Een radicale verjonging in de fracties, een zakelijke stijl, en straks wellicht ook een jeugdige voorzitter. Groen! is in ijltempoaan het vervellen. ‘Wij zijn eindelijk een doodgewone partij’, glundert een jonge mandataris. Een partij die niet mag vergeten geregeld achterom te kijken ook. Want de achterban heeft nu soms al heimwee naarhet buikgevoel van weleer.

Een partijbreed beraad. Die term heeft Groen! verzonnen voor de samenkomst van alle nationale en lokale man-datarissen en partijverantwoordelijken op 3 oktober. Daar zal onder meer worden gepraat over de plek die Groen! wil innemen in het politieke landschap, het personeelsbeleid van de partij en de volgende verkiezingscampagnes. De bedoeling is vooral om de kloof te dichten tussen de partijtop en de lokale partijwerking. ‘Sommigen van onze plaatselijke mensen zijn inhoudelijk niet meer mee’, zegt Europees Parlementslid Bart Staes. ‘In het verleden is er soms te weinig geïnvesteerd in de vorming en ondersteuning van onze militanten. Zeker met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen van 2012, als de verjonging ook in de gemeenteraadsfracties moet worden doorgevoerd, is het enorm belangrijk om onze lokale mensen weer op dezelfde golflengte te krijgen.’

Toch is niet iedereen opgezet met het partijbrede beraad. Groene sceptici beweren dat hun partij dringend moet ophouden met zichzelf steeds opnieuw uit te vinden. ‘Groen! wil oplossingen zoeken voor problemen die er niet zijn’, zegt een voormalig boegbeeld. ‘Om de een of andere reden wil de partij altijd maar weer van nul herbeginnen. Op dit moment heeft ze nochtans geen behoefte aan ideologische herbronning. Er schort niets aan de boodschap, wel aan de manier waarop die wordt overgebracht.’

Ook niet alle lokale mandatarissen zitten op een groot beraad te wachten. ‘Wat voor zin heeft het om telkens opnieuw onze uitgangspunten ter discussie te stellen?’ zegt Flor Orij, gemeenteraadslid in Alken en voormalig Vlaams Parlementslid. ‘Daardoor is er te weinig continuïteit. Sinds Jos Geysels in 2003 is vertrokken, zijn er al drie voorzitters gepasseerd, en allemaal hebben ze hun eigen stempel op de partij willen drukken.’ Zo ook afscheidnemend voorzitster Mieke Vogels, die het partijbrede beraad haar ‘politieke testament’ noemt. ‘Ik begrijp die uitspraak van Mieke eigenlijk niet goed’, zegt Kamerlid Wouter De Vriendt. ‘Het beraad wordt door vier werkgroepen voorbereid, en niemand kan nu al voorspellen wat de uitkomst zal zijn. Zeker omdat onze leden erom bekendstaan dat ze voor verrassingen kunnen zorgen.’

Luchtfietsers

Is Groen! een linkse of een progressieve partij? Het is een discussie die de Vlaamse groenen al jarenlang oeverloos voeren, en die ze nu dus nog een keertje zullen overdoen. In zijn verkiezingsanalyse in het blad Oikos schrijft Marc Heu-ghebaert, voormalig directeur van de studiedienst en fractiesecretaris in Gent: ‘Groen! zal in Vlaanderen links zijn of niet zijn. Eens dit intern is uitgeklaard, kan er opnieuw aan een duidelijke weg worden getimmerd.’ Maar eensgezindheid bestaat daar niet over in de partij. Nog altijd niet. Net zoals Groen! al jarenlang worstelt met de vraag of ze moet verbreden of zich veeleer op haar ecologische kerntaak moet terugplooien. Na de pijnlijke verkiezingsnederlaag van 2003 deed Vera Dua de partij een nogal eenzijdig ecologische weg inslaan. Maar haar opvolgster, Mieke Vogels, gooide de deuren weer wijd open. Ook de nieuwe generatie parlementsleden die ondertussen is gelanceerd, zweert bij inhoudelijke verbreding. ‘Groen! moet geloofwaardige standpunten innemen over elk onderwerp dat ertoe doet’, zegt De Vriendt. ‘Veel mensen zien ons vandaag nog te veel als een one-issuepartij, en die perceptie moeten we zien om te buigen.’ Dat is dezer dagen ook pure noodzaak, want ecologische partijen hebben hun monopolie op het milieu- en klimaatthema definitief verloren.

‘Als er een zaak zeker is, dan is het dat de exclusiviteit rond het milieuthema niet te herwinnen is’, schrijft Heughebaert in zijn analyse. ‘En dus ook zeker niet via het thema van de groene economie.’ In Brussel lijken alle Groen!-roergangers het er nochtans over eens te zijn dat groene economie de juiste keuze is. ‘Alleen zijn we iets te laat met dat verhaal begonnen om er nu al de vruchten van te plukken’, aldus De Vriendt. ‘Ecolo is daar jaren mee bezig geweest en heeft hard gewerkt om netwerken te smeden en expertise op te bouwen. Dat moeten wij nu ook doen.’

Nog belangrijker is wellicht de uitdaging om alle lokale mandatarissen en militanten te overtuigen van het discours van de groene economie. Want een deel van de traditionele Agalevachterban heeft het nog steeds moeilijk met elk streven naar economische groei. Of die nu groen is of niet. ‘Niet iedereen heeft de boodschap al even goed in de vingers’, geeft Europees Parlementslid Bart Staes toe. ‘We zullen onze lokale mensen munitie in handen moeten geven om het verhaal van de groene economie op hun bestuursniveau te kunnen overbrengen.’

Tijdens de campagne in de aanloop naar de Vlaamse en Europese verkiezingen van 7 juni probeerde Groen! de zogenaamde Green New Deal al aan de kiezer te slijten. Met matig succes. Vooral de campagnefoto van alle lijsttrekkers strak in het pak onder de titel ‘Wij zijn de groene eco-nomie’ bleek een brug te ver te zijn. De achterban ging ervan over zijn nek, en de kiezer pikte het niet. ‘We moeten onder ogen zien dat we met een geloofwaardigheidsprobleem kampen’, zegt ondervoorzitter Wouter Van Besien. ‘Wij worden nu eenmaal nog altijd beschouwd als de meest ideologische partij van allemaal. Nochtans is het tegendeel waar: als wij voorstellen doen, is dat meestal op basis van wetenschappelijke onderzoeken en inzichten. Toch blijven sommigen ons nog altijd als luchtfietsers afschilderen.’

Modern en rationeel

De lang aangekondigde verjonging van de groene parlementsfracties is vandaag eindelijk een feit. Sinds 2007 zitten er nieuwe mensen in de Kamer en de Senaat, en die hebben het tot nu toe allesbehalve slecht gedaan. Ondertussen zijn ook een handvol debuterende groenen het Vlaams Parlement binnengekomen. Een hele verandering voor een partij die meer dan twintig jaar lang op dezelfde boegbeelden heeft geteerd. Toch komt er intern ook heel wat kritiek op de verjongingsoperatie. Sommigen beweren bijvoorbeeld dat die veel te laat is ingezet. ‘Daardoor is de tussengeneratie van veertigers helemaal platgewalst’, zegt een oud-parlementslid. ‘Het is echt jammer dat talentvolle mensen als Rudi Daems en Jos Stassen uit de fracties zijn verdwenen.’ Anderen vinden de vernieuwing dan weer veel te radicaal. ‘Vernieuwen is goed, maar een partij moet ook zijn vertrouwde mensen soigneren. En dat is te weinig gebeurd’, zegt een voormalig boegbeeld. ‘Keer op keer moest het allemaal anders: Jos Geysels wou allemaal vrouwen naar het parlement sturen, Vera Dua allemaal jonge mannen en voor Mieke Vogels maakte het niet uit zolang het maar ándere mensen waren.’

De nieuwe parlementariërs hebben een heel andere stijl bij Groen! geïntroduceerd. Ze doen hun uiterste best om komaf te maken met het halfzachte imago van het vroegere Agalev. ‘De nieuwe generatie heeft een eigen moderne stijl’, aldus De Vriendt. ‘Wij worden ook niet meer bezwaard door het imago dat de partij tien of twintig jaar geleden had. Zelf heb ik in elk geval nog nooit een geitenwollen sok van dichtbij gezien.’

De jonge groenen willen dan ook het liefst van al deel uitmaken van een doodgewone, professionele partij. ‘Wij doen op een zakelijkere, rationelere manier aan politiek’, zegt Filip Watteeuw. ‘Zelf probeer ik ook te zeggen wat ik te zeggen heb zonder de dingen te verbloemen. We hebben dan misschien de tijdsgeest niet mee, maar we mogen ons ook niet schamen voor ons project. We moeten weer trots durven te zijn op onze boodschap. Nu zijn we soms te voorzichtig.’

Niet iedereen is echter even enthousiast over die nieuwe zakelijkheid. Nogal wat plaatselijke mandatarissen en militanten zijn zelfs bang dat de partij op den duur te afgeborsteld wordt. ‘De nieuwe parlementsleden mogen het buikgevoel niet helemaal verloochenen. Ze mogen niet vergeten waar hun partij vandaan komt’, zegt Orij. ‘Natuurlijk is het fijn om gewaardeerd te worden door de collega’s in het parlement, maar het belangrijkste is de waardering die je van de basis krijgt. Dat mogen ze niet vergeten.’ Partijvoorzitster Mieke Vogels, die de geitenwollensokkenperiode van nabij heeft meegemaakt, begrijpt die kritiek wel. ‘De tijd van warme, emotionele politici, zoals Bert Anciaux of ikzelf, ligt achter ons’, zegt ze. ‘Tegenwoordig zijn het vooral beredeneerde, koele, no-nonsensepolitici, zoals Bart De Wever, die aanslaan. En onze nieuwe parlementsleden zijn natuurlijk kinderen van hun tijd.’

Bestuur aan de macht

Na de verjonging van de fracties zal er binnenkort ook een frisse wind door het partijhoofdkwartier waaien (zie kader). In oktober stapt Mieke Vogels immers op als partijvoorzitster. Geen dag te vroeg, vinden sommigen. Een aantal groenen heeft zich er dan ook nooit bij kunnen neerleggen dat Vogels in 2007 de voorzittersverkiezing won. ‘Twee jaar lang heeft Mieke met haar volle gewicht op de partij gelegen, en dat werkte nogal verstikkend’, zegt een vroeger boegbeeld. In elk geval heeft haast niemand geprobeerd Vogels op andere gedachten te brengen toen ze eind augustus haar vertrek aankondigde. ‘Als je alle Vlaams Parlementsleden naar huis stuurt, behalve jezelf, en je komt nog niet in de buurt van de doelstelling van 10 procent die je zelf voor de Vlaamse verkiezingen naar voren hebt geschoven, dan is het heel logisch dat je opstapt als voorzitter’, zegt een ex-parlementslid.

Omdat een Groen!-voorzitster cruciale beslissingen nooit in haar eentje neemt, vroeg Bart Staes dat ook het partijbestuur, dat nog een mandaat heeft tot na de volgende federale verkiezingen, zou opstappen. In het partijbestuur zitten naast de voorzitter, de ondervoorzitter en de fractieleiders ook acht vrijwilligers, en die besloten na een lange discussie om gewoon op post te blijven. ‘Als Europees Parlementslid zit Bart Staes zelf in het bestuur’, zegt Luc Barbé, voorzitter van het partijbestuur. ‘Maar hij vraagt alleen het ontslag van de vrijwilligers. Zelf wil hij dus blijven zitten. Als we het erover eens zouden zijn dat we een ondermaats verkiezingsresultaat hebben behaald – wat niet mijn mening is – dan moeten we allemaal opstappen. Als vrijwilligers dragen wij geen grotere verantwoordelijkheid dan de parlementsleden die in het partijbestuur zitten.’

Als sommigen het partijbestuur willen vernieuwen, dan is dat vooral om van Barbé en Louis Schoofs, de voorzitter van de politieke raad, af te zijn. Tegenstanders argumenteren graag dat zij al veel te lang te veel macht hebben. ‘Ach, het kan toch niet op een paar mensen in het partijbestuur aankomen?’ zegt Watteeuw. ‘Als zij het effect van de vernieuwing ongedaan zouden maken, dan was er iets mis met onze hele partijstructuur.’

En daar wringt het schoentje nou net volgens sommige groenen. ‘Er klopt wel degelijk iets niet aan onze partijstructuur’, zegt een voormalig parlementslid. ‘Vandaag beslist het partijbestuur over alles: de financiële middelen van de partij, het personeelsbeleid… Het gevolg is dat de fracties een ondergeschikte rol moeten spelen. Zolang dat niet verandert, blijft Groen! pas op de plaats maken.’

Geen groene Tobback

Groen! mag dan aan het vervellen zijn, de verhoudingen binnen de partij worden nog al te vaak bepaald door oude meningsverschillen. ‘Dat moeten we dringend achter ons laten’, zegt een parlementslid. ‘We mogen ons politieke werk anno 2009 niet meer laten beïnvloeden door oude vetes, zoals die tussen Mieke Vogels en Jos Geysels of tussen Bart Staes en sommige leden van het partijbestuur.’ De meeste boegbeelden ontkennen vandaag dat er kampen in de partij zouden bestaan, maar toch zijn ze het erover eens dat de volgende voorzitter het best een grote verzoener zou zijn. ‘De voorbije jaren zijn er onder meer door de voorzittersverkiezing wonden geslagen. Dat kan niemand ontkennen’, zegt Bart Staes. ‘Ik begrijp dat mensen die daar niet bij betrokken waren en de achtergronden niet kennen daar van af willen.’

Daarnaast maakt de nieuwe groene lichting zich ook wel zorgen over de positie die de oud-voorzitters Jos Geysels, Vera Dua en Mieke Vogels zullen innemen. Vogels blijft als Vlaams Parlementslid nog heel actief in haar partij en sommigen vrezen dat ze nog altijd invloed zal proberen uit te oefenen op de nieuwe partijleiding. ‘Nog nooit heb ik de behoefte gevoeld om mijn opvolgers de les te lezen’, zegt Vogels. ‘Niet toen ik stopte als schepen in Antwerpen, niet na mijn ministerschap en ook nu niet. Natuurlijk zal de nieuwe generatie weleens dingen doen waarvan ik denk: oh neen mannen, dat is geen goed idee. Maar dat zal ik niet hardop zeggen.’ Vogels heeft zelfs geen grote ambities meer in Antwerpen. ‘Ik wil mijn schouders nog onder de partijuitbouw zetten, maar de tijd dat ik lijsten trok, is definitief voorbij’, zegt ze.

Ook van Geysels, Dua en een paar oud-ministers wordt gevreesd dat ze niet langer zwijgend aan de kant zullen blijven staan als de nieuwe koers hen niet bevalt. Vandaar wellicht dat zij onlangs een e-mail van het partijhoofdkwartier ontvingen waarin hen werd verzocht voorzichtig te zijn als ze in de pers over Groen! praten. ‘Misschien moeten we hen maar geregeld uitnodigen om eens grondig van gedachten te wisselen’, zegt een jong parlementslid. ‘Het lijkt me van het grootste belang te zijn om hun ervaring in huis te houden. Daarnaast verkleinen we op die manier ook de kans dat er binnen de kortste keren een groene Louis Tobback opstaat.’

DOOR ANN PEUTEMAN

‘We mogen ons politieke werk anno 2009 niet meer laten beïnvloeden door oude vetes.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content