In een recent interview stelde FDF-voorzitter Olivier Maingain de nieuwe wooncode van de Vlaamse regering aan de kaak. Volgens hem wordt hier vooral Brussel geviseerd. Waarover gaat het? Vlaams minister van Wonen en Inburgering Marino Keulen stelt voor dat iedereen die een sociale woning aanvraagt, een basiskennis van het Nederlands moet hebben. Als de aanvragers geen Nederlands kennen, moeten ze een gratis cursus Nederlands volgen. Ze hoeven geen examen af te leggen of te slagen voor een test.
Franstalige politici zien dit voorstel van minister Keulen als een pesterij van de Franstaligen in de Brusselse Rand. De Waalse regering, het Waals Parlement en de Franse Gemeenschap hebben tegen dit voorstel onmiddellijk het belangenconflict ingeroepen.
Heeft Marino Keulen een verborgen agenda? Anderhalf jaar geleden toonde een gezamenlijke studie van de KU Leuven en de ULB de ongelijke behandeling van vreemde arbeiders aan. Als de verhouding tussen werklozen en werkenden in België 22 procent is, dan verhoogt dit percentage tot 56 procent voor Belgen van Marokkaanse origine, tot 67 procent voor Marokkanen en zelfs tot 90 procent voor de niet-genaturaliseerde Turken. Men moet al van bijzonder slechte wil zijn om niet toe te geven dat gebrek aan talenkennis een groot deel van deze mislukkingen verklaart.
Wie het groeiende aantal anderstaligen in de Vlaamse gemeenten bekijkt, met name in Antwerpen, kan begrijpen dat Marino Keulen deze maatregelen heeft getroffen om de emancipatie van economische en sociaal achtergestelden te bevorderen. Als minister van Inburgering is dat ook zijn taak.
Nederland gaat zelfs nog verder in deze materie. Daar moet elke kandidaat-immigrant betalen om een examen Nederlands af te leggen. Hetzelfde gebeurt in Duitsland. Daar beslisten de ministers van Binnenlandse Zaken van de zestien Länder unaniem dat iedereen die de Duitse nationaliteit aanvraagt, tests moet afleggen waaruit blijkt dat hij/zij de waarden en de taal van het land kent.
Vijf professoren van Franstalige universiteiten (Namen, ULB, UCL en ULG) hebben hun standpunt over het voorstel Keulen bekendgemaakt. Zij stellen dat het een ‘legitiem sociaal doel’ is om de toewijzing van een sociale woning te koppelen aan de bereidheid de plaatselijke taal te leren. Volgens hen ‘kan niets of niemand de autoriteiten verbieden alle ter beschikking staande middelen in te zetten om dit proces te veralgemenen en te versnellen. Voorwaarden stellen om een sociale woning te verkrijgen is een van die middelen.’ We herhalen het nog maar eens: de Vlaamse regering biedt een gratis en aangepaste taalopleiding aan.
Laten we even objectief blijven: de maatregel van minister Keulen zal maar een kleine minderheid van de Franstaligen in de Brusselse Rand treffen. Aan de andere kant zal zij een groot aantal anderstaligen in Vlaanderen helpen toegang te krijgen tot de arbeidsmarkt. Is het niet zo dat taalkennis de eerste vereiste is om ten volle deel uit te maken van een maatschappij?
Ook de Waalse regering ziet het nut van taalkennis in, want ze heeft dit opgenomen in het marshallplan. We kunnen deze evolutie alleen maar aanmoedigen want de taalkennis in ons gewest moet beter: 57 procent van de Franstaligen geeft toe alleen maar de moedertaal te spreken.
Een gelukte integratie is een van de grote doelstellingen in onze maatschappij. Dat kan alleen maar bijdragen tot een groter veiligheidsgevoel, waar men tegenwoordig constant over praat. Wij moeten waakzaam zijn tegenover alles wat zweemt naar overtrokken Vlaams nationalisme, maar tegelijk inschikkelijker zijn tegenover bepaalde maatregelen.
Jules Gheude