Twee weken scheiden ons nog van de Navo-top. U zal het wellicht niet geloven, maar buiten de verantwoordelijken voor de hotelarrangementen is zo goed als niemand bezig met de voorbereiding van wat een historische bijeenkomst moest worden. Deze top moest een nieuwe jeugd schenken aan de organisatie. In de diplomatieke geschiedenis is het wellicht een precedent zonder voorgaande dat een zo belangrijke vergadering zo nonchalant wordt ingezet.
Nu is nonchalant misschien niet het goede woord. Waarom wordt de Navo-top verwaarloosd? Wat enkele weken geleden nog een theoretische nachtmerrie was, waart nu als een spook door de Navo-hoofdsteden. Kosovo.
Zijn de Kosovo-bombardementen het symbool van de “nieuwe” Navo die in de steigers staat? Ja en neen. In de herfst van vorig jaar werd binnen de Navo een wat abstract debat gevoerd over de precedentwaarde van Kosovo. Washington had toen voor het eerst publiekelijk het recht opgeëist voor de Navo om tussenbeide te komen in een soeverein land om de bevolking daar te beschermen tegen haar eigen regering. Niets van, reageerden zowel de Europese staten als de woordvoerder van VN-secretaris-generaal Kofi Annan: de Navo heeft het recht niet zich in de plaats te stellen van de wereldorganisatie en van het internationaal recht.
Omdat de Navo-wapens toen uiteindelijk niet werden aangesproken, verschoof het meningsverschil naar de achtergrond. Twee weken geleden keerde Kosovo als een boemerang terug. De vraag die iedereen nu bezighoudt (nu ja, als ze daar even de tijd voor krijgen tussen de vele Kosovo-vergaderingen door) is welke impact deze oorlog zal hebben op de geplande top. Iedereen moet voorlopig het antwoord op die vraag schuldig blijven. Alles hangt immers af van wat de komende weken zal gebeuren.
Komt er geen doorbraak in Kosovo, dan zal de Navo-top in het teken staan van Kosovo. Dat is voor de Navo geen goede zaak. Kosovo en de “nieuwe” Navo zullen immers voorgoed aan elkaar worden vastgeklonken. Bovendien, hoe kan je feest vieren, fier terugblikken in het verleden en grootse plannen smeden over de toekomst als je volop in een oorlog zit, die niemand echt gewild heeft, maar die niettemin al te reëel is. Een oorlog waar wij bombarderen terwijl het menselijke drama op de grond een zware tol eist. Een oorlog die, zo lijkt het voorlopig, nog weken kan aanslepen. In zulk een situatie zou men er beter aan doen de hele top op te schorten.
Komt er wel een doorbraak in Kosovo, dan kan opnieuw alle aandacht gaan naar de feestdocumenten. En daar is goed en slecht nieuws.
De ambitieuze plannen om van de Navo een instrument te maken om de belangen van de lidstaten wereldwijd te verdedigen, zijn grotendeels opgeborgen. Over de uitbreiding naar nieuwe lidstaten zal niets beslist worden. De poging om de Navo een permanent carte blanche te geven om buiten haar rechtsgebied op te treden en onafhankelijk van de Verenigde Naties, is ten dele geneutraliseerd door de afspraak dat elke operatie op zijn eigen rechtsgrond zal worden getoetst en dit in gemeenschappelijk overleg. Over de autonomie van de Europeanen binnen de Navo zal een vage formule worden gebruikt. Dat was het goede nieuws.
Het slechte nieuws is dat daarmee niets ten gronde is opgelost. De Amerikaanse onderhandelaars maken er vandaag zelfs nauwelijks een geheim van dat voor hen de hele Navo-top uiteindelijk meer te maken heeft met hun eigen achterban die overtuigd moet worden van het nut van een voortgezet lidmaatschap van de Navo.
Nauwelijks een jaar geleden lag dat nog heel anders. Toen werd de Navo-top in de Verenigde Staten nog aangezien als een onderdeel van een nieuwe wereldorde, die door Amerikaanse diplomaten majestueus gedoopt was tot “Triple Crown”. Het jaar 1999 herbergde immers drie cruciale gebeurtenissen: de Navo-top die de fundamenten van de veiligheid voor de komende eeuw zou leggen; de topontmoeting tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten in de zomer moest hetzelfde doen op economisch vlak; en de topontmoeting van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa in november ten slotte zou de fundamentele normen inzake mensenrechten en democratie definitief vastleggen.
Deze driedubbele kroon was de bekroning van Amerika’s ambitie om, als enig overgebleven grootmacht, de spelregels van de 21ste eeuw vast te leggen. Maar daar staan we vandaag ver van af. De resultaten van de Navo-top zullen ver onder de doelstellingen blijven. De economische relaties tussen Europa en de Verenigde Staten zijn door de bananen- en hormonenoorlogen opnieuw onder het vriespunt beland. En de OVSE, die blijft in Amerikaanse ogen al bij al een amechtig beestje.
Wat leert deze kloof tussen ambities en realiteit? Dat de Verenigde Staten allang niet meer de grootmacht zijn die zij ooit geweest zijn. Uiteraard is niet hun absolute macht verminderd. Zij blijven de grootste mogendheid ter wereld en primus inter pares omdat ze het belangrijkste unitaire politiek-economische machtscentrum ter wereld blijven. Maar hun relatieve macht tegenover de rest van de wereld is afgekalfd en daarmee ook hun vermogen om een wereldorde te schragen of spelregels op te leggen die in het voordeel zijn van het grootste deel van de wereldbevolking. De Verenigde Staten zijn een grootmacht by default, door de afwezigheid van alternatieve machtscentra die deze rol kunnen en willen vervullen.
Elke dag opnieuw blijkt hoe beperkt de armslag is waarover de Verenigde Staten nog beschikken. En wat doet een grootmacht die geen grootmacht meer is, maar die illusie wel hoog wil houden? Zij gaat unilateraal trachten te doen wat zij multilateraal niet meer kan waarmaken. Het Amerikaanse unilateralisme dat de afgelopen jaren almaar sterker is geworden, illustreert helemaal niet de status van een “hypermogendheid”, zoals de Fransen denken, maar de klassieke zwanenzang van een grootmacht in verval.
Rik Coolsaet