Voor het eerst is in ons land een minister zwanger. Anne Van Asbroeck vindt het een alledaags feit. ?Ik blijf gewoon functioneren.”

TOEN ANNE VAN ASBROECK (SP) een half jaar geleden als relatief onbekende politica benoemd werd tot Vlaams minister van Brusselse Aangelegenheden en van het Gelijke-Kansenbeleid, lokte dat nogal wat reactie uit. Nu ze tijdens haar amper twee jaar durende ambtstermijn een kind ter wereld wil brengen, zal dat ook wel tot enige commentaar leiden. Voor de twee beleidsbrieven die zij inmiddels publiceerde, was er minder aandacht. Ook al staan daar een paar opmerkelijke initiatieven in. Al was het maar het feit dat er voor het eerst in onze geschiedenis een homo-beleid gevoerd wordt. Of dat de Vlaamse Gemeenschap, via een fors bedrag van het Sociaal Impuls Fonds, mee de armoede in de hoofdstad helpt bestrijden. Anne Van Asbroeck vindt die feiten althans voor de buitenwereld belangrijker dan haar groeiend buikje. Edoch, geldt in deze voor een minister van het Gelijke-Kansenbeleid niet méér dan elders dat het persoonlijke politiek is ?

Anne Van Asbroeck, negenendertig en al moeder van een dochter van vier : ?Voor mezelf is deze zwangerschap een gewoon persoonlijk feit, waar ik overigens heel gelukkig mee ben. Die dingen gebeuren, zoals ze in het leven van veel vrouwen gebeuren. Maar het mag geen invloed hebben op mijn professioneel leven. Ik blijf gewoon functioneren, zoals veel vrouwen blijven werken tijdens hun zwangerschap. De bevalling is voorzien voor juli, na de vakantie kan ik gewoon terug aan de slag. Ik ga me geen drie maanden zwangerschapsverlof permitteren. Mocht er zich een politieke crisis voordoen op het ogenblik dat ik thuis ben, dan bestaan er nog altijd telefoon en fax en bovendien woon ik vlakbij. Het gaat niet om een ziekte, hé. Als ik zie hoe Benazir Bhutto me dit heeft voorgedaan : met drie kinderen en dan als premier van Pakistan ! Dat is nog een heel andere opdracht dan de mijne hier.”

VOORBEELDFUNCTIE.

Tot nu toe kreeg ze in het politieke milieu alleen enthousiaste reacties. ?De SP-voorzitter op kop,” aldus Van Asbroeck. Tot voor kort waren de meeste vrouwelijke ministers iets ouder of hadden ze al kinderen op het ogenblik dat ze minister werden. ?Als ook jongere mensen voor dit ambt worden gekozen, dan hoort dit gegeven erbij,” vindt Van Asbroeck. ?Je moet als vrouw op om het even welk niveau, op om het even welke leeftijd kunnen blijven functioneren. Een zwangerschap is een heel normaal feit en moet je kunnen incalculeren in het beroepsleven.”

Uit tal van studies blijkt nochtans dat vrouwen steeds vaker een zwangerschap uitstellen omdat dat hun carrière zou kunnen schaden. ?Ik ben me er van bewust dat ik misschien in een geprivilegieerde positie zit. Maar in mijn vorige job had ik ook een leidinggevende functie, en toen ben ik ook zwanger geweest. Blijkbaar heeft dat mijn carrière niet geschaad. Hoe meer vrouwen deze stap zetten, hoe vanzelfsprekender het wordt. Toevallig heb ik nu een voorbeeldfunctie. Misschien zal het jonge vrouwen aanzetten om in de politiek actief te zijn. Vaak hoor je dat ze geen mandaat willen, omdat ze voor een gezinsleven kiezen. Maar die twee hoeven elkaar niet uit te sluiten.”

Volgens Van Asbroeck is het zelfs best mogelijk dat ze door de zwangerschap beter gaat functioneren : ?Fysiek en psychisch maak je toch een hele verandering door. Je komt tot andere inzichten, hebt meer aandacht voor bepaalde problemen. Misschien helpt dat wel om een aantal zaken in het beroepsleven anders aan te pakken. Het zijn toch dit soort grote gebeurtenissen een kind krijgen of iemand die je dierbaar is verliezen die ons doen stilstaan bij de essentie van het leven. Dan wordt de klok weer op het juiste uur gezet.”

Voor de komende weken en maanden ziet de agenda er alvast goed gevuld uit. Van bij haar aantreden maakte Anne Van Asbroeck duidelijk dat ze bij het voor Vlaanderen nieuwe Gelijke-Kansenbeleid behalve vrouwen ook andere doelgroepen wou betrekken. Voorlopig richt ze zich specifiek tot migranten, gehandicapten, homo’s en lesbiennes. Voor elke van deze drie groepen worden van volgende maand af in elke provincie hoorzittingen gehouden. ?We hopen, afgezien van georganiseerde groepen, ook ongebonden individuen te bereiken zodat we een duidelijk beeld krijgen van de knelpunten en de leemtes in het beleid. Naar die ontmoetingen kijk ik echt uit. Ik zal vooral luisteren.”

VERDOMHOEKJE.

Nu al wordt nauw samengewerkt met organisaties van deze doelgroepen en met vrouwenorganisaties om de inhoud samen te stellen van een informatiepakket dat vanaf half maart via BRTN-Teletekst zal worden verspreid. ?Het voordeel van Teletekst is dat die anoniem en quasi gratis kan geraadpleegd worden, ook door de meest geïsoleerde individuen. Ik hoop dat het verstrekken van deze informatie de sociale mobiliteit van deze mensen in de hand zal werken. Gehandicapten kunnen zich niet altijd verplaatsen. Homo’s en lesbiennes hebben het soms moeilijk om in contact te treden met anderen of weten niet waar naartoe. Samen met de Federatie Werkgroepen Homoseksualiteit hebben we uitgezocht welke informatie relevant is voor deze groep.”

In haar beleidsbrief besteedt Van Asbroeck ruime aandacht aan de homo’s en lesbiennes. Zo wil ze deze groep behalve via communicatie, ook via een sensibiliseringscampagne in de lokale besturen, het onderwijs en het jeugdwerk uit het verdomhoekje halen. ?Al jaren zoeken ze, maar vinden ze geen aanknopingspunten bij het beleid. Ze lopen een beetje verloren. Het erkennen van homoseksuelen als een te emanciperen groep, is een eerste stap.”

Als minister van de Vlaamse regering is Van Asbroeck niet rechtstreeks bevoegd voor de problematiek van de samenlevingscontracten. Toch heeft ze alle politieke partijen die met het thema bezig zijn, uitgenodigd op haar kabinet om samen te zoeken naar een haalbaar wetsvoorstel. ?Er bestaat een trend vooral aan CVP-zijde om alleen voor homo’s en lesbiennes een dergelijke regeling uit te werken. Op die manier blijft alles uit de huwelijkssfeer. In het SP-voorstel wordt geopteerd voor een samenlevingscontract voor elke categorie van samenwonenden, dus ook voor broers of voor vriendinnen zonder seksuele relatie. Maar politiek is de kunst van het haalbare. Misschien moet er in stappen worden gewerkt en moet er eerst een regeling voor homo’s en lesbiennes worden getroffen. Als dit nu maatschappelijk beter ligt, doen we dat. Dan is die stap toch al gezet.”

En dié stap is één van de stappen op weg naar een algemene antidiscriminatiewetgeving. ?Dat is mijn uiteindelijke doel. En dat van anderen die hier al langer mee bezig zijn. Net als bij de abortuswetgeving, zal het een lange strijd zijn. Maar ondertussen worden er passen in de goede richting gezet. Ook de wetgeving op het racisme ligt in die lijn.”

En stemrecht voor migranten, past dat ook in die langetermijnvisie ? Zo vaag als Van Asbroeck over deze kwestie is in haar beleidsbrief (?Migranten moeten ook kunnen deelnemen aan het bestuur”), zo duidelijk is ze tijdens het gesprek. ?Ik vind dat migranten stemrecht op alle niveaus moeten hebben na vijf jaar verblijf in het land. Ik blijf daar in mijn beleidsbrief inderdaad voorzichtig in omdat de standpunten daarover ook binnen mijn eigen partij niet zo duidelijk zijn. Maar dit is mijn persoonlijke mening en die mag ik toch nog hebben. Over dit onderwerp moeten gesprekken worden aangegaan. In de politieke wereld en onder de migranten zelf, want ook onder hen bestaan verschillende standpunten.”

NOTITIEBOEKJE.

Het Gelijke-Kansenbeleid belangt uiteraard ook de vrouwen aan. Dié aanpak ligt in het verlengde van het eerder op federaal niveau door minister Miet Smet (CVP) gevoerde beleid. Zo kunnen sinds 7 februari nu ook ambtenaren van de Vlaamse Gemeenschap met klachten over ongewenst seksueel gedrag op het werk bij een vertrouwenspersoon terecht. Tot nu toe kon dit alleen in de privé-sector.

Voorts blijft het nodig om aandacht te vragen voor evidente zaken als het gebruik van de voornaam of een billijke vertegenwoordiging van vrouwen in diverse organen. Maar Van Asbroeck ziet beterschap. ?In het begin heb ik mijn collega’s in de Vlaamse regering op die zaken gewezen. Nu is het ook bij hen een soort reflex geworden : Ja maar, zijn er ook vrouwen bij ? Heel plezant is dat.”

Haar notitieboekje, waarin ze in het begin seksistische of onaanvaardbare opmerkingen van collega’s noteerde, hoeft ze steeds minder vaak boven te halen. Bekend maken wat voor materiaal ze tot nu zoal verzamelde, wil ze echter niet. ?Dat zou niet collegiaal zijn.”

En samenwerking met de collega’s is belangrijk, al was het maar omdat vanwege haar horizontale bevoegdheid de helft van haar budget via andere departementen wordt besteed. Zelf houdt ze 50 miljoen over. Een bedrag waar ze best tevreden mee is.

Gezien het feit dat ze vanaf nul moest vertrekken : ?Er bestond niets ! Geen begroting, geen administratie… Sinds kort beschikken we over één ambtenaar.”

Met haar bevoegdheid Brusselse Aangelegenheden lag dat natuurlijk anders. Haar voorganger, Hugo Weckx (CVP), had bovendien ook de portefeuille van Cultuur. Een bevoegdheidscombinatie die in de recente heisa rond de KVS misschien wel handig was geweest. Anne Van Asbroeck was alleen ?als Brusselaar in de Vlaamse regering” betrokken bij het dossier. ?Nu de eerste stappen zijn gezet om een oplossing te vinden voor het probleem van de werkingskosten, staan de restauratie en renovatie van de Vlaamse schouwburg op de agenda. Momenteel worden gesprekken gevoerd tussen de bevoegdheidsniveaus stad, gewest, gemeenschap om te bepalen wie welk steentje zal bijdragen.”

Het moet haar van het hart dat in dit dossier procedurieel toch een en ander fout is gelopen. ?De Vlaamse regering werd nu verweten niet meteen klaar te staan met X aantal miljoenen om de KVS te redden. Maar zo gaat dat niet. Er moeten eerst dossiers ingediend worden, er moet een aanvraag zijn, een bestek opgemaakt… Dat is allemaal nog niet gebeurd. Het mag toch ook eens gezegd worden dat de stad Brussel, als eigenaar, de eerste initiatieven had moeten nemen maar dat niet gedaan heeft. Het heeft heel lang geduurd voor er in de stad Brussel beweging kwam. Nu, sinds de nieuwe gemeenteraad is samengesteld, komt er wel schot in de zaak.”

DOOS VAN PANDORA.

Met het Bourlatheater in Antwerpen in het achterhoofd, spelen Van Asbroeck en anderen met de idee dat het mooi zou zijn om een gerenoveerde KVS in te huldigen op het ogenblik dat Brussel Culturele Hoofdstad van Europa wordt. In het jaar 2000.

In het KVS-dossier ergerde Van Asbroeck zich af en toe aan het ?chauvinisme” van steden als Antwerpen en Gent. Ook in het kader van de armoedebestrijding valt het haar op dat ze op onbegrip stoot wanneer ze aandacht voor Brussel vraagt. Ook al blijkt uit alle armoederapporten dat de situatie in Brussel erger is dan in heel Vlaanderen. ?Het is onvermijdelijk dat ieder voor zijn eigen streek opkomt maar je moet toch het algemeen belang blijven zien. De constitutionele toestand is nu eenmaal wat hij is. Vlaanderen heeft de taak ook in Brussel op te treden.”

Het stemt haar dan ook tevreden dat het Sociaal Impuls Fonds nu voor Brussel 80 miljoen heeft vrijgemaakt, het dubbele van wat vroeger naar VFIK-projecten ging. ?Met 80 miljoen kom je nog niet aan het einde van je miserie maar ik ben ervan overtuigd dat er goede projecten zullen uit ontstaan.”

Afgezien van het structureel aanpakken van de armoede, ziet Van Asbroeck ook in een beperkte fusie een mogelijkheid om de verdere verloedering van Brussel tegen te gaan. ?Nu telt Brussel negentien gemeenten, negentien baronieën waarvoor de gemeentelijke autonomie heilig is. Sommige gemeenten zijn rijk, andere zijn arm en ze zijn niet soldair met elkaar. Bovendien beschikken die negentien gemeenten over negentien onderbemande diensten voor huisvesting en ruimtelijke ordening. Vastgoedmakelaars kunnen burgemeesters tegen elkaar uitspelen want als plaatselijk mandataris heb je niet veel te zeggen tegen die mastodonten van projectontwikkelaars. Een beperkte fusie, die een gedecentraliseerde dienstverlening garandeert, zou misschien een oplossing kunnen bieden. Dat idee leeft al heel lang. Ik heb een studie besteld om de bestaande modellen te inventariseren en de mogelijke consequenties ervan te onderzoeken. Op grond van die studie kan dan worden voortgewerkt.”

Of het openen van een dergelijk debat niet gelijk staat aan het openen van de doos van Pandora ? ?Misschien wel, maar die mag toch af en toe geopend worden ?”

OPBOD.

Door communautaire rellen, zoals die zich de jongste weken rond het Brusselse afspeelden, laat ze zich niet gauw meeslepen. Het initiatief van de Franstalige Gemeenschapscommissie (Cocof) om een adviesraad op te richten voor de Franstaligen in de Rand, benadert ze vrij nuchter : ?De Vlaamse regering heeft klacht ingediend bij de Raad van State omdat het om een bevoegdheidsovertreding en een schending van het territorialiteitsbeginsel zou kunnen gaan. Het is wachten op de Raad van State. Voorts vraag ik me bij dit soort relletjes als Brusselaar af waar we mee bezig zijn. Het aantal bestaansminimumtrekkers in Brussel is verdubbeld, de werkloosheid stijgt pijlsnel… En dan trekt Cocof 12 miljoen uit om kabels te trekken, door de tunnels, opdat de bewoners van de Rand Télé-Bruxelles zouden kunnen ontvangen. Met schotelantennes ! Moi, je veux bien. Nu, het is hun geld en ze doen ermee wat ze willen, maar ik vind dat jammer. Je kan je geld zoveel beter besteden dan aan communautair opbod.”

Waarmee ze niet gezegd wil hebben dat de Vlamingen in Brussel niet waakzaam moeten blijven. Zo heeft ze er bij de federale regering op aangedrongen de uit ’63 daterende taalwetgeving te actualiseren. ?Uit een recente studie is gebleken dat de taalwetgeving in de Brusselse gemeenten wel gerespecteerd wordt als het over statutaire ambtenaren en OCMW’s gaat, maar niet voor de in de loop der jaren ontstane zogenaamde nepstatuten. Vanuit Franstalige hoek is gebruik gemaakt van die evolutie op de arbeidsmarkt om de taalwetgeving te omzeilen. Er zijn gemeentelijke VZW’s opgericht, ook om die taalwetgeving te omzeilen. De taalwetgeving moet dus dringend worden geactualiseerd.”

Maar liever dan in te gaan op communautaire opstootjes of provocaties, wijst ze op initiatieven waar Vlamingen en Franstaligen samenwerken. Zoals het KunstenfestivaldesArts of de gezamenlijke dienstverlening voor werklozen. ?Het gekibbel op politiek niveau is niet noodzakelijk terug te vinden in het dagelijkse leven. In Brussel woon je, leef je en werk je altijd samen.”

Jo Blommaert

Anne Van Asbroeck : Tot een antidiscriminatiewetgeving te komen is het uiteindelijke doel.

‘Migranten moeten stemrecht op alle niveaus krijgen na vijf jaar verblijf in het land.

‘Vlaanderen moet in Brussel optreden. Maar in het dossier van de KVS zijn procedurefouten gemaakt.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content