Koningin Elizabeth, de Koningin-Moeder, wordt honderd. Dat moet gevierd. Hoewel.
The Queen Mum zoals ze liefdevol wordt genoemd, is al een maand aan het vieren. Op haar eigen manier. Korte uitstapjes, gekleed in een bloemetjestent waardoor niemand zelfs maar kan vermoeden hoe dik ze wel is. Een hoed met opgeslagen rand. Vriendelijk glimlachje, hoofd schuin en wuiven maar. Dat ze bijziend is, wil ze niet geweten hebben. En ze heeft gelijk: een bril zou het hele effect bederven. En dat ze af en toe wat wazig doet, ach, het zal haar hoge leeftijd zijn. Want haar chronische alcoholgebruik – vergoelijkend ‘wat pimpelen’ genoemd – wordt verzwegen, net als haar goklust en haar spilzucht. Elk jaar bouwt ze een miljoenenschuld op, die haar dochter vervolgens braaf aanzuivert.
Ze zou het best zelf kunnen betalen, maar als anderen voorschieten, zou het onbeleefd zijn te weigeren. Bovendien zit haar eigen kapitaal (zo’n twee miljard frank) vast in een trust voor haar kleinkinderen. Anders zouden die nog eens successierechten moeten gaan betalen. Na alles wat de Queen Mum voor de natie heeft gedaan, zou dat toch zonde zijn.
Het wordt haar allemaal vergeven. Omdat ze toch zo schattig kan lachen. Omdat ze toch zo lief en begrijpend is. Wie haar vertelt dat hij ongelukkig, arm, verslaafd of ziek is, krijgt een vriendelijk klopje en hoort ‘I know, I know’. Wie straalt van geluk of net de lotto won, krijgt krek hetzelfde te horen.
Begrijpend, jawel. Behalve dan voor haar bedienden die allemaal een contract tekenden waarin ze diepe geheimhouding beloven. Alleen houden mensen tegenwoordig hun belofte niet meer. En dus vertelt haar Franse kok dat ze – ondanks het verhaal – bijzonder slecht Frans spreekt. Vertellen haar bedienden dat ze denkt dat Dante de naam van een paard is. Vertelt iedereen die ooit in haar dienst was dat ze uiterst onbeschoft is. Toen haar diner op zich liet wachten, meldde ze de keuken: ‘Ik weet niet hoe het met jullie old queens (homo’s) zit, maar deze old queen (koningin) wil vreten.’
DE OMA VAN DE NATIE
En toch zal ze gevierd worden. Door onderdanen die haar alles vergeven, omdat ze er telkens weer in slaagt iedereen te laten geloven dat alles goed gaat in de wereld. Dat die wereld volgens haar beter was gebleven zoals hij was in 1900, een kniesoor die het haar kwalijk neemt. Want ondanks alles heeft ze het Huis van Windsor, de grootste show op aarde, bijna een eeuw overeind gehouden.
In het Verenigd Koninkrijk ís de monarchie een show. Nergens ter wereld wordt zoveel oogverblindende luxe tentoongespreid als de koningin een van haar officiële taken vervult. Koninklijke trein, gouden koets, kleurrijke uniformen en hele regimenten in paradepas. Toeristen kunnen er uren naar kijken. En dat is ook een van de officiële bestaansredenen van de Britse koninklijke familie. Nu de Windsors steeds vaker onder vuur komen, hebben hun verdedigers de laatste defensielijn bereikt en kunnen ze alleen nog stamelen dat de koninklijke familie goed is voor het toerisme. Onzin natuurlijk: het kasteel van Versailles trekt honderd keer meer bezoekers dan Buckingham Palace en de laatste Franse koning is al meer dan tweehonderd jaar dood.
Maar de vraag naar het nut van een monarchie is onzinnig natuurlijk. Een monarchie heeft als enige bestaansreden dat ze bestaat. En dat ze zich voortzet, liefst in de directe lijn. Als dat niet gaat, wordt wel ergens een prins of prinses geïmporteerd. Zo ontstond het huidige huis van Windsor.
Halverwege de negentiende eeuw trouwde de Duitse Albert van Saksen-Coburg-Gotha met de Britse prinses Victoria. Hij hield haar jaren aan een stuk zwanger en voerde niet alleen kerstbomen maar ook het puritanisme in. Het koninklijke huis werd een koninklijke familie met alles erop en eraan.
Die Duitse banden werden wat gênant in de Eerste Wereldoorlog, toen de oorlogspropaganda zoveel succes had dat de Britten teckels om zeep hielpen en het mannelijke geslachtsdeel – naar de Duitse keizer Wilhelm – gemeenzaam ‘Willy’ gingen noemen.
De monarchie had maar één uitweg: Britser worden dan de Britten. In 1917 werd de naam Saksen-Coburg verlaten voor Windsor, naar het kasteel waar achthonderd jaar lang de zetel van de Engelse koningen stond. De naam werd retroactief uitgebreid tot de periode van keizerin Victoria en de Russische tsaar en zijn gezin werd asiel geweigerd in Engeland. Enkel en alleen omdat de tsarina Duits was en de Britse koninklijke familie elke schijn van collaboratie wilde vermijden.
Het was een goocheltruc die de monarchie enige jaren respijt gaf, maar het was niets vergeleken met wat één enkele vrouw voor elkaar kreeg. Elizabeth Bowes-Lyon, beter bekend als de Queen Mum, creëerde met gemak de grootste mythe van allemaal: die van het gelukkige gezin van Windsor Castle.
GEEN BLAUWKOUS
Lady Elizabeth werd geboren op 4 augustus 1900. Of daaromtrent. Want haar vader gaf haar geboorte zes weken te laat aan. Dat leverde en levert stof tot geruchten dat het meisje een onecht kind was en dat de man enige tijd nodig had om zijn vrouw ervan te overtuigen toch maar de schijn op te houden.
Officieel was de familie arm, maar dat is relatief natuurlijk. Een gezin dat de beschikking heeft over een paar kastelen en een staf personeel, kan bezwaarlijk ‘impoverished’ genoemd worden. Het is niet alleen deel van de mythe, er werd wel degelijk op minder essentiële dingen bespaard: de jongens gingen naar kostschool, de meisjes kregen les van een gouvernante. Goedkoper en vooral minder gevaarlijk: ze mochten eens blijk geven van enige intellectuele aanleg en zo hun kansen op een goed huwelijk verkleinen.
Toen Elizabeth Bowes-Lyon geboren werd, was de wereld nog in orde. Koningin-keizerin Victoria zat op de troon. De Boerenoorlog was aan de gang en de Labour Party was pas gesticht. Vliegtuigen en elektriciteit waren nog onbekend, auto’s een bezienswaardigheid. Sigmund Freud had net zijn Traumdeutung gepubliceerd. En republikeinse gevoelens waren in Engeland out dankzij een krachtig beroep op nationalisme en bewondering voor de schimmige koningin, die regeerde over een empire waarin een vierde van de wereldbevolking stevig onder de knoet werd gehouden.
Het was voor de hogere klasse een rustige tijd waarin jachtpartijen en bals elkaar afwisselden. Het was de tijd uit de romans van Agatha Christie, waarin iedereen zijn plaats kent en moord, doodslag en verraad normaal zijn, maar waarin echte horreurs zoals echtscheidingen nooit voorkomen. Elizabeth Bowes-Lyon houdt nog steeds vast aan die principes.
Op haar veertiende verjaardag brak de Eerste Wereldoorlog uit en het ouderlijke huis Glamis Castle, volgens de legende het slot van Macbeth, werd omgebouwd tot een hospitaal voor gewonde officieren. Het meisje breide wanten en mutsen voor de soldaten aan het front, vermaakte de officieren door hen romans voor te lezen en kon zelfs een tandarts als spion van de Duitsers ontmaskeren. Mooi toch: lady Elizabeth die zo bang is van tandartsen dat ze de wereld een glimlach vol rotte tandjes laat zien, vangt eigenhandig een tandarts-spion.
HET KNEUSJE VAN DE FAMILIE
De oorlog eindigde net bijtijds voor haar debuut in de Londense society. Bal na bal, sloten champagne en één moederlijke raad: trouw geld.
En dat deed ze. Ze probeerde de knappe, alom bewonderde kroonprins aan de haak te slaan, maar moest genoegen nemen met de tweede zoon, Albert (‘Bertie’) hertog van York, die als koning de naam George aannam omdat overgrootma Victoria had bedongen dat geen enkele koning de naam van haar geliefde Albert zou dragen.
Bertie was het kneusje van de familie, een stotteraar, een eeuwige twijfelaar, die voortdurend met zijn ogen knipperde en een zenuwtrek had. Maar Elizabeth ging aan het werk: hij kreeg spraaktherapie, leerde kaarsrecht staan en tenminste naar buitenaf de schijn van de stoere man op te houden. Wat hij in werkelijkheid allerminst was. Hardnekkige geruchten circuleren dat zijn twee dochters – de huidige koningin en haar zus Margaret – er kwamen dankzij kunstmatige inseminatie.
De hertogin bouwde voort aan de mythe. Ze kreeg de pers zover dat die het ene honingzoete verhaal na het andere publiceerde. ‘De gelukkige familie’ was geboren, met een sterke vader, een schattige moeder die voor haar man en kinderen leefde en twee kleine meisjes die zelfs af en toe stout waren. Dat mocht natuurlijk niet overdreven worden. In de jaren vijftig verscheen The Little Princesses. Auteur was Marion Crawford, gouvernante van de prinsessen Elizabeth en Margaret. Ze had, zo bleek later, het boek geschreven op aanraden van de koningin-moeder die graag wat propaganda voor zichzelf wilde. Wat die niet had voorzien, was dat Crawfie, een dwangmatige kletskous, zo zou opgaan in haar taak dat uit ieder kruiperig woord en elke eerbiedige anekdote het beeld oprijst van een duf gezin dat de hele omgeving verplicht tot een verlammende hypocrisie. Crawfie werd tot haar verbijstering prompt weggestuurd en mocht geen enkel contact meer hebben met de familie.
Dat ‘doodverklaren’ is het handelsmerk van de Queen Mum, ze deed het met iedereen die haar in de weg stond. Zoals de nieuwe koning, Edward VIII, een knappe en populaire prins op wie de helft van de vrouwen verliefd was. Hijzelf verloor zijn hart aan de Amerikaanse Wallis Warfield Simpson die bovendien gescheiden was. Achter de schermen werd heel wat afgemanipuleerd: toenmalig premier Winston Churchill zag niet in waarom de zeer populaire Edward geen koning kon zijn zelfs als hij met ‘die Amerikaanse’ trouwde. De hertogin, die de troon binnen handbereik zag, wist beter. ‘Geen echtscheiding, wij zijn de koninklijke familie’ was de slogan waarmee ze de politici zover kreeg dat de arme Edward voor de keuze werd gesteld: de kroon of de liefde. Hij koos de liefde en de Britten waren ontzet. Edward was zo populair dat bij zijn troonsafstand voor volksoproer werd gevreesd. De paleiswacht kreeg voor het eerst in de geschiedenis echte munitie en het bevel zo nodig op het volk te schieten.
BERT EN BET
Maar de nieuwe koningin Elizabeth slaagde erin de populaire Edward uit de geschiedenis weg te gummen. Geen echtpaar werd meer achtervolgd dan Edward en Wallis, die voortaan door het leven gingen als de hertog en hertogin van Windsor. Ze werden niet alleen nergens uitgenodigd, ze kregen ook het duidelijke bevel zich zo ver mogelijk te houden van elke plechtige familiegebeurtenis. Toen het in 1972 echt niet anders kon, bezocht koningin Elizabeth II de stervende hertog in Parijs en werd Wallis uitgenodigd voor de begrafenis van haar eigen man. Ze mocht zelfs in Buckingham Palace logeren, maar wel alleen. Want de rest van de koninklijke familie vertrok meteen na de begrafenis naar Windsor Castle. Wallis Simpson stierf eenzaam en van iedereen verlaten. Haar huis in Parijs werd gekocht door Mohammed El Fayed, vader van Dodi, de minnaar van prinses Diana die samen met haar omkwam bij een auto-ongeluk in diezelfde stad.
Haar rivalen tot paria maken, was voor Elizabeth Bowes niet genoeg. Zij zorgde voor een Koninklijk Besluit dat iedereen verbood te buigen voor ‘die vrouw’. Ze was ontzet over de extravagante levenswijze van de ‘Amerikaanse’ maar stoorde zich duidelijk minder aan de grote vriendschap tussen de Windsors en Adolf Hitler. Geen wonder trouwens voor iemand die zelf goede vriendjes was met de Britse nazileider Oswald Mosley. De koning zelf stuurde een brief naar zijn ambassadeur in Duitsland om de ‘ongelimiteerde uittocht van joden uit nazi-Duitsland’ te stoppen. Hitler willigde het verzoek graag in.
Maar dat soort verhalen zijn – samen met alle nazi-neven – grondig onder de mat geveegd. Want de oorlog gaf Bert en Bet de kans om de ‘zaak’ – zoals ze de monarchie noemden – uit te bouwen. En dat was nodig, want de troonsafstand had de populariteit van de monarchie naar een absoluut dieptepunt gejaagd.
Ondanks haar sympathie voor uiterst-rechts zag de nieuwe koningin Elizabeth snel in dat Winston Churchill haar kon helpen. Samen creëerden ze ‘New Windsor’. Het ministerie van informatie voorzag de bevolking van verhalen. Hoe spaarzaam de koninklijke familie wel was (niet waar), hoe de koning altijd in uniform liep (net zoals Leopold III) om te laten zien dat hij meestreed tegen de vijand (wel waar), hoe nauwgezet ze kledingbonnen en gerantsoeneerd voedsel telde (niet waar), hoe de koning en de koningin schietlessen namen om bij een mogelijke invasie paraat te zijn (wel waar).
De koning en koningin bezochten hospitalen, gebombardeerde wijken, schuilkelders alsof ze op verkiezingstournee waren. Hij in uniform, zij in speciaal ontworpen bloemetjesjurken in pasteltinten en die eeuwige hoed op. Ze is de uitvindster van de ‘walk-about’, de koningin die op straat met haar onderdanen praat. ‘I know, I know’ en ‘Bert en Bet’, alsof ze gewone buren waren.
Het lukte: Churchill, Bert en Bet werden het brandpunt van verzet tegen de vijand. Het leek alsof ze de oorlog met hun drieën hadden gewonnen.
ARME ZWARTJES
‘Nooit was de monarchie populairder’, schreef Churchill in zijn memoires. En hij had gelijk. Zelfs het verlies van het keizerrijk kon de Windsors niet raken. Maar jammer vonden ze het wel. Nog steeds vertelt de Queen Mum met graagte over de dappere jongens van Ian Smith die Rhodesië (Zimbabwe) blank wilden houden en voegt ze er met een zucht aan toe dat ‘zwartjes’ nu eenmaal te stom zijn om voor zichzelf te zorgen. Dat lag anders voor fatsoenlijke lui als de sjah van Iran, de Filipijnse dictator Marcos en nog wat sterke mannen in verre werelddelen.
Toen George VI in 1952 stierf, volgens de Queen Mum de schuld van die ‘Amerikaanse’ die ervoor zorgde dat haar man en zijzelf tegen hun zin op de troon kwamen, moest een nieuw scenario bedacht worden. Elizabeth Bowes-Lyon kon zich terugtrekken in diepe rouw, zoals Victoria haar had voorgedaan. Maar ze herrees als Queen Elizabeth, the Queen Mother. Twee keer koningin, haar dochter maar een keer. En ze bleef haar twee dochters in een ijzeren greep houden. Elizabeth II, nu koningin ‘bij de gratie Gods’, belt elke dag haar moeder op.
Die blijft haar bloemetjesjurken en hoeden trouw, en blijft haar hoofd schuin houden, wuiven en glimlachen terwijl het ondertussen echtscheidingen regent bij de Windsors. Na prinses Margaret, volgen prinses Anne, prins Charles en prins Andrew.
De koningin-moeder schrapte alle ex-schoonkinderen even krachtig weg als ze met Wallis had gedaan. Net als Bismarck gelooft ze dat democratie regeren op het niveau van de kleutertuin is. En dus moet je de kiezers met spelletjes bezighouden. Dat lukt alleen als iedereen zich aan de regels houdt. Die regels zijn voor haar heel duidelijk: ‘Wij zijn de koninklijke familie’. En dus kunnen wij ons alles permitteren, zolang de schone schijn behouden blijft. Haar geliefde kleinzoon Charles mocht voor, tijdens en na zijn huwelijk vanuit haar huis naar zijn geliefde Camilla Parker-Bowles bellen, maar prinses Diana werd verketterd.
Ondertussen glimlacht de Queen Mum verder. Haar wapen, zo wordt gezegd, zou de ‘keizerlijke struisvogel’ moeten zijn. Ze leeft al haar hele leven in een zeepbel van leugens: de arme familie waar ze uit voortkomt, haar dappere en spaarzame gedrag in de beide oorlogen, haar ‘gewone’ leven in vier kastelen, met een vloot auto’s en een eigen renstal. Ze is staalhard, maar gedraagt zich als de oma waar iedereen van droomt. Ze is de levende tegenspraak en dus – wellicht – de laatste grote koningin. God Bless You Ma’am.
Misjoe Verleyen