Politieke partijen moeten hun lokale mandatarissen weer gaan koesteren.

‘Iedereen met mediagenieke présence en politiek talent wordt al na een paar jaar uit de gemeenteraad geplukt en op een Vlaamse of federale kieslijst geparkeerd. Als hun eigen partijen er zo overduidelijk op neerkijken, hebben jonge politici vanzelf weinig appetijt voor het lokale bestuursniveau.’ Dat mailde een Oost-Vlaams gemeenteraadslid ons een paar weken geleden naar aanleiding van een artikel in Knack over het statuut van Vlaamse burgemeesters, schepenen en gemeenteraadsleden. Ondertussen wordt het gemor in de Vlaamse gemeentehuizen alleen maar luider.

Afgelopen weekend was het Jef Gabriels, burgemeester van Genk en voorzitter van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten, die de alarmbel nog eens luidde. Volgens hem worden de gemeenten op termijn onbestuurbaar als de Vlaamse en de federale overheid op hun huidige elan verder gaan. Klaarheid en duidelijkheid, dát wil Gabriels. Vandaag worden de gemeenten niet alleen te weinig bij nieuwe wetgeving betrokken, er komen ook steeds meer wetten en decreten bij die elkaar in wezen tegenspreken. Aan de plaatselijke bestuurders om daar wijs uit te raken, én er een min of meer consistent beleid rond de spinnen. Van de aanpak van schijnhuwelijken tot het bosdecreet en het uitschrijven van parkeerbonnen: voor de gemeentebesturen is het geen sinecure om een efficiënt beleid te voeren zonder dat de een of andere rechtbank hun beslissingen achteraf herroept.

Daarbij komt nog dat burgemeesters en schepenen het risico lopen een strafblad over te houden aan hun termijn in het stadhuis. Twee auto’s botsen vlakbij een put in het wegdek? Een bestuurder doet een gevaarlijke manoeuvre omdat het zicht op een kruispunt niet optimaal is? Tegenwoordig kan het de plaatselijke burgemeester zijn die zich voor de rechter moet verantwoorden. Het meest hallucinante voorbeeld is wellicht dat van de vrouw die in Destelbergen het parcours opliep tijdens een wielerwedstrijd en daardoor een paar renners ten val bracht. De schuld van de burgemeester natuurlijk! Want is die niet verantwoordelijk voor de veiligheid tijdens evenementen?

Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Marino Keulen (Open VLD) roept de Vlamingen nu op om meer burgerzin aan de dag te leggen, en dus niet zomaar hun burgemeester voor de rechtbank te dagen in een poging hun eigen schuld af te zwakken. Maar vooralsnog lijkt niemand een beroep te doen op de burgerzin van de Vlaamse partijvoorzitters. Nochtans zijn zij het die alle politieke talent uit de steden en gemeenten wegzuigen om de lijsten en parlementen te bevolken, en die veelbelovende politici zelfs niet meer in de schoot van hun gemeente laten rijpen zodat ze tenminste naar Brussel trekken met de overtuiging dat een losliggende straatsteen wel degelijk nefast kan zijn voor het geloof in de democratie. Zolang de partijhoofdkwartieren de lokale politiek alleen opwaarderen in de aanloop naar verkiezingen, zal het steeds moeilijker worden om geschikte mensen naar de gemeentehuizen te lokken én die er ook te houden. Maar voorlopig worden er zelfs geen lessen getrokken uit een frappant voorbeeld als dat van Freya Van den Bossche (SP.A), die in Gent maand na maand groeide in haar rol van schepen van Onderwijs, maar nooit de kans heeft gekregen die taak – of welke taak dan ook – af te maken.

door Ann Peuteman

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content