‘De herdenking van de Holocaust is een wapen tegen onverschilligheid’
Het antisemitisme is weer in opmars. In Hongarije en Griekenland, maar ook in West-Europa. Holocaustonderzoeker Raphaël Vago: ‘We moeten op onze hoede blijven. Voor wat er met Joden kan gebeuren, maar ook met andere minderheden die worden bedreigd.’
Nog tot midden juni loopt in Kazerne Dossin in Mechelen – het Memoriaal Museum en Documentatiecentrum over Holocaust en Mensenrechten – een tentoonstelling over het leven van Raoul Wallenberg. Die Zweedse diplomaat redde aan het einde van de Tweede Wereldoorlog in Boedapest duizenden Hongaarse Joden van een gewisse dood, onder meer door kwistig Zweedse paspoorten uit te delen. Zweden was toen een neutraal land. Wallenberg zelf verdween op mysterieuze wijze. Hij keerde niet terug van een bezoek aan het hoofdkwartier van het Rode Leger in Hongarije. Vermoedelijk stierf hij enkele jaren later in een Sovjetgevangenenkamp, maar zekerheid daarover werd nooit verstrekt.
Vorig jaar vierden we de honderdste geboortedag van Raoul Wallenberg en dat verklaart de hernieuwde belangstelling voor zijn persoon. ‘Het klinkt misschien cynisch,’ zegt de Israëlische Holocaustexpert Raphaël Vago, ‘maar wij, onderzoekers van de Holocaust, hebben dat soort verjaardagen nodig om de discussie levend te houden. Met het verdwijnen van de laatste overlevenden hebben we meer munitie nodig om de volgende generaties bij de les te houden. We merken dat de aandacht voor Wallenberg of de zeventigste verjaardag van de opstand in het getto van Warschau het debat weer intenser maakt. De bekende feiten altijd weer herhalen voor jongere generaties, voor verschillende soorten mensen, is een wapen tegen onverschilligheid.’
Vago sprak vorige week in Mechelen over Wallenberg en de Holocaust, maar ook over de nieuwe opstoot van antisemitisme en racisme – en dat niet alleen in de Oost-Europese landen die hij het beste kent, Roemenië en Hongarije. Hij werd in Roemenië geboren in een regio die lang door Hongarije werd bestuurd. Hij is verbonden aan de universiteit van Tel Aviv en aan de internationale school voor de studie van de Holocaust van Yad Vashem in Jeruzalem, het officiële gedenkteken waar de herinnering aan de Holocaust levend wordt gehouden. ‘Er is nog een reden’, zegt hij, ‘waarom Wallenberg vandaag belangrijk is. Hongarije is een partner in de herdenking. Het is voor dat land belangrijk om te reageren op de toenemende kritiek dat het antisemitisme en rechtsextremisme vrij spel geeft. Het is dus eigenlijk voor een stuk politieke berekening en daar is niets mis mee.’
Wat moeten we vandaag van Raoul Wallenberg onthouden?
Raphaël Vago: Tachtig procent van mijn directe familie werd tijdens de Holocaust omgebracht. Ze leefden in Noord-Transsylvanië, in een streek die toen door Hongarije werd bestuurd. Mijn moeder overleefde Auschwitz, maar mijn grootouders kwamen om. Overal waar ik spreek, zeg ik dat we niet mogen vergeten waarom er een Wallenberg nodig was. Hij was nodig omdat de Joden in de steek werden gelaten en er niemand was om ze te helpen. Wallenberg was natuurlijk niet de enige die bijsprong, maar hij werd een symbool. Eén mens kan het verschil maken, als hij het verschil wil maken.
Het Joods Wereldcongres hield onlangs een bijeenkomst in de Hongaarse hoofdstad Boedapest. De rechts-conservatieve premier Victor Orban zou te weinig doen om het toenemende racisme en antisemitisme in zijn land de kop in te drukken.
Vago: Ik vroeg me eerst af of het Joods Wereldcongres er wel goed aan deed om daar bijeen te komen. Maar het was uiteindelijk toch goed en belangrijk dat de bijeenkomst in die stad werd gehouden: ze dwong de Hongaarse regering om in de spiegel te kijken. Er is in Hongarije vandaag geen duidelijke scheiding tussen rechts en uiterst rechts. Het Joods Wereldcongres dwong premier Orban om een standpunt in te nemen. Tegelijk weet ik ook dat politici tegen het thuispubliek soms iets anders zeggen dan op een internationaal forum. Ik vrees dat dit ook in Hongarije het geval is.
Waarom gaat het precies in Hongarije de foute kant op?
Vago: Dat heeft te maken met de combinatie van twee factoren. De eerste is politiek en lijmt de economische en sociale crisis na de val van het communisme met het populistische en nationalistische discours, waarmee de Fidesz-partij van Orban de verkiezingen won. De tweede factor grijpt dieper in de geschiedenis. Hongarije nam nooit de verantwoordelijkheid op voor de dood van bijna 600.000 Hongaarse Joden. Toch werd, bijvoorbeeld, mijn familie vervolgd door de Hongaarse overheid en gearresteerd door de Hongaarse gendarmerie en vervolgens in de handen van de Duitsers gespeeld. Hongarije keek die geschiedenis nooit in het gezicht. Daarom kon een antisemitische onderstroom in de postcommunistische crisis weer komen bovendrijven. Wat ik Orban vooral verwijt, is dat hij in zijn toespraak voor het Joods Wereldcongres zei dat we met een Europees fenomeen te maken hebben. Hij moet naar zijn eigen land kijken, dat is zijn verantwoordelijkheid.
Zijn er echt tekenen van antisemitisme in Hongarije?
Vago: Ik ken geen gevallen van mensen die fysiek werden aangevallen. Ik ken wel mensen die bewust proberen om niet op te vallen. En woorden kunnen ook doden. De antisemitische propaganda is sterk, zeker op het internet. Enkele maanden geleden schreef zo’n site dat Wallenberg een massamoordenaar is. Waarom? Omdat hij Joden redde, die later de massamoordenaars werden van de Palestijnen. Een andere site publiceert elke dag een column, waarin antisemitische artikels uit de Hongaarse nazipers uit de jaren veertig worden herdrukt. Ik weet dat Hongaarse Joden het land verlaten. Dat is misschien niet alleen het gevolg van het toenemende antisemitisme en het is geen exodus. Maar het is wel bezig.
Had Orban gelijk toen hij zei dat het eigenlijk een Europees probleem is?
Vago: Dat is niet het punt. Weet u dat hij de extreemrechtse partij Jobbik, die zo sterk scoorde bij de verkiezingen, geen enkele keer vermeldde in zijn toespraak? Hij moet niet naar andere landen wijzen, hij moet zich bezighouden met Hongarije.
Maar zijn er tekenen dat antisemitisme een Europees probleem is?
Vago: Die zijn er zeker. We publiceren ieder jaar een rapport over antisemitisme in Europa en ons gevoel is dat het toeneemt. Dat heeft met de economische crisis te maken, maar toch ook nog altijd met de klassieke stereotypering van de Jood als de eeuwige zondenbok. Dat is het soort retoriek dat je in Hongarije hoort, en dat eigenlijk honderden jaren oud is. De moslimfactor speelt in Oost-Europa minder. De antisemitische partijen daar zijn wel erg pro-Iran en pro-Palestijns, maar daar ligt niet de kern van hun antisemitisme. De invloed van het conflict met de Arabische wereld is in West-Europa groter en ligt natuurlijk erg gevoelig: hoeveel anti-Israëlisme is tegelijk ook antisemitisme?
Waarom is dat zo gevoelig?
Vago: Kritiek op de politiek van de Israëlische regering is niet noodzakelijk ook antisemitisme. Dat is, bijvoorbeeld, wel het geval als het bestaansrecht van de staat Israël in twijfel wordt getrokken. Niemand trekt toch het bestaansrecht van Sudan of Syrië in twijfel? Toen Israël nog niet bestond, wilden de nazi’s elke Jood individueel doden, en daarmee tegelijk de hele Joodse natie. Wie vandaag het recht om te bestaan van de staat Israël ontkent, doet eigenlijk hetzelfde. Je kunt, bijvoorbeeld, wel kritiek hebben op de nederzettingenpolitiek van Israël op de Westelijke Jordaanoever. Maar als je die politiek vergelijkt met die van nazi-Duitsland, is dat antisemitisme.
Recent onderzoek leert dat antisemitisme in België toeneemt onder jonge moslims.
Vago: Dat verbaast ons niet. We stellen soms een beetje cynisch vast dat hoe minder moslims van de tweede en derde generatie geïntegreerd zijn in de lokale samenlevingen, hoe groter de kans dat ze antisemitisch zijn. Ik ben niet in eerste instantie bang van fysiek geweld. Ik ben wel bang voor de blijvende stereotypering in de geest van die jonge mensen. Hebben de Joden schuld aan de economische crisis? Ja. Nemen ze de economie over? Ja. Wil je Joodse vrienden hebben? Nee. Zou je accepteren dat je zoon of dochter met een Jood of Joodse trouwt? Nee. Dat zijn toch verbazingwekkende resultaten. Tegelijk weet ik ook dat er pogingen worden ondernomen om meer gematigde jonge moslims iets bij te brengen over de Holocaust en over de Joodse geschiedenis. Dat ze ook Auschwitz bezoeken. Dat is belangrijk.
Al de landen waarover u spreekt, zijn lid van de Europese Unie. Kan die meer doen om minderheden te integreren?
Vago: Ja. Maar ik wil nu ook iets zeggen waarover niet alle Israëliërs het eens zijn. Antisemitisme kan en mag, volgens mij, niet los worden gezien van de globale toename van racisme en discriminatie in het algemeen. Denk aan de discriminatie van Roma in sommige landen. Denk aan uitingen van islamofobie in andere landen. De internationale commissie van historici die de Holocaust in Roemenië onderzoekt, waarvan ik deel uitmaak, eiste van de Roemeense overheid dat ze ook aandacht zou hebben voor het lot van de Roma tijdens de Tweede Wereldoorlog. De Roemenen wilden daar niet van weten, maar we schreven in ons rapport toch een hoofdstuk over de 12.000 Roemeense zigeuners die werden omgebracht.
De Europese Unie is altijd zo trots op haar zogenaamde ‘soft power’.
Vago: De Unie kan zeker meer doen. De International Herald Tribune had enkele dagen geleden op haar frontpagina een artikel over de segregatie van Roma in Slowakije. Ik kom regelmatig in Slowakije en daar is veel belangstelling voor de Holocaust, maar vragen over de Roma worden van tafel geveegd. Dat zou een probleem zijn dat wij toch niet begrijpen. Misschien is dat ook zo. Maar ik vind dat je toch het hele plaatje moet zien. De extremisten van Jobbik in Hongarije zijn meer anti-Roma dan antisemitisch. We zitten allemaal in hetzelfde schuitje.
De Belgische Senaat erkende begin dit jaar officieel dat de Belgische overheid tijdens de bezetting mee schuld had aan de deportatie van Joden en verontschuldigde zich daarvoor. Is zo’n geste belangrijk?
Vago: Het is een essentiële stap die laat komt, maar niet te laat. Belangrijk voor ons is ook dat we dit voorbeeld kunnen gebruiken om andere landen op hun verleden te wijzen. Zoals Litouwen, bijvoorbeeld.
Heeft Europa straks een nieuwe Wallenberg nodig?
Vago: De les uit alle conferenties en boeken is dat we alert moeten blijven. Voor wat er met ons kan gebeuren, en bij uitbreiding met alle bedreigde minderheden. De Holocaust was uniek. De les voor de toekomst is universeel. Neem het verhaal van Anne Frank. Hoe vertaal je dat vandaag in een toneelopvoering? Breng je het precies zoals de feiten zich historisch hebben voorgedaan? Of maak je er een universeel stuk van, over een minderheid die wordt uitgemoord in deze eeuw of in een andere? Ik zou zeggen: probeer de twee aspecten te benadrukken. De uniciteit en de universaliteit. Mijn moeder was in Auschwitz met haar zus, ze overleefden allebei. Ze stelden achteraf de moeilijkste vraag die kan worden gesteld: waarom is dit met ons gebeurd?
En wat was het antwoord?
Vago: Het antwoord was: omdat we Joden zijn. Maar er zaten in Auschwitz, samen met mijn moeder, ook zigeunermeisjes – en zij waren niet Joods. Daar komt het unieke en het universele bij elkaar. Mijn moeder is nu 88 en ieder jaar als we haar verjaardag vieren met de kinderen en alle kleinkinderen, zeggen we: dit is ons antwoord aan Adolf Hitler. Dit is onze wraak. We leven nog en we hebben kinderen.
De tentoonstelling Voor mij was er geen andere keuze – Raoul Wallenberg 1912-2012 loopt nog tot 15 juni in Kazerne Dossin in Mechelen. Informatie: www.kazernedossin.eu.
Door Hubert van Humbeeck
‘Ik weet dat Hongaarse Joden het land verlaten. Dat is misschien niet alleen het gevolg van het toenemende antisemitisme en het is geen exodus. Maar het is wel bezig.’