Criminele journalistiek bestaat. Dat bewijst het Britse afluisterschandaal bij de inmiddels opgedoekte tabloid News of the World. Zouden Vlaamse journalisten ook zover durven gaan in de jacht op een scoop? Flip Voets, Douglas De Coninck en Guido Van Liefferinge menen van niet. Maar ze zien wel een aantal zorgwekkende evoluties.

Vlaanderen is het Verenigd Koninkrijk niet. De tabloidcultuur is hier onbekend en niemand kan zich voorstellen dat Vlaamse media zich zouden wagen aan excessen zoals bij de kranten van Rupert Murdoch, of aan criminele nieuwsgaring tout court. Of zijn we dan naïef? Britse mediawatchers reageren evenzeer stomverbaasd op de zaken die bij News of the World (zie kaderstuk: ‘chronologie van een schandaal’) blijkbaar al jaren gangbare praktijk waren. ‘Ik steek mijn hand er niet voor in het vuur – je weet nooit – maar Vlaamse redacties die systematisch zulke ernstige, strafbare feiten plegen… Nee, ik geloof niet dat die bestaan’, reageert Flip Voets. De gewezen radiojournalist en eindredacteur bij de openbare omroep is secretaris-generaal en ombudsman van de Raad voor de Journalistiek, de onafhankelijke instelling die klachten over journalisten behandelt. Wie zich door de pers onheus behandeld voelt, kan bij de Raad en haar ombudsman terecht.

En waarom blijven Vlaamse journalisten ver van zulke vergrijpen? Opnieuw omdat Vlaanderen het Verenigd Koninkrijk niet is. ‘Het Britse mediabestel is een paradox’, zegt Voets. ‘Je vindt er zowel het beste als het slechtste wat er qua pers mogelijk is. Van de meest verwerpelijke tabloids tot journalistieke toppers als The Economist en The Independent. Het klinkt misschien vreemd wat ik nu zeg, maar wie weet gaan we deze affaire ooit bekijken als de start van een journalistiek reveil. Vergeet niet dat het iemand van The Guardian was, een journalist dus, die de zaak aan het rollen bracht. De Britse pers is nu aangeschoten wild, maar heeft wel zelf de wantoestanden naar boven gespit.’

Dan is Douglas De Coninck, journalist bij De Morgen, minder optimistisch. De Coninck is een naam in de Vlaamse onderzoeksjournalistiek. Niemand scoort zo veel scoops, al staat daar tegenover dat ook niemand zo vaak bij de Raad voor de Journalistiek op de beklaagdenbank zat. Men becijferde dat De Coninck op zijn eentje verantwoordelijk is voor twaalf procent van de beslissingen van de Raad, al valt dat volgens de journalist zelf grotendeels terug te brengen tot één hardnekkige klager. De Coninck ziet de affaire rond News of the World als een kantelpunt. ‘Misschien is dit het moment waarop de vrije nieuwsgaring finaal in het gedrang komt’, vreest de journalist. ‘Dit schandaal is de klap te veel. Ons beroep wordt sinds jaren geteisterd door een stel cowboys zonder ethisch besef, die schaamteloos interviews verzinnen of met scoops uitpakken van horen zeggen – de fouten nemen ze er graag bij. Het zijn die mannen die een hele beroepsgroep stigmatiseren, die ervoor zorgen dat journalisten met de nek worden aangekeken. Ga maar eens op reportage in een Vlaams dorp: niemand helpt je, het wantrouwen is algemeen. De journalistiek is een vuil, verdacht beroep geworden.’

‘Dat hebben journalisten in de eerste plaats aan zichzelf te danken: te veel X-verhalen, te veel leugens, te veel schandalitis, te weinig zelfkritiek, te veel onverantwoordelijk gedrag’, vindt Guido Van Liefferinge, die gerust de stamvader van de Vlaamse populaire pers mag worden genoemd. Van Liefferinge stond mee aan de wieg van Joepie en Dag Allemaal, en was onder meer een tijd hoofdredacteur bij Het Nieuwsblad. Na een conflict met Christian Van Thillo van de Persgroep verliet hij de journalistiek om een nieuw leven te beginnen in Thailand. Vanaf de zijlijn werpt Van Liefferinge zich nu op tot de grootste criticaster van de populaire bladen die hij zelf ooit oprichtte. ‘Vergis u niet: in het redactionele opbod zijn de deontologie of het recht op privacy al lang afgeschaft’, oordeelt Van Liefferinge scherp. De oud- journalist hoopt dat de Vlaamse media nooit de stap naar openlijk criminele nieuws-garing zetten, maar vreest dat de commerciële druk stilaan te groot wordt. Vooral bij de populaire bladen die hij zelf lanceerde. ‘De perstycoons dragen een grote verantwoordelijkheid voor de verloedering van hun media’, stelt Guido Van Liefferinge. ‘De tabloidisering van de populaire kranten en tijdschriften is een doelbewuste, commerciële keuze van mediamoguls die niet langer hun maatschappelijke plicht van vierde macht opnemen maar gefocust zijn op de maximalisatie van hun winst en macht. Zij drijven hun personeel tot excessen, maar als het misloopt, weten ze uiteraard nooit ergens van. Dat bleek nog maar eens tijdens de Murdoch-hoorzittingen met Rupert en James Murdoch in Engeland.’

Van Liefferinge bevestigt wat onder journalisten al langer stilzwijgend aan-genomen wordt: scoops of exclusieve interviews in de populaire pers ontstaan niet zelden na het dreigement om nog pittiger verhalen uit te brengen – zelfs pure roddel of verzinsels. De geviseerde BV schenkt de boekskes een primeur, in de hoop aan erger te ontsnappen. ‘In de meeste gevallen is dergelijke chantage zelfs niet strafbaar, maar uiteraard vloekt het met de deontologische basisregels van het vak’, meent de oprichter van Dag Allemaal.

Hoe vuiler, hoe liever

Een deel van de verklaring waarom de tabloids zich zo onaantastbaar voelden in het Verenigd Koninkrijk was hun impact op het politieke bestel. Bezit ook de Vlaamse pers de macht om een politicus te maken of te kraken? Men kan zich moeilijk indenken dat wanneer bijvoorbeeld De Standaard CD&V-politicus Wouter Beke plots zou uitroepen tot kampioen van politiek Vlaanderen – een fictief voorbeeld, voor alle duidelijkheid – die dan ook automatisch de verkiezingen zou winnen. ‘Daar spelen twee zaken’, meent Flip Voets. ‘Ten eerste dat Vlaanderen niet de meningvormende cultuur bezit van het Verenigd Koninkrijk, waar tabloids inderdaad enorm wegen op de publieke opinie. Even belangrijk is dat de Vlaamse mediatycoons hun rol anders invullen dan hun Britse collega’s. Ook bij ons zijn mediabonzen machtige mannen, maar ze beïnvloeden de politiek niet. Omdat ze dat niet wensen of omdat ze beseffen dat ze die macht gewoon niet hebben – wie zal het zeggen. In het Verenigd Koninkrijk durfde geen enkele politicus tegen Murdoch in te gaan en het is ook geen geheim dat zowel Tony Blair als David Cameron zijn carrière te danken heeft aan die man. Zodra hij maar kikte, werd Murdoch met alle egards ontvangen in Downing Street.’

Waarom bestaan er eigenlijk geen Belgische tabloids? Is ook dat iets wat simpelweg niet in onze cultuur past? Guido Van Liefferinge heeft een andere verklaring: ‘Dat Blik en Kwik werden opgedoekt, was niet omdat er geen lezerspotentieel was, maar omdat de populaire kranten en tijdschriften en zelfs de zogeheten kwaliteitspers steeds meer tabloidcontent opnemen in hun redactionele menu, zij het minder opvallend en opgeklopt gebracht. Voor Dag Allemaal, Story en TV-Familie is die schroom al een tijd weggevallen. Ik zie geen verschil meer tussen die tijdschriften en de Britse tabloids.’

‘Als je ziet hoe die magazines evolueren, is enige ongerustheid inderdaad niet overdreven’, vult Douglas De Coninck aan. ‘Vlaanderen heeft een traditie van schroomvolle, respectabele journalistiek, maar we zijn dat aan het kwijtraken. Het vreemde is: iedereen wijst met de vinger naar de journalisten, maar de eerste schuldige blijft het publiek dat die vuiligheid koopt. En hoe vuiler, hoe liever blijkbaar. Wel, wees dan ook niet verrast dat zulke artikels op een vuile manier gemaakt worden. Ik hoor verhalen van sensatiereporters die bij rouwende ouders binnenvallen en er de familiefoto’s van de muur stelen. Als we met z’n allen vinden dat zoiets niet mag kunnen, dan moet iemand toch ook eens opstaan om ertegen op te treden.’

‘Er is maar één remedie en dat is eensgezind de rangen sluiten en in opstand komen tegen de verloedering van ons ambacht, samen met hun beroepsorganisaties’, vindt Van Liefferinge. ‘Eis dat redacties onafhankelijk hun werk kunnen doen, dat zelfregulering niet langer een leeg begrip is. Wat mijn vroegere collega’s vooral niet mogen doen, is “hun handen afhouden van verhalen over mensen met wie ze close zijn, want dat is de manier waarop journalisten corrupt worden”. Niet mijn woorden, maar een letterlijk citaat van Nick Davies van The Guardian, de journalist die voor een groot deel verantwoordelijk is voor de val van Murdoch.’ Vertrouwen moet je verdienen, kortom.

Stel nu dat de discutabele manier van nieuws binnenhalen zoals die werd toegepast bij de kranten van Murdoch, klinkend resultaat had opgeleverd, en niet alleen in de vorm van boulevardscoops. Stel dat glashard blijkt dat de Britse premier steekpenningen aanneemt bijvoorbeeld. Dan waren de reporters van News of the World journalistieke helden, de persprijzen zouden niet te tellen zijn. Flip Voets vindt dan ook ‘de onderzoeksdaden op zich niet fout, wel de motieven waarvoor ze in dit geval werden gebruikt’. ‘Er vallen omstandigheden te bedenken waarin een journalist een telefoon mag hacken. Als het maatschappelijk belang groot genoeg is, dan vind ik die daad te verantwoorden, op voorwaarde dat er echt geen enkele andere manier was om aan die informatie te komen. Uiteraard haal je die zware middelen niet boven om de ongeruste familie van een verdwenen kind te bespioneren. Dat is geen onderzoeksjournalistiek, dat is voyeurisme.’

Douglas De Coninck vindt het al een stap te ver. ‘Ik begrijp de redenering van Flip Voets, maar blijf van het principe dat geen enkele scoop strafbare feiten rechtvaardigt. Een journalist wordt geacht ver te gaan om te weten te komen wat niet algemeen bekend is, dat maakt deel uit van het wezen van onze job. Je moet je niet te mooi voelen om een vuilniszak te doorzoeken, bijvoorbeeld. Maar ergens moet er een lijn worden getrokken en voor mij ligt die bij het strafwetboek. Anders kan echt alles en dat betekent dat er uiteindelijk een moment komt dat ook echt alles móét; dat is nu eenmaal de commerciële logica waarin wij werken. Je mag van mensen niet eisen dat ze die limiet overschrijden in naam van hun job. Dan wordt ons beroep vroeg of laat onleefbaar.’

DOOR JEF VAN BAELEN

‘De onderzoeksdaden op zich zijn niet fout, wel de motieven waarvoor ze in dit geval werden gebruikt.’ (Flip Voets)

‘De eerste schuldige blijft het publiek dat die vuiligheid koopt.’ (Douglas De Coninck)

‘De perstycoons dragen een grote verantwoordelijkheid voor de verloedering van hun media.’ (Guido Van Liefferinge)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content