Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

De Kroonraad van Knack bestaat uit Mark Eyskens, Paul Muys, Jacques Rogge, Erik Suy, Monika Van Paemel en Etienne Vermeersch.

Mijnheer Eyskens, in het Museum voor Schone Kunsten is de tentoonstelling over René Magritte van start gegaan.

MARK EYSKENS: Ik vind Magritte een van de grootste schilders van de twintigste eeuw. Hij heeft met zijn kolossale verbeelding de schilderkunst op nieuwe paden geleid. Men schrijft dat hij beïnvloed is door De Chirico en andere surrealisten, maar wat hem zo apart maakt, is de poëzie in zijn werken. En zijn hemels en rotspartijen zijn onevenaarbaar.

Na het overlijden van zijn weduwe, heb ik als minister van Financiën een poging ondernomen om zijn nalatenschap in België te houden. Ik heb in het parlement een wet laten stemmen, die toeliet om successierechten te betalen door het schenken aan de Belgische staat van voorwerpen uit de successie. Juridisch heet dat een datie. De moeilijkheid was dat een commissie die voorwerpen moest waarderen. Ik herinner mij dat er honderden beschilderde wijnflessen bij waren. Magritte was een wijnliefhebber, en had de neiging om lege flessen te versieren met naakte vrouwentorso’s: de femme-bouteilles. Er ontstond ook een controverse over welk museum de verzameling zou krijgen. Wij wilden ze bij het opgefriste Museum voor Schone Kunsten in Brussel onderbrengen, maar ook Charleroi eiste ze op. Daarna begonnen de erfgenamen, die met minstens veertig waren, op te spelen. En uiteindelijk is er zoals in elke goede erfeniskwestie een tante opgedoken, die de knoop doorhakte: “Het enige wat ons interesseert, is het geld dat die nalatenschap opbrengt, we gaan ermee naar Sotheby.” Daar is alles verkocht voor een gigantisch bedrag, vijf of tien keer meer dan men hier had geschat. Het museum in Brussel heeft wel een paar schenkingen gekregen, onder meer van Louis Scutenaire, een van de beste vrienden van Magritte.

Magritte was een poëet. Ook een humorist?

EYSKENS: In vele schilderijen zit een grote dosis ironie. De belangrijkste les van Magritte is dat we ons totaal vergissen, als we denken dat het zichtbare de essentie der dingen weergeeft. Hij heeft de onzichtbare en paradoxale kant van het bestaan getoond. In die zin zit er ook een filosofische boodschap in zijn werk. U weet wellicht dat hij in het casino van Knokke de grote speelzaal heeft beschilderd. Toen ik in Knokke een Europese raad van ministers van Financiën voorzat, heb ik mijn collega’s een lunch aangeboden in die speelzaal. Ik vond dat een locatie met enige symboliek. Al die ministers vielen achterover van bewondering. Vooral de Franse vertegenwoordigers, Edouard Balladur en Jacques Delors, raakten niet uitgepraat over wat ze zagen. Zij noemden het de Sixtijnse kapel van het surrealisme.

De Generale Maatschappij vierde vorige week haar 175ste verjaardag. Maar haar macht is tanende.

EYSKENS: De Generale heeft ons land veel diensten bewezen. Ik beveel iedereen het overzichtsboek van professor Herman Van der Wee aan. Maar in deze tijd is de macht van de holdings fel afgenomen. Als je twintig jaar geleden het jaarverslag van de Generale opensloeg, kreeg je eerst tien bladzijden organigram. De Generale was een echte octopus, met belangen in alles en nog wat in binnen- en buitenland. Net als de conglomeraten in Korea, die een kakelbont gamma van producten op de markt brengen: van kerncentrales tot sokken. Dat is inefficiënt. Als je in te veel verschillende sectoren actief bent, verlies je in elk segment tegen de gespecialiseerde concurrenten, en raak je de controle over het geheel kwijt.

Een beetje ketters durf ik trouwens stellen dat de Generale altijd te weinig macht heeft gehad. Belgische holdings hebben onvoldoende financiële middelen. De ontankering en delocalisatie, waar men steen en been over klaagt, zijn daarvan een bewijs. In Nederland staan de financiële groepen sterker, onder meer dankzij de pensioenen. Bij ons worden die via repartitie uitgekeerd: de belastingbetaler betaalt voor de ouden van dagen. In Nederland financiert men de pensioenen door kapitalisatie. Dat zorgt voor enorme pensioenfondsen, die wettelijk verplicht zijn om zich naar het Nederlandse bedrijfsleven te oriënteren. Ons systeem heeft veel nefaste gevolgen.

Met de Franse inbreng verliest de Generale de zeggenschap over haar eigen paradepaardjes als de Generale Bank en Tractebel.

EYSKENS: De Generale Bank kan nieuwe wegen op als de hoofdaandeelhouders, in het kader van een fusie, hun belang verminderen of afstoten. Die ontwikkeling is volop bezig, aangezien de Fransen de bank niet als een cruciale tak van hun onderneming zien. Het is hoog nodig dat de Generale Bank zich een Europese dimensie aanmeet. BBL-ING en KB-Cera zijn haar voorgegaan. Inzake Tractebel, dat in de openbare nutssector opereert, heeft de regering- Dehaene inspanningen gedaan om de Belgische belangen te beschermen via een gegarandeerde vertegenwoordiging in directie- en adviescomités. Of dat iets oplevert, moeten we afwachten. Maar we mogen niet vervallen in aftands en achterhaald protectionisme. Ofwel maken we Europa, ofwel maken we het niet. Als we het maken, worden al onze grote bedrijven geëuropeaniseerd. De nationaliteit valt weg, zeker na de invoering van de euro. In de Verenigde Staten vraagt niemand zich af of een firma uit Texas of uit Californië komt, in beide gevallen heeft men het over een Amerikaanse firma.

In de binnenlandse politiek proberen nu ook politici uit de meerderheid de taalfaciliteiten op de agenda van de federale regering te plaatsen. Kan dat de regering in gevaar brengen?

EYSKENS: In België weet je nooit met de communautaire soufflé. Het is onverantwoord, zeker vanuit de meerderheid, om deze zaak door te spelen naar de federale regering. Wie dat doet, heeft veeleer de eigen profilering voor ogen, dan de belangen van de gemeenschap die hij of zij verondersteld wordt te vertegenwoordigen. Zowel aan Franstalige als aan Vlaamse kant. De faciliteiten afschaffen, zoals ik soms lees in de Vlaamse pers, is totaal uitgesloten zonder de goedkeuring van de Franstaligen. Dat staat in de grondwet en is een van de sleutelelementen van de Belgische pacificatie. Terecht of onterecht, maar het staat er nu eenmaal in. Ten tweede stel ik mij de vraag of het roeren in de faciliteiten, de Vlaamse belangen ten goede zal komen bij de volgende verkiezingen. Men geeft argumenten aan de Franstaligen om te stemmen voor hun extremisten in het FDF, en aan de Vlamingen om te stemmen voor het Vlaams Blok. Dat zal leiden tot een polarisatie die een akkoord over de faciliteiten onmogelijk maakt.

Als Leo Peeters met zijn rondzendbrief uitpakt, heeft hij de goedkeuring van de SP-leiding. Wil de SP de regering doen vallen?

EYSKENS: Dat vragen wij ons in onze partij ook af. Is de SP beducht voor verder stemmenverlies aan het Vlaams Blok? Stuurt de SP aan op nieuwe verkiezingen vooraleer de Agusta– en Dassault-processen beginnen? Men fluistert het hier en daar, maar mocht het zo zijn, zou het mij verwonderen en ontgoochelen. Louis Tobback is nooit een stoker in communautaire aangelegenheden geweest, integendeel. Waarom zou hij zich dan nu in zo een strategie vergalopperen? Ik verwacht dat hij binnenkort ingrijpt. Luc Van den Brande heeft in het Vlaams parlement al de taal van de redelijkheid laten horen, ik neem aan dat dat gebeurd is in overleg met de SP. Ik vond zijn verklaring nodig en moedig.

In het buitenland is het conflict in Kosovo losgebarsten.

EYSKENS: Het gedrag van de Serviërs is andermaal brutaal en agressief, en kan niet getolereerd worden. En opnieuw zijn het de Amerikanen die als eersten op tafel slaan en initiatieven nemen, en is Europa de traagste gangmaker. Primordiaal is te voorkomen dat de mensen in Kosovo worden uitgemoord. Maar over de vraag hoe en door wie dat moet gebeuren, zal wellicht weer gepalaberd worden tot het te laat is. Mijn overtuiging is dat, als we de internationale gemeenschap een beetje willen beschaven, zij via het orgaan van de Verenigde Naties militair moet kunnen optreden. Niet alleen voor peace keeping, maar ook voor peace making. In dit geval zou Servië onmiddellijk een ultimatum moeten krijgen, en als het dat niet respecteert, moeten de VN militair tussenbeide komen. De Navo heeft in Bosnië bewezen dat het kan, weliswaar te laat maar beter laat dan nooit. Deze optie vereist wel een goed gestructureerd en uitgerust internationaal leger. Als we die stap niet willen zetten, zal Europa met al zijn kleine etnieën en nationalismen van de ene barbarij in de andere tuimelen.

Leidt Kosovo tot een nieuwe Balkanoorlog?

EYSKENS: Dat gevaar is reëel. Het Servische regime nodigt daar al jarenlang toe uit. Slobodan Milosevic wordt stilaan de Saddam Hoessein van ex-Joegoslavië. Daar komt bij dat Albanië intern zoveel verdeeldheid en problemen kent, dat een oorlog de regering goed van pas zou komen. En het zal weinig moeite kosten om al die heetgebakerde patriotten achter de nationale vlag te scharen.

In Duitsland neemt Gerhard Schröder het in september op tegen Helmut Kohl. Is het bewind van Kohl na vijftien jaar ten einde?

EYSKENS: Dat zou kunnen. Erkentelijkheid bestaat niet in een democratie. Ik vind Helmut Kohl een van de grootste staatslieden uit de Europese geschiedenis. Maar Churchill was dat ook, en het heeft niet belet dat hij nog vóór het einde van de oorlog de verkiezingen verloor. Je wordt beoordeeld op de problemen die niet zijn opgelost. Hoe langer je aan de macht bent, des te langer wordt dat rijtje. In Kohls nadeel spreken de werkloosheid en de ongunstige kostenevolutie. Schröder is een modern ogende sociaal-democraat, een epigoon van Tony Blair, en bovendien een man die uitgaat van government by opinion poll. Hij plooit zijn antennes in de richting van de publieke opinie. Zijn eerste initiatief is een ronde tafel over de nadelen van de EMU. Dat is pure volksverlakkerij, want hij hitst bewust de anti-Europese gevoelens in Duitsland op. Duitsland brengt de zwaarste offers op het altaar van de EMU: het verzaakt aan de mark en laat de Bundesbank degraderen tot een filiaal van de Europese Bank. Een echte staatsman overtuigt zijn volk van de noodzaak daarvan. Schröder heeft zijn campagne niet als een staatsman ingezet.

Tot slot het Volkscongres in Peking. De liberalisering wordt voortgezet, de democratisering afgeremd?

EYSKENS: China is een bicéphale monarchie aan het worden, met Jiang Zemin en Li Peng aan het bewind. Twee gewiekste politici. Ik heb ooit in de Veiligheidsraad een indrukwekkende toespraak van Li Peng gehoord. Hij had het over mensenrechten en zei: “Het Westen heeft ons geen lessen te geven. Wij hebben in ons land de mensenrechten afgedwongen door de honger uit te roeien.” Geen onterechte redenering, al houden mensenrechten meer in dan alleen voedsel. Het Volkscongres maakt duidelijk dat wat nog overblijft van de communistische planeconomie, wordt afgebouwd. De vraag is of dat goedschiks zal gebeuren. Er worden elf ministeries afgeschaft en vier miljoen ambtenaren ontslagen, dat is een delicate operatie. Ofwel wordt de liberalisering toch wat teruggeschroefd, maar Chinakenners beweren dat het daarvoor te laat is. Ofwel komt er een moment waarop men ook politiek en sociaal zal moeten pluraliseren, en dan kan het hek vlug van de dam zijn. Met het aanstellen van Li Peng tot parlementsvoorzitter, probeert men dat in goede banen te leiden, maar ik vrees dat China steeds meer met dissidentie zal af te rekenen krijgen. Dat zou gepaard kunnen gaan met pijnlijke stuiptrekkingen, die de stabiliteit in de wereld niet ten goede zullen komen. Als de economische impasse uit de rest van Azië overslaat, zou China een gevaarlijk nest van onrust kunnen worden.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content