Polen, Hongarije en Slowakije. Het zijn de buitengrenzen van de Europese Unie in het oosten. The green border wordt de grenslijn genoemd. Klinkt arcadisch, maar het is net zo goed een magneet voor migranten die de EU in willen. Knack trok naar Slowakije, dat sinds december 2007 deel uitmaakt van de Schengen-zone, en zijn uiterste best doet om de deur van de Unie op slot te houden.
Het is de laatste maanden druk geweest voor de grenspolitie aan de overgang tussen Oekraïne en Slowakije. Open season, noemen ze het onder elkaar. Vrij vertaald: de jacht is open. De term is niet toevallig gekozen. Veel Slowaakse politiemensen zijn jagers. Ze kennen de wouden die het noordelijke deel van Slowakije scheiden van Oekraïne door en door. Vandaag verdienen velen van hen hun brood in de strijd tegen de illegale migratie.
‘Slowakije is meer dan vierhonderd kilometer breed, en grenst met 98 kilometer aan Oekraïne’, vertelt Tibor Mako, het hoofd van de grenspolitie. We ontmoeten hem, voor we naar de grens doorreizen, in zijn bureau in Bratislava. Een gebouw dat de sfeer van de oude Sovjet-Unie ademt. ‘Eigenlijk kun je de grens in twee zones indelen’, zegt hij. ‘Het zuiden is vlak en goed controleerbaar. Er staat een ketting van 298 camera’s opgesteld die het hele gebied in beeld brengen. Geloof me, daar is echt geen doorkomen aan. Als op een van de camera’s iets verdachts wordt gesignaleerd, staat er vijf minuten later een patrouille op die plek. Maar het noordelijke deel van de grens, dat is moeilijker te controleren. Het is er bergachtig en er zijn veel wouden.’
Volgens Marek, een hippe, jonge politieman die ons van de luchthaven in Kosice naar de grens voert, is er veel veranderd sinds Slowakije lid is van de Europese Unie en de Schengen-zone. ‘Vooral voor ons’, zegt hij lachend. ‘We houden ons sindsdien nog maar met twee dingen bezig. De Britse toeristen die tijdens de zomermaanden naar hier komen in toom houden, en de illegale migratie. Tijdens de zomer worden we overspoeld door jonge Britse mannen. Ze boeken een goedkope vlucht en komen naar hier voor het bier en onze vrouwen. Logisch, als je weet dat alles hier vier keer goedkoper is dan in het Verenigd Koninkrijk. Maar ze zorgen wel voor overlast.’
En dan bijna trots: ‘Het materiaal is veel verbeterd. Om het grensgebied in het noorden te controleren hebben we quads, motorfietsen, helikopters, infraroodcamera’s…’
‘Wie betaalt dat allemaal?’
‘Wie heeft er baat bij dat die grenzen gesloten blijven, denk je? De Europese Unie natuurlijk. Frankrijk, Duitsland en België… en alle andere landen in het Westen. Jullie hebben er baat bij dat deze mensen buiten blijven. Ons kan het niet schelen. In Slowakije willen die lui toch niet blijven.’
‘Wat gebeurt er met de mensen die gearresteerd worden?’
‘Dat hangt ervan af. Illegalen die de green border oversteken, hebben vaak geen papieren. Die hebben ze verscheurd vlak voor de grens. Dan moeten wij uitzoeken waar ze vandaan komen.’
‘Door ze te ondervragen?’
‘Eerst controleren we of we hun vingerafdrukken al hebben, maar als het de eerste keer is dat ze in Europa komen, dan nemen we een interview af, ja. Maar als we kunnen bewijzen dat ze uit Oekraïne komen, mogen we ze gewoon terugsturen. Dan is de rest van het onderzoek voor de Oekraïense politie.’
‘Jullie hebben er dus baat bij dat te bewijzen. Dan zijn ze niet meer jullie verantwoordelijkheid…’
Hij glimlacht en haalt veelbetekenend zijn schouders op.
Hij doelt op de terugkeerovereenkomst tussen Oekraïne en Slowakije. Als Slowakije kan bewijzen dat migranten uit Oekraïne komen, dan worden ze overgeleverd aan de Oekraïense overheid. Het is een van de omstreden punten in het beleid. Temeer omdat verhalen van racisme en schendingen van de mensenrechten in Oekraïense detentiecentra schering en inslag zijn. Dit jaar nog berichtte het VN-vluchtelingenagentschap over de moord op drie asielzoekers in Oekraïne. In hetzelfde bericht spreekt het agentschap zijn bezorgdheid uit over verschillende racistische geweldplegingen tegen asielzoekers.
Ook de Slowaakse politie is goed op de hoogte van de misstanden in Oekraïne. Op de vraag of hij wist wat er met teruggestuurde migranten in Oekraïne gebeurt, antwoordt Tibor Mako: ‘Ik wil het niet weten.’
‘Maar u weet het.’
‘Ja. Maar ik wil het niet weten.’
Marek is al even cryptisch als zijn baas.
‘Ik ben een Slowaak, geen Oekraïener.’
‘Maar u hoort soms wel het een en ander?’
‘Ik hoor veel van illegalen die er geweest zijn. Maar of ik al die verhalen moet geloven? Ik spreek me er niet over uit.’
In het commissariaat van Sobrance krijgen we de camera’s die langs het zuidelijke gedeelte van de grens staan opgesteld te zien. Drie politiemannen staren naar computerschermen met verschillende camerastandpunten. In tien minuten gaat drie keer een alarm af. Een hert, een roofvogel en een grenspatrouille die per quad langs de grens rijdt.
Dan krijgen we beelden te zien waarop illegalen de grens oversteken, gefilmd met een infraroodcamera: een ritselaar, die van aan de Oekraïense kant van de weg een groepje mensen tot snelheid aanmaant. Een paar migranten die op handen en voeten het pad oversteken, in de hoop zo niet door de camera gezien te worden. Het gekst is een opname waarop je mensen achterwaarts over de weg ziet kruipen.
‘Waarom doen ze dat?’
‘Als wij aan de hand van voetsporen kunnen bewijzen dat de illegale immigranten uit Oekraïne komen, mogen we ze terugsturen. Door zo te stappen willen ze hun voetsporen onbruikbaar maken.’
Het illustreert wat er allemaal aan geruchten, halve en hele waarheden circuleert onder mensensmokkelaars en vluchtelingen.
Het wrange van de zaak is: migranten willen geen asiel aanvragen in Slowakije. Daarvoor zijn de levensomstandigheden voor wie asiel krijgt te slecht, en een aantal nationaliteiten maakt er weinig kans. Daarnaast is er de Dublin-II-verordening, die zegt dat je maar één keer en in één EU-land een asielprocedure mag starten. Resultaat: wie in Slowakije gepakt wordt, laat zich uitzetten naar Oekraïne. Daar verdwijnt hij of zij een tijd in erbarmelijke omstandigheden in detentie. Waarna huiswaarts, of… een nieuwe poging.
***
Viktor, een Moldaviër, is opgepakt aan een bushalte, in een dorpje een paar kilometer van de grens. Hij stond de weg te vragen toen hij door een politiepatrouille onderschept werd. ‘Vorig jaar kwam het grootste aantal migranten uit Moldavië’, licht een politieman toe. ‘Het is een extreem arm land.’
Nauwelijks een uur na zijn arrestatie ontmoeten we hem in de ruimte naast zijn cel. Het is een grote, sterke man die de kamer in komt. Hij lijkt nog altijd de schok van zijn arrestatie niet te boven. Hij draagt sportschoenen, een jeans en een T-shirt met korte mouwen waar in drukletters Blue Bird op staat. Zijn gezicht zit onder de schrammen en striemen. Hij rilt en lijkt elk moment tijdens ons gesprek in tranen te kunnen uitbarsten. Agnessa, de politievrouw die ons vergezelt, vraagt of hij even met ons wil praten. Veel illegalen, zo zei ze eerder, weigeren ook maar één woord te zeggen. Viktor knikt. Hij loopt naar de wastafel die in de hoek van de bezoekersruimte staat, laat zijn handen vol water lopen en slaat het in zijn gezicht.
Waar hij uit zijn land vertrokken is, willen we weten, maar er komt niet meer dan een verward verhaal. Hij heeft het over een verkeersongeval – samen met collega’s had hij een priester aangereden – en sindsdien heeft hij problemen. Hij werd veroordeeld en moest een boete betalen. En vorige week nog is hij in zijn eigen huis aangevallen door vier mannen. Hij trekt zijn T-shirt omhoog en toont verwondingen en blauwe plekken op zijn buik en armen. Daarom is hij vertrokken.
‘Hoelang bent u onderweg geweest?’
‘Vier dagen.’
‘Helemaal alleen?’
Hij knikt.
‘Te voet?’
‘En stukken gelift. De grens tussen Oekraïne en Slowakije heb ik te voet overgestoken.’
‘Waar wou u naartoe?’
Hij haalt zijn schouders op.
‘Ik dacht eraan om naar Bratislava te gaan. Maar eigenlijk maakt dat niet uit. Ergens waar ik kan leven en werken.’
‘Hoe komt u aan al die schrammen op uw gezicht?’
‘Van door het woud te lopen.’ Hij trekt zijn broek op, ook op zijn enkels en schenen niets dan verwondingen.
‘Hoe vond u de weg in het woud?’
‘Ik ben gewoon altijd blijven wandelen. Ik probeerde voort te gaan op de zon, en heb altijd naar het westen gelopen.’
‘Had u iets te eten?’
‘Niets, ik heb twee dagen niets gegeten. Ik heb alleen wat water uit de rivier gedronken, meer niet.’
‘Was u bang ’s nachts?’
Hij knikt. ‘Vooral van de wilde zwijnen.’
‘Hebt u een beetje kunnen slapen?’
‘Niet of nauwelijks’, zegt hij. ‘Bovendien regende het. Het was te nat om te gaan liggen. Ik was helemaal doorweekt.’
‘Wat zijn nu uw plannen?’
Hij slikt. ‘Ik wil hier leven. Meer vraag ik niet.’
‘Kent u nog mensen die uit Moldavië zijn vertrokken?’
‘Iedereen wil er weg. Het is er slecht leven, de meeste mensen hebben geen fatsoenlijk werk. De mensen klagen, maar God beslist.’
‘Hoe bent u uiteindelijk gearresteerd?’
‘Ik kwam na lang lopen aan een weg. Die heb ik gevolgd, tot ik de lichten van een dorp zag. ’s Ochtends wou ik de bus nemen. Toen ik met twee vrouwen stond te praten, kwam er een politiepatrouille aan. Die heeft me opgepakt.’
***
‘Is het niet cynisch mensen tegen te houden die alleen maar een beter leven willen?’, vragen we aan Agnessa in de auto op weg naar de green border.
‘Iedereen zou moeten kunnen wonen waar hij wil. Maar denkt u echt dat dat er zit aan te komen?’
‘En wat met Oekraïne…?’
‘Ik weet dat de omstandigheden in de detentiecentra verschrikkelijk zijn, ja.’
Ze is de eerste Slowaakse die het toegeeft.
‘Dus die verhalen kloppen?’
‘Ik heb ze te vaak gehoord om ervan uit te gaan dat ze niet juist zijn.’
Niet meer dan een heuvelige landweg die een lijn door het woud trekt. Ongerept natuurgebied. Aan de ene kant een paaltje met de Slowaakse kleuren, blauw-wit-rood, een paar meter verder een paaltje in het geel en blauw. Van Noord- tot Zuid-Slowakije staan er 357 van die paaltjes. Aan een oude paal die scheef is gezakt, hangt een bordje met rode letters op: Pozor: Statna hranica. Opgepast: staatsgrens.
Tussenin: niemandsland.
De fotograaf loopt een stuk de heuvel af om foto’s te nemen.
Ik loop naar de overkant van het pad, Oekraïne in.
DEZE REPORTAGE KWAM TOT STAND MET DE STEUN VAN HET FONDS PASCAL DECROOS.
DOOR MICHAEL DE COCK / FOTO’S STEPHAN VANFLETEREN