Al sinds haar aantreden rijgt de regering van de tegenwoordig van zelfvertrouwen glimmende premier Yves Leterme de mislukkingen en de nederlagen aaneen.

Zij wordt alleen nog bij elkaar gehouden door de angst van de coalitiepartners voor vervroegde verkiezingen. Wat de regeringspartijen niet belet, met het oog op de regionale verkiezingsslag van 2009, elkaar het leven zuur te maken. Zelfs nu ze het allengs onoplosbare communautaire dossier naar Vlaams minister-president Kris Peeters hebben doorgeschoven, is de sfeer er niet op verbeterd.

Zo keken Belgische diplomaten de afgelopen weken verbijsterd toe hoe hun minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht in de pendeldiplomatie rond de burgeroorlog in Oost-Congo buitenspel werd gezet: eerst door zijn voorganger en nu Europees Commissaris Louis Michel, daarna door diens zoon Charles Michel, minister van Ontwikkelingssamenwerking. Op geen enkel moment meende premier Leterme te moeten ingrijpen in deze diplomatieke wanvertoning – in het kader van een dramatisch conflict dat als gevolg van de Angolese militaire inmenging heel Congo dreigt aan te tasten.

Vorige zondag in Namen tijdens het congres van de MR – dat zijn de Franstalige liberalen, waar hij voor het politieke comfort ook voorzitter van is – haalde vicepremier Didier Reynders uit naar zijn collega Laurette Onkelinx, van de Franstalige socialisten. Want dier echtgenoot, de veelbesproken advocaat Marc Uyttendaele, krijgt opmerkelijk veel overheidsopdrachten toegespeeld. ‘Je zou je gaan afvragen of sommige advocaten wel confraters hebben’, betoogde Reynders.

De vicepremier vergat eraan toe te voegen dat hijzelf jarenlang, onder Paars, geen graten vond in al die overheidsopdrachten voor meester Uyttendaele – toch niet zolang Franstalige socialisten en liberalen in Wallonië en in Brussel de meerderheidsbanken deelden.

Intussen staan Vlamingen en Franstaligen in het asieldossier lijnrecht tegenover elkaar – en dat is beleefd uitgedrukt. In de zaak van de omstreden benoemingen door de politietop werd minister Patrick Dewael van Binnenlandse Zaken publiekelijk aan de waslijn gehangen. De schade aan het departement, dat staat of valt met zijn geloofwaardigheid, is aanzienlijk.

In de mediastampij over de verkoop van Fortisaandelen door de schoonbroer van minister De Gucht wist de eerste minister niets beters te verzinnen dan dat hij zijn ministers nog zo op het hart had gedrukt voorzichtig te zijn met hun Fortisaandelen. Vreemd genoeg kon niemand in de ministerraad zich dergelijke waarschuwing door de premier herinneren. Mocht Jean-Luc Dehaene destijds op deze wijze hebben gehandeld toen Elio Di Rupo ten onrechte van seks met minderjarigen werd beschuldigd, de PS-voorzitter was al lang van het politieke toneel verdwenen.

Zelfs in de commotie over de forse indexaanpassing voor de koninklijke dotatie verbergt de premier zich achter een wet van Paars en een Senaatscommissie die eigenlijk niet eens bestaat.

Deze regering regeert niet. Steunend op krukken kan ze alleen op de meubelen letten. En zelfs dat niet echt.

Tijdens de eerste dagen van de bankencrisis gaf de federale regering even de indruk de zaken in de hand te hebben. Maar de overhaaste ontmanteling van Fortis Groep, definitief beslist tijdens een korte tête-à-tête tussen Leterme en zijn Nederlandse collega Jan Peter Balkenende en wat heen en weer getelefoneer met Parijs, had tot gevolg dat België niet alleen zijn grootste bankier maar ook de belangrijkste private werkgever van het land compleet in de vernieling hielp.

Het laatste restje geloofwaardigheid van de regering werd van tafel geveegd door Europees Commissaris Neelie Kroes die Yves Leterme, toch de premier van een lidstaat, een leugenaar noemde – een incident zonder voorgaande in de geschiedenis van de Europese Unie.

De Leuvense professor Koen Algoed heeft een studie uitgevoerd over de afwikkeling van de bankencrisis door de federale regering. Zijn conclusie verderop in het blad – ‘de Belgische regering reed vooral voor buitenlandse overheden en financiële instellingen’ – zou in elke andere West-Europese democratie tot het onmiddellijke ontslag van de regering leiden.

Deze regering lijkt vastbesloten tot het bittere einde aan te tonen dat het federale koninkrijk België is uitgewoond.

door Rik Van Cauwelaert

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content