Op Royal Troon in Schotland wordt dit weekend de 133e British Open gespeeld. Enkel oudere golfliefhebbers herinneren zich vaag een zwarte Amerikaan, die ooit veelbelovend was.
Padraig Harrington heeft op de Masters een hole-in-one geslagen. Een Ier goddomme. Tijdens de slotronde op de zestiende hole, een par-drie. Slechts zeven spelers deden hem dat in de Masters voor. Tien minuten later deed Kirk Triplett hetzelfde! Ongelooflijk. Op dezelfde hole, op precies dezelfde manier, met een bal die op de aflopende green plots een rechte hoek maakte en downhill langzaam maar zeker opnieuw vaart kreeg. Op de tee viel Triplett in extase achterover.
De Masters van dit jaar waren fantastisch. Twee holes-in-one binnen tien minuten op de slotdag van een major, dat was zelden of nooit vertoond. En de strijd om het groene jasje tussen de Zuid-Afrikaan Ernie Els en de Amerikaan Phil Mickelson hield op de Augus- tabaan honderdduizend, en voor de buis miljoenen kijkers in de ban.
Ernie Els sloot af met acht onder par, en moest toen op de practice staan afwachten wat de later gestarte Mickelson ervan terechtbracht. Els, nerveus in een appel bijtend, werd in deze moeilijke momenten bijgestaan door de Belgische psycholoog Jos Van Stiphout, die heel wat toppers onder zijn klandizie telt. Jos staat dan naast de speler, zegt niets, en wordt daar rijkelijk voor vergoed.
Mickelson was via een birdie op de zestiende mee aan de leiding gekomen, en lag op de achttiende in twee shots op vijf meter van de pin. In één slag binnen was winnen, in twee betekende een play-off met Els. Mickelson had het geluk dat zijn partner Chris Di Marco vanop bijna dezelfde plaats moest putten, zodat hij de juiste puttinglijn voor zijn ogen uitgetekend zag. Phil tikte hem in één keer binnen, wat zowel bij hemzelf als bij de duizenden toeschouwers rond de slothole tot een enorme uitbarsting van vreugde leidde.
De eerste majorzege voor Mickelson, die eerder al drie keer tweede, en vijf keer derde was geëindigd. ‘Weer is een mooie traditie verloren gegaan’, vertelde Phil na afloop. ‘Namelijk de jaarlijkse traditie dat ik de Masters niet win.’ Wat zijn vrouw Amy deed, staat in het Strafwetboek vermeld onder het artikel ‘openbare zedenschennis’. En dat op Augusta, waar voorzitter Hootie Johnson al enkele jaren onder vuur wordt genomen door Martha Burks van de Vrouwenbeweging, omdat vrouwen geen lid mogen worden van zijn club. ‘Maar Michelle Wie is welkom’, beet Hootie venijnig terug in zijn afsluitende toespraak. ‘Als ze zich kan kwalificeren tenminste.’ Wie is de veertienjarige golfsensatie uit Hawaï, die begin dit jaar op een haar na de cut miste in het PGA-mannentoernooi van Honolulu.
Ach, uiteindelijk zal ook een echte zuiderse redneck als den Hootie er zich bij moeten neerleggen: de gouden jaren komen niet meer terug. Royal St. George’s op de kust van Kent is de club waar jarenlang het legendarische bordje ‘No dogs, no women’ aan de ingang stond. Maar zelfs daar hebben ze hun verzet moeten opgeven. Toen hing er aan het clubhuis een plaat: ‘Ladies wearing trousers are requested tot remove them be- fore entering the clubhouse .‘ En waar is de tijd van de vermaarde passus in het klachtenboek van de Worcestershire Golf Club: ‘I noticed a lady in the clubhouse at the weekend. I urge the Secretary to see that this does not happen again.’
Iedere golfliefhebber met wat historisch werk in zijn bagage kent het fameuze incident van de Seminole Golf Club in Florida. Daar werd in de jaren vijftig een demonstratietoernooi voor profs georganiseerd. Twee van de sterren, Jimmy Demaret en Vic Ghezzi, hadden hun echtgenotes meegebracht, maar omdat die niet op de lijst van de portier stonden, mochten ze niet binnen. Toen Demaret van zijn oren begon te maken, belde de wachter naar de voorzitter in het clubhouse: ‘Voorzitter, de heren Demaret en Ghezzi hebben twee gasten meegebracht, mag ik die binnen laten?’ Waarna de voorzitter, die niet wist dat het om de twee vrouwen ging, de wachter opdroeg: ‘Vraag eerst eens of ze beroeps zijn.’ Demaret en Ghezzi hebben nooit meer op Seminole gespeeld.
Vrouwen die zich gegriefd voelen door het bovenstaande, mogen zich troosten met de gedachte dat ook andere rare specimens niet altijd welkom zijn in op traditie en fatsoen gestelde golfclubs. Wij citeren graag ouwe, taaie Bert Yancey, een voormalige beroeps- militair, die letterlijk manisch-depressief werd van de zedenverwildering in de jaren zestig. ‘Ik heb gelukkig nog nooit een hippie golf zien spelen’, getroostte Bert zich. ‘De dag dat ik ook dat moet meemaken, verlaat ik het land.’ Bert viel tien jaar geleden dood tijdens een seniortoernooi in Utah.
Tiger aan de sukkel
Tiger Woods, wie kent hem nog, was ziek op de slotdag van de Masters en eindigde tweeëntwintigste. Zijn slechtste resultaat ooit in Augusta, elf strokes achter Mickelson. Zevende major op rij die hij niet won. De verontrusting bij de golfliefhebbers sloeg stilaan om in wanhoop. Tiger Woods is nergens meer. Won dit seizoen alleen de World Match Play, in de stroke-playwedstrijden kwam hij er niet bij te pas. Jawel, acht keer top-tien in elf toernooien, maar dat is niet genoeg: een Woods moet winnen.
Twee dagen na de Masters meldde hij zich aan de poorten van Fort Bragg, voor een vierdaagse militaire training bij de Special Forces! Geen halve maatregelen ten huize Woods. Het was vader Earl die hem daarvoor had ingeschreven. ‘Als het met onzen Tiger niet lukt in het golf, kan hij altijd nog in het leger’, meende Earl, die zelf in Vietnam heeft gevochten. En daar het leven werd gered door een kerel die ‘Tiger’ werd genoemd, vandaar de nickname van zijn zoon. Die eigenlijk Eldrick heet. Eldrick Woods. Zoals Eldrick Daems.
Woods, 28 ondertussen, heeft al twee jaar geen major meer gewonnen. Als hij het ongenaakbare record van Jack Nicklaus wil breken, hét record der records in de aan records verzadigde golfsport, zal hij zich snel moeten herpakken. Nicklaus won achttien majors. De kleine Woods had ze met jaartal en locatie op de muur van zijn kinderkamer geschilderd. In vijf jaar tijd raakte hij zelf aan acht. In ’99 en 2000 won hij de vier majors op een rij, de door niemand eerder gerealiseerde grand slam, zij het niet alle vier in hetzelfde seizoen. Maar zijn laatste major dateert nu al van juni 2002: de US Open in Bethpage State Park, New York.
Na dat toernooi gooide hij zijn coach Butch Harmon buiten, en sindsdien is hij aan de sukkel. Harmon begeleidde Woods van toen die zeventien was, en lag toch voor een stukje mee aan de basis van de ongelooflijke successen die Tiger behaalde. U en ik zouden nu zeggen: ‘We pakken die Butch terug binnen en klaar is Kees.’ Maar zo is Woods niet. Het ligt aan zijn driver, de golfballetjes zijn te zwaar, de greens lopen niet, het weer valt tegen, de toeschouwers staan te dichtbij… kortom: de excuses van elke doordeweekse knoeier. Die zijn gezicht alleen weet te redden door te zuchten: ‘Zo slecht als vandaag heb ik nog nooit gespeeld.’ Waarna brutale caddies wel eens durven uitroepen: ‘Oh, u hád dus al gespeeld?’
Laten we nu even ernstig blijven. Stel: u hebt Butch Harmon, een goeroe in de wereld van golfcoaches, net ontslagen. Wie neemt u dan? Toch Hank Haney niet, we moeten het niet ridiculiseren. Woods wel! Hank Haney zeg. Als er twee coaches zijn, die diametraal tegenover elkaar staan, dan wel Harmon en Haney. We zullen niet zo ver gaan om in verband met Haney het woord ‘mini-golf’ te laten vallen, maar it crosses one’s mind nietwaar. ‘Ik heb alleen problemen als het waait of als er links of rechts water is’, verklaarde Woods onlangs. Dat is alvast een goed voorteken voor de British Open van deze week: de baan van Troon ligt pal in de zee.
Woods is bijna 270 weken onafgebroken de nummer één op de wereldranglijst, maar die positie komt stilaan in gevaar. De Fijiër Vijay Singh, die hem vorig jaar al onttroonde op kop van de moneylist, zat hem een tijdje op de hielen, maar intussen is de Zuid-Afrikaan Ernie Els de eerste challenger. Els was dit jaar tweede op de Masters en negende in de US Open. Woods 22e op de Masters en 17e in de US Open, waar hij in de slotronde tot afschuw van alle puristen vijf bogeys (één boven par) en één double-bogey liet optekenen.
Woods beklaagde zich na afloop over de greens, die door de zon en de warme wind keihard en dus veel te snel waren geworden. Volgens Woods hadden de greenkeepers tijdig moeten sproeien, maar was hen dat door de organisatoren van de Amerikaanse golfbond USGA verboden. Die willen namelijk dat hun toernooi het zwaarste van het seizoen is, en hoe meer topspelers in de problemen geraken, des te liever ze het hebben.
Vanuit die optiek was 2004 een goede editie: alleen de Zuid-Afrikaanse winnaar Retief Goosen en Masters-laureaat Phil Mickelson bleven onder par. Mickelson had dus ei zo na een halve grand slam te pakken. Voor Goosen was het de tweede zege in de US Open, en het bewijs dat iemand die Retief heet, niet bij voorbaat moet worden opgegeven. Twee weken later won hij potverdekke ook nog de European Open in Ierland. Verdiende in veertien dagen tijd 1,8 miljoen dollar. Dat zullen niet veel lezers van Knack kunnen zeggen. En redacteurs al helemaal niet.
Talent en geluk
We gaan zien wat ervan komt, tot en met zondag op de baan van Royal Troon, waar al zo vaak golfgeschiedenis is geschreven. Troon ligt vijftig kilometer onder Glasgow aan de Ayrshire coast, en is het typevoorbeeld van een golf-links, een baan aan zee. De wind heeft er vrij spel, en als we zeggen ‘wind’ bedoelen we ‘storm’. Het is gebeurd dat spelers na hun teeshot tweehonderd meter terug moesten lopen voor hun tweede poging. Daarom wordt Troon, samen met andere links als het vlakbij gelegen Prestwick en Carnoustie, algemeen beschouwd als een van de moeilijkste banen van Groot-Brittannië.
‘Undulating fairways’, zo lezen wij in de Oxford Companion to Sports and Games, ‘savage rough of whin and wiry grass, and hard, slick greens.’ Zelfs wie geen moeite doet om het woordenboek te raadplegen, zal alleen al uit de klankkleur van deze woorden begrijpen dat Troon niet bepaald een parcours voor mietjes is. De achtste hole, the Postage Stamp, is berucht in de hele wereld. Met 114 meter de kortste uit het circuit, maar de kleine en verraderlijke green op de rotsen is vele nochtans bedreven golfers al fataal geworden. The Postage Stamp is de maan op aarde, zoals u kunt zien op de openingsfoto van dit artikel. De wind moet u erbij denken.
Het motto van de Royal Troon Golf Club is: ‘Tam Arte Quam Marte.’ Wat vrij vertaald iets betekent als: ‘Evenzeer door kunde als door moed.’ Lee Trevino speelde ooit op Troon. Lee, Mexicaan van geboorte, wist niet wat hij zag. ‘Tam Arte Quam Marte? Wat een flauwekul is dat. Het enige wat je hier nodig hebt, naast veel talent, is veel geluk. En als je én veel talent én veel geluk hebt, is je naam niet Lee Trevino maar Jack Nicklaus.’
Voor een geestige opmerking draaide Trevino nooit zijn hand om. Toen de toenmalige Britse premier Edward Heath op de slotdag van The Open de spelers kwam gelukwensen, antwoordde Lee: ‘Dag mijnheer de eerste minister. Ik wed om vijf pond met u dat ik de eerste Mexicaan ben, van wie u de hand schudt.’ Trevino kon ook droogweg opmerken: ‘Mijn plan was om na twee dagen twintig onder par te staan, maar aangezien het er vijf boven is, zal ik mijn planning wat moeten bijstellen.’
The full Monty
De British Open is voor de achtste keer in Troon te gast, de vorige vijf edities werden allemaal gewonnen door een Amerikaan. In omgekeerde volgorde en teruggaand tot 1962: Justin Leonard, Marc Calcavecchia, Tom Watson, Tom Weiskopf en Arnold Palmer. Toen Watson won, in 1982, stapte hij op de huldigingsplechtigheid naar de microfoon en sprak: ‘Dames en heren, ik zal nu de verliezersspeech die ik had voorbereid, houden, want op winst had ik niet gerekend.’ En hierna prees Watson de man die hem (niet) had overwonnen.
Het is de hoogste tijd voor een nieuwe Europese triomf, niet alleen op Troon, maar in The Open tout court. De laatste dateert van 1999, toen de Schot Paul Lawrie won. Dat was de sensa- tionele wedstrijd op Carnoustie, waar de Fransman Jean Van de Velde voor een van de meest memorabele momenten uit de nochtans rijk gestoffeerde geschiedenis van het golf zorgde. Jean, kwalificatiespeler en Fransman, in golf twee weinig vertrouwenwekkende eigenschappen, stond bij de allerlaatste hole drie strokes voor. De achttiende was een par-4. Van de Velde mocht zes slaan, dan was hij nog winnaar.
Zijn afslag was vrij goed, zijn tweede shot knalde tegen de tribune en vandaar in de rough, en zijn derde shot belandde in de Barry Burn, een verraderlijk riviertje naast de achttiende green. Van de Velde stond voor een verscheurende keuze: de bal eruit nemen en droppen betekende een extra straf-stroke, hij mocht ook proberen de bal uit het water weg te slaan.
Jean koos voor de tweede mogelijkheid, trok schoenen en kousen uit, rolde zijn broekspijpen op, en stapte in het water. Op zoek naar de bal, maar die lag volledig ondergedompeld. Er zat niets anders op dan toch maar de drop te kiezen, dat bracht zijn aantal strokes op vier. Toen sloeg Jean ook zijn vijfde te hard, los een bunker binnen. Vandaar op de green, en dan in de hole. Zeven, een triple-bogey, en weg voorsprong. In de play-off met Paul Lawrie en de Amerikaan Justin Leonard kon Van de Velde zich niet meer herpakken, Paul Lawrie won. Op de persconferentie nadien sprak Jean: ‘Heren, ik wens alleen te antwoorden op vragen over de eerste 71 holes.’
Op Augusta hebben ze ook zo’n berucht watertje: Rae’s Creek in Amen Corner, waar de 11e, 12e en 13e hole liggen. Daar deed zich in 1953 iets voor, waarover ze nu nóg spreken. De Britse amateur-kampioen Johnny De Forest sloeg zijn bal in de Creek, en besloot een poging te wagen. Hij trok zijn linker schoen en linker kous uit, rolde zijn linker broekspijp op tot boven zijn linker knie, en stapte toen het water in… met zijn rechter been!! En hield zijn linker als steun op de oever. Terwijl sommige toeschouwers zich naar de haren grepen en anderen moeite hadden om bij dit doldwaze tafereel niet in schaterlachen uit te barsten, gaf De Forrest geen krimp, en tikte de bal vanuit het water op de green. ‘A classic case of savoir faire‘, schreven de Britse kranten.
Troon is eigenlijk de homecourse van Colin Montgomerie, zijn vader was er jarenlang secretaris. Montgomerie was tot een jaar of vier geleden een van de Europese topspelers, telkens speerpunt van ons Ryder-Cupteam. Maar de jongste jaren is hij helaas diep weggezakt. Eerder dit jaar moest Monty, die het gezinsbudget op peil trachtte te houden in een toernooi in Peking, daar halsoverkop vertrekken toen het thuisland hem mailde en meldde dat zijn vrouw Eilmear ervandoor was. Met die viezerik van een Hugh Grant dan nog. Je hebt soms alle tegenslag ineens. En Monty was voordien nog zo vriendelijk geweest om Grant golflessen te geven. Voor de helft van de prijs! Voor een Schot een niet geringe opoffering. Op zijn website verscheen een mail van een bezorgde fan: ‘Kop op Monty, ze is het niet waard. Mocht de maarschalk indertijd een vrouw hebben gehad als gij, heel Europa leefde nu onder den Duits.’ Reactie van Colin: ‘Dank u voor uw vriendelijke woorden. Ze zijn mij een hele steun.’
Monty heeft zich via de kwalificaties in extremis met veel moeite kunnen plaatsen, en kent elk grassprietje op Troon. U kunt daar de schouders bij ophalen, maar wij zouden hem zondag graag de Claret Jug, de trofee voor de winnaar van The Open, omhoog zien steken. Meer: wij zouden onze tranen niet meer kunnen tegenhouden. Golf maakt een mens nu eenmaal sentimenteel. En depressief.
Door Koen Meulenaere
‘Ik heb gelukkig nog nooit een hippie golf zien spelen.’
Wie Retief heet, moet niet bij voorbaat worden opgegeven.
Het motto van de Royal Troon Golf Club is: ‘Tam Arte Quam Marte’. Vrij vertaald: ‘Evenzeer door kunde als door moed.’