‘To twitter’ betekent ‘kwetteren’, en het is geen toeval dat een snaterend vogeltje het logo is van dit steeds populairdere medium. Ook in de Wetstraat bekennen steeds meer actoren zich tot Twitter. Zet die ‘kwetterstraat’ stilaan de toon in de Belgische politiek, of is die indruk maar virtueel?
Sinds goed anderhalf jaar trekt het dagelijkse leven in de Wetstraat zich op gang volgens een nieuw maar vast stramien. Op een ontiegelijk vroeg uur meldt VRT-radiojournaliste Lisbeth Imbo iets over De Ochtend op haar Twitteraccount: interessant volk dat iets strafs heeft gezegd, en haar mening daarover. Voor de klok van zeven komt Twitter onder stoom: reacties op de interviews uit De Ochtend, op het internationale nieuws, op wat men uit de dagbladen meepikt. Doorgaans bijten usual suspects de spits af: de kans is groot dat Knacks Rik Van Cauwelaert al voor acht uur een tweet heeft verstuurd, of Rudi De Kerpel, een kmo-bedrijfsleider die namens LDD bestuurder is bij de VRT en graag zijn mening (Vlaamsgezind, ondernemersvriendelijk, kritisch voor wat links en vooral syndicaal is) geeft aan wie het horen wil. Dat is in de eerste plaats een kring die tot ‘de Wetstraat’ behoort: een informeel, los-vast netwerk van politici, woordvoerders, partijfunctionarissen, journalisten, bedrijfsleiders, (economische) opiniemakers, een enkele topambtenaar of politieman.
Daardoor is Twitter uitermate geschikt om al van ’s morgens vroeg te zien vanwaar de wind waait. Het is zoals het eerste stembureau met de verkiezingen: als de bureaus van Heist-op-den-Berg geteld zijn, zijn de winnaars en de verliezers grosso modo bekend. Er kan nog een en ander verschuiven, maar het zal nooit meer echt kantelen. Wie voor tien uur ’s ochtends de Wetstraatkliek op Twitter volgt, weet welke politicus met de glimlach in Brussel arriveert en welke minister of partijvoorzitter spitsroeden mag lopen.
Zo gaat het de hele dag door. Commentaar op het nieuws (uitspraken, interviews, primeurs, persconferenties, internationale ontwikkelingen) staat met stip op één, maar ook tv- (inclusief sport-)programma’s worden druk van commentaar voorzien, en af en toe wordt er wat gediscussieerd. Het moet gezegd: scheldpartijen zijn zo goed als onbestaande, maar een puntige belediging op Twitter is net zo plezierig als in het halfrond iemand gevat van repliek dienen. Het is dus druk, druk, druk in de Wetstraathoek van Twitter, en dat duurt de hele dag door tot ’s avonds laat en zelfs tot de vroege uurtjes. En vanaf zes uur lost het team van De Ochtend de nachtraven weer af: men kan zich er de klok rond vermeien, weekends, vakantiemaanden en feestdagen inbegrepen. Een VRT-journalist als Chris Van den Abeele lijkt op Twitter te wonen, net als de Wetstraatcollega’s Ivan De Vadder, Johnny Vansevenant en Marc Van de Looverbosch, zijn VTM-collega Patrick Van Gompel, politoloog Carl Devos en de jonge Shame!-organisator Felix De Clerck: allemaal buren in dezelfde virtuele wijk.
Er is geen lijn te trekken wie wel en wie niet twittert. Op elke radio-, kranten- en tv-redactie, in iedere partij, heb je een paar Twitterjunks, een groep occasionele gebruikers, Zij Die Er Principieel Niet Aan Meedoen, en anderen die het gewoon niet interesseert. Topambtenaar Frank Van Massenhove, voorzitter van de FOD Sociale Zaken, is zelf heel aanwezig op Twitter en moedigt zijn ambtenaren expliciet aan om zich op dat forum te wagen. Vincent Van Quickenborne was een zogenaamde early adopter. Twitter was niet slecht voor zijn imago: Van Quickenborne is het typetje dat The Kinks ooit meesterlijk hebben neergezet als ‘a dedicated follower of fashion’.
‘Daar komen accidenten van’
Politici die Twitter niet kennen of niet lusten, of beide, doen het graag af als de zoveelste waan van de dag. Het ongelukje van Yves Leterme, die als eerste minister een privé bedoeld bericht stuurde naar zijn volgers en dus naar de wereld, versterkt hen in hun argwaan: het is te snel, te vluchtig, er komen gegarandeerd accidenten van. Tot die laatste groep behoort vicepremier Johan Vande Lanotte (SP.A). In zijn Dagboek van een politieke crisis liet hij zijn aversie tegen Twitter duidelijk blijken. ‘Twitter wordt in de media geweldig gehypet’, zei hij, en dat komt omdat zij die Twitter voeden tegelijk van Twitter smullen: ‘Politieke waarnemers, sommige politici, andere journalisten, de incrowd dus. Twitter geeft een compleet vertekend beeld: het is alsof je de thermometer in de kachel steekt.’ Conclusie: ‘Ik hou me daar niet mee bezig en ik heb er ook geen tijd voor.’
Dat lijkt ook de houding te zijn bij de vakbonden: op een uitzondering als BBTK-voorzitter Erwin Dedeyn na kennen en gebruiken ze Twitter niet. Dat doet de verzamelde top van de werkgevers wel. Pieter Timmermans (VBO), Karel Van Eetvelt (Unizo), Paul Soete (Agoria), Fa Quickx (Industria), Jo Libeer (Voka) of een individuele werkgever als Wouter Torfs (Schoenen Torfs): ze zijn allemaal persoonlijk actief op Twitter. En ze tweeten zonder omwegen of beleefdheden. Toen het ABVV vorig jaar een bezoek bracht aan het VBO merkte Libeer op: ‘Da’s zoals die Franse film “Les visiteurs”: middeleeuwers worden naar de moderne tijd geflitst.’ En niemand om hem van repliek te dienen. Het is een feit dat er voorlopig meer rechtse dan linkse stemmen zijn op Twitter – al is de radicaal-linkse PVDA ook hier hoogst actief.
Is dat omdat rechts ook sterker staat in de samenleving, of omdat veel progressieven denken zoals Vande Lanotte? De nieuwe SP.A-voorzitter, Bruno Tobback, zit niet op Twitter en evenmin op Facebook. Maar ook Wouter Beke (CD&V) en Bart De Wever (N-VA) twitteren niet. Tobback en Beke weten dat hun woordvoerders volgen wat er op Twitter gebeurt, De Wever verlaat zich op zijn chauffeur, die hem inlicht ‘als ze weer over u bezig zijn’. Alexander De Croo (Open VLD) is dan weer erg actief en converseert met wie hem daartoe uitnodigt.
De toog van café Wetstraat
Maar hoe groot is dat bereik? Blijft Twitter, zoals Vande Lanotte beweert, beperkt tot een incrowd die elkaar voortdurend zoent en tongt? Of is het een modern massamedium? Het antwoord lijkt: allebei.
De input die men via Twitter krijgt, blijft inderdaad beperkt door maximaal enkele honderden ‘peers’: andere politici, collega-journalisten en min of meer bekende decision makers en meningenverkondigers. Dat is inderdaad een incrowd, en economen als Geert Noels en Marc De Vos ondersteunen overdag op Twitter met grote ijver de opinies die ze ’s ochtends in bladen en ’s avonds op tv verkondigen.
Tegelijk is de output van Twitter van een andere orde. Zeker, een aantal politici heeft een vrij beperkt bereik. Het publiek van de nieuwe CD&V-Kamerfractieleider Raf Terwingen is bijvoorbeeld beperkt tot 224 man – dat is niet meer dan een goedgevulde parochiezaal. Maar wie eenmaal gelanceerd is op Twitter ziet zijn publiek exponentieel groeien. Rik Torfs (CD&V) telt 9037 (*) volgers, Siegfried Bracke (N-VA) 9671, Elio Di Rupo 21.861 en Alexander De Croo 22.202. Het grootste bereik hebben zij die zich ooit via Twitter hebben geprofileerd: vicepremier Vincent Van Quickenborne (34.928 volgers) en Yves Leterme (36.716), ook hier de publiekskampioen.
Een vast publiek van enkele duizenden tot enkele tienduizenden mensen: een politicus moet al ongelooflijk gemakkelijk toegang tot de media hebben om zo’n groep zomaar naast zich neer te kunnen leggen. Bovendien is het geen ‘willekeurig’ publiek, zoals ze dat in verkiezingstijd treffen op markten. De followers kozen er uitdrukkelijk voor om politicus X te volgen. Wie iets te zeggen heeft, vindt er een geïnteresseerd publiek.
Ook al omdat Twitter, net als alle andere media, een doorgeefluik van informatie is. Wie Twitter volgt, weet meer dan wie Twitter negeert. En dan gaat het niet alleen over het evidente nieuws dat men ook op nieuwssites raapt, of de obligate meningen en bekende opinies van kliekjes, waardoor Twitter inderdaad de reputatie kreeg van ‘De toog van café Wetstraat’. Maar de ‘zachte’ informatie is minstens even essentieel als de harde. Verscheidene woordvoerders geven off the record toe dat Twitter bijzonder nuttig is om te leren wat journalisten echt denken. Merkwaardig hoe veelzeggend berichten van maximaal 140 tekens zijn: je haalt er zo de bullebakken uit, de betweters, de goed geïnformeerden, de sport-, muziek- en stripliefhebbers, de gastronomen, de grapjassen, de seksisten. En na een tijd weet je perfect wie links is, wie rechts. Wie voor jouw partij, jouw minister is, en vooral: wie tegen. Een woordvoerder: ‘Het is onwaarschijnlijk wat journalisten allemaal poneren op Twitter. Wij maken ons geen illusies meer over de onpartijdigheid van bepaalde VRT-gezichten.’ Want ook dat is zo in de harde Wetstraatwereld: elk brokje informatie dat men lost, wordt opgepikt. En gebruikt.
De pikorde
Dat gebeurt ook buiten Twitter. Politici of decision makers met een interessante of opvallende boodschap worden met Twitter sneller opgepikt dan zonder – toch bij de groep die twittert. Maar omdat zij mee de toon zetten, heeft dat al snel invloed op de pikorde in de Wetstraat. Een voorbeeld. Frank Van Massenhove stond bij wie het wist al een jaar of vijf bekend als een van de creatiefste topambtenaren. Via Twitter bereikt zijn boodschap (zijn stijl ook) de hele Wetstraat. En kijk: Lisbeth Imbo pikt hem op in De Ochtend, Ivan De Vadder in De Zevende Dag, waarna ook de weekendportretten in de kranten volgen. En dat is nog maar de invloed in het mediawereldje. Er is ook een effect op de politiek zelf. Van Massenhove, een oudgediende van SP.A-kabinetten, merkte dat het klikte tussen hem en de liberaal Van Quickenborne – op het eerste gezicht nochtans zijn antipode. Twitter helpt die band mee te versterken: vorig jaar nodigden ze elkaar uit op de ’twunch’ (een lunch voor twitteraars) die ze beiden organiseerden.
Ineens leert de dogmatische liberaal Van Quickenborne, die schold op ‘ambetantenaren’, de moderne ambtenarij kennen. En laat een onder meer op Twitter onderhouden relatie ook sporen na op de harde politiek. Het standpunt van Open VLD over de openbare diensten is opvallend milder en begripvoller dan twee jaar geleden. En tijdens de recente regeringsonderhandelingen vielen sommige monden van verbazing open toen Open VLD’er Van Quickenborne zijn ‘expert’ over ambtenaren meebracht: SP.A’er Van Massenhove.
Dat komt natuurlijk niet alleen door Twitter. Van Massenhove had al een modern verhaal, en dan is een hip medium extra geschikt om dat in de verf te zetten. Net zoals de jonge parlementsleden die al in hun eerste jaar in het halfrond naam maken en grote interviews krijgen waar ze willen, ook actief zijn op Twitter en daar duizenden volgers tellen: denk aan Kristof Calvo (Groen!) en Gwendolyn Rutten (Open VLD). Zo bepaalt een virtueel medium het echte leven. Wie iets opvallends te zeggen heeft, kan zich nog sneller en veelvuldiger verstaanbaar maken. Ook in die zin is Twitter een medium van de nieuwe tijd: het vergroot de individuele verschillen. Wie ‘het’ heeft, gaat er sneller mee vooruit. Wie er vooral op voorspraak van anderen kwam, heeft een extra handicap.
Van seconde tot seconde
Want natuurlijk heeft Twitter ook aperte nadelen. Door de snelheid van het medium is de verleiding extra groot om te vlug conclusies te trekken. Dat gebeurde zondag nog. ’s Ochtends meldde Het Nieuwsblad dat de ministers zichzelf een opslag van 8 procent hadden toegekend, in plaats van de inlevering van 5 procent uit het regeerakkoord. Nog voor dat bericht degelijk gecheckt was, hadden opiniemakers, oppositieleden en, inderdaad, een pak journalisten hun mening gevormd en verspreid: ‘compleet onaanvaardbaar’ (een politoloog uit Gent), ‘onbegrijpelijk en niet te verantwoorden’ (een VRT-journalist), ‘prachtvoorbeeld #EDR #Fail’ (een presentator van Q-Music, EDR staat voor Elio Di Rupo), ‘maar wel zeiken over Vlaamse parlementairen hun werkreis’ (een LDD’er die graag India had bezocht). Vervolgens komt er ook op Twitter hevig weerwerk, zelfs van regeringsleden als Annemie Turtelboom en John Crombez persoonlijk. Een paar uur later heeft de Twittergemeenschap inderdaad alles netjes rechtgezet, behoudens de (terechte) kritiek dat de begroting erg slordig in elkaar is geflanst.
Kranten brengen nieuws van dag tot dag, het radionieuws van uur tot uur, Twitter van seconde tot seconde. Wat een minuut geleden waar was, is dat nu niet meer. Dat er intussen mogelijk schade opgelopen en/of berokkend is: who cares?
Maakt dat Twitter ongeschikt als politiek instrument? Nee. Het is niet omdat er inherente nadelen aan een medium verbonden zijn dat het toch niet nuttig kan zijn. De Wetstraat zal e-mail niet afschaffen omdat Ingrid Lieten er een ‘ongelukje’ mee had, en niemand laat de gsm liggen omdat Frank Vandenbroucke er op een fout ogenblik te luid in sprak. Zo is het ook met Twitter. Het medium bestaat, en wie er aanleg voor heeft, maakt er nu al gebruik van. Ooit zullen ook de anderen wel moeten volgen.
(*) STAND OP MAANDAG 09/01 OM 12.00 UUR.
DOOR WALTER PAULI
Scheldpartijen zijn zo goed als onbestaande, maar een puntige belediging op Twitter is net zo plezierig als in het halfrond iemand gevat van repliek dienen. ‘Twitter geeft een compleet vertekend beeld: het is alsof je de thermometer in de kachel steekt.’ (Johan Vande Lanotte, non-believer)