’

Toen hij tien jaar was, wilde Taylor al schrijver worden. Taylor: ‘Maar het duurde twintig jaar tot ik niet meer kon ontkomen aan wat schrijvers moeten doen: schrijven. Na de universiteit kwam ik via diverse baantjes in het bibliothecarisambt terecht. Het was een prettig beroep, met een goed salaris, maar wel een tweede keuze. Mijn eerste roman werd geboren op een moment van paniek, waarin ik besefte dat ik een second-best leven zou gaan leiden. Vanuit die angst schreef ik het eerste hoofdstuk van mijn eerste roman en ik had geen idee waar het heen zou leiden. Het verschijnsel paniek in een creatief proces wordt overigens nogal eens onderschat door moderne critici.’

EEN GOUDEN EEUW

‘Ik heb voor het misdaadgenre gekozen omdat ik het altijd graag las – op mijn achtste was ik al weg van Sherlock Holmes – en het niet zo veel pretenties heeft. Bovendien had ik voor het eerste boek al een lijk of twee in mijn hoofd, dus het lag voor de hand welke kant het zou opgaan. De boeken van Patricia Highsmith waren in dat opzicht een openbaring. Zij maakte me duidelijk dat je kunt doen wat je wilt met een misdaadroman, mits het verhaal maar goed geschreven is en het de lezer amuseert. Fictie met opgestroopte mouwen, heb ik het wel eens genoemd. Eigenlijk hou ik niet van labels op fictie, of het creëren van een misdaadgetto. Belangrijk is dat je met passie schrijft, en met je hart.

In misdaadfictie uit de jaren dertig tot en met vijftig, zelfs zestig, ving je bijna terloops een glimp van de maatschappij op. Ze hield zich vaak bezig met de dagelijkse levens van allerlei soorten mensen. Voor de achtergronden in verschillende van mijn boeken heb ik bijvoorbeeld veel misdaadfictie uit de jaren vijftig gelezen. Daar heb ik aardig wat van opgestoken. Je leert er niet alleen uit wat de mensen aten, maar ook waar ze zich zorgen over maakten.

Belangrijk was daarna het moment dat mainstream-fictie meer literair begon te worden, meer geobsedeerd door stijl en techniek. Een aantal schrijvers wendde zich toen tot de misdaadliteratuur, waarbij je oneindige varianten had van verhalen, karakters en plots. Die auteurs hebben het genre enorm veranderd, breder gemaakt. Het wordt nu actiever gebruikt, niet zelden als een vehikel voor maatschappelijk commentaar. Wij, misdaadauteurs, omarmen dat verschijnsel met enthousiasme, want de misdaadroman biedt er een prachtig podium voor. Hoe gedragen personages zich die – meestal ten gevolge van een misdaad – onder druk komen te staan, wier leven en zekerheid in gevaar komen? Of ze nu bedreigd worden of zelf de bedreiging vormen. In die zin leven we in een gouden eeuw.’

Het kwaad is over het algemeen weinig origineel; het stimuleert de verbeelding niet erg, en dus komt herhaling veel voor. Ik zag een beeld voor me van grijze wadden, zilverkleurig water en een grijze lucht; en hoog boven me hoorde ik het geluid van vleugels. De hand waarmee ik de hoorn vasthield was glad van het zweet, en mijn oksels prikten. Kwaadaardige oorzaken leiden tot kwaadaardige gevolgen, die op hun beurt nog meer kwaad veroorzaken. Kon je de hoop koesteren dat je de consequenties ooit kon stoppen, of zouden ze zich over de voorbije en de komende eeuwen uitstrekken? (Uit Omringd door het kwaad.)

‘In de Roth-trilogie leg ik, door terug te gaan naar het verleden, laag voor laag bloot van de geheime geschiedenis van twee families, van een milieu, van een moordenaar’, aldus Taylor. ‘De delen kunnen afzonderlijk gelezen worden. Ieder boek is anders van toon. Het eerste boek is een psychologische thriller, over de ontvoering van een kind. Het tweede is geschreven in de eerste persoon: een ongelukkige, anglicaanse parochiepriester met een donker verleden. Het derde boek is geschreven vanuit het gezichtspunt van een vrouw die, in een omgeving waarin iedereen in God gelooft en heel aardig en beleefd is, in een nachtmerrie-achtig onderzoek belandt dat zelfs terugvoert tot eind negentiende eeuw. Mijn Britse uitgever gaat de drie delen uitbrengen in een omnibus: één dikke roman met de titel Requiem for an Angel.’

Religie speelt een belangrijke rol in het leven van Andrew Taylor. Zijn vader was een geestelijke en hoewel de schrijver zelf geen kerkganger is, gelooft hij wel in God. Taylor: ‘Ik vond het altijd al interessant de kloof te onderzoeken tussen de religieuze code van goed en kwaad en de wereldlijke code. Een christen gelooft in verlossing, ook de slechtste mens kan gered worden. Veel niet-gelovigen menen dat je een slecht mens beter kunt ophangen. Maar ook geestelijken verschillen onderling van mening, en psychologen en politiemensen hebben weer andere opvattingen over misdaad, lijden en kwaad. Door hen allemaal aan het woord te laten, heb ik geprobeerd een weerspiegeling van de maatschappij te geven.’

Het komt maar zelden voor dat hij een boek vooraf tot in detail plant. ‘Voor ik aan Roth begon, kende ik de karakters en wist ik in welke periodes het zich zou afspelen’, aldus Taylor. ‘De personages hoor je soms praten, de omgeving kun je bijna ruiken, maar voor de plot moet je het rationele brein inschakelen. Het is een beetje als een puzzel leggen. Daarom is de plot het moeilijkste element. Of de moordenaar nu een man of een vrouw blijkt te zijn, is minder interessant dan waarom hij of zij moordt. Voor de trilogie ging ik ook uit van iets dat Tolstoi schreef: in onze cultuur verwachten we dat fysieke schoonheid en morele schoonheid gerelateerd zijn. Met dat gegeven wilde ik werken. Daarnaast wilde ik wijzen op dingen die we niet door rationele analyse kunnen verklaren. Er blijft altijd iets te raden en te ontdekken over: we raken nooit aan het einde van het universum, aan het einde van de menselijke geest.’

Ineke van den Bergen

Andrew Taylor, ‘Het kwaad ontkiemd’ (E 15,75) en ‘Omringd door het kwaad’ (E 17), uitg. BZZTôH. ‘The Office of the Dead’ komt dit najaar in vertaling uit.

‘Achteruit, naar het verleden schrijven, is niet zo moeilijk als het lijkt.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content