Begin februari reed ik door Nederland. Ter hoogte van Werkendam had ik de eer een verslag te mogen beluisteren van de gereformeerde christen Lia van Bekhoven. Ze bevond zich in Londen, tussen een massa moslimfundamentalisten die de meest antiwesterse uitspraken en Holocaust-onterende vergelijkingen maakten, uiteraard allemaal binnen het afleidingsmanoeuvre dat ‘profeetcartoons’ heette. Gereformeerde topjournaliste Lia van Bekhoven wist zelfs een fundamentalist te strikken voor een interview. Die liet niet na de nodige choquerende uitspraken te doen in de microfoon die hij onder zijn neus geduwd kreeg.
Nu weten we wel dat islamofobie aankweken in Nederland een mediatrend is, die gelukkig al eens in vraag wordt gesteld door bijvoorbeeld de Vliegende Panters. Maar zelfs als ik in dat hele fundamentalistenverhaal meega, blijf ik achter met een redelijk stomme bedenking. Als ik in mijn concentratiebuurt (die sommigen een probleembuurt noemen) iemand voorbijloop die gecategoriseerd zou worden als moslimfundamentalist, is dat – mutatis mutandis – vergelijkbaar met wanneer ik een chassidische Jood voorbij zou lopen. Aangezien ik niet zijn vrouw ben, en al evenmin een hoofddoek draag, zal de moslimfundamentalist mij niet erkennen. Hij heeft mij gewoon niet gezien. Nu vind ik het natuurlijk wel geweldig knap van de gereformeerde topjournaliste Lia van Bekhoven dat zij er als westerse ‘ongehoofddoekte’ vrouw in slaagt een conversatie te hebben met dit type mannen. Desondanks kan ik me niet van de indruk ontdoen dat een interview met Osama Bin Laden tijdens carnaval in Aalst geloofwaardiger is. Dat een Nova-journaliste met zoveel plezier in de oudste val trapt – alle idioten zijn bereid de grootste onzin uit te kramen als het in een micro of voor een camera is – vind ik op z’n minst zorgwekkend.
Ik was blij dat ik op weg was naar Berlijn, waar ze wel voldoende ervaring hebben met de gevolgen van volksmennerij. Te veel krediet, bleek al snel, want de Duitse pers zag het heilige wereldbekertoernooi voetbal door bovenstaande rellen bedreigd. Die rellen zijn heviger naarmate de moslims ongeletterder zijn en dus meer afhankelijk van een machtsgeile imam. Meer nog, de Iraanse voetbalploeg zou geweerd moeten worden, dat spreekt toch voor zich!
Dat persvrijheid heilig is, stel ik hier niet in vraag (dat de uitgebreid gemediatiseerde rellen ook effectief plaatsvonden evenmin). Het is eerder de inhoud van onze pers waarbij ik vragen heb.
In the Guardian van 27 februari heeft columniste en church of England-lid Madeleine Bunting het over de ‘gewone’ Britse medemens wanneer ze schrijft ‘The vast majority in this country know little about Islam and care even less. They know few, if any, Muslims and see no reason to change that.’
Voor Vlaanderen kunnen we die stelling moeiteloos doortrekken naar de pers, want wie is er echt geïnteresseerd in de islam als het niet over terreur gaat? Elf jaar geleden leuterde de goddeloze Yves Desmet al naast de kwestie over moslimidealen en kinderlijkjes toen de op-en-top Amerikaanse christen Timothy McVeigh een aanslag pleegde in Oklahoma City. Dat hebben we dan maar met de mantel der liefde bedekt, want iedereen kan er wel eens naast zitten. Maar ondertussen werd nog maar eens een religie gebrandmerkt, en dat was lang voor 11 september 2001. En het was een krant die ooit links was die zich eraan bezondigde.
Protestant André Manuel vraagt het zijn publiek heel voorzichtig in zijn stand-upcomedyshows ‘wie heeft er ooit pannenkoeken gegeten met een moslim?’. Aan Vlaanderen om te beseffen dat de nood aan relativering van onze mening, en vooral van de fundering ervan, minstens even hoog is als bij de humorloze moslims.
Zeyneb Ibnou Cheikh