?Een ploeg die erin gelooft, is gevaarlijk.? Luc Nilis over het WK-kwalificatieduel van zaterdag tussen Nederland en België.
Zo slecht had Wilfried Van Moer het niet gedaan. Zes op negen in de voorronde van de wereldbeker is een aanvaardbare score, zeker als de drie verliespunten tegen de te verwachten groepswinnaar worden geleden. Maar de 0-3 tegen Nederland op een koude zaterdagavond in december, en vooral de manier waarop de Belgen daar belachelijk werden gemaakt, was zo pijnlijk dat de voetbalbond ingreep en met de subtiliteit waarvoor hij bekend staat, Georges Leekens weghaalde bij Excelsior Moeskroen.
Een storm van kritiek brak los, maar Georges Leekens, de man in het epicentrum van de schok, bleef onverstoorbaar. Hij ging met de mannen carten en snookeren, wist Franky Van der Elst van een comeback te overtuigen, gooide links en rechts in de entourage wat mensen buiten en bracht er nieuwe aan, en liet de bondsleiding voelen dat het organigram van de Koninklijke Belgische Voetbalbond er voortaan als volgt uit zag : bovenaan Georges Leekens, dan enkele trappen niemand, vervolgens bondsvoorzitter Michel D’Hooghe, en weer vier verdiepingen daaronder het Uitvoerend Comité en alle andere nutteloze commissies en organen. Leekens begon met een 3-0 nederlaag in een oefenwedstrijd in Noord-Ierland en verklaarde na afloop dat hij genoeg had gezien : België zou zich plaatsen voor de wereldbeker in Frankrijk.
We zijn vijf maanden later, België heeft moeilijke uitwedstrijden in Wales en Turkije gewonnen, en heeft op de eigen Heizel San Marino afgedroogd met een score waarmee dat soort ploegen doorgaans wordt afgedroogd : zes-nul. Wat in december niemand durfde hopen, is werkelijkheid : we spreken weer over we in de plaats van over ze. We staan opnieuw naast Nederland en we kunnen met een redelijk gerust gemoed naar Rotterdam. Als we winnen, gaan we zo goed als zeker naar Frankrijk. Als we gelijk spelen of zelfs verliezen, komen we zo goed als zeker in aanmerking voor een bijkomend kwalificatieduel dat de poort naar Frankrijk alsnog kan openzetten.
Uit een eindeloze rij mensen die iets interessants kunnen vertellen over Nederland-België, koos Knack Luc Nilis. Drie jaar geleden vertrokken van Anderlecht naar PSV Eindhoven. Na één seizoen daar verkozen tot de beste profvoetballer van Nederland. Vorig seizoen in datzelfde referendum opnieuw één van de drie genomineerden.
Aan de Rode Duivels heeft Nilis zelden plezier beleefd. Eerst duurde het 24 lange wedstrijden vooraleer hij een eerste keer kon scoren, in een oefenpartijtje tegen Zambia. Daarna had hij een humeurige reactie na zijn vervanging in de wereldbekermatch tegen Marokko, wat door Paul Van Himst niet op prijs werd gesteld. Nilis zat in heel wat volgende wedstrijden op de bank of werd niet eens meer opgeroepen. Voor de rest strooiden blessures meer dan eens roet in het eten.
Toen het onder Van Moer eindelijk lekker leek te gaan draaien, kwam er de desastreuze België-Nederland van december vorig jaar. Nilis speelde de eerste match onder Leekens nog mee in Noord-Ierland, maar moest nadien door een aanslepend enkelletsel werkloos toekijken hoe de Rode Duivels in Wales en Turkije uit de dood opstonden. En hoe iedereen het spitsenduo Oliveira-Mpenza prees als ons gevaarlijkste wapen. Ook volgende zaterdag is hij toeschouwer.
LUC NILIS : Over de heenmatch tegen Nederland kunnen we kort zijn : Nederland was sterker over de hele lijn. De Belgische ploeg hing als los zand aan mekaar, de linies sloten niet aan, en als je dan vroeg 0-2 achter komt, is de wedstrijd gespeeld. Het grote verschil met de huidige nationale ploeg is dat er nu weer een blok staat. Daarvan was in december geen sprake. Onze veldbezetting klopte niet.
De fout van de trainer ?
NILIS : Niet alleen van hem. Er liepen genoeg ervaren professionele spelers op het terrein, mezelf incluis, om de nodige aanpassingen door te voeren. Maar dat is niet gebeurd. En ook vóór de match was er tijd genoeg om in overleg met de trainer over de veldbezetting te praten, maar niemand van de spelers heeft bedenkingen geformuleerd. Ons treft dus evenveel schuld als Wilfried Van Moer. Na een kwartier voelde iedereen wat er fout liep, maar toen was het te laat.
Die nederlaag betekende het einde van Van Moer. Met het aantrekken van Leekens lijkt de bond, ondanks alle perikelen errond, de juiste man op de juiste plaats te hebben gezet.
NILIS : Je kan enkel bewondering hebben voor het enorme werk dat Leekens in korte tijd heeft verricht. Het terughalen van Franky Van der Elst is daarbij een belangrijke zet geweest. Franky heeft veel ervaring en alleen al zijn aanwezigheid in de spelersgroep maakt die sterker en zelfverzekerder. Maar het is vooral de aanwezigheid van Leekens zelf die de klik heeft gegeven. Er is in die paar maanden erg veel ten goede veranderd, ook in de rand. De spelers voelen dat er boven de ploeg iemand staat die met vaste hand de organisatie leidt en de zaken onder controle heeft.
Jij hebt alleen de eerste interland onder Leekens meegespeeld. Dat was tegen Noord-Ierland, en daar verloren jullie met 3-0.
NILIS : Leekens had er vooraf op gehamerd dat de uitslag geen belang had. In de paar weken vóór die match is hij begonnen met zijn fameuze carting- en snookernamiddagen, om aan teambuilding naast het veld te doen. Hij heeft die korte tijd gebruikt om veel te praten, en om duidelijk te maken welke richting hij uit wil en binnen welke lijnen iedereen moet lopen. Noord-Ierland was in feite belangrijker voor wat er buiten het veld gebeurde.
In Wales en Turkije, nadien thuis tegen San Marino, werd opnieuw aangeknoopt met het succes. Keek je daar van op ?
NILIS : Ik was er niet door verrast, omdat ik gemerkt had welke arbeid er geleverd werd. Maar dat wil niet zeggen dat het na al het voorgaande geen stunt was. Het waren niet bepaald makkelijke verplaatsingen, zeker niet naar Turkije. En er mag onderstreept worden dat de Belgen niet alleen wonnen, maar ook goed voetbal brachten. Vier maanden nadat het Belgisch voetbal dood en begraven was verklaard.
Leekens heeft gezorgd voor een stevige organisatie achterin, met mannen die op dat moment in conditie waren. Van der Elst en Staelens als werkers en regelaars in het middenveld, Lemoine voor beslissende passes, en voorin het snelle duo Oliveira-Mpenza. Is de aloude Belgische countertactiek in ere hersteld ?
NILIS : Dat zal wat van de omstandigheden afhangen, maar in het verleden hebben we onze beste resultaten op die manier behaald, waarom daar neerbuigend over doen ? Ik denk dat elke ploeg schrik heeft van een duo Oliveira-Mpenza, van dat wapen moet je voluit gebruik maken. Het versterkt ook het vertrouwen achterin, omdat ze daar weten dat ze altijd met een lange pas eruit kunnen komen. Emile Mpenza spurt naar elke bal, ook al is die dertig meter uit de richting, en vaak pikt hij hem nog mee ook. En als dat niet lukt, stoort hij in elk geval de opbouw.
Oliveira en Mpenza zijn twee concurrenten voor je eigen plaats. En er is ook nog Gilles De Bilde.
NILIS : Geloof me, zo bekijk ik het absoluut niet. Elke Belgische speler profiteert ervan als de nationale ploeg goed draait en als het Belgisch voetbal in het algemeen in opwaartse lijn zit. Tot begin dit jaar kon je over ons voetbal geen bericht meer lezen, of het was negatief. De buitenwereld neemt dat uiteraard over. Sponsors, onder andere rond de nationale ploeg, beginnen te morren, en het aanzien van de Belgische clubs en spelers in het buitenland zakt. Daar is niemand mee gebaat. Als blijkt dat mede dankzij Oliveira en Mpenza de negatieve trend is omgebogen, zal het alleen mijn plezier verhogen als ik weer word opgeroepen. Het is niet prettig om naar de nationale ploeg te komen als iedereen met een lang gezicht rond loopt. Het enige wat mij nu bezig houdt, is weer fit te geraken. Van de rest lig ik niet wakker.
De jongste twee jaren is er een massale uittocht van Belgische voetballers naar het buitenland. Is dat goed of slecht voor de nationale ploeg ?
NILIS : Goed, daar bestaat geen twijfel over. Er is misschien een bezwaar van praktische aard, voor de scouting, maar daar valt wel een mouw aan te passen. Nu de clubs verplicht zijn om hun spelers af te staan aan de nationale elftallen, zie ik geen enkel probleem. Wie in een buitenlandse topclub in de ploeg staat, is per definitie een goede voetballer en in conditie.
Belgen in het buitenland verzeilen wel eens op de bank. Denken we aan Claeys. Maar ook aan de generatie Genaux-Leonard-Goossens die een beetje uit ons zicht verdwenen is.
NILIS : De scouting wordt belangrijker, maar ook op dat gebied is Georges Leekens zwaar werk aan het verzetten. Ik vermoed dat hij erg goed op de hoogte blijft van wie waar wat doet. Hij weet best waarom iemand op de bank zit, of die fit is om eventueel toch opgeroepen te worden en zo meer. Je mag geen algemene regel uitvaardigen dat wie in zijn club niet speelt, niet geselecteerd wordt. Je moet dat geval per geval bekijken.
Ondertussen staat het Nederlandse elftal in groep zeven nauwelijks beter geklasseerd dan het Belgische. Alleen het doelpuntensaldo en de 0-3 in de onderlinge confrontatie spreekt in hun voordeel.
NILIS : Dat komt door de 1-0 nederlaag in Turkije, die ze hier niet verwacht hadden. Dat gecombineerd met het nieuwe elan van de Belgen zorgt ervoor dat niets beslist is. In Rotterdam is plotseling weer alles mogelijk. België heeft niets te verliezen, voor de Nederlanders zou het een kleine ramp zijn als ze die eerste plaats moeten prijsgeven. Niet dat ze onzeker zijn geworden hoor, dat ligt niet in de mentaliteit van de Nederlandse voetballer. Die gaat om te winnen. Maar het verschil ligt in het Belgische kamp. Daar hebben ze vertrouwen gekregen, en dat verandert de kansverdeling voor zaterdag. Een ploeg die erin gelooft, is altijd gevaarlijk.
Het Nederlandse elftal wordt al eeuwen gekenmerkt door onenigheid en relletjes. Deze keer draait het om Patrick Kluivert, die na een dodelijk verkeersongeval waarin hij betrokken was en na een vermeende verkrachtingszaak, ter discussie staat. Er is zelfs een enquête gehouden of hij gewenst is bij Oranje. Verzwakt dat gedoe de Nederlandse ploeg ?
NILIS : Ik denk het niet. Dat zorgt vooraf voor veel commotie, en het helpt de kranten vullen, maar eens de wedstrijd begint, speelt dat geen rol meer. Het is trouwens niet enkel een Nederlands fenomeen. De Duitsers hebben ook altijd ruzie, maar dat belet hen niet telkens weer de grote toernooien te winnen. Bij ons heb je de opschudding rond Gilles De Bilde gehad. Over hem zijn ook enquêtes gehouden. Dat is voor de betrokkene niet prettig, maar uiteindelijk is de invloed ervan gering.
De Nederlandse nederlaag in Turkije was onder meer te wijten aan Clarence Seedorf, op het EK al gecontesteerd, die uit eigen beweging een strafschop nam, hoewel hij daarvoor niet was aangeduid, en hem bovendien miste. Is dat conflict al bijgelegd ?
NILIS : Het is niet vergeten, maar voor de match van zaterdag denk ik niet dat het een rol zal spelen. Voor het Nederlandse elftal telt maar één ding : de eerste plaats in de groep, en wat er een paar maanden geleden is voorgevallen, heeft minder belang. Maar mocht Oranje er naast grijpen, wordt het ongetwijfeld weer opgerakeld.
Nederland kan, net als België, ook nog de tweede plaats mislopen. De Turken kunnen hen passeren.
NILIS : Dat geloof ik niet. Voor de wedstrijd van zaterdag durf ik geen voorspelling doen. Die kan alle kanten uit en het zal misschien van details in het spelverloop afhangen. Maar de Turken komen in Nederland niet winnen. Dat bestaat niet.
Ondanks grote successen in Europees verband, wordt ook Nederland geconfronteerd met de verwoestende concurrentie uit het buitenland. Zelfs het machtige Ajax is helemaal kaalgeplukt.
NILIS : Dat is zo, maar de Nederlandse clubs leggen zich daar niet bij neer. PSV, Ajax, Feyenoord, en ook wat daar net onder zit, leveren grote inspanningen. Dat topspelers gaan waar het meeste te verdienen valt, is niet tegen te houden. Dat is automatisch naar grote landen, met grote toeschouwersaantallen en veel potentiële televisiekijkers. Daartegen zullen kleinere landen het altijd moeten afleggen. De eerste keus van spelers gaat naar de eerste keus van salarissen. De tweede keus gaat naar de tweede keus en zo verder. Ook Nederland wordt overspoeld door buitenlandse voetballers, dat is de logica zelve als men de grenzen afschaft. Misschien zou de sportwereld het aspect nationaliteit wel opnieuw meer gewicht willen geven, maar de politiek werkt in de andere richting. En het geld zeker. Ik vermoed dat we op dat gebied pas aan het begin van een lange evolutie staan. Met de huidige formule van de Champions League bijvoorbeeld, is de Europese competitie gewoon een feit.
De merkwaardigste vaststelling van de voorronden in die Europabekers is dat zich niet minder dan tien Franse ploegen geplaatst hebben. En dan speelt het gros van hun nationale elftal nog in het buitenland.
NILIS : Dat is een logisch gevolg van hoe het voetbal in Frankrijk georganiseerd wordt. Ten eerste met aanzienlijke steun van de staat, en met enorme televisiecontracten. En ten tweede wordt er massaal geïnvesteerd in jeugdcentra. Dat moet men blijven doen, ook na het Bosman-arrest. Frankrijk bewijst het, want in Frankrijk waren de transfersommen al veel langer afgeschaft. Ajax heeft zijn triomf van de voorbije jaren gebouwd op een geduldige investering in de jeugd. Je kan dan wel zeggen : ze zijn al dat talent kwijt, maar ze hebben er wel jaren lang grote successen mee gevierd. En de meesten zijn niet gratis weg hé. Dankzij al die jeugdspelers is Ajax uitgegroeid tot een miljardenbedrijf. Met een structuur en een infrastructuur waarmee ze vele concurrenten ver vooruit zijn.
Loopt het Belgische voetbal nog altijd achterop bij het Nederlandse ?
NILIS : Ik vrees van wel. Als je kijkt naar de professionele organisatie en accommodatie staan de Nederlandse clubs ver voor. België heeft de voorbije tien jaar de trein gemist en kostbare tijd verloren. Maar dat heeft men tot zijn scha en schande ingezien, en laten we zeggen dat de achtervolging ingezet lijkt. Alleen is de achterstand al vrij groot. Dat merk je op alle domeinen.
Zoals ?
NILIS : De voorbeelden liggen voor het rapen. Zo hebben Nederlandse clubs fulltime professionals in dienst om de communicatie met de media te verzorgen. Dat is beter geregeld dan in België.
Véél beter.
Koen Meulenaere
Brussel, 14 december 1996. Nederland scoort tegen België : sterker over heel de lijn.
Luc Nilis over bondscoach Georges Leekens (op de voorgrond op de rug gezien) : Wat hij op korte tijd heeft bewerkstelligd, is opzienbarend.
De heer A. Haan stelt de pers in de gelegenheid met hem van gedachten te wisselen.