Voor België was Sabena een begrip. Voor Zaventem een levenswijze. Voor de hele streek eromheen een goudmijn. Hoe moet het morgen verder? Enkele betrokkenen aan het woord.
De aardschok was hevig, vorige woensdag, toen het faillissement werd uitgesproken. De emotie golfde door het hele land, met Zaventem als epicentrum. Zowel gevoelsmatig als economisch lijkt zowat iedereen betrokken te zijn bij het debacle. ‘Sabena was de groeimotor voor de luchthaven, en als dusdanig een katalysator voor de hele regio’, zegt professor Leo Sleuwaegen (KULeuven, Vlerick). Hij maakte zes jaar geleden een economische studie over de nationale luchtvaarttrots. Sleuwaegen: ‘Je kunt stellen dat elke baan op de luchthaven er één creëerde daarbuiten. De clustering van activiteiten zorgde daarvoor.’
Maar het domino-effect werkt nu blijkbaar even goed in de andere richting. Bij de plaatselijke Kamer van Handel en Nijverheid merken ze dat maar al te goed. Directeur Patrick De Vos: ‘Gedurende vijftien jaar was Halle-Vilvoorde zowat de snelst groeiende regio in Vlaanderen. Deze streek is dergelijke calamiteiten niet gewoon en dat maakt deze ervaring nu net zo traumatisch.’
Die emotionele impact erkent ook de Zaventemse burgemeester Francis Vermeiren (VLD): ‘Je moet weten dat de luchtvaart hier bij de mensen in het bloed zit. Het is een deel van hun leven, hun cultuur en hun geschiedenis.’ Voor de toekomst is hij evenwel niet pessimistisch. ‘Op termijn komt het hier wel weer goed. Brussel is nu eenmaal de best spot in Europe, daar verandert dit drama niets aan’, meent Vermeiren. Voor de massa mensen die op straat zijn beland, werd haast onmiddellijk een sociale cel opgericht. Zo snel mogelijk iedereen opvangen en weer aan het werk krijgen, is de doelstelling. Want werk, dat is er volgens Vermeiren genoeg. ‘Ik ken veel van die mensen persoonlijk. Jonge, bekwame krachten, die overal aan de bak kunnen. De periode waarin er mensen binnenkwamen omdat ze de vriend waren van een blauwe, een rode of een gele, ligt al lang achter de rug. De enige moeilijkheid is dat ook de huidige generatie nogal verknocht is aan de luchtvaartsector. Dat verklaart mede de grote ontreddering bij die mensen nu. Ze waren als het ware getrouwd met de luchtvaart. De streek smeekt echter om goede krachten, dus dat komt wel goed.’
Luc Laveyne, kabinetschef van gouverneur Lode De Witte, herinnert in dat verband aan het recente initiatief van de provincie Vlaams-Brabant om Brusselse werklozen via lessen Nederlands naar de Rand te lokken om de bestaande tekorten aan te vullen. Maar ook hij vreest de terugslag van de economische dynamiek bij de talrijke toeleveringsbedrijven.
Kris Peeters van de christelijke middenstandsvereniging Unizo denkt dat veel zal afhangen van een vlotte start van de nieuwe maatschappij. Niemand weet op dit moment of die de huidige contracten zal overnemen. Die onzekerheid knaagt; geen enkel bevraagd bedrijf weet waar het aan toe is. Paniek heerst er echter nergens. ‘De soep wordt nooit zo heet gegeten als ze wordt opgediend’, dixit Peeters. ‘Ik heb DAF meegemaakt, de dioxinecrisis, de Boelwerf. Nuanceren kan ik dus wel. Bovendien is niet elk bedrijf in even grote mate afhankelijk van Sabena of de vluchthaven.’
Dat geldt evenzeer voor de Zaventemse middenstand. Burgemeester Vermeiren: ‘Dat er minder inkomsten zullen zijn, staat buiten kijf. En dat mogelijke investeerders nu twee keer zullen nadenken, is niet meer dan logisch. Maar je mag niet vergeten dat de overige industrie hier nog zo’n 60.000 werknemers tewerkstelt.’
Doemdenken is kenbaar niet aan de orde. Patrick De Vos: ‘Iedereen beseft dat er een pijnlijke overgangsperiode aankomt voor de meeste betrokkenen. Die kan één, twee, of drie jaar duren, naargelang de mondiale conjunctuur. In die tussentijd moet de overheid haar verantwoordelijkheid nemen, om alleszins het litteken te verzachten. Maar daarna wordt het waarschijnlijk weer business as usual.’
Gerry Meeuwssen