De onderwijsvakbonden maken het Marleen Vanderpoorten niet gemakkelijk. Portret van een minister onder vuur.
De wat oudere leraren gniffelden natuurlijk wel. Die hadden in 1973 het boekje Dag, leven van Marleen Porta _ de nauwelijks verdoken schuilnaam van Vanderpoorten _ gelezen. Een boekje dat hun ouders verschrikkelijk vonden en bij hen dus op begrip kon rekenen. Vrijmoedig schreef de toen achttienjarige Vanderpoorten over de roddelstad Lier, waar ze in 1989 schepen zou worden en in 1995 burgemeester. Maar ook over haar duffe leraren en over haar grote liefde. Dat waren tijden! Toen werd nog schande gesproken als een minderjarige het woord ‘vrijen’ durfde neer te pennen.
De nieuwe minister werd in alle bladen en kranten uitvoerig geïnterviewd. Ze praatte daar vrijmoedig over wat ze wilde verwezenlijken. Plannen genoeg, maar dit keer geen onderwijsrevolutie, geen nieuwe hervormingen. Wel de herwaardering van het lerarenberoep. ‘Leraren spelen een centrale rol en het is hoog tijd dat zowel de maatschappij als zijzelf zich daarvan bewust worden’, zei ze in De Morgen. ‘Goede communicatie is belangrijk’, meldde ze aan de kranten. ‘We moeten de mensen uitleggen waar we mee bezig zijn.’ ‘Weg met de papieren rompslomp.’
BRAVO! BRAVO!
Degenen die voor de klas stonden, applaudisseerden. Eindelijk iemand die besefte dat onderwijs belangrijk is, eindelijk iemand die duidelijk zei dat het veel tijd kost om alles in zesvoud in te vullen, jaar- en begeleidingsplannen te maken, verslagen van vergaderingen af te werken.
Maar algauw dreef de euforie weg. Een aantal van haar kabinetsmedewerkers werden ronduit of verholen ‘logebroeders’ genoemd. Haar eerste grote uitspraak over het verdwijnen van de Katholieke Universiteit Brussel kostte die universiteit niet alleen heel wat studenten, meteen ging ook de geruchtentrommel aan het draaien. De ‘blauwen’ zouden een rondje ‘katholieken pesten’ inzetten. Geruchten die nog versterkt werden toen Vlaams minister-president Patrick Dewael (VLD) over netvervaging sprak.
Na enkele maanden barstte het eerste conflict al los. Het katholieke onderwijs zette acties op. ‘Droogzwemmen’ bijvoorbeeld, kleutertjes die rechtopstaand dapper met hun armpjes roeiden. Zo wilde het katholieke net de aandacht vestigen op het feit dat de verplichte zwemles veel geld kost, geld dat zij niet hadden. Vanderpoorten vloog boos uit en zei dat er geld voor uitgetrokken was. En de vervangingspool, waaruit scholen kunnen putten als ze een leerkracht zoeken, stootte op een njet van de katholieke koepel. Die pool draait nu wel, zij het nog altijd wat vierkant.
Het werd maar niet rustig. De onderhandelingen over de nieuwe cao brachten de minister lijnrecht tegenover de christelijke onderwijsvakbonden, die met hun tachtigduizend leden een gevreesde vakvereniging vormen. Maar toen liepen de scheidslijnen nog zoals we in dit land gewoon zijn: oppositie tegen regering, zodat de socialistische ACOD wat aan de zijlijn stond te fluisteren en de liberale VSOA helemaal niet aan het woord kwam.
Dat de andere ministers _ zowel van de federale regering als van de gewest- en gemeenschapsregeringen _ ondertussen duur plan na hoge uitgave aankondigden, was ook al niet van die aard dat de gemoederen in het onderwijs bedaarden. Geld voor de witte woede? Goed zo. En wij? Geld voor de politiehervorming? Goed zo. En wij? Lambermont-akkoord en meer geld naar het Franstalige onderwijs? Goed zo. En wij?
Bovendien werd van alle kanten olie op het vuur gegooid. Noël Slangen, communicatiedeskundige van premier Guy Verhofstadt (VLD), mocht in het eerste nummer van Bonanza alle leraren uitschelden, zonder dat één minister reageerde. Federaal minister van Sociale Zaken en Pensioenen Frank Vandenbroucke (SP.A) kondigde in juni 2000 een pak maatregelen aan, onder meer over langer werken. En daarin zette hij de vervroegde uittreding van leerkrachten _ de ondertussen beruchte TBS 55+ _ op de helling. Weliswaar vanaf 2010, omdat alle cijfers uitwijzen dat er dan écht een probleem zal zijn in het onderwijs. Vanderpoorten was niet ingelicht over dat stukje tekst, hoewel Dewael en toenmalig VU-minister Johan Sauwens wel op de hoogte waren. Herrie in het Vlaamse parlement: onderwijs is immers Vlaamse materie. VLD-voorzitter Karel De Gucht schoot Vandenbroucke te hulp, niet Vanderpoorten. Toen kwam het nog in orde. Vandenbroucke zou de zaak nog eens goed bekijken en dit keer met Vanderpoorten praten. Duidelijk was wel dat de VLD van die al te dure uitstapregelingen afwilde. En al even duidelijk dat de Vlaamse regering van communicatie onder collega’s geen prioriteit maakte.
ALLES BLIJVEN HERHALEN
Maar er kon nog gelachen worden. De VU-jongeren gaven minister Vanderpoorten in juli 2000 de bolletjestrui: beste prestatie onder moeilijke omstandigheden. En het zou nog moeilijker worden. De cao-onderhandelingen sleepten aan. Vlaams minister vice-president Steve Stevaert (SP.A) werd door de vakbonden opgeroepen om iets te doen, maar Vanderpoorten weigerde bemiddeling. Er werd heen en weer gedreigd en voor het eerst in jaren ging het Vlaamse onderwijs in staking. De bonden drumden Vanderpoorten stap voor stap achteruit. Want nu stonden álle vakbonden tegenover de minister. Alweer reageerde Vanderpoorten verkeerd: ze stuurde haar inspectie op de scholen af. Dat is de achtergrond van de huidige ‘creatieve stakingen’, die alweer door de inspectie worden gecontroleerd.
De loonstudie zorgde alweer voor een conflict binnen de regering: Dewael leidde eruit af dat alles in orde was, Vanderpoorten besloot dat de lonen te laag waren. En de onderwijsbonden bleven herhalen dat er op onderwijs sinds 1980 enorm bespaard was, dat het genoeg was geweest.
En nu zit alles muurvast. Vanderpoorten had begin september immers gemeld dat de TBS 55+ niet meer kon. Eerst werd dat als besparingsmaatregel opgedist, dan als noodzaak omdat er geen leraren genoeg waren. De vakbonden namen het voorstel van Vandenbroucke over: we zetten de TBS 55+ vanaf 2010 stop. Dat kost te veel, meldde de VLD. Waarop de vakbonden luid kraaiden dat de liberalen nooit geld hebben voor onderwijs. En het katholieke net gebruikmaakte van een studie waaruit blijkt dat het officiële onderwijs veel, veel meer kostte dan het vrije net.
De minister bleef maar herhalen dat de beslissing genomen was. Dat maakte de onderwijsbonden echt kwaad, en dat lieten ze zien ook. Waarop de rest van de Vlaamse regering snel bijdraaide. ‘Unanieme beslissing’, wat zou het. SP.A en vooral Agalev, die hun kiezers in de scholen halen, mogen dan wel in de regering zitten, unaniem betekent bij hen iets anders dan collegiale verdediging van een maatregel die ze mee goedkeurden. De CD&V dook in het gat: ‘Neem ontslag!’
Dat de eenheid binnen de Vlaamse regering zoek is, staat vast. Dat Vanderpoorten binnen die Vlaamse regering vrijwel alleen staat, kan enkel de bonden blij maken. Ze is immers inderdaad een minister die weet wat onderwijs is. Alleen communiceert ze dat niet goed. En dát had ze zich toch voorgenomen.
Misjoe Verleyen
‘We moeten de mensen uitleggen waar we mee bezig zijn.’