Dit weekend vinden, op de Augusta National Golf Club in Georgia, de Masters plaats. De eerste major van het seizoen. Tijd om wat bij te praten.
Stel: u bent golfspeler, u neemt deel aan negentien toernooien, eindigt veertien keer bij de beste tien, en u verdient in tien maanden tijd vijf en een half miljoen dollar. Dan zijn wij er zo goed als zeker van: u springt van vreugde in het dichtstbijzijnde meer. Zoals René Descartes nadat hij eerst acht jaar had zitten twijfelen in een chalet in de Zwitserse bergen. Maar als uw naam toevallig Tiger Woods is, dan springt u niet van vreugde in een meer, maar van ellende onder een trein.
2004 was zonder concurrentie het slechtste jaar uit het leven van Woods. Won twee toernooien: één in februari maar in matchplay, en één in november maar in Japan. Die twee ‘maars’ zijn belangrijk. Matchplay is een aardige spelformule, die erin bestaat dat men op zoveel mogelijk holes beter moet zijn dan zijn speelpartner. Maar de echte strijd heeft plaats in strokeplay: in zo weinig mogelijk strokes vier rondjes van achttien holes. Het verschil tussen die twee is te vergelijken met dat tussen gele en groene trui in de Ronde van Frankrijk. En dat toernooi in Japan hoorde niet tot de PGA-Tour, en dus was van de topspelers niemand anders aanwezig. Het is alsof Peter Van Petegem zijn seizoen zou moeten redden door snel een rit in de Ronde van Burkina Faso te gaan winnen.
Bovenop al die tegenslagen kwam ook nog een smadelijke nederlaag in de Ryder Cup, waar het Amerikaanse team door de Europeanen in de pan werd gehakt zoals nooit eerder was gebeurd: 18,5 tegen 9,5. In 1981 wónnen de Amerikanen wel met dezelfde marge, maar zo zwaar verlíézen hadden ze nooit gedaan. De ravage van Oakland Hills in Michigan, zal eeuwig een lelijk litteken zijn op de ziel van elke Amerikaanse golfliefhebber. En dat het nog lang pijn moge doen.
‘De schande van Brookline’ vijf jaar eerder, toen Amerikaanse supporters de Europese golfers voortdurend beschimpten, en toen de Amerikaanse spelers in de match tussen Justin Leonard en Jose-Maria Olazabal zowaar de zeventiende green bestormden hoewel Olazabal nog moest putten, was genadeloos gewroken. Niemand had dit verwacht, na een seizoen waarin geen enkele Europeaan een rol van betekenis had gespeeld. Bijna niemand! Van alle golfvakbladen in de wereld had alleen Knack een overwinning van Europa voorspeld, ere wie ere toekomt. Het was wel om te lachen geweest, maar dat hoeven we er nu niet meer bij te vertellen.
De vakliteratuur
Tiger Woods speelde zelfs zijn eerste plaats op de wereldranglijst, 264 weken in zijn bezit, kwijt aan de Fidjiër Vijay Singh. Hij eindigde in slechts een van de vier majors in de top-tien. En hij trad, tot overmaat van ramp, in het huwelijk. In Barbados. Met de Zweedse Eline Nordegren, de vroegere babysit van Jasper Parnevik. Of beter gezegd: van diens kinderen. We mogen dus gewagen van een wel uitzonderlijk slecht jaar.
Op de moneylist, de belangrijkste van de vele lijsten in het golf, eindigde Tiger pas vierde. Het gaat wel om het gewonnen prijzengeld, vergis u niet. Met alle neveninkomsten erbij blijft Woods met voorsprong de best betaalde sportman ter wereld. Experts raamden zijn jaarinkomen in 2004 op honderd miljoen dollar, ruim dertien miljoen dollar meer dan Formule 1-wereldkampioen Michael Schumacher, en 23 miljoen dollar meer dan NBA-megastar Shaquille O’Neal.
De belangrijkste toernooien op de golfkalender zijn de vier traditionele ‘majors’: de Masters, de US Open, de British Open, en de US PGA. De laatste major die Woods won was de US Open in juni 2002. Dat was zijn achtste, bijna halfweg het fenomenale record van Jack Nicklaus die achttien majors op zijn naam heeft. Dit record der records breken, is sinds zijn geboorte de obsessie van Tiger Woods. Lange tijd was iedereen ervan overtuigd dat hij daarin ook zou slagen, maar het aantal afvalligen van dat geloof stijgt elke dag.
Veel heeft te maken met de verandering van coach. Twee jaar geleden nam Woods afscheid van Butch Harmon, die hem jarenlang had begeleid en bij wie men gaat aankloppen indien er mankementen aan de swing worden ondervonden. Wat deed Woods? Hij verving Harmon door Hank Haney! Alweer in dit blad is daar tijdig tegen gewaarschuwd: ‘Toch Hank Haney niet!’ Men kan evengoed Mike Tyson inhuren. Maar niet luisteren natuurlijk, de Woods. Gevolg: swing kwijt. En zonder swing, dat begrijpt een leek, kun je op het hoogste niveau geen golftoernooi winnen.
Over de swing zijn, net als over de drive en de putt, bibliotheken vol geschreven. Vakliteratuur die in de kast van geen enkele golfliefhebber mag ontbreken. De swing is de zwaaibeweging van de club naar de bal en is zelfs bij de beste golfers steeds voor verbetering vatbaar. Iedereen heeft er ook een gouden raad voor. De meest behartigenswaardige blijft voor eeuwig die van Sir Walter Simpson, in zijn beroemde standaardwerk The Art of Golf uit 1887: ‘Het belangrijkste bij de swing is de bal te raken.’
Voor alle duidelijkheid, en om een wijdverspreid misverstand uit de weg te ruimen: wat je erna doet, heeft geen enkel effect. Sommige golfers draaien dan graag hun been in een hoek van tweehonderdveertig graden, of proberen hun club om hun schouders heen tot over hun heup te slingeren, maar dat weet de bal die vertrokken is allemaal niet meer, men kan het dus net zo goed achterwege laten. Alleen een met kracht geuite vloek kan nog enig soelaas brengen, zij het veeleer van psychische aard.
Een swing moet bij uitstek een natuurlijke beweging zijn. Niets forceren, tenzij de woeste smak waarmee je nadien je club weer in de tas gooit. Wie een goede swing niet van bij de geboorte heeft meegekregen, kan beter een andere sport kiezen. In How to play Golf, ook een nuttige gids, beweert Stephen Baker: ‘De beste plaats om aan je swing te werken is de practice. Daar heb je de kans om dezelfde fout eindeloos te herhalen, tot ze een onverbrekelijk onderdeel van je spel uitmaakt, en je er dus niet meer over moet piekeren.’
Wat wél kan, is de grip op de club verbeteren. Een juiste grip is van levensbelang voor een goede swing. Krachtig, maar ook niet té krachtig, want steeds volgens Stephen Baker houden sommigen hun club vast alsof ze met hun blote handen een prairiewolf de nek gaan omwringen.
Er moet daarenboven een evenwichtige krachtsverdeling zijn tussen de linkse en de rechtse hand, of je kunt de bal op de verkeerde green gaan terugzoeken. Aan Bobby Locke werd de vraag gesteld of de greep van zijn linkerhand niet te zwak was. ‘Ik weet het,’ zuchtte Locke, ‘maar mijn rechtse hand is nu eenmaal sterker ontwikkeld. Daarmee teken ik mijn cheques.’
Bobby Locke is ook weer zo iemand die te weinig aan bod komt in de Vlaamse media. Onder meer omdat hij al achttien jaar dood is, maar voor een golfer van zijn kaliber zou dat geen bezwaar mogen zijn. Locke was de eerste Zuid-Afrikaan die een major won. En niet zomaar één, begin jaren vijftig won hij drie keer in vier jaar tijd de British Open, een stunt die sensationeel mag worden genoemd. Eind jaren vijftig haakte hij daar nog een vierde zege aan vast.
Terecht werd hij tot erelid benoemd van de Royal and Ancient in het Schotse Saint-Andrews, de bakermat van het golf en de hoogste golfautoriteit in Europa. Locke, die tijdens de Tweede Wereldoorlog werd onderscheiden voor zijn successen als gevechtspiloot, moest na een zwaar auto-ongeluk zijn carrière stopzetten. Van hem is de beroemde golfspreuk: ‘You drive for show, but you putt for dough.’ Dough is een slangwoord voor ‘poen’.
Fuzzy bear
De swing was jarenlang het sterkste wapen van Tiger Woods. Die trouwens ook beter kon putten dan u en ik, we moeten eerlijk blijven. Maar zijn swing was exceptioneel. Volgens puristen, en dit schrijven we op gevaar af te overdrijven, was hij zelfs beter dan die van Fuzzy Zoeller. Zoeller is een Amerikaan en was een godsgeschenk voor golfjournalisten. Bij Fuzzy kon je altijd terecht voor een sterke oneliner.
Tijdens een toernooi op Bethesda kreeg hij het eens aan de stok met zijn pas aangenomen Schotse caddie. Schotten gaan ervan uit dat aangezien zij het spel hebben uitgevonden, ze er ook alles over weten. Alleszins meer dan niet-Schotten. Toen Zoeller besloot om voor de aardigheid een keer met een ijzeren drie af te slaan, merkte de caddie op: ‘U zou beter uw baffie nemen.’ De baffie is de oude term voor een houten vier of vijf. ‘Neenee, geef mij de ijzeren drie’, hield Fuzzy vol. ‘Mijnheer’, wenste ook de caddie geen duimbreed toe te geven, ‘ik ben formeel: op een hole als deze moet u met de baffie afslaan.’
Zoeller werd zelden tegengesproken, laat staan twee keer in vijftien seconden. Hij liep rood aan van woede, duwde zijn caddie opzij, greep zelf de ijzeren drie uit de tas en sloeg tot verbijstering van alle toeschouwers een hole-in-one. ‘Heb je het nu gezien, betweter?’ snauwde hij de caddie toe. Waarop die onverstoorbaar repliceerde: ‘Met de baffie zou hij er mooier in gegaan zijn.’
Fuzzy had een kordate vrouw: Diane. Mijd vrouwen die Diane heten, meer zullen wij daarover niet zeggen. Toen hij na een avondje stappen licht beneveld thuiskwam en vroeg of zijn avondeten nog warm was, antwoordde Diane: ‘Zeker. Je vindt het in de hond.’ Op een toernooi in Minnesota eindigde Fuzzy op één na laatste. Tegen de toegesnelde reporters haalde hij de schouders op: ‘Ach, door de vreemde samenstelling van het alfabet zijn mensen die Zoeller heten het gewoon om laatst te komen.’
Zijn spitse opmerkingen hebben hem ook vaak in moeilijkheden gebracht. Zo is het op de Masters traditie dat de winnaar het menu mag kiezen op het afsluitende banket, waarop ook alle ex-laureaten zijn uitgenodigd. Nadat Tiger Woods voor de eerste keer had gewonnen, zuchtte Fuzzy iets luider dan verstandig was met zoveel journalisten rondom hem: ‘Hopelijk wint die knaap hier niet te vaak, of we eten elk jaar kip met bonen.’ Dat was grappig, maar velen vonden het grof en racistisch. Zoeller bekocht zijn opmerking duur, want zijn hoofdsponsor K-mart zegde meteen zijn contract op.
Met Fuzzy was het altijd lachen geblazen, maar bovenal was hij een voortreffelijke speler, met een gouden swing die tot de delicatessen van de golfsport mag worden gerekend. Dat sommigen die van Woods even goed, zo niet beter, noemen, is dan ook het grootst denkbare compliment. Zoeller won in 1979 bij zijn eerste deelname de Masters, en was vijf jaar later ook de beste in de US Open, na een gedenkwaardige play-off tegen de Australische grootmeester Greg Norman. Op de US Open betekent een play-off een extra-rondje van achttien holes op maandag. Zoeller won met acht strokes verschil! Op de huldiging na afloop zei hij: ‘Ik mag volgend jaar mijn scheerapparaat niet vergeten.’
Jammer dat Fuzzy een zwakke rug had, te wijten aan het basketbal waarin hij zich eerst had proberen te bekwamen. Na een derde operatie hield hij het voor bekeken, al is hij vandaag op zijn 52e nog altijd graag gezien in de Senior Tour. Voor wie wil weten waar de vreemde voornaam Fuzzy vandaan komt: officieel heette hij Frank Urban Zoeller. De initialen FUZ werden Fuzzy, een naam die in het golf niet meer toelichting vereist dan die van Tiger.
Woods wint weer
Dat de swing belangrijk is, zal u inmiddels duidelijk zijn. Welnu, goed nieuws: Tiger Woods heeft de zijne weer te pakken. Ondanks Hank Haney. Het was kenners al opgevallen in dat toernooitje in Japan dat hij in november vorig jaar won, maar het vroeg uiteraard om bevestiging. Die is er gekomen. Op de eerste afspraak van 2005, de Mercedes Champion-ships in Hawaï, eindigde Woods al derde. De overwinning ging naar de Australiër Stuart Appleby, trotse eigenaar van een knalgele Lamborghini, en de zoon van Missis Appleby. Dit voor wie zijn popklassiekers en David Garrick nog kent.
Half januari was het een eerste keer raak: Woods won de Buick Invitational in San Diego. Zijn eerste stroke-play-zege in de PGA-Tour in 16 maanden. Hij stak bovendien 864.000 dollar op zak en kwam zo voor het eerst in diezelfde 16 maanden weer eens waar hij het liefst staat: op de nummer 1 van de money-list. Begin maart opnieuw bingo: deze keer winst in het Fords Championship in Miami, 900.000 dollar erbij, nog steviger op kop in de money-list, en… opnieuw nummer één op de wereldranglijst. Na 26 weken op twee te hebben gestaan. Niet langer dan veertien dagen later was Vijay Singh hem opnieuw voorbij op de ranglijst, en Phil Mickelson op de prijzenlijst, het zal daar nog wel een tijd haasje-over spelen blijven.
Dat op de Buick Invitational de zege van Woods, de eerste sinds lang, al de rest overschaduwde, was bijzonder jammer voor Charles Howell III, een getalenteerde golfer van 25, geboren in Augusta, vlak bij de baan waarop de Masters plaatsvinden. In San Diego finishte Howell III op II, op IV strokes van Woods. Maar hij had bijna gewonnen, want op de laatste hole pakte hij uit met een van de beste shots aller tijden. Op die achttiende ligt de green naast een vijvertje, en op de fairway belemmeren een paar strategisch aangelegde en hoogst vervelende zandbunkers de vrije doorgang. Het was vanuit zo een bunker, op ruim tachtig meter van de green, dat Charles Howell III de bal met zijn sandwedge in één keer binnensloeg. De bal raakte niet eens meer de grond, en kwam in een sierlijke boog perfect in de cup onder de vlag terecht. En daar botste hij tot ongeloof van iedereen even elegant weer uit. Om vervolgens van de green af te rollen en in de vijver te eindigen.
Voor Charles Howell was vlugzout nodig, en ook de veteranen onder de golfchroniqueurs, die in hun leven toch miljoenen shots hebben gezien, konden zich iets dergelijks in die omstandigheden niet herinneren. ‘Ik weet niet of ik ermee moet lachen of huilen’, verklaarde Howell op de persconferentie. ‘Maar aangezien dit mij vijfhonderdduizend dollar kost, plus het genoegen om Tiger Woods te hebben verslagen, heb ik besloten in tranen uit te barsten.’ Wat hij tot verwondering van de aanwezige journalisten ook effectief deed. Hij werd getroost door Woods zelf, die hem een goede raad meegaf: ‘De volgende keer moet je die bal wat lager proberen te houden.’
Kijken zondag, want Woods is geobsedeerd door nieuwe majorwinst. Hij wil weer in álle lijsten bovenaan staan, zoals dat hoort voor de echte topsporter. Lezers die van baseball houden, kennen zeker Ted Williams, een van de all-time greatest van de Boston Red Sox. En net als de al genoemde Bobby Locke een gevreesd oorlogspiloot. Toen Ted er in de jaren zestig een punt achter zette, vroegen nieuwsgierige reporters waarom hij zich in zijn carrière altijd zo had afgebeuld. Waarna Williams de woorden sprak die ieder van ons goed in zich moet opnemen: ‘Elke man heeft in zijn leven een doel nodig. Mijn doel was dat de mensen zouden zeggen: daar gaat Ted Williams, de grootste hitter die ooit heeft geleefd.’
Door Koen Meulenaere
Wie een goede swing niet van bij de geboorte heeft meegekregen, kan beter een andere sport kiezen.Woods wil weer in álle lijsten bovenaan staan, zoals dat hoort voor de echte topsporter.