In het nieuwe tennisjaar willen de mannelijke tennisprofs door allerlei vernieuwingen hun achterstand qua populariteit tegenover de vrouwelijke collega’s wegwerken.

Nu al jaren zit het mannentennis in het sukkelstraatje. Samengevat komt het hierop neer: het mannentennis kampt, in tegenstelling tot het vrouwentennis, met een imagoprobleem. Tennisliefhebbers zijn almaar meer geïnteresseerd in de prestaties, de look en vooral de duels van en tussen de zussen Williams, Anna Kournikova, Martina Hingis, Steffi Graf, Mary Pierce, Lindsay Davenport, Amelie Mauresmo en nog een handvol beloftevolle jongeren à la Dokic, Lucic, Stevenson, Henin, Clijsters. Met de regelmaat van de klok werken bovenvermelde meisjes en vrouwen spectaculaire duels, vaak finales, af. Tussen een slotmatch met weinig bekende mannen zoals Martin en Vicente, Marin en Vinciguerra, Woodruff en Carlsen, en zelfs Safin en Rusedski, en eentje met vrijwel zeker de topvrouwen of een paar youngsters, is de keuze vlug gemaakt.

De apathie voor het mannentennis kan gedeeltelijk verklaard worden door de dominantie van Pete Sampras in de jaren negentig. Sampras kan dan wel als de beste, maar zeker niet als de meest flamboyante tennisser van zijn generatie omschreven worden. Andre Agassi zou bij Sampras het vuur aanwakkeren, maar wat bleek? De twee speelden de voorbije drie jaar niet eens een handvol keer tegen mekaar. Meer nog, de voorbije tien jaar vochten ze amper vier Grand-Slamfinales uit. Veel meer dan bij de vrouwen slaan in het mannentennis ook blessures toe. Mogelijk kleurrijke figuren als Rafter, Kafelnikov, Krajicek en Rios konden niet aan de verwachtingen beantwoorden wegens letsels.

Gevolg: een gebrek aan topduels. Todd Martin, ’s werelds nummer zeven en op basis van het televisiescherm alleen maar een ideale schoonzoon, constateerde dat hij in het voorbije seizoen tegen amper drie van de acht deelnemers aan het Masterstoernooi had getennist.

Maar er is niet alleen dat. Bij de vrouwen werd het afhaken van een Evert en Navratilova vroeger of Novotna, Fernandez of Graf recenter, moeiteloos opgevangen. Bij de mannen wordt ondertussen nog altijd gehunkerd naar duels tussen Borg, Connors, Lendl, McEnroe, Becker Edberg… Getuige daarvan het enorme succes van de veteranentour. Jonge talenten zoals Hewitt, Gambill, Federer, Malisse zijn bij de grote massa nauwelijks bekend.

Vrij nefast voor het mannentennis in de voorbije decennia was het voortdurende gekibbel tussen de ATP, de Organisation of Tennis Professionals, en de ITF, de International Tennis Federation. De ATP beheert de doordeweekse proftoernooien, de ITF de Grand Slams en de Davis Cup. Op een gegeven moment gunden beide organisaties mekaar het licht in de ogen niet meer. De ITF wou met een alternatief profcircuit beginnen en vond als tegenzet voor het Masterstornooi de onbetekenende maar geldverspillende Grand-Slamcup uit. De ATP boycotte dan weer de Davis Cup. Een boel spelers wilde daarin ook niet meer aantreden omdat ze danig overbelast geraakten en de ATP toch hun belangenorganisatie was.

De ATP was ook niet vrij van zonden. Een vaakgehoorde kritiek bij spelers en organisatoren was de beperkte bekommernis van de ATP om haar organisaties, kalender en leden; als het geld maar binnenstroomde. Op een marketingstrategie viel de organisatie niet te betrappen – kijk maar naar het verwarde televisieaanbod -, net zo min als op een visie op de toekomst van het spel. De toeschouwer of tennisliefhebber liet de ATP totaal onverschillig. Dat het klassement een onontwarbaar cijferkluwen was geworden, zodat bijvoorbeeld Sampras op de dag dat hij Wimbledon won zijn eerste plaats moest afstaan aan verliezend finalist Agassi, kon haar absoluut niet schelen.

LAAT DE SPELERS UIT HUN DAK GAAN

Met het stijgende succes van zusterorganisatie maar ook concurrent WTA ( Women’s Tennis Association) werd het dus de hoogste tijd om orde in het huishouden te brengen. Vertegenwoordigers van de ATP, de ITF, onderzoeksbureaus, mediaspecialisten, marketingmensen vergaderden gedurende maanden. Begin december kwam Mark Miles, de grote baas van de ATP, naar buiten met een strategie voor het tennis in de 21ste eeuw. De sleutelwoorden zijn eenvoud en uniformiteit.

Op de banen in Nieuw-Zeeland, India, Qatar en vooral Australië zijn de eerste veranderingen al duidelijk geworden voor het grote publiek. Om meer tempo in de wedstrijden te brengen, wordt de rustpauze na het eerste spel van elke set afgeschaft. De spelers wisselen meteen van speelhelft. Na elke set volgt er wel twee minuten rust. De straffen voor verbaal of ander geweld worden milder. Een eerste inbreuk levert een waarschuwing op, een tweede een strafpunt en een volgende het verlies van een volledig spel. Maar uitsluitingen zijn er niet meer bij: laat de spelers maar uit hun dak gaan.

Om meer tennisliefhebbers de kans te geven om met de topvedetten kennis te maken, gaat de ATP reizen met de Tennis Masters Cup, het WK dat de voorbije tien jaar in Duitsland woonde. Op het einde van dit jaar speelt de topacht van de wereld in Lissabon, volgend jaar in SaoPaolo. Die Tennis Masters Cup moet het hoogtepunt vormen van het ATP-seizoen, dat voorts wordt opgebouwd rond de vier Grand Slams en de grootste negen andere toernooien. Tot vorig jaar hadden die het Super Nine-statuut. Nu worden de toernooien van het kaliber Monte Carlo, Key Biscane en Montreal aan mekaar gelinkt tot een Masters Series. Twee van die toernooien van de hoogste klasse, Stuttgart en Parijs, spelen met de idee om net als in de Tennis Masters Cup maar acht spelers toe te laten. Op die manier krijgen de toeschouwers op korte tijd veel echte topduels te zien. De topspelers worden verwacht op alle toernooien van de Masters Series. Doen ze dat niet, dan kunnen ze ook geen punten verdienen voor hun klassement.

TENNIS KOMT OP DE EERSTE PLAATS

ISL, het managementbureau dat voor ruim 1,2 miljard dollar de tv-rechten van de Masters Series kocht, zal die evenementen op een uniforme manier proberen te verkopen en uit te zenden. Op alle terreinen zullen vanaf de eerste dag camera’s aanwezig zijn. De state-of-the-art-technologie van de NFL, de professionele Amerikaanse football-liga, zal worden aangewend om de kijkers zoveel mogelijk unieke beelden van de wedstrijden aan te bieden. Elke tv-kijker moet op de eerste rij kunnen zitten en mee vibreren met de spelers.

ISL snoeit ook enorm in de sponsoring. Kleine lokale sponsors vliegen eruit. Het bureau wil voortaan met vijftien wereldwijde sponsors samenwerken.

Overigens wil de ATP maar al te graag de vedettencultus van de NFL kopiëren. Er lopen te veel ‘bleke’ tennissers rond. Uitgekiende promotie moet tot meer tennishelden leiden.

De overige toernooien, een zestigtal, krijgen ook een nieuw naamkaartje. Rotterdam, Wenen, Kitzbühel bijvoorbeeld maken nu deel uit van de International Series. Voor hen verandert er weinig.

Door de herschikking van de kalender komen de ATP en de ITF tegemoet aan een groot verlangen van de spelers, namelijk meer rust. Het merendeel van de mannen zal vanaf volgend jaar (dit seizoen komt het olympisch tornooi als extraatje op de kalender) in november en december over een competitieloze periode van acht weken beschikken.

De manier waarop de wedstrijden in beeld gebracht worden en de selectieve sponsoring doen vermoeden dat men de mosterd bij de collega’s van de Formule 1 haalde. En ook voor hun belangrijkste wijziging, het wereldklassement, keken de tennisbazen over het muurtje. De tennissers zijn op gelijke voet – want met nul punten – aan het jaar 2000 begonnen. Pas op het einde van het jaar zullen we weten wie nummer 1 wordt. De winnaar van de Australian Open is dus niet meteen de opvolger van Andre Agassi als ’s werelds nummer één. Hij is wel de leider in de tussenstand van het wereldklassement, de Champions Racelijst. Zo wil de ATP beetje bij beetje de spanning opbouwen.

Zoals in het verleden zijn de meeste punten te verdienen op de Grand Slams. Maar de toppers zullen hun punten ook moeten halen in de dertien toptoernooien en niet daar waar de concurrentie minder sterk uitvalt. Afwezig blijven in Hamburg of Rome betekent dus een verloren kans op puntengewin. Blessures, ziektes en dergelijke kunnen niet meer worden gecompenseerd door deelneming aan een paar andere toernooien. Aanvullende puntenoogst kan komen uit vijf toernooien van de International Series.

Om het deelnemersveld samen te stellen, baseert de ATP zich nog wel op de klassementen uit het verleden. Dit technisch klassement zal zo’n tweeduizend spelers omvatten. De ATP wil op het einde van het jaar nog een elitelijst van tweehonderd spelers overhouden. Er zullen dus twee lijsten bestaan: een werklijst die niet bekendgemaakt wordt en de Champions Racelijst met de vergaarde punten van het seizoen. In de praktijk zal het systeem eenvoudiger worden. Net als in het verleden zullen spelers kunnen stijgen, maar ook ingehaald en voorbijgestoken kunnen worden. Het systeem van bonuspunten voor lager gerangschikte spelers die toppers kloppen, is weggevallen. De redenering luidde: iedereen kan iedereen kloppen tegenwoordig, dus waarom nog bonuspunten voorzien.

Een analyse van de wijzigingen is moeilijk zonder toetsing aan de praktijk. De verzoening tussen ATP en ITF lijkt een belangrijke stap voorwaarts, de vereenvoudiging van het puntensysteem evenzeer. De grootste vraag is of de nieuwe Masters Series tot een succes zal uitgroeien, dan wel een te elitair kransje wordt van spelers en uitgelezen sponsors die de uitgestotenen zullen doen afhaken. Bij de ATP is men er alvast van overtuigd dat de spelers en het spel weer centraal zullen staan. Mark Miles: “Tennis komt weer op de eerste plaats, het wordt weer een kleurrijke discipline waarin elke dag wel wat gebeurt, niet alleen gedurende de weken van de Grand Slams. De spelers zullen ervoor moeten gaan. Ze klaagden over een gebrek aan topconfrontaties. Wel, die hebben ze nu.”

DE VROUWEN WILLEN MEER GELD

Het jaar 2000 zal zowel bij de mannen als bij de vrouwen in het teken van duels staan. Bij de mannen is alles toegespitst op de rivalen/vrienden Agassi en Sampras. Beiden zijn alvast erg gretig: Sampras, na zijn baaljaar ’99 en met een unieke dertiende Grand Slam in het vizier, misschien nog wel meer dan Agassi, die in vriendin Steffi Graf aanvullende inspiratie kan vinden. Maar of het duo ook op gravel en naarmate het jaar vordert met Davis Cup en Olympische Spelen continu de eerste viool zal kunnen blijven spelen, is al wat twijfelachtiger. Nog voor de eerste grote confrontatie in Melbourne valt al te hopen dat de mannen van de tweede rij – een Kafelnikov, Rafter, Rios, Phillippoussis en Moya – gespaard mogen blijven van blessures en dat vers, mediageniek talent mag doorbreken.

De vrouwen moeten zich geen zorgen maken. Zij zagen geen brood in reglementswijzigingen, hebben een nieuwe kapitaalkrachtige sponsor (Sanex) voor de komende jaren en zitten met de confrontaties Venus en Serena Williams, Davenport en Hingis al gebeiteld. En met nog een tiental andere kuitenbijtsters en opkomende talenten lijkt de weelde in de WTA-tour niet op te kunnen. Martina Hingis, voorlopig nog nummer één, maar sportief het meest onder druk, liet daarom al weten dat er snel werk gemaakt moet worden van gelijke betaling van mannen en vrouwen op Grand Slams. Anders dreigt de boycot.

Dirk Gerlo

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content