Justine Henin-Hardenne heeft Kim Clijsters verslagen in de finale van Roland Garros. Een historische dag voor de Belgische sport. En een ferme trap tegen de ballen van alle Williamsen.
Hoe verslaan we die vreselijke gezusters Williams? Knack stelt de vraag sinds jaren, en zoals u dat van ons gewoon bent, zijn wij de zaak meteen in een breder historisch perspectief gaan bekijken. Want om de vijf jaar is er in het vrouwentennis wel een ander die alles wint en de goegemeente met haar succes irriteert. Martina Navratilova bijvoorbeeld, eind jaren ’70 en zowat de hele jaren ’80. Het was Pam Shriver die toen de oplossing aanreikte: ‘Er is maar één manier om Navratilova te kloppen, en dat is op de spelersparking over haar voeten rijden.’
Hoe verslaan we de gezusters Williams? En meer bepaald Serena? Het antwoord is op Roland Garros gegeven door Justine Henin-Hardenne: diepe ballen rechtdoor geven, huugspeile, zoals Raymond Goethals zou zeggen, en zorgen dat zij de diagonalen niet kan maken. Of omgekeerd, want in tennis is alles wat je zegt juist. En vooral: een beetje sarren en treiteren vanuit de tribunes. Zo moet het. Perfecte halve finale.
Tennis was tot nu toe een sport waarin het hooliganisme zich beperkte tot de beide spelers op het terrein. Als McEnroe tegen Nastase speelde, vroegen de toeschouwers om stilte. Zo nu en dan probeert men daar wat verandering in te brengen. Hoe heette die Italiaan ook weer waar de vrouwen indertijd zo buiten zinnen van raakten? Adriano Panat- ta, kan het? Of was dat een zanger? En- fin, waar hij speelde, of zong, was er ook altijd lawaai. Wie daar niet tegen kan, schrijve zich in in een scrabbleclub.
En Serena Williams kon er niet tegen. Dat was al eerder gebleken, twee jaar geleden in Indian Wells, waar haar eigen landgenoten partij kozen tegen haar. ‘Hier speel ik nooit meer’, was toen kort en bondig haar besluit. Benieuwd of ze even radicaal durft zijn voor Roland Garros, want daar was het publiek in de halve finale ronduit vijandig. Applaus bij een dubbele fout, gefluit tussen haar eerste en tweede service, awoertgeroep als ze nog maar een wenkbrauw durfde optrekken…
En dan was er nog die vreesaanjagende Henin, die haar op gemene wijze een eerste service afhandig had gemaakt. Had met haar hand gezwaaid dat ze niet klaar was, Serena had met opzet buiten gemept, en dan had Justine van krommenaas gebaard (‘ from croocked ace‘). Booeeee, de arme Serena barstte naderhand in tranen uit. Dat heeft vier miljard op zijn rekening staan, heeft tweehonderd toernooien gewonnen, of tweeduizend, maar één keer verliezen en het is grienen geblazen. Net Bert Anciaux. Het was niet eerlijk, en de hele wereld was tegen de Williamsen. En dat, moeten we eerlijk toegeven, was er niet ver naast.
DE WOEDE VAN VADER WILLIAMS
‘ There should be a law against Lester Piggott‘, zuchtten vroeger de andere jockeys nadat die dove ouwe vrek hen weer eens allemaal het nakijken had gegeven. Op de tennisbanen hoort men dezelfde verzuchtingen over de zussen Williams. Racisme? Niet ten opzichte van Lester Piggott. Ten opzichte van de zusters? Ja, roept vader Richard Williams.
De in totaal vijf gezusters Williams zijn opgegroeid in Compton, een rauwe voorstad van Los Angeles, waar men eerst schoot en dan praatte. Maar Richard zelf komt uit Louisiana. Een afschuwelijke staat, prachtig bezongen door Randy Newman. Inzake discriminatie van zwarten was Louisiana een van de koplopers in de VS, en dat is het waarschijnlijk nog. De echte rednecks huizen in het diepe zuiden: Georgia, Mississippi, Alabama en Louisiana. Om nog kerels van dat profiel te vinden, moet je naar de grote blanke boerderijen in Zuid-Afrika. Of naar de rechtervleugel van de Vlaamse liberalen.
‘De blanken bestempelden ons als dieven en luieriken, in feite als hun veestapel’, zo vertelde Richard onlangs in een interview met l’Equipe, vertaald in zowel Dag Allemaal als Humo. ‘En ook in de Amerikaanse maatschappij van vandaag blijft het racisme ontegensprekelijk aanwezig, ook al is het soms wat beter verborgen.’ En hij kan er zich mateloos over opwinden dat zijn dochters, ondanks hun sportieve prestaties, de wereldtennisfederatie WTA blijkbaar een doorn in het oog zijn. ‘Ze zijn ons liever kwijt dan rijk, en daarom zijn wij van plan het nog een paar jaar vol te houden en alle Grand Slams te winnen, te beginnen met Roland Garros.’
Eruit natuurlijk. Dat kon u wel raden, u die ons adagium kent: ‘Voorspel nooit iets in de sport, want vooraleer de woorden zijn uitgesproken, zijn ze al door de feiten weerlegd.’ Venus mocht haar koffers pakken na de achtste finale tegen Vera Zvonareva, Serena na de halve tegen Justine Henin.
5-1 EN TWEE MATCHBALLEN
Het wereldtennis bij de vrouwen draait sinds enige tijd om dat ene duel: de Belgen tegen de Williamsen. De rest stelt veel minder voor, bijna niets. Het gemak waarmee Kim Clijsters in Parijs naar de finale kon wandelen, vertelt het hele verhaal. Clijsters werd pas in de achtste finale een eerste keer opgeschrikt door 6-0 verlies in de eerste set tegen de eeuwige Magdalena Maleeva, maar zette dat zonder problemen weer recht. En in de halve finale tegen Nadia Petrova werd ze gered door het net bij een bal om de set, maar daarna drukte ze haar tegenstandster plet. Plat, pardon.
Dat Venus Williams, Lindsay Davenport en Jennifer Capriati er alle drie vroegtijdig uit gingen, maakte de weg naar de finale nog wat eenvoudiger. Tot in de halve finale gaf Clijsters, op die rare 6-0 na, in geen enkele set meer dan twee games prijs. Henin kwam moeizamer op dreef, had het in de achtste finale behoorlijk lastig tegen Patty Schnyder, maar kwam uiteindelijk ook ongeschonden in de halve finale.
De Belgen tegen de Williamsen, daar gaat het om. En hoe je een gepantserde tank als Serena sloopt, heeft Justine Henin dit seizoen nu al twee keer gedemonstreerd. Serena had vóór de fatale halve finale van Roland Garros vier Grand-Slamtoernooien op rij gewonnen, en daarin bleef ze gedurende 33 matchen ongeslagen. Op de Australian Open begin dit seizoen was het nochtans bijna zover, in de halve finale tegen Kim Clijsters. Die had, beginnend bij de Masters 2002, waarin ze zowel de geblesseerde Venus als Serena inpakte, zestien matchen op rij gewonnen, waaronder het toernooi van Sydney. In Melbourne won ze tegen Serena de eerste set, verloor de tweede, en stond in de derde zowaar 5-1 voor met twee matchballen er bovenop. En toch lukte het niet, Serena verrees uit de dood. Zoals Lazarus, wat ze zich in Bree uit ellende dronken. Twee matchballen gered, daarna twee keer door de service van Kim, en wéér in de finale tegen haar zus. Voor de vierde keer op rij een volledige Williamsfinale in de Grand Slam, voor de vierde keer op rij winst voor Serena: de Serena-Slam was een feit.
IK PAK HAAR
Op de Diamond Games in Antwerpen, was dan weer Venus Williams te sterk voor Clijsters. Venus is trouwens met twee overwinningen in het Sportpaleis goed op weg om het peperdure diamanten racket definitief in haar bezit te krijgen. Een paar weken later werd in het Antwerpse Diamond Center de halve kluiszaal leeggeroofd, maar het rac-ket bleef gelukkig buiten schot. En niet iedereen was overtuigd van het alibi van Lei Clijsters. Het feit dat de verkeerde helft van de zaal was leeggeplunderd deed de verdenkingen zelfs stijgen. Lei is van Opitter, deelgemeente van Bree. Door Hugo Camps ‘het gat der gaten’ genoemd. Zoals dat van Serena.
In Key Biscayne vloog Kim er opnieuw tegen Serena uit, die na afloop haar ambitie uitsprak om in 2003 geen enkele wedstrijd te verliezen. Half april had ze al prijs. Justine Henin versloeg haar met 6-3 en 6-4 in de eindstrijd van het toernooi van Charleston, waarbij onze gedachten even uitgingen naar Jose- phine Baker, maar vervolgens totaal werden opgeëist door de kont van Serena, ternauwernood gedrapeerd door een opwindend en opwippend oranje jurkje.
En nu kan de Tessa Vermeiren die in elk van u schuilt wel beginnen roepen over seksisme, die Williamsen doen het erom. Zij en de hele marketingmachine achter hen. Herinnert u zich dat zwarte latex pakje waarmee Serena vorig jaar plots op de court verscheen? De fotografen kregen haast een beroerte. Hun toestellen klikten nog verbetener dan indertijd Frank Vandenbroucke over Pierre Chevalier. ‘Had ik gekund, ik had haar gepakt’, schreef Jan Mulder, ‘voor de beste seks uit mijn leven. En ik was nadien door elke rechter vrijgesproken.’
Maar de enige die haar echt pakte was dus Justine Henin in Charleston. Dat bracht blijkbaar anderen op gedachten, want een dikke maand later werd Serena opnieuw gevloerd, deze keer in Rome, door de Franse Amélie Mauresmo, die zelf in de finale de duimen moest leggen voor Clijsters.
Met Venus ging het ondertussen van kwaad naar erger. Op Roland Garros mocht ze al vertrekken na de achtste finale tegen Vera Zvoraneva. Die dag kon Williams zich enkel troosten met de overwinning in de Grand Prix van Mo- naco Formule-1. ‘Ik moet naar huis gaan en trainen’, zuchtte Venus die te veel kilo’s had bijeengegeten na afloop. Waarmee ze blijk gaf van een aparte logica, want de meeste tennissers trainen vóór een toernooi, niet erna.
Het uitvallen van Venus zette haar jongere zus in elk geval extra op scherp. De Oostenrijkse Barbara Schett kreeg twee keer 6-0, en thuisspeelster Amélie Mauresmo werd uit dank voor Rome vermorzeld. ‘Ik heb zelden agressiever op de baan gestaan dan vandaag’, zei Serena de Belgen de wacht aan. Eerst afrekenen met Henin, en daarna met Clijsters was haar geen onwelgevallige gedachte.
Bij het begin van het toernooi had ze al verontwaardigd gereageerd op de wat provocerende vraag of Clijsters en Henin geen completere tennisspeelsters waren dan zijzelf. Op dat moment leek dat een misplaatste opmerking, maar twee weken later was het dat al wat minder. Want na een ronduit fantastische sportwedstrijd borstelde Henin Serena uit het toernooi, om zich te plaatsen voor een tot dan toe unieke Belgische Grand-Slamfinale.
PRIJS IN PARIJS
De manier waarop Henin brandhout maakte van Kim Clijsters, die de tweede keer in één week tijd een 6-0 slikte, was al niet veel minder spectaculair. Een nooit aflatende concentratie. Een vechtlust die gedeeltelijk haar wortels vindt in de vroege dood van haar moeder en in familiaal ongeluk. Een weergaloze techniek waarover John McEnroe al langer dan vandaag lyrisch doet. Een ondertussen even sterke fore- als backhand. Een uitstekende fysiek. Een rustgevend begeleidingsteam met haar man en manager Pierre-Yves en haar coach Carlos Rodriguez. En nu ook een aanzienlijke kracht, bijgespijkerd in Saddlebrook Florida waar ze enkele maanden per jaar verblijft bij trainer Pat Etcheberry (‘We zullen uwe naam ook eens in de Knack zetten zie, vriend’). Tot slot een door het succes steeds groter wordend zelfvertrouwen. En vooral het vermogen om een beetje, maar zeker niet te veel te relativeren. Wat, zo zegt men, Kim Clijsters wel zou doen, al durven wij dat betwijfelen. Wie relativeert, komt in de sport nergens. De essentie van wat sport en zeker tennis hoort te zijn, is het best omschreven door Jimmy Connors: ‘Verliezen op zich is nog niet zo erg, maar wat ik absoluut niet kan verdragen, is de gelukkige glimlach op het gezicht van mijn tegenstander.’
Dat er na deze eerste Belgische Grand-Slamzege een tweede volgt, daaraan twijfelt geen Belg. Na de primeur is het hek altijd van de dam voor meer. Martina Navratilova verklaarde vorige week nog dat het winnen van de eerste Grand-Slamtitel alles verandert in een tenniscarrière. En zij kan het weten, want ze heeft er in totaal 57 gewonnen. Alle dubbels en gemengd dubbels meegeteld, bij haar was dat eigenlijk hetzelfde.
Op de eerste titel van Navratilova komen wij per jaar minstens drie keer terug: 1978, finale Wimbledon tegen Chris Evert. In de commentaarbox van de BRT zat Ivan Sonck: ‘Ik wil me bij het begin van deze uitzending bij u excuseren, kijkers, omdat u weinig spektakel zult zien. De mooie Chris Evert is namelijk veel te sterk voor de lelijke Tsjecho-Slowaakse, van wie het me zou verbazen zo we na vandaag nog ooit iets van haar horen.’ Een uur later werd Chris Evert van Centre Court gedragen. Zevenenvijftig Grand-Slamtitels! De laatste won ze in januari dit jaar in Melbourne, maar toen was Sonck al vier jaar met pensioen.
Koen Meulenaere
De enige die haar echt pakte, was Justine Henin.