Hillary Rodham Clinton neemt het in New York op tegen ex-burgemeester Rudy Giuliani. De Republikein is actief, assertief en agressief. Kortom, hij is de ijzeren anti-Hillary.
New York speelt een central rol in de Amerikaanse presidentsverkiezingen als thuisbasis van twee prominente kandidaten: Hillary Rodham Clinton en Rudy Giuliani. De Democraat Clinton vestigde zich er in 1999 om haar politieke carrière te lanceren, maar Republikein Giuliani, de vroegere burgemeester van New York, is er opgegroeid. Als de tekenen niet bedriegen, loopt de huidige burgemeester van New York, Michael Bloomburg, zich warm om als ‘onafhankelijke kandidaat’ mee te doen. Dat maakt New York de broedplaats voor het Witte Huis.
‘Giuliani is in Brooklyn geboren en is daarmee eigenlijk de enige echte New Yorker’, zegt Fred Siegel, professor geschiedenis aan de New Yorkse Cooper Union. ‘Hillary Clinton komt uit Illinois en heeft zich enkel in New York gevestigd voor een politieke carrière vanuit een veilige Democratische basis.’ De huidige burgemeester, Bloomburg, komt uit Boston en werd rijk in New York als bankier en zakenman. Hij was jarenlang Democraat en werd in 2001 Republikein om Giuliani te kunnen opvolgen. Eerder dit jaar verliet hij de Republikeinse partij en verklaarde hij zich onafhankelijk. Siegel: ‘Alleen Giuliani is gevormd door New York, en hij vormde de stad.’
Volgens de professor is er een behoorlijk verschil in de strijd tussen de drie. ‘Hillary heeft een verkiezingsmachine. Ze heeft met Bill Clinton twee verkiezingscampagnes gedaan voor het presidentschap en twee voor haar zetel in de Senaat. Giuliani heeft alleen twee campagnes gedaan in de vijf districten van New York. En Bloomburg, die heeft veel geld, die hoeft geen fondsen voor een campagne in te zamelen en kan het strijdperk op het laatste moment betreden.’ Bloomburg heeft een vermogen van circa 12 miljard dollar.
RUDE RUDY
Siegel schreef een boek over Giuliani, The Prince of the City, waarin hij beschrijft hoe de vroegere burgemeester New York veranderde. Giuliani ging volgens Siegel te werk als een Machiavelli die koos voor de korte pijn en zijn opponenten zorgvuldig isoleerde om ze daarna te kraken. Giuliani zwaaide de scepter over de stad van 1994 tot 2002. Die ambtsperiode werd gekenmerkt door twee feiten: de ommekeer van het gevaarlijke, failliete New York naar een bloeiende metropool, en de aanslagen van 11 september 2001. Voor sommigen werd Giuliani een held, maar voor anderen een ‘Rude Rudy’, een bruut die het niet zo nauw nam met burgerlijke vrijheden. Als burgemeester was Giuliani niet uit het nieuws te slaan, en evenmin uit de societyrubrieken van de kranten. Hij trouwde drie keer. Het eerste huwelijk was met zijn nicht. Zijn tweede vrouw, televisiepresentatrice Donna Hanover, mocht de scheidingsaanvraag vernemen via tv. Zij haalde daarop fel uit naar haar echtgenoot, ook op tv. New York smulde. Giuliani ging de ambtswoning uit en trok in bij een homoseksueel koppel. Uiteindelijk liet hij Hanover uit de residentie verwijderen. Hij heeft aangekondigd dat zijn nieuwe vrouw, Judith Nathan, een belangrijke rol krijgt als hij president van de VS wordt. Maar veel commentatoren vragen zich af of de temperamentvolle Giuliani wel geschikt is voor dat presidentschap.
‘Giuliani is charmant in een klein gezelschap’, zegt Siegel. ‘Hij laat zich niet overdonderen. Hij is precies, wil de feiten kennen en bereidt zich goed voor. Hij heeft belangstelling voor het politieke proces, is een dossiervreter en zoekt concrete oplossingen.’
Zijn temperament is volgens Siegel deel van zijn politieke spel. In 1995 liet Giuliani de toenmalige leider van de PLO, Yasser Arafat, op een onelegante manier uit het cultuurhuis Lincoln Centrum zetten. Arafat, toen op bezoek bij de Verenigde Naties, was een graag geziene gast in kringen van de regering-Clinton. Maar Giuliani vond Arafat ‘een terrorist’ en liet hem zonder pardon buitengooien. ‘Giuliani gebruikt zijn temperament om een doel te bereiken. Hij uit minachting en wuift bezwaren weg.’ Tegenstanders van Giuliani vroegen zich bij het Arafatincident af of de burgemeester te kampen had met gedragsstoornissen. Giuliani antwoordde dat het hem speet dat hij Arafat niet eigenhandig uit het Lincoln Center kon smijten.
PUIN RUIMEN
Giuliani heeft van de harde aanpak altijd zijn waarmerk gemaakt. Als openbaar aanklager liet hij in de jaren tachtig frauderende financiers en junkbondhandelaren zoals Ivan Boesky en Michael Milken in handboeien afvoeren. Hij eiste ter afschrikking ook hoge celstraffen. The Wall Street Journal vroeg zich destijds af of Giuliani niet overdreef met de manier waarop hij zakenmensen vernederde. Giuliani vestigde echter een reputatie als crimebuster die er niet voor terugschrok de rijkste New Yorkers aan te pakken. Die faam kwam goed van pas toen hij in 1989 meedeed aan de burgemeestersverkiezingen. Hij verloor van de zwarte zittende burgemeester, Democraat David Dinkins, met een verschil van 47.000 stemmen. Maar Dinkins maakte een grote fout. Hij degradeerde de politieke rechten en de invloed van Staten Island, een van de vijf districten van New York en het enige met een duidelijk Republikeinse meerderheid. Dinkins wou de Democratische macht en dat van het zwarte bevolkingsdeel betonneren door de invloed van Manhattan (waar Harlem ligt), Brooklyn, Queens en de Bronx te vergroten, ten koste van het rijke Staten Island. Dat leidde tot een afscheidingsbeweging in Staten Island.
Bij de burgemeestersverkiezingen van 1993 profiteerde Giuliani van de woede onder de kiezers van Staten Island, die massaal kwamen stemmen. Hij versloeg Dinkins met een verschil van 50.000 stemmen. ‘Toen Dinkins vertrok, liet hij een stad in crisis na’, zegt Siegel. ‘Een stad met vijf moorden per dag, een schuld van 2,8 miljard dollar, een werkloosheid van 11 procent en massale verkrotting. De burgers vluchtten naar de voorsteden, de bedrijven naar New Jersey.’
Giuliani besefte dat het roer om moest, maar hoe? New York zou hem vergelijken met de legendarische Fiorello La Guardia, burgemeester van Italiaanse afkomst in de jaren dertig en de bouwer van grote projecten zoals tunnels en bruggen. Bovendien was Giuliani een Republikein in een Democratisch bastion. De New Yorkse stadsbedrijven, van de havenauthoriteiten tot het vervoerswezen, waren volledig in de handen van vakbonden. Idem voor de onderwijssector, die 85.000 werknemers telde maar van wie er slechts 53.000 onderwijzers waren. De uitbouw van het sociale systeem zadelde New York op met een enorm patrimonium: sociale woningbouw voor 600.000 mensen. Voorts beheerde de stad 17 ziekenhuizen, 500 benzinestations, 5000 leegstaande gebouwen en een resem hotels. Dat alles leidde tot de financiële put van 2,8 miljard dollar.
Op steun van Democraten hoefde Giuliani niet te rekenen. Vooral zwarte toppolitici uit Harlem waren woedend omdat Giuliani Dinkins een nederlaag had bezorgd. Dat maakte van hem per definitie een racist. ‘De crisis was zo diep dat er wel íéts moest gebeuren’, zegt Siegel. ‘Het belangrijkste was de macht van de belangengroepen breken. De stad was onbestuurbaar geworden.’
SCHOONMAAK IN HARLEM
Giuliani kwam met maatregelen die allemaal ingingen tegen de basisfilosofie en het mensbeeld van de Democraten. Hij verkleinde de omvang van de stadsbureaucratie, verlaagde de belastingen, dereguleerde overheidsdiensten, brak de macht van de vakbonden en bond de strijd aan tegen de misdaad. Vooral dat laatste bleek een sleutel voor de ommekeer. Zijn concept Broken Windows ging ervan uit dat de kleine misdaad moest worden bestreden om de grote uit te drogen. De kruimeldieven van vandaag waren de bendeleiders van morgen. De architect van die strategie was de politiecommissaris Bill Bratton, de vroegere politiechef van Boston. In 1995 waren de eerste gevolgen al zichtbaar. ‘Het einde van de misdaad zoals we die kennen’, schreef het weekblad New York. De ommekeer vond plaats in een klimaat van economische heropleving, met de internetboom en de bloeiende beurs van Wall Street. Rijkdom stroomde de stad in en bereikte ook armere delen. In 1994 had Harlem, dat meer inwoners telt dan Atlanta, geen supermarkt en geen bioscoop. Niemand durfde te ondernemen, taxi’s durfden er niet te komen en zelfs de politie meed de no go areas. Giuliani herstelde law and order in Harlem. Hij ging verkrotting tegen door de verkoop van panden aan bewoners – eigendomsrechten als motor van sociaal beleid dus. Zijn grote medestanders waren zwarte huismoeders en winkeliers. Harlem bloeit nu als nooit tevoren. New York is nu de veiligste stad van de VS.
Je zou verwachten dat Giuliani veel lof zou oogsten, maar dat viel tegen. ‘De Democraten bleven tegen Giuliani, want hij verstoorde hun illusies’, zegt Siegel. ‘Democratische burgemeesters traden niet op tegen de misdaad omdat de gevangenissen anders te vol zouden worden. Dankzij Broken Windows werd er wel opgetreden zonder dat de gevangenissen voller werden. Integendeel, misdaad werd voorkomen. Daarop beschuldigden ze Giuliani van zero tolerance, eigenlijk een scheldwoord. De politie was niet zero tolerant, maar had een zekere keuzevrijheid om die criminaliteit aan te pakken die van kwaad naar erger kon gaan. Alleen klonk zero tolerant als niet-tolerant, als een politiestaat. De zwarte leiders bleven tegen, omdat Giuliani Harlem rijker maakte. Dat was slecht voor hun machtspositie en hun politieke carrières.’
Volgens Siegel organiseerde ‘de Bende van Harlem’ – met daarin congresafgevaardigde Charles Rangel, ex-burgemeester David Dinkins en de radicale dominee Al Sharpton – een permanente agitatie tegen Giuliani. ‘Harlem kende altijd zwart cliëntelisme. Wie zaken gedaan wou hebben, moest langs bij Rangel. Sharpton maakte van elk incident een rassenrel en zweepte de massa op als een volleerde demagoog. Giuliani weigerde met hem te spreken en negeerde hem acht jaar lang. Dat was een zware belediging voor de hoogmoedige Sharpton. Maar Harlem is er nu beter aan toe. Ga er maar kijken.’
TWEE MISKLEUNEN
Toch maakte Giuliani volgens Siegel een fout: hij ontsloeg politiecommissaris Bill Bratton. ‘Dat was de grootste fout die later ernstige gevolgen zou hebben. Giuliani en Bratton lijken op elkaar. Twee sterke persoonlijkheden die alle zuurstof uit een ruimte zuigen: actief, assertief en agressief. Ze gaven bijna op hetzelfde moment een boek uit over zichzelf. Bratton stond in het centrum van de belangstelling. Giuliani had zich boven die tweestrijd moeten plaatsen, maar dat deed hij niet. Bratton werd ontslagen en is nu een succesvolle politiecommissaris in Los Angeles.’
Giuliani stelde als opvolger zijn vriend Howard Safir aan, maar die politiechef had geen enkele voeling met de agenten op het terrein. Daarna kwam hij aan met Bernard Kerik, een vertrouweling en detective derde klasse die de bijnaam Rambo droeg vanwege zijn bikkelharde optreden. Met de benoeming van Kerik liet Giuliani de hele politiehiërarchie links liggen. Kerik was politiechef ten tijde van de aanslagen van 11 september 2001, en stond aan Giuliani’s zijde. Zelfs George W. Bush was onder de indruk van Kerik. Hij wou hem benoemen tot hoofd van het departement voor nationale veiligheid. Dat liep fout omdat Kerik in schandalen verwikkeld raakte. Hij had geen belasting betaald voor een kinderoppas en hield er bij Ground Zero, in een pand voor reddingswerkers, een liefdesnestje op na voor een buitenechtelijke relatie. Ook had hij geregeld contact met aannemers uit een maffioos circuit. Het ontslag van Bratton en de benoeming van Kerik waren miskleunen die Giuliani nog steeds achtervolgen.
Giuliani wordt nu ook aangevallen voor zijn optreden na 9/11. Hij zou zijn alerte optreden misbruiken voor zijn campagne, terwijl The New York Times bericht dat Giuliani’s rol zwaar is overbelicht. Na de eerste aanslag op het World Trade Center in 1993 richtte Giuliani een antiterrorismecentrum op. Alleen deed hij dat… in het WTC. Geen gelukkige plek, zo bleek op 11 september 2001. ‘Niemand had een aanslag uit de lucht verwacht. De FBI en FEMA, de federale dienst voor rampenbestrijding, zaten ook in dat gebouw’, zegt Siegel. ‘Mag Giuliani 11 september in zijn campagne gebruiken? Dat zou elke politicus doen. Heeft hij goed gereageerd? Misschien zijn er mensen die nog beter waren, maar hij behoorde tot de besten van de klas.’
Van de huidige burgemeester, Bloomburg, heeft Siegel geen hoge pet op. ‘Hij geeft gewoon weer toe aan de belangengroepen, en laat het begrotingstekort oplopen. Eigenlijk teert Bloomburg op het succes van Giuliani.’ Bloomburg trad onlangs op tijdens het congres van de Britse Conservatieven in Blackpool om uitgerekend uit te halen naar ‘fiscale conservatieven’. ‘Bloomburg droomt van grote projecten om zijn naam in de New Yorkse geschiedenis te schrijven’, aldus Siegel.
Hoe zal een mogelijke tweestrijd tussen Hillary en Rudy aflopen? ‘Het is moeilijk voor een Republikein om volgend jaar te winnen. De financiële steun voor de campagne van Hillary is groot en dat is een goede graadmeter. Ik denk niet dat Giuliani de staat New York kan binnenhalen, maar hij heeft een redelijke kans om te winnen in staten zoals New Jersey en Pennsylvania. Hij is zeker niet kansloos.’
DOOR DERK JAN EPPINK