Van Boris Berezovski stamt de term ‘oligarchen’. Zo noemde hij de club financiers en mediamagnaten die in 1996 in het Zwitserse Davos besloten hun onderlinge geschillen te begraven en alles op alles te zetten voor de herverkiezing van Boris Jeltsin.
Oorspronkelijk waren ze met zijn zevenen, maar de samenstelling van de club wisselt en de rivaliteiten binnen de groep leiden met de regelmaat van een klok tot mini-oorlogjes onder de oligarchen.
Boris Berezovski was wiskundeleraar in de Sovjettijd en maakte fortuin met het eerste net van privé-autodealers in Rusland.
Berezovski houdt de Jeltsinfamilie in zijn greep door illegale financiële gunsten en de benoeming van Jeltsins schoonzoon aan het hoofd van Aeroflot. Zijn vriendschap met Jeltsins dochter Tatjana en de pionnen die hij op strategische plekken in de Kremlin-hofhouding plaatste deden de rest. Berezovski’s macht steunt voor een groot deel op de media die hij controleert: vooral het eerste televisiekanaal dat een miljoenenpubliek heeft in heel Rusland. Eind vorig jaar is Berezovski lid van de doema en dus politiek onschendbaar geworden. Sinds de verkiezing van Vladimir Poetin houdt Berezovski een laag profiel, maar niets wijst erop dat zijn reële invloed getaand is.
Roman Abramovitsj is een nieuwkomer en met zijn 33 de jongste oligarch in de club. De baas van Sibneft heeft zich pas sinds vorig jaar gemanifesteerd als een soort alter ego van Berezovski. Officieel is hij het hoofd van het Moskou-bureau van Sibneft en lid van de raad van bestuur, maar zijn ware invloed gaat veel verder. Via een ingewikkeld net van bedrijven en aandelenpakketten controleert Abramovitsj niet alleen Sibneft maar ook het nieuwe aluminiumkartel dat in de maak is. Volgens Jeltsins voormalige lijfwacht Alexander Korzjakov speelde Abramovitsj in associatie met Berezovski de rol van kassier voor de Jeltsinfamilie. Ook Abramovitsj heeft voor de veiligheid van een parlementszetel gekozen – hij vertegenwoordigt het verafgelegen en dunbevolkte Tsjoekotka – maar dat belet hem niet vanuit de doema zijn zakenbelangen te behartigen.
Rem Vjachirev, de baas van de gasgigant Gazprom, heeft alle financiële en politieke stormen doorstaan en hij wist zich met succes te verzetten tegen de pogingen om Ruslands machtigste monopolie onder staatscontrole te brengen of op te delen. Sinds kort is Vjachirev in een strijd verwikkeld met Anatoli Tsjoebais, de baas van de elektriciteitsmaatschappij VES (Verenigde Energiesystemen). VES heeft een schuld van 60 miljard frank bij de gasleverancier die her en der de kraan dichtdraait waardoor er elektriciteitstekorten ontstaan. Verkozen president Vladimir Poetin kan als bemiddelaar de twee partijen tegen elkaar uitspelen. Gazprom is potentieel de grootste belastingbetaler van het land, maar pogingen van vorige regeringen om het bedrijf te dwingen zijn reusachtige belastingschuld te betalen zijn op niets uitgelopen. Vjachirev aast ook op Media-Most, het media-imperium van Vladimir Goesinsky dat bij Gazprom in het krijt staat. Gazprom heeft zelf 30 procent in Media-Most maar eist nu de terugbetaling van een schuld van 8,5 miljard frank.
Vladimir Goesinsky, de voormalige theaterdirecteur, kwam via een reeks kleine bedrijven – van garageboxen tot juwelen – in de financiële wereld terecht. Hij stichtte in 1989 de Most-Bank en was drie jaar later algemeen directeur van Most-Groep, een holding van bijna 50 bedrijven met 14.000 werknemers. Kort voor de financiële krach van 1998 die veel Russische banken noodlottig werd, had Goesinsky zich uit de Most-bank teruggetrokken om zich te concentreren op zijn media-imperium. Het vlaggenschip van de groep, de commerciële televisie NTV, maakte reputatie met professionele en onafhankelijke berichtgeving over de eerste Tsjetsjeense oorlog. Ook in de huidige oorlog volgen de media van de Goesinsky minder gedwee de officiële lijn dan de meeste Russische kranten en tv-kanalen. NTV steunde in de campagne voor de parlementsverkiezingen burgemeester Loezjkov van Moskou en laat al eens een kritisch geluid horen over de verkozen president Poetin. Voor deze politieke ‘vergissing’ wordt Goesinsky afgestraft met toenemende financiële druk op NTV en Media-Most.
Aleksandr Smolensky begon zijn carrière in de bouw maar schakelde over naar de bankwereld. In de jaren ’94-’95 rees zijn ster als een komeet, met de financiële groep SBS. Zijn SBS-Agrobank floreerde dank zij Smolenksy’s contacten in de reusachtige wereld van de Russische bureaucratie en zijn banden met Berezovski. De bank kreeg onder andere de verdeling van landbouwsubsidies en -leningen in zijn portefeuille. Maar SBS-Agro heeft de klap van augustus ’98 niet overleefd.
Smolensky vluchtte naar het buitenland en er kwam een gerechtelijk onderzoek over vermeende verduistering van staatsfondsen via de bank. Later – na de val van Primakov – werd het onderzoek afgesloten en Smolensky is aan een langzame comeback bezig.
Pjotr Aven en Michail Fridman. Pjotr Aven, voorzitter van de Alfabank en Michail Fridman van de Alfagroep hebben de financiële crisis van ’98 met glans overleefd en lijken de meest prominente oligarchen in het Poetintijdperk. Alfa is bedrijvig in uiteenlopende sectoren: van olie, over kunsthandel tot cementproductie en bankieren. Het succes van Alfa heeft – zoals bij de meeste financiële imperia van de oligarchen – veel te danken aan de goede contacten op regeringsniveau en in de bureaucratie. Pjotr Aven was minister van buitenlandse handel in de regering van de radicale hervormer Jegor Gaidar. Alfa Eco – een van de top olie-exportbedrijven in die tijd – vond een goudmijn in overheidscontracten en licenties voor olie-export, bijvoorbeeld als uitvoerder van een regeringsprogramma waarbij Rusland 1,5 miljoen ton ruwe olie ruilde voor Cubaanse suiker. Aven, die nauwe banden zou hebben met de verkozen president, is ervan overtuigd dat Poetin een ‘morele zending’ heeft en hij roept de president op in Pinochet-stijl ’totalitaire macht’ te gebruiken om de liberale hervormingen te redden.
Anatoli Tsjoebais hoort niet echt in de club van Berezovski thuis maar kan met recht een oligarch worden genoemd sinds hij aan het hoofd staat van een van de machtigste bedrijven van het land: de elektriciteitsmaatschappij Verenigde Energiesystemen. Tsjoebais is de vader van het privatiseringsprogramma ‘leningen voor aandelen’ dat het fortuin van de meeste oligarchen heeft gemaakt. Te laat zag Tsjoebais in dat zijn schema neerkwam op een uitverkoop van ’s lands rijkdommen en hij zwoer als vice-premier in de regering van Tsjernomyrdin een einde te maken aan de sweetheartdeals waarbij oligarchen voor een prik staatsbedrijven konden opkopen. Hij wou, in de woorden van Soros, het ‘roverkapitalisme hervormen tot legitiem kapitalisme.’ In de strijd tegen Berezovski die daaruit volgde moest Tsjoebais het onderspit delven – de privatiseringsgoeroe verdween van het politieke voorplan. Maar Tsjoebais is de feniks van de Russische politiek. Deze stad- en generatiegenoot van Vladimir Poetin heeft zich vierkant achter de president en zijn oorlog in Tsjetsjenië geschaard en zijn politieke rol is zeker niet uitgespeeld.
Johan Depoortere