Twee figuren bepalen het lot van het Bel- gisch voetbal ’97. Eén ten kwade, één ten goede. De wedstrijd van zaterdag tegen Ierland bepaalt wie de bovenhand haalt.
Ziehier het aardige van voetbal. Nemen we een elftal dat bestaat uit Milojevic, Katana, Peiremans, Grujic, Dheedene, Urban, Scifo, Zetterberg, Selymes, Petersen, en Debbah. Op de bank zit een tweede : De Vlieger, Doll, Johnson, De Boeck, Stassin, Stoica, Iachtchouk, Oliseh, Goor, Obiorah, en Van de Paar. Achter de dug-out staan Baseggio, De Witte en Demkine te trappelen.
Welnu, met beide ploegen met alletwee ! speelt zelfs Marc Reynebeau, chef-boeken van Knack, kampioen van België. Kampioen ? Hij zou potverdekke en passant de Uefacup durven binnen rijven. En als het niet was dat men de rest ook iets moet gunnen, hij pakte èn de Coca-Colacup èn de Nissancup er bovenop. Let wel : met beide ploegen ! Zetten we nu voor deze zelfde superkern René Vandereycken, door vriend en vijand erkend als één van de meest eminente en onderlegde voetbalkenners in het land, en we spreken algauw over tweede klasse.
Hoe kan dit ? Hoe is zoiets nu in vredesnaam te verklaren ? Er wordt voorzichtig gedacht en gegist, suggesties gedaan en meningen geopperd, maar ook de grootste alweters durven in dit geval niet zeggen dat ze het antwoord kennen.
Dat antwoord is evident : René Vandereycken heeft gefaald. Al die uitleg na de match is mooi en ongetwijfeld correct, maar daar schieten we weinig mee op. Een trainer moet zorgen dat er gewonnen wordt, de rest is voor de galerij. Een ploeg als Anderlecht, die dat kwartier tegen Salzburg en de eerste helft thuis tegen Schalke op de mat kan leggen, moet in eigen land iedereen van het veld vegen. Gebeurt dat niet, dan is dat omdat de spelers er fysiek of mentaal niet toe in staat zijn. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de trainer.
WAAR BLIJVEN DE PENALTY’S ?
Een andere verklaring voor het falen van Anderlecht, wij vermelden ze slechts met het grootste voorbehoud en voor wat ze waard is, werd ons onlangs verteld door iemand wiens hart veeleer aan de andere kant van de Ninoofsesteenweg moet gesitueerd worden. Een beetje de richting Karreveld uit, u begrijpt wat we bedoelen. Volgens deze figuur is de neergang van paars-wit begonnen, op het moment dat de vooraanstaande Antwerpse zakenman René Van Aeken al die argeloze voetbalsupporters en -reporters eens uit de doeken heeft gedaan waaraan het Astridpark zijn triomfen van de voorbije jaren dankt. Namelijk aan het verstrekken van goedkope leningen aan arbiters. Iets wat we pardon : ze aan de kanten van den Daring overigens al lang wisten.
Het is iets te opmerkelijk, aldus deze achterdochtige bron wiens naam wij aan het einde van dit artikel zullen onthullen, dat Anderlecht sinds de beschuldigingen van Van Aeken tegen de grootste prutsersploeg niet meer kan winnen. En wat het meest van al opvalt : veel penalty’s hebben ze niet meer gekregen de jongste matchen. Ja één, tegen Gent. Van Fernand Meese, u weet wel, toevallig de man die vorig jaar Gilles De Bilde erop liet staan na een overtreding waarvoor hij nadien drie maanden werd geschorst.
Na de intrede van Van Aeken op de voetbalscène, duurt de match op Anderlecht trouwens weer negentig minuten, ook een nieuwigheid. Dus geen zesentachtig, zoals vroeger bij voorsprong van de thuisploeg. Of zesennegentig, zoals bij achterstand van de thuisploeg. Tenzij één keer, inderdaad, tegen Gent ! Toen werden er door Meese de minuutjes bij geteld die hij vorig seizoen na de blessure van Krist Porte vergeten was. Wat Didier Dheedene toeliet om in extremis een gelijkspel uit de brand te slepen en Anderlecht voor een zesde (!) nederlaag in negen matchen te behoeden. En dit dan nog enkel dankzij een reusachtige flater van de Gentse doelman Fréderic Herpoel, gewezen reservedoelman van Anderlecht, die in die ene minuut meer voor zijn ex-club heeft betekend dan hij ooit als eerste keeper had gekund. Van Aeken onderzoekt dit vreemde doelpunt. Hopelijk moeten we ons over vijftien jaar niet alweer voor het hoofd slaan om onze grenzeloze naïviteit. Onmiddellijk na de gelijkmaker van Dheedene, werd de match tegen Gent afgefloten.
Veel zal dat niet helpen. Wat ook het resultaat was vorig weekend tegen Aalst (dat was ons bij het ter perse gaan niet bekend, maar het ergste mocht worden gevreesd), Anderlecht is de weg naar af ingeslagen en zal dat proces deze eeuw niet meer omkeren. De ploeg wacht immers, na 34 seizoenen onafgebroken aanwezigheid op het Europese forum, een schorsing van één jaar. Dit op ethische gronden. Tussen twee haakjes : waar blijft in ’s hemelsnaam de reactie van de Anderlecht-advocaten tegen die kreupele Uefa-beslissing, die juridisch geen minuut overeind blijft ?
Als Anderlecht er dit seizoen niet in slaagt om via een tweede, derde, of eventueel vierde plaats in de eindstand, één van de twee Belgische Uefacuptickets te veroveren, moet het minstens twee Europese seizoenen aan de kant blijven. In dat geval komt paars-wit, luxestadion of geen luxestadion, de eerste tien jaar niet meer terug aan de top. De noodzakelijke derde plaats is voorlopig een punt of negen weg, maar blijft in dit vroege stadium van de competitie uiteraard vlot bereikbaar. Alleen moet het dan dringend afgelopen zijn met het gekwakkel van de voorbije maanden, en dat is sneller gezegd dan gedaan. Zeker nu ook Pär Zetterberg en Dan Petersen voor lange tijd buiten strijd zijn.
Als Anderlecht van het toneel verdwijnt, is er niemand om de vrijgekomen plaats naast Club Brugge in te nemen. Dan behoren de andere Belgische clubs, met hun gebrek aan talent en moderne accommodaties, voorgoed tot de bidonvilles van Europa. Men kan van de tot vorig jaar alleen in selecte Anderlechtkring bekende René Van Aeken veel zeggen, maar niet dat de man geen doorslaggevende rol heeft gespeeld in het Belgische voetbal. Evenveel als indertijd Guy Bellemans, en evenzeer in de verkeerde zin.
DE SITUATIE WAS NIET UITZICHTLOOS
Er zit gelukkig nog een ander hoofd onder de Belgische voetbalpet model ’97. Het is het hoofd van bondscoach Georges Leekens, de man die de trein opnieuw de goede richting kan uitsturen. Al hangt alles af van de negentig minuten volgende zaterdag tegen Ierland. Kwalificeert België zich, dan mag Leekens een pluim op zijn hoed steken. Hij heeft ervoor gezorgd dat er weer enige bezieling uitgaat van een voordien zwaar aangeslagen nationale ploeg. Bovendien heeft hij op korte tijd heel wat structurele veranderingen doen doorvoeren in een star en stroef instituut als de Belgische Voetbalbond.
Maar het onmiskenbare nut van die ingrepen verdwijnt, als België zich niet kwalificeert voor Frankrijk. De volgende interland met inzet staat dan pas in de zomer van 2000 op het programma, en het is weinig waarschijnlijk dat onze beste spelers van hun buitenlandse clubs de toelating zullen krijgen om in vriendschappelijke interlands aan te treden. Wat de interesse bij sponsors en publiek zal aantasten, en voor we het weten, moeten we een pre-prekwalificatie spelen met Litouwen en Albanië.
De return tegen de Ieren wordt allesbepalend. In afwachting daarvan, moet Leekens ook niet meer verdiensten worden toegeschreven dan hij in werkelijkheid heeft. Clichés tieren welig in de sport, het loont zo nu en dan de moeite om ze aan de realiteit te toetsen. Het cliché dat dezer dagen niet te bannen is, vertelt dat Leekens de nationale ploeg vanuit een uitzichtloze positie als bij wonder in de running heeft gehouden voor Frankrijk. Die voorstelling van zaken is verkeerd.
Toen Georges Leekens competitieleider Excelsior Moeskroen liet voor wat het was, en zijn opwachting maakte bij de nationale ploeg, had die in de WK-voorronde drie wedstrijden gespeeld. Dit onder leiding van bondscoach Wilfried Van Moer. Twee van die drie matchen waren gewonnen, één thuis en één uit. Eén thuiswedstrijd, tegen de ongenaakbare groepswinnaar Nederland, werd met 0-3 verloren. Op een schabouwelijke wijze, dat wel, maar niet veel schabouwelijker dan een jaar later de uitwedstrijd bij datzelfde Nederland met 3-1 verloren ging. De eerste keer werd de trainer de laan uitgestuurd, de tweede keer niet.
Toen Van Moer werd ontslagen, was dit de stand in groep 7 :
1. Nederland 3 3 0 0 13-2 9
2. Wales 5 2 2 1 13-10 7
3. België3 2 1 0 5-4 6
4. Turkije 3 1 1 1 8-2 4
5. San Marino 4 0 4 0 0-21 0
Elk land moest tien wedstrijden spelen. De eerste in de eindstand was rechtstreeks geplaatst voor de eindronde. De tweede kon via een barrageduel de kwalificatie afdwingen, of kon als ?beste tweede? eveneens rechtstreeks geplaatst zijn. Wie volhoudt dat België ten tijde van het ontslag van Van Moer in een uitzichtloze positie zat, is niet goed bij zijn hoofd. Hij/zij mist respect voor de feiten en voor de nochtans onaanvechtbare wetten van de mathematica.
Niets zegt dat Wilfried Van Moer de Rode Duivels niet net zo goed naar een testduel had geleid. In de eindstand van groep 7 was er uiteindelijk, hoewel ook Leekens tegen Nederland verloor, een kloof van vier punten met het derde geëindigde Turkije. Er was dus ruimte voor nog een uitschuivertje. Wat ten overvloede bewijst dat de situatie bij de trainerswissel verre van uitzichtloos was.
Laten we eerlijk zijn, Leekens mag pronken met twee knappe prestaties : de wedstrijden in Cardiff en Istanbul in april van dit jaar. De rest wettigt minder euforie. Over San Marino spreken we niet. Holland uit en Wales thuis waren zonder meer slecht. De barrage-heenmatch in Dublin was een opsteker vanwege eindelijk wat snelheid en fysieke présence, maar de Rode Duivels hadden moeten winnen tegen een Iers elftal dat niet bepaald uitblonk door gesofistikeerd voetbal. Als het zaterdag mis loopt, zal die conclusie iets duidelijker oplichten dan tot nu toe het geval was.
God beware ons dat die Dennis Irwin van Manchester United ook op de Heizel een vrijschop mag nemen. Want die zit weer binnen, zet daar maar geld op in. Het wordt zaterdag zonder twijfel de wedstrijd van het jaar voor de Belgische voetbalwereld. Die omschrijving wordt te pas en te onpas gebruikt, maar deze keer is ze gewettigd. Dit wordt het anderhalf uur dat zal uitmaken of het falen van onze clubelftallen catastrofaal is, dan wel verzacht en gemaskeerd wordt door de vijfde opeenvolgende WK-kwalificatie van de Rode Duivels. We zullen dan weten wie de balans doet overhellen : René Van Aeken of Georges Leekens. Dat de beste moge winnen.
Koen Meulenaere
Georges Leekens en René Van Aeken. De goede en de boze geest van het Belgisch voetbal 1997. Zaterdag, op de Heizel, valt het verdict.